Lijst van ingekomen stukken, met de door de voorzitter terzake gedane
voorstellen:
1. twee brieven van de voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal,
met de mededeling dat zij in haar vergadering van 9 februari 1999 de haar
door de Tweede Kamer toegezonden voorstellen van wet, gedrukt onder de nummers
26200-XI en 26224 heeft aangenomen.
De voorzitter stelt voor,
deze brieven voor kennisgeving aan te nemen;
2. de volgende brieven:
een, van de minister van Buitenlandse Zaken, ten geleide van het Verdrag
tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Republiek Kroatië inzake
de bevordering en de wederzijdse bescherming van investeringen (26393, R1629);
een, van de minister voor Grote Steden- en Integratiebeleid, over de mogelijke
betrokkenheid van andere gemeenten dan de huidige zogenaamde G25 bij het grotestedenbeleid
(21062, nr. 73);
een, van de staatssecretaris van Defensie, inzake de luchtmobiele brigade
(22327, nr. 49);
een, van de minister van Economische Zaken, over de voortgang van de elektriciteitsproductiebedrijven
(26303, nr. 5);
een, van de minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij, over de richtinggevende
bestuurlijke conclusies van het bestuurlijk overleg tussen Rijk en provincies
over sanering van de verplichtingenstand en het scheppen van ruimte voor nieuwe
projecten landinrichting (25940, nr. 4).
Deze brieven zijn al
gedrukt en rondgedeeld;
3. de volgende brieven:
een, van de minister van Justitie, ten geleide van het Jaarplan 1999 van
het openbaar ministerie en de notitie Perspectief op 2002;
een, van de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, inzake
intrekking voorstel van wet Interimwet stadsprovincie Rotterdam;
een, van de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen, inzake onderwijssamenwerking
met de Russische Federatie en Hongarije;
een, van de minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,
ten geleide van het rapport "Gevoeligheid voor laagfrequent geluid";
een, van de minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij, ten geleide
van het werkprogramma van de Raad voor het landelijk gebied voor 1999;
een, van de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, ten geleide
van een kopie van de brief aan het bestuur van de KNMP over de opmerking van
de minister over de begrotingsbehandeling van 26 november 1998.
De voorzitter stelt voor, deze brieven door te zenden aan de betrokken commissies
en niet te drukken;
4. de volgende brieven:
een, van het college van burgemeester en wethouders van Rotterdam, inzake
amendementen wetsvoorstel wijziging WRO;
een, van H.J. Hoogeveen, inzake de dienst omroepbijdragen;
een, van H.S. Thandi, over zijn persoonlijke omstandigheden.
Deze brieven e.a. liggen op de griffie ter inzage.