Tegenwoordig zijn 69 leden, te weten:
Baarda, Barendregt, De Beer, Van den Berg, De Boer, Bolding, Boorsma,
Van Boven, Braks, Van den Broek-Laman Trip, Coenemans, Ermen, Eversdijk, Fleers,
Van Gennip, Van Gijzen, Ginjaar, Glastra van Loon, Glasz, Van Graafeiland,
Grol-Overling, Heijmans, Heijne Makkreel, Hilarides, Hoefnagels, Holdijk,
Huberts-Fokkelman, Jaarsma-Buijserd, Kassies, Korthals Altes, Van Kuilenburg-Lodder,
Kuiper, Van Leeuwen, Luimstra-Albeda, Luteijn, Mastik-Sonneveldt, Van der
Meer, Mertens, Van der Meulen, Michiels van Kessenich-Hoogendam, Van Muijen,
Pit, Pitstra, Postma, Redemeijer, Rongen, Schinck, Schuurman, Schuyer, Spier,
Staal, Steenkamp, Stevens, Talsma, Tiesinga-Autsema, Tjeenk Willink, Tuinstra,
Tummers, Van Veldhuizen, Veling, Vermaat, Vrisekoop, Wagemakers, Werner, Van
der Wiel-Bosch, Van Wijngaarden, Van de Zandschulp, K. Zijlstra en R. Zijlstra,
en de heren Dijkstal, vice-minister-president, minister van Binnenlandse
Zaken, en Nuis, staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen.
De voorzitter:
Ik deel aan de Kamer mede, dat zijn ingekomen berichten van verhindering
van de leden:
Baarveld-Schlaman en Gelderblom-Lankhout, wegens een bijeenkomst van de
Raad van Europa te Straatsburg;
Van Dijk en Van Velzen, wegens verblijf buitenslands;
De Savornin Lohman, wegens bezigheden elders.
De voorzitter:
Aangezien voor verschillende verdragen die ter stilzwijgende goedkeuring
zijn voorgelegd en voor algemene maatregelen van bestuur die zijn voorgehangen
en gedrukt onder de nummers 23980 (R1519), nr. 5, 24101, 24102, 24113, 24114
(R1534), 24121 en 24133 (R1535) de termijn is verstreken, stel ik vast, dat
wat deze Kamer betreft aan uitdrukkelijke goedkeuring van deze verdragen respectievelijk
algemene maatregelen van bestuur geen behoefte bestaat.
Op verzoek van de fractie van D66 heb ik mevrouw Van der Wiel-Bosch aangewezen
tot lid van de vaste commissie voor Binnenlandse Zaken in de bestaande vacature.
De ingekomen stukken staan op een lijst, die in de zaal ter inzage ligt.
Op die lijst heb ik voorstellen gedaan over de wijze van behandeling. Als
aan het einde van de vergadering daartegen geen bezwaren zijn ingekomen, neem
ik aan, dat de Kamer zich met de voorstellen heeft verenigd.