27ste vergadering

Dinsdag 25 april 1995

13.30 uur

Voorzitter: Tjeenk Willink

Tegenwoordig zijn 69 leden, te weten:

Baarda, Barendregt, De Beer, Van den Berg, De Boer, Bolding, Boorsma, Van Boven, Braks, Van den Broek-Laman Trip, Coenemans, Ermen, Eversdijk, Fleers, Van Gennip, Van Gijzen, Ginjaar, Glastra van Loon, Glasz, Van Graafeiland, Grol-Overling, Heijmans, Heijne Makkreel, Hilarides, Hoefnagels, Holdijk, Huberts-Fokkelman, Jaarsma-Buijserd, Kassies, Korthals Altes, Van Kuilenburg-Lodder, Kuiper, Van Leeuwen, Luimstra-Albeda, Luteijn, Mastik-Sonneveldt, Van der Meer, Mertens, Van der Meulen, Michiels van Kessenich-Hoogendam, Van Muijen, Pit, Pitstra, Postma, Redemeijer, Rongen, Schinck, Schuurman, Schuyer, Spier, Staal, Steenkamp, Stevens, Talsma, Tiesinga-Autsema, Tjeenk Willink, Tuinstra, Tummers, Van Veldhuizen, Veling, Vermaat, Vrisekoop, Wagemakers, Werner, Van der Wiel-Bosch, Van Wijngaarden, Van de Zandschulp, K. Zijlstra en R. Zijlstra,

en de heren Dijkstal, vice-minister-president, minister van Binnenlandse Zaken, en Nuis, staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen.

De voorzitter:

Ik deel aan de Kamer mede, dat zijn ingekomen berichten van verhindering van de leden:

Baarveld-Schlaman en Gelderblom-Lankhout, wegens een bijeenkomst van de Raad van Europa te Straatsburg;

Van Dijk en Van Velzen, wegens verblijf buitenslands;

De Savornin Lohman, wegens bezigheden elders.

Deze berichten worden voor kennisgeving aangenomen.

De voorzitter:

Ik deel aan de Kamer mede, dat de vaste commissies voor Europese samenwerkingsorganisaties en voor Justitie mij hebben doen weten, dat naar hun oordeel uitdrukkelijke instemming van de Kamer niet nodig is voor de drie ontwerp-besluiten, opgenomen op de agenda voor een bijeenkomst van het Uitvoerend Comité in het kader van het Akkoord van Schengen op 28 april aanstaande, tenzij het beraad in de Tweede Kamer tot belangrijke veranderingen zou leiden. In de Tweede Kamer vindt op donderdag aanstaande nog mondeling overleg daarover plaats. Ik stel aan de Kamer voor, dit advies van beide commissies te volgen. Dat betekent dat ik, onder het voorbehoud dat het debat in de Tweede Kamer niet tot belangrijke veranderingen zal leiden, aan de bewindslieden zal mededelen dat de Eerste Kamer geen uitdrukkelijke instemming vraagt.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Aangezien voor verschillende verdragen die ter stilzwijgende goedkeuring zijn voorgelegd en voor algemene maatregelen van bestuur die zijn voorgehangen en gedrukt onder de nummers 23980 (R1519), nr. 5, 24101, 24102, 24113, 24114 (R1534), 24121 en 24133 (R1535) de termijn is verstreken, stel ik vast, dat wat deze Kamer betreft aan uitdrukkelijke goedkeuring van deze verdragen respectievelijk algemene maatregelen van bestuur geen behoefte bestaat.

Op verzoek van de fractie van D66 heb ik mevrouw Van der Wiel-Bosch aangewezen tot lid van de vaste commissie voor Binnenlandse Zaken in de bestaande vacature.

De ingekomen stukken staan op een lijst, die in de zaal ter inzage ligt. Op die lijst heb ik voorstellen gedaan over de wijze van behandeling. Als aan het einde van de vergadering daartegen geen bezwaren zijn ingekomen, neem ik aan, dat de Kamer zich met de voorstellen heeft verenigd.

(Deze lijst is, met de lijst van besluiten, opgenomen aan het eind van deze editie.)

Naar boven