Lijst van ingekomen stukken, met de door de voorzitter terzake gedane voorstellen:

1. een koninklijk boodschap, ten geleide van het volgende voorstel van (rijks)wet:

Regelen ter beheersing en versnelling van de procedures inzake de aanleg van de vijfde baan van de Luchthaven Schiphol (Wet procedures vijfde baan Schiphol) (25863).

Deze koninklijke boodschap, met de erbij behorende stukken, is al gedrukt en rondgedeeld;

2. de volgende brieven:

een, van de minister voor Nederlands-Antilliaanse en Arubaanse Zaken, over de financiële verhouding met Aruba en de Nederlandse Antillen (25870);

twee, van de minister van Buitenlandse Zaken, te weten:

  • een, ten geleide van een overeenkomst waarbij een associatie tot stand wordt gebracht tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten enerzijds, en de Republiek Slovenië anderzijds (25866);

  • een, ten geleide van het Europees Verdrag inzake hoofdwaterwegen die van internationaal belang zijn (AGN) (25867);

drie, van de minister van Justitie, te weten:

  • een, over misbruik en oneigenlijk gebruik op het gebied van belastingen, sociale zekerheid en subsidies (17050, nr. 202);

  • een, over de handel in illegale cd's (25474, nr. 5);

  • een, over de bestuurlijke verhoudingen regiopolitie Groningen (25840, nr. 7);

een, van de minister van Binnenlandse Zaken, over het project versterking brandweer (PVB) (24225, nr. 18);

een, van de minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer, inzake herziening Waterleidingwet (25869);

een, van de staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer, ten geleide van antwoorden op vragen die gesteld zijn tijdens de mondelinge behandeling van het wetsvoorstel Wijziging van de Woningwet op 27 januari 1998 (24820, nr. 11);

twee, van de minister van Verkeer en Waterstaat, te weten:

  • een, over de privatisering van Nozema N.V. (23968, nr. 41);

  • een, over de aanpassing van de Wet vervoer binnenvaart aan richtlijn 96/75/EG (25412, nr. 6);

twee, van de minister van Economische Zaken, te weten:

  • een, ten geleide van de agenda van de Onderzoeksraad op 12 februari 1998 (21501-13, nr. 42);

  • een, ten geleide van antwoorden op vragen die gesteld zijn tijdens het debat met de vaste commissie voor Economische Zaken over de brief "Kansen voor synergie" op 29 oktober 1997 (25518, nr. 3);

een, van de ministers van Economische Zaken en van Justitie, ten geleide van het eindverslag van de Securitel-hersteloperatie (25389, nr. 30).

Deze brieven zijn al gedrukt en rondgedeeld;

3. de volgende brieven:

een, van de minister van Buitenlandse Zaken, ten geleide van het Raamverdrag inzake technische samenwerking tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Republiek Oeganda;

een, van de minister van Justitie, over de burgerluchtvaart;

twee, van de staatssecretaris van Justitie, te weten:

  • een, ten geleide van het rapport Kansspelen herijkt;

  • een, over een reactie op een motie van de heer Van Oven;

twee, van de staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen, te weten:

  • een, ten geleide van twee onderzoeksrapporten Evaluatie cultuurnota procedure;

  • een, over subsidies mediabeleid;

een, van de minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer, ten geleide van de rapportage Windenergie 1997;

een, van de minister van Verkeer en Waterstaat, inzake onderzoek scharende en lading verliezende vrachtwagens;

een, van de staatssecretaris van Defensie, over het schietterrein Kollumerwaard;

een, van de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, ten geleide van het eindrapport van een onderzoek dat in opdracht van SZW door het IVA Tilburg verricht is naar de naleving van de Wet op de ondernemingsraden (WOR);

een, van de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, over de voorhangprocedure.

De voorzitter stelt voor, deze brieven door te zenden aan de betrokken commissies en niet te drukken;

4. de volgende adressen:

een, van R.R.D. Janssen te Houten, met betrekking tot uitstel van betaling van aanslagen omzetbelasting, inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen en loonbelasting;

een, van Th.L. Coumans te Beek, met betrekking tot afhandeling van een aanslag inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen;

een, van mevrouw M.T. Renkema te Dokkum, met betrekking tot kwijtschelding van aanslagen inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen 1994 t/m 1996;

een, van F. Smit te Woerden, met betrekking tot ambtshalve vermindering van de aanslag inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen;

een, van H. Steenis te Dordrecht, met betrekking tot handelen van de Sociale verzekeringsbank i.v.m. aanvraag AOW;

een, van J.J. ten Hoorn te Veendam, met betrekking tot terugvordering van studiefinanciering;

een, van J.L. Oostra te Heerenveen, met betrekking tot de handelwijze van de Informatiebeheergroep;

een, van mevrouw E.J.M. Halenbeek-Slijboom te Hoorn, houdende een klacht tegen de USZO inzake een terugvordering;

een, van mevrouw A. Leisen-Lach te Enschede, met betrekking tot erkenning als oorlogsslachtoffer en een WUV-uitkering;

een, van mr. H. Visscher te Hellendoorn, met betrekking tot een klacht over de inhoud van informatiemateriaal van Informatiebeheergroep over inkomensgrens;

een, van J. van Zantvliet te Medemblik, met betrekking tot kwijtschelding van inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen;

een, van P. Pors te 's-Gravenhage, met betrekking tot pensioenaanspraak;

een, van J.P. de Jong te Loon, met betrekking tot een middelingsregeling;

een, van mevrouw B.H.G.M. Fröhlich-Reijnders te Weert, met betrekking tot een betalingsregeling voor een aanslag inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen 1996;

een, van A. El Hassnaoui te Leidschendam, met betrekking tot kwijtschelding van inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen;

een, van T.P.J. Deinum te Amsterdam, met betrekking tot invorderingsmaatregelen inzake een aanslag omzetbelasting;

een, van de Gouden Schaar te Diemen, met betrekking tot naheffingsaanslag omzetbelasting.

Deze brieven zijn in handen gesteld van de commissie voor de Verzoekschriften;

5. een brief van T. Otten, over de uitvoering buitenlands beleid.

Deze brief ligt op de griffie ter inzage.

Naar boven