Noot 1 (zie blz. 23)
Rapport van de commissie tot Onderzoek
van de Geloofsbrief van mevrouw A. Broekers-Knol
De commissie, benoemd tot onderzoek van de geloofsbrief van mevrouw Broekers-Knol
heeft de eer het volgende te rapporteren.
In de handen van de commissie zijn gesteld de volgende missiven van de
voorzitter van het Centraal Stembureau voor de verkiezing van de leden van
de Eerste Kamer der Staten-Generaal:
a. een, ter voldoening aan het bepaalde in artikel V 1, derde lid, van
de Kieswet, ten geleide van zijn besluit van 2 oktober 2001, KR01/88222A waarbij
mevrouw Broekers-Knol te Overveen, wordt benoemd verklaard tot lid van de
Eerste Kamer der Staten-Generaal, in de vacature ontstaan door het ontslag
van de heer F. Korthals Altes;
b. een, ter voldoening aan het bepaalde in artikel V 2, eerste lid, der
Kieswet, houdende mededeling dat mevrouw Broekers-Knol haar benoeming aanneemt.
Het benoemde lid heeft overgelegd:
a. de kennisgeving van de voorzitter van het Centraal Stembureau dat zij
is benoemd;
b. een uittreksel uit het persoonsregister;
c. een verklaring betreffende de openbare betrekkingen welke zij bekleedt.
Uit deze stukken blijkt dat het benoemde lid de bij de wet gevorderde
leeftijd heeft bereikt en dat zij geen betrekking bekleedt welke onverenigbaar
is met het lidmaatschap van de Eerste Kamer der Staten-Generaal.
De commissie heeft derhalve de eer voor te stellen mevrouw Broekers-Knol
als lid van de Kamer toe te laten.
De commissie:
Boorsma (voorzitter)
Rensema
Meindertsma