1ste vergadering

Dinsdag 3 oktober 1995

13.30 uur

Voorzitter: Tjeenk Willink

Tegenwoordig zijn 74 leden, te weten:

Baarda, Batenburg, De Beer, G. van den Berg, J.Th.J. van den Berg, Bierman, De Boer, Boorsma, Braks, Van den Broek-Laman Trip, Cohen, Dees, Van Dijk, Van Eekelen, Eversdijk, Gelderblom-Lankhout, Van Gennip, Ginjaar, Glastra van Loon, Van Graafeiland, Grewel, Grol-Overling, De Haze Winkelman, Heijmans, Heijne Makkreel, Hendriks, Hessing, Van Heukelum, Hilarides, Hirsch Ballin, Hofstede, Holdijk, Jaarsma, De Jager, Jurgens, Ketting, Korthals Altes, J. van Leeuwen, L.M. van Leeuwen, Linthorst, Lodewijks, Loudon, Luijten, Luimstra-Albeda, Lycklama à Nijeholt, Michiels van Kessenich-Hoogendam, Pit, Pitstra, Le Poole, Postma, Rensema, Rongen, Roscam Abbing-Bos, Schoonder- gang-Horikx, Schuurman, Schuyer, Staal, Steenkamp, Stevens, Talsma, Tjeenk Willink, Tuinstra, Varekamp, Ter Veld, Veling, Verbeek, Vrisekoop, Werner, Wiegel, De Wit, Wöltgens, Van de Zandschulp, Zijlstra en Zwerver,

en mevrouw Sorgdrager, minister van Justitie, en de heer Van Aartsen, minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij.

De voorzitter:

De ingekomen stukken staan op een lijst, die in de zaal ter inzage ligt. Op die lijst heb ik voorstellen gedaan over de wijze van behandeling. Als aan het einde van de vergadering daartegen geen bezwaren zijn ingekomen, neem ik aan, dat de Kamer zich met de voorstellen heeft verenigd.

(Deze lijst is, met de lijst van besluiten, opgenomen aan het eind van deze editie.)

De voorzitter:

Aangezien voor verschillende verdragen die ter stilzwijgende goedkeuring zijn voorgelegd, de voornemens tot het opzeggen van uitvoeringsverdragen en voor algemene maatregelen van bestuur die zijn voorgehangen en gedrukt onder de nummers 23490, nr. 33, 23908 (R1519), nrs. 10 en 11, 24211, 24270, 24274 t/m 24279, 24281, 24282, 24283, 24286 t/m 24290, 24293 (R1542) en 24327 (R1543) de termijn is verstreken, stel ik vast, dat voor wat deze Kamer betreft aan uitdrukkelijke goedkeuring van deze verdragen, de voornemens tot het opzeggen van uitvoeringsverdragen respectievelijk AMvB's geen behoefte bestaat.

Naar boven