Regeling van werkzaamheden

De voorzitter:

Ik stel voor, dinsdag aanstaande bij het begin van de vergadering te behandelen:

  • - de brief van de vaste commissie voor Verkeer en Waterstaat houdende het voorstel de Algemene Rekenkamer te verzoeken een onderzoek in te stellen naar de aanbestedings- en inkooppraktijk bij NS Railinfrabeheer (27544).

Ik stel voor, aanstaande dinsdag te stemmen over:

a. de volgende wetsvoorstellen:

  • - Wijziging van de Algemene wet bestuursrecht en enkele aanverwante wetten naar aanleiding van de evaluatie van de Algemene wet bestuursrecht (Eerste evaluatiewet Awb) (26523);

  • - Wijziging van de Algemene wet bestuursrecht, de Provinciewet en de Gemeentewet in verband met de samenvoeging van de afdelingen 3.4 en 3.5 van de Algemene wet bestuursrecht tot één uniforme openbare voorbereidingsprocedure (Wet uniforme openbare voorbereidingsprocedure Awb) (27023);

  • - Wijziging van de Algemene wet bestuursrecht met betrekking tot de kosten van bezwaar en administratief beroep (kosten bestuurlijke voorprocedures) (27024);

b. de moties ingediend tijdens het notaoverleg over kinderopvang, te weten:

  • - de motie-Van Gent over de toename van het aantal afspraken in CAO's (26587, nr. 12);

  • - de motie-Van Gent over een verplichte werkgeversbijdrage (26587, nr. 13).

Ik stel op verzoek van de vaste commissie voor Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties voor, de wens te kennen te geven nadere inlichtingen te ontvangen inzake de voorgenomen oprichting van de ICT-implementatieorganisatie Stichting ICTU (27510).

Ik stel voor, het wetsvoorstel Wijziging van de regeling van de bevrijdende verjaring in het Burgerlijk Wetboek voor gevallen van verborgen schade door letsel of overlijden (26824) van de agenda van heden af te voeren.

Overeenkomstig de voorstellen van de voorzitter wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan de heer Ter Veer.

De heer Ter Veer (D66):

Mevrouw de voorzitter! Namens drie vaste commissies, te weten die voor LNV, EZ en VROM, verzoek u om het verslag van het algemeen overleg dat wij gisteren hebben gehad over boren – ik durf nauwelijks te zeggen "boren in de Biesbosch" want zo schijnen wij het niet te mogen benoemen – op de plenaire agenda te plaatsen. Gelet op de intensiteit van de discussie, zou dat naar mijn inschatting de volgende week moeten gaan gebeuren.

De voorzitter:

Ik zal de Kamer daarover op een later tijdstip een voorstel doen.

Het woord is aan de heer De Cloe.

De heer De Cloe (PvdA):

Voorzitter! De vaste commissie voor Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties heeft vanmorgen met de minister van BZK overleg gevoerd over de subsidiëring van politieke partijen. Dat overleg had vele aspecten. Ik kan u melden dat er binnen die commissie verschillende gedachten leven over dat onderwerp, maar dat de minister voornemens is, mede wanneer hij eenmaal wat meer helderheid heeft gekregen die de Kamer hem zou kunnen bieden, in het voorjaar met een voorstel naar de Kamer te komen. Dit leidt ertoe dat ik u verzoek het verslag van dit algemeen overleg op de plenaire agenda te plaatsen. Wellicht is er volgende week nog ruimte voor.

De voorzitter:

Ik zal ook daarover de Kamer een nader voorstel doen.

Het woord is aan de heer De Wit.

De heer De Wit (SP):

Voorzitter! Ik heb nog een vraag over het uitstel van de behandeling van het wetsvoorstel inzake de verjaring van asbestvorderingen, waartoe zo-even is besloten. Ziet u kans dat wetsvoorstel nog voor het komende kerstreces hier te behandelen?

De voorzitter:

Wij doen onze uiterste best. Het geeft vandaag in ieder geval een agendaprobleem. Wij hebben de minister namelijk gezegd dat de behandeling niet vanavond zou plaatsvinden terwijl wij niet zeker weten of wij er wel om vijf uur vanmiddag aan kunnen beginnen. Bovendien zijn twee woordvoerders ziek. Er is dus een aantal praktische omstandigheden. Wij proberen de behandeling nu in ieder geval nog voor het kerstreces te plannen. Meestal lukt dat wel in soortgelijke gevallen.

Naar boven