Lijst van ingekomen stukken, met de door de voorzitter terzake gedane voorstellen:

1. twee koninklijke boodschappen, ten geleide van de volgende voorstellen van (rijks)wet:

Wijziging van de Wet assurantiebemiddelingsbedrijf naar aanleiding van het project Marktwerking, deregulering en wetgevingskwaliteit, alsmede naar aanleiding van een evaluatie van de doelmatigheid van de wet (26531);

Wijziging van de regulerende energiebelasting en de inkomstenbelasting met het oog op het bevorderen van energiezuinig en milieuvriendelijk gedrag (26532).

Deze koninklijke boodschappen, met de erbij behorende stukken, zijn al gedrukt en rondgedeeld;

2. de volgende voorstellen van wet:

Wijziging van de begroting van de uitgaven en de ontvangsten van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (XV) voor het jaar 1999 (wijziging samenhangende met de Voorjaarsnota) (26529);

Wijziging van de begroting van de uitgaven en de ontvangsten van het Spaarfonds AOW voor het jaar 1999 (wijziging samenhangende met de Voorjaarsnota) (26530);

Wijziging van de begroting van de uitgaven en de ontvangsten van het Ministerie van Economische Zaken (XIII) voor het jaar 1999 (wijziging samenhangende met de Voorjaarsnota) (26533);

Wijziging van de begroting van de uitgaven en de ontvangsten van het Fonds economische structuurversterking voor het jaar 1999 (wijziging samenhangende met de Voorjaarsnota) (26539).

Deze voorstellen van wet zijn al gedrukt en rondgedeeld;

3. de volgende brieven:

een, van de minister-president, minister van Algemene Zaken, inzake het ontslag van alle ministers en staatssecretarissen (26540);

drie, van de minister van Buiten- landse Zaken, te weten:

  • een, ten geleide van het verslag van de Algemene Raad (21501-02, nr. 293);

  • een, over de situatie in voormalig Joegoslavië (22181, nr. 272);

  • een, inzake het voornemen tot het sluiten van uitvoeringsverdragen (23908, nr. 40);

een, van de ministers van Buitenlandse Zaken en van Defensie, inzake politieke oplossing voor de crisis in Kosovo (22181, nr. 274);

een, van de staatssecretaris van Buitenlandse Zaken, inzake de beoordeling voor het milieu (22112, nr.118);

drie, van de minister van Justitie, te weten:

  • een, ten geleide van ontwerpbesluiten Unieverdrag (23490, nr. 129);

  • een, over Nederlanders in buitenlandse gevangenissen en buitenlanders in Nederlandse gevangenissen (25203, nr. 12);

  • een, ten geleide van het proces-verbaal van de rijksrecherche inzake het feitenonderzoek naar het verzamelen van documenten van de verongelukte EL AL-Boeing door de toenmalige Dienst luchtvaart (26241, nr. 12);

een, van de minister van Justitie en de staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen, over auteursrecht, naburige rechten en nieuwe media (26538);

twee, van de staatssecretaris van Justitie, te weten:

  • een, over de raming van de instroom asielzoekers (19637, nr. 439);

  • een, ten geleide van het programmaplan voor het programma Versterking rechterlijke organisatie (26352, nr. 12);

een, van de minister voor Grote Steden- en Integratiebeleid en de staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, ten geleide van een exemplaar van het referentiekader "Verstoring in vitale sectoren en openbare orde en veiligheid" (25674, nr. 45);

een, van de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen, inzake contact met het bestuur van het Vervangingsfonds in verband met de uitgavenontwikkeling (26200-VIII, nr. 83);

een, van de staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen, inzake oprichting stichting Rijksacademie beeldende kunsten (26475, nr. 2);

drie, van de minister van Financiën, te weten:

  • een, ten geleide van het verslag van de vergadering van de Ecofin-raad van 10 mei 1999 (21501-07, nr. 250);

  • een, ten geleide van agenda van de Ecofin-raad van 25 mei (21501-07, nr. 251);

  • een, ten geleide van de kabinetsreactie op het rapport van de monitoring commissie Corporate Governance (25732, nr. 8);

een, van de staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer, over de uitkomst inventarisatie mogelijke knelpunten bij de realisatie van sociale nieuwbouw (24508, nr. 50);

een, van de staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat, ten geleide van het verslag van de EU-raad voor telecommunicatie en post (21501-10, nr. 47);

een, van de staatssecretaris van Economische Zaken, ten geleide van antwoorden op vragen van het lid Van Walsem die gesteld zijn tijdens het ordedebat van 27 april 1999 (26200-XIII, nr. 46);

twee, van de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, te weten:

