Lijst van ingekomen stukken, met de door de voorzitter terzake gedane voorstellen:

1. een brief van de staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, over het project Geïntegreerd meldkamersysteem (GMS) (24225, nr. 27).

Deze brief is al gedrukt en rondgedeeld;

2. twee brieven van de voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal, met de mededeling, dat zij in haar vergadering van 22 februari 2000 de haar door de Tweede Kamer toegezonden voorstellen van wet, gedrukt onder de nummers 26800-XIII en 26800-D, heeft aangenomen.

De voorzitter stelt voor, deze brieven voor kennisgeving aan te nemen;

3. een brief van de voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal, houdende de mededeling dat 16 leden van de Eerste Kamer der Staten-Generaal bij brief van 22 februari jl. de wens te kennen hebben gegeven dat het voornemen tot opzegging van het Verdrag betreffende de wekelijkse rusttijd in de handel en op kantoren (Verdrag nr. 106, aangenomen door de Internationale Arbeidsconferentie in haar 40ste zitting); Genève, 26 juni 1957 (Trb. 1964, nr. 61) (Kamerstuk 26988, R1645), aan de uitdrukkelijke goedkeuring van de Staten-Generaal wordt onderworpen.

De voorzitter stelt voor, deze brief voor kennisgeving aan te nemen;

4. de volgende brieven:

een, van de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, ten geleide van de brochure kengetallen 2000;

een, van de minister voor Grote Steden- en Integratiebeleid, ten geleide van het rapport van het Centraal planbureau "Op weg naar een effectiever grotestedenbeleid";

een, van de staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen, inzake adviesaanvraag fondsen;

twee, van de minister van Verkeer en Waterstaat, te weten:

  • een, ten geleide van het ontwerpbesluit houdende wijziging van het Voertuigreglement m.b.t. de restantvoorraden;

  • een, ten geleide van een samenvattende rapportage Ontwikkeling Schiphol lange termijn;

een, van de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, inzake de Wet voorzieningen gehandicapten.

De voorzitter stelt voor, deze brieven door te zenden aan de betrokken commissies en niet te drukken;

5. de volgende brieven:

een, van W.A. Tamse, inzake protest tegen verhoging Omroepbijdrage 2000;

een, van J.C. de Wit, inzake de gezondheidszorg;

een, van J. Keizer, inzake uitbreiding metro Amsterdam;

een, van dr. J. Hart, over de toepassing van de Nederlandse koppelingswet.

Deze brieven e.a. liggen op de griffie ter inzage.

Naar boven