Aan de orde zijn de stemmingen in verband met het wetsvoorstel Wijziging van de Politiewet 1993 in verband met de concentratie van beheersbevoegdheden op rijksniveau met betrekking tot de regionale politiekorpsen bij de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (26813).

(Zie vergadering van 11 april 2000.)

De voorzitter:

De heer Rietkerk trekt zijn amendement op stuk nr. 8 in.

De aanhef van artikel I, de onderdelen A t/m E, de aanhef van onderdeel F en de artikelen 43a t/m 43c worden zonder stemming aangenomen.

In stemming komt het amendement-Niederer (stuk nr. 7, I).

De voorzitter:

Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fractie van de VVD voor dit amendement hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat het is verworpen.

Ik stel vast, dat door de verwerping van dit amendement het andere op stuk nr. 7 voorkomende amendement als verworpen kan worden beschouwd.

Artikel 43d, eerste lid, wordt zonder stemming aangenomen.

Artikel 43d, tweede lid, wordt zonder stemming aangenomen.

Onderdeel F wordt zonder stemming aangenomen.

De onderdelen G t/m S worden zonder stemming aangenomen.

Artikel I wordt zonder stemming aangenomen.

Artikel II en de beweegreden worden zonder stemming aangenomen.

In stemming komt het wetsvoorstel.

De voorzitter:

Ik constateer, dat het wetsvoorstel met algemene stemmen is aangenomen.

De vergadering wordt enkele minuten geschorst.

Naar boven