Aan de orde is het debat naar aanleiding van een algemeen overleg op 23 november 2000 over het VBTB-traject.

De heer Van Walsem (D66):

Voorzitter! De commissie voor de Rijksuitgaven heeft in het AO over Van beleidsbegroting tot beleidsverantwoording met de minister van Financiën van gedachten gewisseld over een aantal aandachtspunten. Wij vinden dit proces van dermate groot belang dat wij het nodig vinden om deze punten in een motie vast te leggen, als een daad op weg naar de afronding van het VBTB-proces.

Wij hebben nu een jaar proefgedraaid. Wij weten dat wij er nog lang niet zijn, want de minister heeft er tien jaar voor uitgetrokken, maar wij hopen bij de begrotingen voor 2002 een heel eind op de goede weg te zijn. Bij de afronding van het jaarverslag over 2002 in 2003 hopen wij nog een paar stappen gezet te hebben.

Er moeten op een aantal punten verbeteringen komen, maar ik ben optimistisch over de resultaten over het eerste jaar. Ik ben buitengewoon positief gestemd over de medewerking en de inzet van degenen die op de departementen met dit proces bezig zijn, met name bij het departement van Financiën. Deze motie wordt Kamerbreed ingediend.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende, dat:

  • - de operatie VBTB tot doel heeft de begrotingen en verantwoordingen meer transparant te maken;

  • - begrotingen en verantwoordingen nieuwe stijl de beleidsdoelstellingen en de wijze waarop deze worden gerealiseerd, helder dienen te presenteren;

constaterende, dat de ingediende voorbeeldbegrotingen nog niet geheel voldoen aan de VBTB-doelstellingen;

ondersteunt de regering in haar voornemen voor het begrotingsjaar 2002 ontwerpbeleidsbegrotingen en jaarverslagen in te dienen die voldoen aan de doelstellingen van de VBTB-operatie;

roept de Van Walsemregering op daarbij in het bijzonder zorg te dragen voor de volgende aandachtspunten:

  • - beleidsmatig relevante mutaties tussen de artikelonderdelen worden bij (suppletore) begrotingen aan de Kamer vermeld en financieel en inhoudelijk toegelicht;

  • - de toelichtingen bij de beleidsartikelen in de begrotingen en de jaarverslagen bevatten in ieder geval informatie over ingezette beleidsinstrumenten (waaronder subsidies en fiscale maatregelen), over eventuele betrokkenheid van agentschappen en over evaluaties, informatie die het parlement in staat stelt over de beoogde en gerealiseerde effectiviteit en doelmatigheid te oordelen;

  • - de beleidsartikelen bevatten operationele doelstellingen, prestatie-indicatoren en kwantitatieve informatie over budgetflexibiliteit, zowel de technische als de niet-technische budgetflexibiliteit;

  • - de agentschapsparagrafen in de begrotingen en jaarverslagen bieden inzicht in de beoogde respectievelijk gerealiseerde doelmatigheidswinst;

  • - de betrouwbaarheid van niet-financiële informatie uit de begrotingen en jaarverslagen kan worden gegarandeerd;

  • - er zal ook een rijksbreed jaarverslag verschijnen;

  • - de mogelijkheid te introduceren tot amendering op subartikelen en beleidsdoelstellingen;

  • - zorg te dragen voor bewaking van de kwaliteit van de beleidsevaluaties;

nodigt de regering uit in de eerstkomende voortgangsrapportage VBTB in ieder geval in te gaan op de activiteiten die worden ontplooid ten behoeve van bovenstaande punten,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Van Walsem, Duijkers, Blok, De Haan, Vendrik, Marijnissen, Van der Vlies, Van Middelkoop en Van Dijke.

Zij krijgt nr. 55 (26573).

Ik denk dat u zoveel woorden nodig hebt, omdat zoveel leden de motie hebben medeondertekend. Vroeger was er een regel dat wij dat niet op deze manier deden, maar nu wordt deze regel al overtreden door de commissie voor de Rijksuitgaven.

De heer Van Walsem (D66):

Het is niets voor mij om zo'n lange motie in te dienen, maar dit wordt gerechtvaardigd door het belang hiervan.

Minister Zalm:

Voorzitter! Ik had al een beetje voorkennis, maar heb die niet misbruikt. Ik kan daarom al gelijk reageren op de motie. De laatste dagen voor het reces schijnen altijd levensgevaarlijk te zijn voor een politicus die in de Kamer moet verschijnen. Vandaag blijkt dat ook maar weer: ik krijg onmiddellijk een motie aan mijn broek!

De voorzitter:

Het zou iedere dag gevaarlijk kunnen zijn voor een bewindspersoon.

Minister Zalm:

Ja, maar voor die laatste dagen ben ik altijd gewaarschuwd.

Gelukkig is het een motie van ondersteuning. Eigenlijk moet je zo'n motie weer afwijzen als overbodig, maar in dit geval lijkt mij een uitzondering op deze regel gepast. Het is een belangrijk project, dat door de Kamer wordt gedragen. In het bijzonder de commissie voor de Rijksuitgaven, maar ook andere commissies hebben zich in het verleden en heden zeer actief betoond om dit project op stoom te houden en om een goede stimulans aan de regering te blijven geven. Ik beschouw deze motie dan ook als een uiting van de betrokkenheid van de Kamer bij dat proces en stel haar zeer op prijs.

De beraadslaging wordt gesloten.

De voorzitter:

Ik stel voor, morgen over de motie te stemmen.

Daartoe wordt besloten.

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

Naar boven