Aan de orde zijn de stemmingen in verband met het wetsvoorstel Wijziging van de Wet op het basisonderwijs, de Interimwet op het speciaal onderwijs en het voortgezet speciaal onderwijs, de Wet op het voortgezet onderwijs, de Wet op het cursorisch beroepsonderwijs en de Wet medezeggenschap onderwijs 1992 in verband met de invoering van de wettelijke verplichting tot het vaststellen van een directiestatuut omtrent de uitoefening van taken en bevoegdheden door de schoolleiding (verplichting vaststellen directiestatuut) (23947).

(Zie vergadering van 24 mei 1995.)

De voorzitter:

Ik deel mede, dat de amendementen-Lambrechts c.s. (stuk nr. 6, I t/m V) zijn ingetrokken.

In stemming komt het amendement-Van der Vlies (stuk nr. 7, I).

De voorzitter:

Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fracties van de SGP, de RPF, het GPV, het CDA, het AOV, de CD en de leden Verkerk en Van Wingerden voor dit amendement hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat het is verworpen.

Ik stel vast, dat door de verwerping van dit amendement de andere op stuk nr. 7 voorkomende amendementen als verworpen kunnen worden beschouwd.

Artikel I wordt zonder stemming aangenomen.

De artikelen II t/m VII en de beweegreden worden zonder stemming aangenomen.

In stemming komt het wetsvoorstel.

De voorzitter:

Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fracties van de PvdA, GroenLinks, de SP, D66, de VVD, het AOV, de CD en de leden Van Wingerden en Verkerk voor het wetsvoorstel hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat het is aangenomen.

Ik wijs erop dat over wetsvoorstel 23963 (punt 5 van de agenda) vorige week reeds is gestemd. De agenda van deze week is eerder uitgegaan dan het moment van beëindiging van de vergadering van vorige week woensdag. Het wetsvoorstel kon vorige week woensdag zonder stemming worden aangenomen.

Naar boven