Lijst van ingekomen stukken, met de door de voorzitter terzake gedane voorstellen:

1. vijf brieven van de voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal, met de mededeling, dat zij in haar vergadering van 10 juni 1997 de haar door de Tweede Kamer toegezonden voorstellen van wet, gedrukt onder de nummers 25028, 25119, 25158 en 25183, heeft aangenomen.

De voorzitter stelt voor, deze brieven voor kennisgeving aan te nemen;

2. een brief van de voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal, met de mededeling, dat zij in haar vergadering van 10 juni 1997, het haar door de Tweede Kamer toegezonden voorstel van wet, gedrukt onder nummer 21436, heeft verworpen.

De voorzitter stelt voor, deze brief voor kennisgeving aan te nemen;

3. de volgende brieven:

een, van de ministers van Buitenlandse Zaken en van Defensie, over de halfjaarlijkse ministeriële raad van de West-Europese Unie (WEU) (25000-V, nr. 80);

een, van de minister van Buitenlandse Zaken en de staatssecretaris van Economische Zaken, ten geleide van de jaarlijkse notitie inzake de voortgang van het Nederlands Ondersteuningsbeleid in Midden- en Oost-Europa over 1996 (23125, nr. 14);

een, van de minister voor Ontwikkelingssamenwerking, over de EU-missie naar Guatemala (25000-V, nr. 81);

een, van de staatssecretaris van Buitenlandse Zaken, ten geleide van het verslag van de Interne Marktraad d.d. 21 mei 1997 (21501-01, nr. 97);

een, van de minister van Binnenlandse Zaken, over vliegtuigongevallen op Nederlandse luchthaventerreinen (25000-VII, nr. 36);

twee, van de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen, te weten:

  • een, over de inkomenseffecten van de samenloop WSF-WTS (24724, nr. 12);

  • een, over de ombouw afdelingen HAVO-MBO en VHBO (25388);

twee, van de minister van Financiën, te weten:

  • een, over de wijze waarop de goudvoorraad van De Nederlandsche Bank wordt gewaardeerd (25000-IXB, nr. 29);

  • een, over de toepassing van artikel 18, tweede lid, van de Comptabiliteitswet op de begroting 1997 (25000-IXB, nr. 30);

een, van de staatssecretaris van Economische Zaken, over een informatietechnologieakkoord (ITA) (25074, nr. 7);

een, van de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, over de fysiotherapie en de oefentherapie César en Mensendieck (24124, nr. 59);

een, van de minister en de staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, over de voortgang in het thuiszorgdossier (23235, nr. 44).

Deze brieven zijn al gedrukt en rondgedeeld;

4. de volgende brieven:

een, van de minister van Justitie, inzake spoedbehandeling wetsvoorstel hernieuwde vaststelling Wet wapens en munitie (Securitel-herstelwetgeving);

een, van de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen, ten geleide van het actieplan voor informatie- en communicatietechnologie in het onderwijs "Investeren in voorsprong";

een, van de staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen, over de financiën publieke omroep;

een, van de minister van Defensie, ten geleide van het jaarverslag Inspecteur-Generaal der Krijgsmacht over 1996;

een, van de minister van Verkeer en Waterstaat, ten geleide van het rapport van bevindingen van het Ad hoc Overleg TOR/Tuchtrecht inzake het voorstel van wet transportongevallenraad;

een, van de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, ten geleide van het rapport inzake de procesanalyse van het experiment in de schoonmaaksector;

een, van de staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, ten geleide van het rapport "In goed vertrouwen", cliëntenvertrouwenspersonen in de residentiële jeugdhulpverlening.

De voorzitter stelt voor, deze brieven door te zenden aan de betrokken commissies ter afdoening en niet te drukken;

5. de volgende brieven:

een, van het bestuur van het Genootschap van Nederlandse speelfilmmakers, over de publieke omroep;

een, van K.M. Buuron, over de ontwikkelingen in het Verenigd Koninkrijk en in Europa.

Deze brieven liggen op de griffie ter inzage. Kopie is gezonden aan de betrokken commissies.

Naar boven