Aan de orde zijn de stemmingen in verband met het wetsvoorstel Vaststelling van de begroting van de uitgaven en de ontvangsten van het Gemeentefonds voor het jaar 1998 (25600 C).

(Zie wetgevingsoverleg van 17 december 1997.)

De voorzitter:

Mevrouw Noorman-den Uyl trekt haar amendement op stuk nr. 16 in.

Mevrouw Van der Hoeven heeft verzocht haar amendement op stuk nr. 9 in stemming te brengen vóór het amendement op stuk nr. 17, II. Ik neem aan dat daartegen geen bezwaar bestaat.

De artikelen 1 t/m 3 worden zonder stemming aangenomen.

In stemming komt het amendement-Van der Hoeven (stuk nr. 9, I).

De voorzitter:

Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fracties van de SP, het GPV, de SGP, de RPF, het CDA, het AOV en de CD voor dit amendement hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat het is verworpen.

Ik stel vast, dat door de verwerping van dit amendement het andere op stuk nr. 9 voorkomende amendement als verworpen kan worden beschouwd.

In stemming komt het amendement-Noorman-den Uyl/Remkes (stuk nr. 17, II) tot invoeging van een nieuw artikel 3a.

De voorzitter:

Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fracties van GroenLinks, de SP, de PvdA, het GPV, de RPF, de VVD, het CDA, de groep-Nijpels, het AOV en de CD voor dit amendement hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat het is aangenomen.

Ik stel vast, dat door de aanneming van dit amendement het andere op stuk nr. 17 voorkomende amendement als aangenomen kan worden beschouwd.

Artikel 4 wordt zonder stemming aangenomen.

De gewijzigde begrotingsstaat, onderdeel uitgaven en verplichtingen, wordt zonder stemming aangenomen.

De begrotingsstaat, onderdeel ontvangsten, wordt zonder stemming aangenomen.

De beweegreden, zoals deze is gewijzigd door de aanneming van het amendement-Noorman-den Uyl/Remkes (stuk nr. 17, I), wordt zonder stemming aangenomen.

In stemming komt het wetsvoorstel.

De voorzitter:

Ik constateer, dat het wetsvoorstel met algemene stemmen is aangenomen.

Naar boven