Aan de orde zijn de stemmingen over zeven moties, ingediend bij de algemene financiële beschouwingen naar aanleiding van de Miljoenennota voor 1998 (25600), te weten:

- de motie-Terpstra over de methode van financiering van de minister van Financiën (25600, nr. 40);

- de motie-Van der Ploeg c.s. over de private financiering van infrastructuurprojecten (25600, nr. 41);

- de motie-Van der Ploeg/Ybema over de scholingsimpuls voor ouderen (25600, nr. 42);

- de motie-Van der Ploeg c.s. over doorzichtige en beheersbare vormen van belastingheffing (25600, nr. 43);

- de motie-Hoogervorst c.s. over de pomphouders in de grensstreek (25600, nr. 44);

- de motie-Van Wingerden over de inkomensneutraliteit van de PEMBA-operatie (25600, nr. 45);

- de motie-Ybema over de voeding van het AOW-spaarfonds (25600, nr. 46).

(Zie vergadering van 1 oktober 1997.)

De voorzitter:

Ik geef gelegenheid tot het afleggen van stemverklaringen vooraf.

De heer Van Wingerden (AOV):

Voorzitter! Tijdens de algemene financiële beschouwingen heb ik de aandacht van de minister gevraagd voor de negatieve inkomensgevolgen voor ouderen door de PEMBA-operatie: 65-plussers gaan er 5,25% op achteruit ten opzichte van 65-minners. Dit kan oplopen tot ƒ 2477 per jaar zonder compensatie. Voor mensen met alleen AOW is er voldoende koopkrachtreparatie. Uit de antwoorden van de minister op mijn schriftelijke vragen meende ik echter te moeten afleiden dat er voor AOW'ers met aanvullend pensioen geen of onvoldoende koopkrachtreparatie plaatsvindt. De minister heeft in zijn tweede termijn toegezegd dat hij het Centraal planbureau zou vragen om voor elk van de genoemde categorieën ouderen de voor hen geldende maatregelen op een rij te zetten en voor te rekenen welke koopkrachtverbetering voor elke categorie ontstaat.

De voorzitter:

Een stemverklaring dient kort te zijn!

De heer Van Wingerden (AOV):

Gezien de toezegging van de minister houd ik de motie op stuk nr. 45 aan.

De voorzitter:

Op verzoek van de heer Van Wingerden stel ik voor, zijn motie (25600, nr. 45) van de agenda af te voeren.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Op verzoek van de heer Ybema stel ik voor, zijn motie (25600, nr. 46) van de agenda af te voeren.

Daartoe wordt besloten.

De heer Schutte (GPV):

Voorzitter! Ik wil, mede namens de fractie van de RPF, een stemverklaring afleggen over de motie-Hoogervorst. Onze fracties zijn en blijven voorstander van variabilisatie van autokosten. Daarom hebben wij indertijd gestemd vóór de verhoging van de accijns. Wij gingen daarbij wel uit van de mogelijkheid om te komen tot een adequate compensatie voor de pomphouders in de grensstreek. Daarin zijn wij met z'n allen tot nog toe onvoldoende geslaagd. Het is de vraag of het dan wijs en billijk is om er per 1 januari a.s. nog een schepje bovenop te doen, hoe klein ook. Die vraag hebben wij ontkennend beantwoord. Daarom zullen wij de motie steunen.

In stemming komt de motie-Terpstra (25600, nr. 40).

De voorzitter:

Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fracties van de SP, het GPV, de SGP, de RPF, het CDA, de groep-Nijpels, het AOV, de CD en het lid Hendriks voor deze motie hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat zij is verworpen.

In stemming komt de motie-Van der Ploeg c.s. (25600, nr. 41).

De voorzitter:

Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fracties van GroenLinks, de PvdA, D66, de VVD, het CDA, de groep-Nijpels, het AOV, de CD en het lid Hendriks voor deze motie hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat zij is aangenomen.

In stemming komt de motie-Van der Ploeg/Ybema (25600, nr. 42).

De voorzitter:

Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fracties van GroenLinks, de SP, de PvdA, D66, het GPV, de SGP, de RPF, het CDA, de groep-Nijpels, het AOV en het lid Hendriks voor deze motie hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat zij is aangenomen.

In stemming komt de motie-Van der Ploeg c.s. (25600, nr. 43).

De voorzitter:

Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fractie van de CD tegen deze motie hebben gestemd en die van de overige fracties ervoor, zodat zij is aangenomen.

In stemming komt de motie-Hoogervorst c.s. (25600, nr. 44).

De voorzitter:

Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fracties van het GPV, de SGP, de RPF, de VVD, het CDA, de groep-Nijpels, het AOV, de CD en het lid Hendriks voor deze motie hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat zij is aangenomen.

Mevrouw Giskes (D66):

Voorzitter! Mag ik met betrekking tot de laatste motie aan de minister van Financiën vragen wat hij met deze motie gaat doen?

Minister Zalm:

Voorzitter! Dat zullen wij in het kabinet bespreken.

Naar boven