Aan de orde is de behandeling van:

het wetsvoorstel Wijziging van de Algemene wet bestuursrecht, de Wet openbaarheid van bestuur en enkele andere wetten in verband met de inwerkingtreding van de Wet dwangsom en beroep bij niet tijdig beslissen (31751);

het wetsvoorstel Wijziging van de Wet op het kindgebonden budget, de Wet tegemoetkoming onderwijsbijdrage en schoolkosten en de Wet studiefinanciering 2000 in verband met de integratie van hoofdstuk 3 van de Wet tegemoetkoming onderwijsbijdrage en schoolkosten in de Wet op het kindgebonden budget (31772);

het wetsvoorstel Wijziging van de Wet explosieven voor civiel gebruik ten behoeve van de implementatie van richtlijn nr. 2008/43/EG van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 4 april 2008 tot instelling van een systeem voor de identificatie en de traceerbaarheid van explosieven voor civiel gebruik overeenkomstig Richtlijn 93/15/EEG van de Raad betreffende harmonisatie van de bepalingen inzake het in de handel brengen van en de controle op explosieven voor civiel gebruik (PbEG L 127) (31779).

Deze wetsvoorstellen worden zonder beraadslaging en zonder stemming aangenomen.

De voorzitter:

Het woord is aan de heer Ten Hoeve.

De heer Ten Hoeve (OSF):

Voorzitter. Wij hadden er vast op gerekend dat de stemming over de Paspoortwet die vorige week is behandeld, vandaag zou plaatsvinden. Daar waren afspraken over gemaakt en dat is ook de gebruikelijke gang van zaken. Vanwege een of andere omstandigheid is het zo niet gelopen en heeft de stemming over deze wet vorige week al plaatsgevonden. Voor mij, maar ook voor een aantal anderen, geldt dat wij daar niet op gerekend hadden. Als wij daarbij geweest waren, zouden wij aantekening hebben gevraagd. Die mogelijkheid hebben wij nu echter niet gehad. Ik wil dit graag op deze manier melden, zodat dit in de annalen van deze Kamer geboekstaafd is.

De voorzitter:

Mag ik u op één punt corrigeren? Er is vorige week niet gestemd over dit wetsvoorstel. Vandaar dat u aantekening had kunnen vragen.

Het woord is aan heer Koffeman.

De heer Koffeman (PvdD):

Voorzitter. Ik sluit mij aan bij de woorden van de heer Ten Hoeve dat het erg ongebruikelijk is dat er plotseling niet gestemd wordt over een wetsvoorstel en er dus ook geen aantekening gevraagd kan worden. Als mijn fractie aanwezig geweest was, had zij aantekening gevraagd. Dat geldt ook voor de fractie van de heer Yildirim. Ook wij willen dit graag opgenomen zien in de Handelingen.

Deze mededelingen worden voor kennisneming aangenomen.

Naar boven