Aan de orde zijn de stemmingen over twee moties, ingediend bij de behandeling van de wetsvoorstellen inzake huwelijk en adoptie door personen van hetzelfde geslacht, te weten:

- de motie-Halsema over het gezamenlijk gezag en het ouderschap (26672,26673 , nr. 8);

- de motie-O.P.G. Vos c.s. over afstammingsrechtelijke gelijkstelling (26672,26673 , nr. 9).

(Zie vergadering van 7 september 2000.)

De voorzitter:

De motie-Halsema (26672, 26673, nr. 8) is in die zin gewijzigd, dat zij thans luidt:

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende, dat het gezamenlijk gezag, ook na de toekomstige uitbreiding, niet alle rechtsgevolgen kent die het ouderschap heeft;

overwegende, dat dit tot gevolg kan hebben dat een groter beroep op de adoptieprocedure zal worden gedaan, met als negatieve consequentie dat de juridische band met de oorspronkelijke ouder wordt doorgesneden;

overwegende, dat het ook betekent dat paren van gelijk geslacht die samen een kind hebben gekregen, altijd worden onderworpen aan een onderzoek van hun privé-leven, waarvan een heteroseksueel stel gevrijwaard blijft;

overwegende, dat ook bij partners die reeds langdurig het gezag dragen de behoefte bestaat het kind op te nemen in hun familie, zonder de ouder die geen gezagdrager meer is zijn juridische band te willen ontnemen;

verzoekt de regering bij de toekomstige uitbreiding van het gezamenlijk gezag te onderzoeken of de rechtsgevolgen van het gezamenlijk gezag voor paren van gelijk geslacht en andere vormen van duurzaam gezamenlijk gezag op gelijk niveau van ouderschap, bedoeld in artikel 198 en 199 BW, kunnen worden gebracht, en de Kamer hierover separaat te berichten,

en gaat over tot de orde van de dag.

Deze gewijzigde motie is voorgesteld door het lid Halsema. Naar mij blijkt, wordt zij voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 10 (26672, 26673).

Op verzoek van mevrouw Halsema stel ik voor, deze gewijzigde motie (26672, 26673, nr. 10) van de agenda af te voeren.

Daartoe wordt besloten.

In stemming komt de motie-O.P.G. Vos (26672, 26673, nr. 9).

De voorzitter:

Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fracties van de SP, GroenLinks, de PvdA (behalve het lid Apostolou), D66, de VVD en de leden Verburg en Wijn voor deze motie hebben gestemd en de overige aanwezige leden ertegen, zodat zij is aangenomen.

Naar boven