  • een, over toezeggingen m.b.t. de geneesmiddelenvoorziening (24124, 26 344, nr. 88);

  • een, over de veteranenziekte (26442, nr. 6);

drie, van de staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, te weten:

  • een, ten geleide van de agenda van de EU-jeugdraad van 27 mei 1999 (21501-21, nr. 3);

  • een, ten geleide van annotaties bij de voorlopige agenda van de EU-jeugdraad van 27 mei 1999 (21501-21, nr. 4);

  • een, over de thuiszorg (23235, nr. 64);

een, van de leden Duivesteijn en Biesheuvel, over de Wet bevordering eigenwoningbezit (25309, nr. 14).

Deze brieven zijn al gedrukt en rondgedeeld;

4. de volgende brieven:

drie, van de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, te weten:

  • een, ten geleide van de meicircu- laires Provinciefonds en Gemeentefonds;

  • een, inzake rondetafelgesprekken;

  • een, ten geleide van het evaluatierapport over de totstandkoming van de politie-CAO 1999-2000;

drie, van de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen, te weten:

  • een, ten geleide van het Onderwijsverslag 1998;

  • een, inzake kengetallen in de begroting en het jaarverslag;

  • een, ten geleide van het jaarverslag TNO 1998;

een, van de minister van Financiën, inzake Globale richtsnoeren 1999;

een, van de staatssecretaris van Financiën, inzake contourenschets verruiming VPB-plicht overheidslichamen;

een, van de minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer, inzake onderzoek Actio Popularis;

twee, van de minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer, te weten:

  • een, ten geleide van een ontwerp van een algemene maatregel van bestuur houdende wijziging van het Besluit kwaliteitsdoelstellingen en metingen oppervlaktewateren;

  • een, ten geleide van een overzicht van in 1998 verleende vergunningen voor het vervoer van splijtstoffen;

een, van de staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer, ten geleide van toezending van "de agenda" voor de discussie over het woonbeleid in het eerste decennium van de 21ste eeuw;

een, van de minister van Verkeer en Waterstaat, ten geleide van onderzoeksrapporten regionale luchthavens;

twee, van de minister van Economische Zaken, te weten:

  • een, inzake voorgenomen energieconvenant met de afvalverbranders;

  • een, ten geleide van het advies "Duurzame energie" zoals de Algemene Energieraad dat in april 1999 heeft vastgesteld;

een, van staatssecretaris van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij, inzake swill;

twee, van de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, te weten:

  • een, ten geleide van het onderzoeksrapport "Neerwaartse verdringing nader bezien";

  • een, ten geleide van het rapport "Inkomensafhankelijke regelingen, kan de uitvoering eenvoudiger?";

een, van de staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, ten geleide van het rapport evaluatie van de TOG-regeling;

twee, van de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, te weten:

  • een, ten geleide van het rapport DHV specifiek risicomateriaal;

  • een, over schadevergoedingsregeling voor ex-dwangarbeiders;

een, van de staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, inzake subsidiebepalingen landelijke jeugdorganisaties;

twee, van de Algemene Rekenkamer, te weten:

  • een, ten geleide van de rapportage "Financiële functie ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid";

  • een, ten geleide van de rapportage "Financiële functie ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport".

De voorzitter stelt voor, deze brieven door te zenden aan de betrokken commissies en niet te drukken;

5. een brief van de secretaris-generaal van het Europees Parlement, ten geleide van een aantal aangenomen resoluties.

Deze brief ligt op de griffie ter inzage;

6. een brief van The Sierra Leonean's Foundation, inzake referentie aan een eerder gezonden brief.

Deze brief ligt op de griffie ter inzage;

7. de volgende brieven:

een, van R. Wijnen, inzake het gebruik van chemische middelen;

een, van de stichting Vr/Aa, over onder andere de stelling oorlog is mannenwerk;

een, van de Waddenvereniging, inzake herziening van de PKB Waddenzee;

een, van D.O. Koolman, inzake de ruimtelijk-economische ontwikkelingen Noord-Nederland (REONN);

een, van J.M. Knetsch, over onder andere het verscheuren van zijn oproepkaart voor de Europese verkiezingen;

een, van J. van der Veen, over beladen kerosine;

een, van P.N. Kruythoff, over het referendum;

een, van J.M. Stemmer, inzake de exploitatie van de buurtbus(sen) die onder grote druk is komen te staan;

een, van C. van Weiden-van Saasen en B. Vloemans, inzake NAVO-acties.

Deze brieven e.a. liggen op de griffie ter inzage.

Naar boven