28ste vergadering

Dinsdag 18 mei 2004

13.30 uur

Voorzitter: Jurgens

Tegenwoordig zijn 73 leden, te weten:

Van de Beeten, Bemelmans-Videc, Van den Berg, Bierman-Beukema toe Water, Biermans, Broekers-Knol, Van den Broek-Laman Trip, Van Dalen-Schiphorst, Dees, Doek, Doesburg, Dölle, Van Driel, Dupuis, Eigeman, Essers, Van Gennip, De Graaf, Hamel, Hessing, Van Heukelum, Hoekzema, Ten Hoeve, Holdijk, Jurgens, Kalsbeek-Schimmelpenninck van der Oije, Ketting, Klink, Koekkoek, Kohnstamm, Kox, Van der Lans, Van Leeuwen, Leijnse, Lemstra, Van der Linden, Linthorst, Luijten, Maas-de Brouwer, Meindertsma, Meulenbelt, Middel, Van Middelkoop, Nap-Borger, Noten, Pastoor, Platvoet, Pormes, Putters, Van Raak, Rabbinge, De Rijk, Rosenthal, Russell, Schouw, Schuurman, Schuyer, Slagter-Roukema, Soutendijk-van Appeldoorn, Swenker, Sylvester, Tan, Terpstra, Van Thijn, Vedder-Wubben, Wagemakers, Walsma, Werner, Westerveld, Witteman, Witteveen, Woldring en De Wolff,

en mevrouw Van der Hoeven, minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, de heer Veerman, minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, en mevrouw Van der Laan, staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap.

De voorzitter:

Ik deel aan de Kamer mede dat zijn ingekomen berichten van verhindering van de leden:

Van den Oosten, wegens bezigheden elders;

Timmerman-Buck, wegens verblijf buitenslands, namens de Kamer.

Deze berichten worden voor kennisgeving aangenomen.

De voorzitter:

De ingekomen stukken staan op een lijst die in de zaal ter inzage ligt. Op die lijst heb ik voorstellen gedaan over de wijze van behandeling. Als aan het einde van de vergadering daartegen geen bezwaren zijn ingekomen, neem ik aan dat de Kamer zich met de voorstellen heeft verenigd.

(Deze lijst is, met de lijst van besluiten, opgenomen aan het einde van deze editie.)

De voorzitter:

Ik deel voorts aan de Kamer mede dat is ingekomen een brief van de staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap met het verzoek, de stemming over het wetsvoorstel Wijziging van de Mediawet (29030) uit te stellen tot een nader te bepalen tijdstip. Mede naar aanleiding van deze brief heeft een aantal fracties verzocht om een derde termijn te agenderen inzake dit wetsvoorstel. Ik stel aan de Kamer voor, de stemming over het wetsvoorstel op dit moment niet te laten plaatsvinden en de derde termijn te agenderen heden aan het slot van de vergadering. Daarover heeft overleg plaatsgevonden in het College van senioren. De staatssecretaris zal vanavond om half tien aanwezig zijn voor de derde termijn.

Daartoe wordt besloten.

Naar boven