78ste vergadering

Dinsdag 4 juni 2002

14.00 uur

Voorzitter: Weisglas

Tegenwoordig zijn 136 leden, te weten:

Van Aartsen, Aasted-Madsen-van Stiphout, Adelmund, Albayrak, Alblas, Van Ardenne-van der Hoeven, Van As, Atsma, Azough, Bakker, Balkenende, Van Beek, Benschop, Bijlhout, Van Blerck-Woerdman, Van Bochove, Van Bommel, Bonke, Bos, Van den Brand, Van den Brink, Bruls, Buijs, Bussemaker, Van de Camp, Cornielje, Çörüz, Crone, Dekker, Van Dijke, Dijksma, Dijkstal, Dittrich, Duyvendak, Eberhart, Eerdmans, Eurlings, Ferrier, Van Geel, Van Geen, Van Gent, Gerkens, Giskes, Th.C. de Graaf, T. de Graaf, De Grave, Groenink, De Haan, Van Haersma Buma, Halsema, Van der Ham, Hamer, Van Heemst, Herben, Hermans, Hessels, Van der Hoeven, Hofstra, Van Hoof, Hoogendijk, Hoogervorst, Ten Hoopen, Huizinga-Heringa, Jager, Janssen van Raay, Jense, Joldersma, Jorritsma-Lebbink, Jukema, Kalsbeek, Kamp, Kant, Karimi, Van der Knaap, Koenders, Koopmans, Kortenhorst, Korthals, Lambrechts, Lazrak, Van Lith, Marijnissen, Mastwijk, Meijer, Melkert, Mosterd, Nicolaï, Van Nieuwenhoven, Noorman-den Uyl, Van Oerle-van der Horst, Ormel, Palm, De Pater-van der Meer, Rambocus, Remkes, Rietkerk, Rijpstra, Rosenmöller, Ross-van Dorp, Rouvoet, Van Ruiten, De Ruiter, Schonewille, Schreijer-Pierik, Smolders, Smulders, Spies, Van der Staaij, Sterk, Stuger, Teeven, Timmermans, Tonkens, Varela, Te Veldhuis, Veling, Van Velzen, Verburg, Vergeer-Mudde, Verhagen, Vietsch, Van der Vlies, Vos, Voûte-Droste, B.M. de Vries, G.M. de Vries, J.M. de Vries (CDA), J.M. de Vries (VVD), Van Vroonhoven-de Kok, Weisglas, Wijn, Wijnschenk, Van Winsen, De Wit, Wolfsen en Zeroual,

en de heer Korthals, minister van Justitie, mevrouw Netelenbos, minister van Verkeer en Waterstaat, en de heer Brinkhorst, minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij.

De voorzitter:

Ik deel aan de Kamer mede, dat zijn ingekomen berichten van verhindering van de leden:

Zalm, Duivesteijn en Herfkens, wegens verblijf buitenslands;

Zvonar, wegens verblijf buitenslands tot en met 11 juni;

Arib, Netelenbos, Tichelaar, Vermeend en K.G. de Vries, wegens bezigheden elders;

Terpstra, wegens bezigheden elders, ook morgen.

Deze berichten worden voor kennisgeving aangenomen.

De voorzitter:

Ik geef het woord aan de heer Te Veldhuis tot het uitbrengen van verslag namens de commissie voor het Onderzoek van de Geloofsbrieven.

De heer Te Veldhuis:

voorzitter der commissie

De commissie voor het Onderzoek van de Geloofsbrieven heeft de stukken onderzocht die betrekking hebben op de heer E.J. Groenink te Meppel. De commissie is eenparig tot de conclusie gekomen dat hij terecht benoemd is verklaard tot lid van de Tweede Kamer der Staten-Generaal. De commissie stelt u daarom voor hem toe te laten als lid van de Kamer, maar daartoe dient hij wel eerst de verklaringen en beloften af te leggen zoals die zijn voorgeschreven bij de wet van 27 februari 1992, Staatsblad 120.

De commissie verzoekt u tot slot het volledige rapport in de Handelingen op te nemen.

De voorzitter:

Ik dank namens de Kamer de commissie voor haar verslag en stel voor, dienovereenkomstig te besluiten.

Daartoe wordt besloten.

(Het rapport is opgenomen aan het eind van deze editie)1

De voorzitter:

De heer Groenink is in het gebouw der Kamer aanwezig.

Ik verzoek de griffier hem binnen te leiden.

Nadat de heer Groenink door de griffier is binnengeleid, legt hij in handen van de voorzitter de bij de wet voorgeschreven verklaringen en beloften af.

De voorzitter:

Ik wens u van harte geluk met het lidmaatschap van de Kamer. Ik verzoek u, de presentielijst te tekenen en in ons midden plaats te nemen.

De vergadering wordt enige minuten geschorst.

Naar boven