Regeling van werkzaamheden

De voorzitter:

Het Presidium heeft met eenparigheid van stemmen besloten, te stellen in handen van:

a. de vaste commissie voor Financiën:

  • - het wetsvoorstel Wijziging van de Wet toezicht effectenverkeer 1995 teneinde de effectiviteit van deze wet op het gebied van het bestrijden van gebruik van voorwetenschap te verbeteren (25095);

b. de vaste commissie voor Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer:

  • - het wetsvoorstel Nieuwe regels over het verstrekken van huursubsidies (Huursubsidiewet) (25090);

c. de vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport:

  • - het wetsvoorstel Wijziging van de Overgangswet verzorgingshuizen voor de situaties waarin niet tijdig een plan op grond van de Wet op de bejaardenoorden is vastgesteld (25104).

Het woord is aan mevrouw Essers.

Mevrouw Essers (CDA):

Voorzitter! Wij hebben vorige week uit diverse kranten vernomen dat er in Rotterdam nieuwe initiatieven en plannen liggen voor additionele werkgelegenheid, genaamd het project Baan-plus. Wij hebben inmiddels gisteren van de directeur werkgelegenheid grotestedenbeleid Rotterdam begrepen dat deze plannen in een vergaande staat van voorbereiding zouden zijn met het departement van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en dat mogelijk landelijke invoering van deze plannen een idee of voornemen van de minister is.

Wij zouden graag van de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid een brief over de stand van zaken met betrekking tot deze projectplannen ontvangen en ook willen vernemen hoe hij dit denkt in te passen in het totale werkgelegenheidsbeleid rondom additionele arbeid.

Mevrouw Van Nieuwenhoven (PvdA):

Het is natuurlijk prima als de minister zich er nog eens apart over uitspreekt, maar wij hadden voor Voorzittermorgen – dat zal overigens wel niet doorgaan door de behandeling van de OSV – een begrotingsonderzoek, juist over die additionele werkgelegenheid en over de beantwoording van schriftelijke vragen die voor een deel over dit onderwerp gaan. Ik vraag mij af of er daarnaast nog meer informatie te geven is. Het zal natuurlijk bij de begroting een onderwerp zijn. Misschien kan de minister het zo leiden dat hij er dan nieuwe informatie over geeft.

De heer Bakker (D66):

Voorzitter! Ik voel mij eerlijk gezegd wel aangesproken door het voorstel van mevrouw Essers. Ik heb de indruk – ook maar even reagerend op mevrouw Van Nieuwenhoven – dat er bij Baan-plus echt sprake is van een nieuwe loot aan de stam van de gesubsidieerde arbeid. Het is lastig om dat in het begrotingsonderzoek te bespreken, omdat wij daar nog zo weinig van weten. Er worden stappen gezet die in de toekomst wellicht leiden tot allerlei verdergaande vormen van gesubsidieerd werk. Ik voel er dus wel voor om, als het even kan, voor de begrotingsbehandeling Sociale Zaken en Werkgelegenheid meer van de minister te horen over zijn benadering van dit plan.

Mevrouw Essers (CDA):

Mijn idee werd net mede verwoord door de heer Bakker. Ik ben vergeten te zeggen dat het buitengewoon zinvol zou zijn wanneer een en ander met spoed en dus voor de behandeling van de begroting van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en in elk geval voor de behandeling van de Wet inschakeling werkzoekenden meegenomen kan worden. Het lijkt immers een nieuw project te zijn in het totaal van additionele werkgelegenheid.

De voorzitter:

U drieën gehoord hebbende, stel ik voor het stenogram van dit deel van de vergadering door te geleiden naar de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan de heer Verhagen.

De heer Verhagen (CDA):

Voorzitter! Ik las tot mijn verbazing op Teletekst dat de paarse fracties besloten hebben dat staatssecretaris Nuis te traag is geweest met het doen van voorstellen met betrekking tot de regionale televisie en dat zij derhalve van mening zijn dat er geen behandeling voor 1 december kan plaatsvinden van de betreffende wetsvoorstellen.

Op 23 oktober jl. heeft staatssecretaris Nuis zijn nota van wijziging gestuurd waarmee de regionale publieke televisie mogelijk wordt per 1 januari en ook de heffing van het provinciale tientje op dit punt. Op 7 november jl. heeft de commissie het wetsvoorstel gereed verklaard voor plenaire behandeling. Het verbaast mij dan ook mij bijzonder dat ik dit soort "besluiten" op Teletekst moet lezen. Gelet op het feit dat er morgen weer een procedurevergadering is van de commissie voor OCW, verzoek ik de staatssecretaris voor morgen nog een brief te sturen, waarin ingegaan wordt op de consequenties van een eventuele vertraging van de besluitvorming terzake en eventuele problemen die dit kan veroorzaken voor de regionale omroep Friesland. Gelet op de uitspraken van de kant van de commissie tijdens het algemeen overleg en tijdens de procedurevergadering, was daar gerekend op invoering van de mogelijkheid van een provinciaal tientje per 1 januari a.s.

De voorzitter:

Ik stel voor, dit deel van het stenogram door te geleiden naar de staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen de heer Nuis. Ik zie hem lopen en hij heeft dus al informeel kennis kunnen nemen van dit verzoek, hetgeen hij bevestigt.

Aldus wordt besloten.

De heer Blauw (VVD):

Voorzitter! Op 2 december is er een notaoverleg over het architectuurbeleid. De begroting van LNV is met een haarvat aan dat onderwerp verbonden. Eindstemming kan derhalve niet eerder plaatsvinden. Gisteren is in de procedurevergadering van de vaste Kamercommissie de wens naar voren gekomen om in ieder geval zo snel mogelijk over de moties te stemmen, het liefst aanstaande dinsdag.

De voorzitter:

Morgen zal hierover tijdens de regeling van werkzaamheden een voorstel worden gedaan. Wij zullen er nog even naar kijken.

De heer Gabor (CDA):

De commissie voor VROM heeft zich vanmorgen gebogen over het tijdstip van stemming over de moties. Zij wil de stemming zo snel mogelijk doen plaatsvinden en daarmee niet wachten tot het debat over de monumenten eind december. Namens de commissie verzoek ik u de stemming over de moties, met uitzondering van die welke financiële consequenties hebben, naar voren te halen.

De voorzitter:

Ook hier zal nog even naar worden gekeken, ook in het licht van eerdere verzoeken die op deze stemmingen betrekking hebben. Morgen zal bij de regeling van werkzaamheden een voorstel worden gedaan.

Mevrouw Van Ardenne-van der Hoeven (CDA):

Voorzitter! Vanmorgen is bekend geworden dat er wegens enorme vervuiling van de kazerneterreinen grote bedragen – meer dan tot nu toe was voorzien – nodig zijn om de vervuiling aan te pakken en de kazerneterreinen te kunnen afstoten. Nu is dit vreemd, want vorige week is de begroting van Defensie uitgebreid besproken en dit punt is op generlei wijze aan de orde geweest. Wij zouden van de regering opheldering willen hebben over wat precies met die vervuiling is bedoeld, om welke bedragen het exact gaat en hoe zich dit verhoudt tot de bodemsaneringsprogramma's die voorzien zijn in de begroting. Hoe verhoudt deze enorme vervuiling zich tot de geplande afstoting van de kazerneterreinen?

De voorzitter:

Ik stel voor, dit deel van het stenogram door te geleiden naar de staatssecretaris van Defensie.

Daartoe wordt besloten.

Naar boven