Tegenwoordig zijn 70 leden, te weten:
Baarda, Batenburg, De Beer, G. van den Berg, J.Th.J. van den Berg, Bierman,
De Boer, Boorsma, Braks, Van den Broek-Laman Trip, Cohen, Dees, Van Dijk,
Van Eekelen, Eversdijk, Gelderblom-Lankhout, Van Gennip, Ginjaar, Glastra
van Loon, Glasz, Van Graafeiland, Grewel, Grol-Overling, Heijmans, Heijne
Makkreel, Hendriks, Hessing, Van Heukelum, Hilarides, Hirsch Ballin, Hofstede,
Holdijk, Jaarsma, Jurgens, Ketting, Korthals Altes, J. van Leeuwen, L.M. van
Leeuwen, Linthorst, Lodewijks, Loudon, Luijten, Luimstra-Albeda, Lycklama
à Nijeholt, Michiels van Kessenich-Hoogendam, Pit, Pitstra, Le Poole,
Postma, Rensema, Rongen, Roscam Abbing-Bos, Schoondergang-Horikx, Schuurman,
Schuyer, Steenkamp, Talsma, Tjeenk Willink, Tuinstra, Varekamp, Ter Veld,
Veling, Verbeek, Vrisekoop, Wiegel, De Wit, Wöltgens, Van de Zandschulp,
Zijlstra en Zwerver,
en de heren Kok, minister-president, minister van Algemene Zaken, Van
Mierlo, vice-minister-president, minister van Buitenlandse Zaken, en Patijn,
staatssecretaris van Buitenlandse Zaken.
De voorzitter:
Ik deel aan de Kamer mee, dat heden de geannoteerde agenda met bijlagen
is ingekomen voor de JBZ-Raad van 19 en 20 maart aanstaande. In deze agenda
is één ontwerp-besluit opgenomen met een bindend karakter. Dat
ontwerp-besluit stond al eerder op de agenda, doch ontbeert Nederlandse parlementaire
instemming tot nu toe.
Ik zal aan de betrokken bewindslieden het gebruikelijke signaal afgeven,
opdat wij beraad kunnen voeren binnen de vastgestelde termijn, om te kijken
of thans instemming verleend kan worden met het voorliggende ontwerp-besluit,
dat dus een voor Nederland bindend karakter heeft.
Aangezien voor verschillende verdragen die ter stilzwijgende goedkeuring
zijn voorgelegd en die zijn gedrukt onder de nummers 23908 (R1519), nr. 15,
24594 en 24599 de termijn is verstreken, stel ik vast, dat wat deze Kamer
betreft aan uitdrukkelijke goedkeuring van deze verdragen geen behoefte bestaat.