Regeling van werkzaamheden
De voorzitter:
Ik stel voor, toe te voegen aan de agenda van volgende week:
- het wetsvoorstel Wijziging van diverse wetten op het terrein van VWS, teneinde
enkele wetstechnische gebreken te herstellen of andere wijzigingen van ondergeschikte
aard aan te brengen (Reparatiewet VWS 2001/2002) Korthals(28222);
- het wetsvoorstel Aanpassing van Boek 3 en Boek 6 van het
Burgerlijk Wetboek, de Telecommunicatiewet en de Wet op de economische delicten
inzake elektronische handtekeningen ter uitvoering van richtlijn nr. 1999/93/EG
van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 13 december
1999 betreffende een gemeenschappelijk kader voor elektronische handtekeningen
(PpbEG L 13) (Wet elektronische handtekeningen) (27743);
- het wetsvoorstel
Invoering van titel 4 van Boek 7 (Huur) van het nieuwe Burgerlijk Wetboek
en van de Uitvoeringswet huurprijzen woonruimte (Invoeringswet titel 7.4 (Huur)
van het Burgerlijk Wetboek en de Uitvoeringswet huurprijzen woonruimte) (28064);
- het wetsvoorstel Wijziging van de Wet educatie en beroepsonderwijs
in verband met verdere decentralisatie van de arbeidsvoorwaarden (28076);
- het wetsvoorstel Aanpassing van enige onderdelen van de Rijkswet
op het Nederlanderschap en van de Rijkswet van 21 december 2000 tot wijziging
van de Rijkswet op het Nederlanderschap met betrekking tot de verkrijging,
de verlening en het verlies van het Nederlanderschap (Stb. 618) (28039).
Ik stel voor, te behandelen in de vergaderingen van 26, 27 en 28 maart:
- het wetsvoorstel Aanvulling van de Wet personenvervoer 2000, strekkende
tot invoering van een concessiestelsel voor het personenvervoer per trein
(Concessiewet personenvervoer per trein) (27216);
- het wetsvoorstel
Nieuwe algemene regels over de aanleg, het beheer, de toegankelijkheid en
het gebruik van spoorwegen alsmede over het verkeer over spoorwegen (Spoorwegwet)
(27482).
Ik stel voor, van de agenda af te voeren:
Ik stel voor, toestemming te verlenen tot het houden van wetgevings- c.q.
notaoverleg met stenografisch verslag op:
maandag 11 maart 2002 van 10.15 uur tot 18.00 uur van de vaste commissie
voor Justitie over:
- het wetsvoorstel Uitvoering van het Statuut
van het Internationaal Strafhof met betrekking tot de samenwerking met en
bijstand aan het Internationaal Strafhof en de tenuitvoerlegging van zijn
vonnissen (Uitvoeringswet Internationaal Strafhof) (28098);
- het
wetsvoorstel Aanpassing van het Wetboek van Strafrecht, het Wetboek van Strafvordering
en enige andere wetten aan de Uitvoeringswet Internationaal Strafhof (28099).
Overeenkomstig de voorstellen van de voorzitter wordt besloten.
De voorzitter:
Ik deel mede dat ingevolge artikel 69, tweede lid, van het Reglement van
orde de aangehouden moties op de stukken 28000-VI, nr. 22, en 27801, nr. 6,
zijn vervallen.
Ik stel voor, de stukken 25422, nr. 14, 25764, nr. 18, 28000-V, nrs. 43
en 44, 28000-XI, nr. 53, 28000-X, nrs. 24 en 25, 28000-XII, nr. 51, 28000-XIII,
nrs. 44 en 45, 28000-XIV, nr. 66, en 28000-VI, nr. 53 voor kennisgeving aan
te nemen.
De voorzitter:
Het woord is aan de heer Hofstra.
De heer Hofstra (VVD):
Voorzitter. De VVD-fractie hebben geluiden bereikt dat de minister van
Verkeer en Waterstaat voornemens is, de opbrengst van de proef rekeningrijden
uit te betalen aan de vier grote regio's in de Randstad. Dat is wonderlijk,
want de Kamer weet dat die proef niet doorgaat. Zijn deze geluiden waar? Zou
de minister ons daarover een briefje kunnen sturen? Op grond waarvan meent
de minister – als het waar is – dit te moeten betalen en waaruit
betaalt zij het dan? Aangezien wij 13 maart a.s. een algemeen overleg hebben
over het BOR, wil ik vragen of wij de brief in de loop van deze week of begin
volgende week kunnen ontvangen.
De voorzitter:
Ik stel voor, het stenogram van dit gedeelte van de vergadering door te
geleiden naar het kabinet.
De voorzitter:
Het woord is aan mevrouw Verburg.
Mevrouw Verburg (CDA):
Voorzitter. Deze week stond in Trouw een artikel over de toezeggingen
die lidstaten van de Europese Unie hebben gedaan over hun bijdrage aan ontwikkelingssamenwerking.
In dat artikel bleek dat de lidstaten die toezegging niet gestand zouden kunnen
doen vanwege interne financieringstegenvallers. In dat licht wil ik van de
minister voor Ontwikkelingssamenwerking een brief. Klopt dit en, zo ja, heeft
dat gevolgen voor de financiering van de conferentie van Monterey en andere
gewekte verwachtingen?
De voorzitter:
Ik stel voor, het stenogram van dit gedeelte van de vergadering door te
geleiden naar het kabinet.