Aan de orde zijn de stemmingen in verband met het wetsvoorstel Wijziging van de Huurprijzenwet woonruimte in verband met dure woonvoorzieningen voor gehandicapten (24076), en over:

- de motie-M.M. van der Burg over de uitvoering van de motie-Van Otterloo/De Kok, 22815, nr. 33 (24076, nr. 7).

(Zie vergadering van 28 september 1995.)

De artikelen I t/m III en de beweegreden worden zonder stemming aangenomen.

In stemming komt het wetsvoorstel.

De voorzitter:

Ik constateer, dat het wetsvoorstel met algemene stemmen is aangenomen.

In stemming komt de motie-M.M. van der Burg (24076, nr. 7).

De voorzitter:

Omdat niet duidelijk is of de motie is ingetrokken, stel ik voor, de stemming over deze motie van de agenda af te voeren. Mevrouw Van der Burg is absent in verband met ziekte, zodat wij de vraag over het intrekken van de motie thans niet kunnen beantwoorden.

Overeenkomstig het voorstel van de voorzitter wordt besloten.

De voorzitter:

Ik moet de Kamer nog een mededeling doen. Sommigen zitten vol spanning te wachten op de interpellatie die nu zou aanvangen. De heer Poppe heeft mij zoëven gemeld dat de discussie die gevoerd is naar aanleiding van zijn interpellatieverzoek, tot nadere reflectie heeft geleid. Hij handhaaft zijn verzoek, in die zin dat hij niet de minister van Buitenlandse Zaken ad interim wenst te interpelleren, maar de minister van Buitenlandse Zaken. Dat betekent dat er nu geen interpellatie wordt gehouden en dat het verzoek van de heer Poppe morgen aan de orde komt bij de regeling van werkzaamheden. Wij houden nu immers formeel geen regeling van werkzaamheden. Ik zal de zaak morgen in een voorstel aan de Kamer voorleggen, inclusief tijdstippen.

Naar boven