32ste vergadering
Dinsdag 12 juni 2001
13.30 uur
Voorzitter: Korthals Altes
Tegenwoordig zijn 71 leden, te weten:
Baarda, De Beer, Van de Beeten, Bemelmans-Videc, Van den Berg, De Blécourt-Maas,
De Boer, Boorsma, Braks, Van den Broek-Laman Trip, Van Bruchem, Castricum,
Dees, Doesburg, Dölle, Dupuis, Van Eekelen, Eversdijk, Ginjaar, Hessing,
Van Heukelum, Hofstede, Holdijk, Van den Hul-Omta, Jaarsma, De Jager, Jurgens,
Ketting, Kneppers-Heijnert, Kohnstamm, Korthals Altes, Van der Lans, Van Leeuwen,
Lemstra, Van der Linden, Lodders-Elfferich, Luijten, Lycklama à Nijeholt,
Meindertsma, Pastoor, Pitstra, Platvoet, Le Poole, Rabbinge, Rensema, Roscam
Abbing-Bos, Rosenthal, Ruers, Van Schijndel, Schoondergang-Horikx, Schuurman,
Schuyer, Stekelenburg, Stevens, Swenker, Tan, Terlouw, Van Thijn, Timmerman-Buck,
Varekamp, Ter Veld, Veling, De Vries, Van Vugt, Walsma, Werner, Woldring,
De Wolff, Wolfson, Wöltgens en Zwerver,
en de heer K.G. de Vries, minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.
De voorzitter:
Ik deel aan de Kamer mede, dat zijn ingekomen berichten van verhindering
van de leden:
Bierman, in verband met het huwelijk van zijn zoon;
Witteveen en Van Gennip, wegens verblijf buitenslands.
Deze berichten worden voor kennisgeving aangenomen.
De voorzitter:
Ingekomen is de volgende brief:
Den Haag, 5 juni 2001
Aan de voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal,
Betreft: beëindiging van het lidmaatschap van de Eerste Kamer.
Beste Frits, beste medeleden,
Sommigen zullen het al in de media hebben vernomen, maar vanwege mijn
opvolging in de Tweede Kamer, zal ik de Senaat – met ingang van 12 juni –
gaan verlaten. Mijn politieke activiteiten worden verplaatst naar de hectiek
van de overzijde. Hoewel ik het werk in de Eerste Kamer gedurende 10 jaar
met plezier en soms met de nodige hartstocht heb verricht en het aangename
werkklimaat zeker zal missen, moet me toch van het hart, dat slechts vrij
incidenteel mijn twijfels over het bestaansrecht van de Senaat konden worden
weggenomen. Maar ik blik positief terug op de 10-jarige periode van verdieping
en reflectie die het Eerste-Kamerlidmaatschap mij mogelijk maakte.
Met vriendelijke groet,
w.g. Tom Pitstra
Van deze brief is mededeling gedaan aan de voorzitter van het Centraal
stembureau voor de verkiezing van de leden van de Eerste Kamer der Staten-Generaal.
Ik stel voor, deze brief voor kennisgeving aan te nemen. Wij vernemen van
de fractie van GroenLinks nog wel of zich de mogelijkheid zal voordoen, afscheid
te nemen van het inmiddels oud-lid de heer Pitstra.
De voorzitter:
De overige ingekomen stukken staan op een lijst, die in de zaal ter inzage
ligt. Op die lijst heb ik voorstellen gedaan over de wijze van behandeling.
Als aan het einde van de vergadering daartegen geen bezwaren zijn ingekomen,
neem ik aan, dat de Kamer zich met de voorstellen heeft verenigd.
(Deze lijst is, met de lijst van besluiten, opgenomen aan het einde van
deze editie.)
De voorzitter:
Aangezien voor het voornemen tot het sluiten van uitvoeringsverdragen,
de verschillende verdragen die ter stilzwijgende goedkeuring zijn voorgelegd
en de algemene maatregelen van bestuur die zijn voorgehangen en gedrukt onder
de nrs. 23908 (R1519), nrs. 51 en 52, 27635, 27652, 27653, 27654, 27666 (R1680),
27667, 27668, 27671, 27684, 27688 (R1682), 27689 (R1683), 27690, 27694, 27727
en 27729 de termijn is verstreken, stel ik vast dat wat deze Kamer betreft
aan uitdrukkelijke goedkeuring van dit voornemen, deze verdragen en algemene
maatregelen van bestuur geen behoefte bestaat.