Aan de orde is de stemming over een motie, ingediend bij het debat over de begroting van Economische Zaken, te weten:

- de motie-M.B. Vos over voortzetting van de huidige specifieke programma's en convenanten op het gebied van zon-pv, zonneboilers en warmtepompen (28000 XIII, nr. 15).

(Zie vergadering van 18 oktober 2001.)

De voorzitter:

De motie-M.B. Vos is in die zin gewijzigd dat zij thans luidt:

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat alle duurzame energieopties moeten worden ingezet;

overwegende dat de minister van Economische Zaken in de nota "Duurzame energie in uitvoering" (mei 1999) terecht heeft opgemerkt dat het voor het welslagen van het pv-stimuleringsbeleid cruciaal is dat er een goede balans is tussen de aandacht voor enerzijds onderzoek en ontwikkeling en anderzijds demonstratie en marktintroductie, omdat immers de prijs snel zal gaan zakken als er sprake is van een versnelde marktintroductie;

verzoekt de regering, de huidige specifieke programma's en convenanten op het gebied van zon-pv, zonneboilers en warmtepompen voort te zetten,

en gaat over tot de orde van de dag.

Deze gewijzigde motie is voorgesteld door de leden M.B. Vos, Van Walsem, Witteveen-Hevinga, Poppe, Van den Akker en Van Dijke.

Zij krijgt nr. 34 (28000-XIII).

De gewijzigde motie is reeds rondgedeeld. Ik neem aan dat wij hierover nu kunnen stemmen.

In stemming komt de gewijzigde motie-M.B. Vos c.s. (stuk nr. 34).

De voorzitter:

Ik constateer dat de aanwezige leden van de fractie van de VVD tegen deze gewijzigde motie hebben gestemd en die van de overige fracties ervoor, zodat zij is aangenomen.

Naar boven