Gemeenteblad van Heumen
| Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
|---|---|---|---|
| Heumen | Gemeenteblad 2025, 94063 | algemeen verbindend voorschrift (verordening) |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
| Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
|---|---|---|---|
| Heumen | Gemeenteblad 2025, 94063 | algemeen verbindend voorschrift (verordening) |
Wijzigingen van de Verordening maatschappelijke ondersteuning en jeugdhulp gemeente Heumen 2023
De raad van de gemeente Heumen;
Gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 5 november 2024;
gelet op de Verordening maatschappelijke ondersteuning en jeugdhulp gemeente Heumen 2023;
Gezien het advies van de BurgerAdviesraad van 28 oktober 2024.
vast te stellen Wijzigingen van de Verordening maatschappelijke ondersteuning en jeugdhulp gemeente Heumen 2023,
A. De Verordening maatschappelijke ondersteuning en jeugdhulp gemeente Heumen 2023 wordt gewijzigd als volgt:
In artikel 1 vinden de volgende wijzigingen plaats.
Sub f komt als volgt te luiden: Begeleiding: is bedoeld voor volwassenen met een beperking, chronisch psychisch of psychosociaal probleem die ondersteuning nodig heeft bij het vergroten en/of vasthouden van de regie, zelfredzaamheid en participatie. De inwoner en/of zijn systeem heeft begeleiding nodig bij het (h)erkennen van en leren omgaan met zijn of haar problematiek. De inwoner kan ondersteuning vragen om het geleerde toe te (blijven) passen in het dagelijks leven. De vraag aan de begeleider beperkt zich tot één of enkele leefgebieden. De inwoner ontvangt ondersteuning op geplande momenten. Met de inzet van begeleiding wordt in zijn algemeenheid beoogd dat de inwoner: vaardigheden heeft om de zelfredzaamheid te behouden, te vergroten of terugval te remmen (oefenen en inslijpen/toepassen van vaardigheden in het dagelijks leven.
Sub g komt als volgt te luiden: Begeleiding plus is bedoeld voor volwassenen met een beperking, chronisch psychisch of psychosociaal probleem van 18 jaar of ouder die ondersteuning nodig heeft bij het verkrijgen, vergroten en/of vasthouden van de regie zelfredzaamheid en participatie. De inwoner en/of zijn systeem heeft begeleiding nodig bij het (h)erkennen van en leren omgaan met zijn of haar problematiek. De hulpvragen aan de begeleider beslaan meerdere leefgebieden. Het merendeel van volgende criteria is van toepassing: de inwoner kan zorg over het algemeen wel op geplande momenten ontvangen, bij persoonlijke veranderingen zijn er grote gevolgen voor het dagelijks leven, de leefsituatie is onvoorspelbaar, de cliënt is zeer snel (psychisch) uit balans, de inwoner is gebaat bij een proactieve benadering, de inwoner heeft geen of beperkt zelfinzicht, er is sprake van een onstabiel medicatiegebruik, er is sprake van (acute) onveiligheid of overlast. Met de inzet van begeleiding plus wordt in zijn algemeenheid beoogd dat de inwoner: Vaardigheden heeft om de zelfredzaamheid te verkrijgen, stimuleren, behouden of terugval te remmen en/of voorkomen (oefenen en inslijpen/toepassen van vaardigheden).
Sub h wordt als volgt gewijzigd: Beschermd Wonen: Een vorm van ondersteuning met onplanbare zorg voor cliënten die als gevolg van een ernstige psychiatrische aandoening en/of kwetsbare inwoners die vanwege een licht verstandelijke beperking niet in staat zijn zich op eigen kracht te handhaven in de samenleving en 24-uurs toezicht, bereikbaarheid, beschikbaarheid en intensieve ondersteuning nodig hebben in verband met risico op (zelf)verwaarlozing of overlast. Binnen Beschermd Wonen kennen we drie productcategorieën: Beschermd Wonen intramuraal, Trainingshuis en Beschermd Thuis.
Nieuw sub j, dat luidt als volgt: Bovengebruikelijke hulp: de extra zorg en hulp die bovenop de gebruikelijke hulp komt. Bovengebruikelijke hulp valt onder eigen kracht van ouders, voor zover zij beschikbaar en in staat zijn de noodzakelijke hulp te bieden, dit geen (dreigende) overbelasting oplevert en door het bieden van de bovengebruikelijke hulp geen financiële problemen in het gezin ontstaan.
Nieuw sub n dat luidt als volgt: Gebruikelijke hulp in relatie tot jeugdhulp: de dagelijkse verzorging en/of opvoeding die (pleeg)ouders /wettelijk vertegenwoordigers aan kinderen geacht worden te bieden. Gebruikelijke hulp is hulp die naar algemeen aanvaarde opvattingen in redelijkheid mag worden verwacht van ouders en/of andere verzorgers of opvoeders. Zij zijn namelijk verplicht de tot hun gezin behorende minderjarige jeugdigen te verzorgen, op te voeden, te begeleiden en toezicht op hen te houden. Dit geldt ook als de jeugdige een ziekte, aandoening, beperking of andere problematiek heeft. Bij uitval van 1 van de ouders neemt de andere ouder de gebruikelijke hulp over. Dit geldt ook bij gescheiden ouders. Er wordt dan ook rekening gehouden met de gebruikelijke hulp van de ouder waar de jeugdige niet woont.
Nieuw sub q dat luidt als volgt: Ouderlijke verzorgings-en opvoedingsplicht: de wettelijke plicht van de ouder met gezag om zijn minderjarige kind te verzorgen en op te voeden. Daaronder valt de zorg en de verantwoordelijkheid voor het geestelijk en lichamelijk welzijn en de veiligheid van het kind alsook het bevorderen van de ontwikkeling van zijn persoonlijkheid.
Nieuw sub dd. dat luidt als volgt: Praktische begeleiding: is bedoeld voor volwassenen met een verhoogde behoefte aan ondersteuning op het gebied van huishoudelijke taken, stabilisatie, regie en organisatie van het huishouden. Er is behoefte aan een eenvoudige vorm van begeleiding en/brengen, aanleren van structuur in het huishouden en praktische ondersteuning. Activeren en stimuleren van participatie en deelname aan de maatschappij en (tijdelijke) ontlasting van de mantelzorger. Doelstelling van de inzet van praktische begeleiding is het bieden van passende ondersteuning op de grens van huishoudelijke hulp en begeleiding, het zelfstandig functioneren en participatie vergroten en behouden of voorkomen / vertragen van achteruitgang (m.n. bij ouderen) met behulp van het eigen netwerk.
Nieuwe sub gg. dat luidt als volgt: Trainingshuis: de inwoner woont in een (al of niet gedeelde) woning, met de benodigde begeleiding en een vorm van 24-uurs bereikbaarheid en beschikbaarheid. Er kan sprake zijn van het wonen in een groep (waarin men voorzieningen deelt) of (zelfstandig) geclusterd wonen (waarbij men zodanig geclusterd woont dat inzet van groepsbegeleiding mogelijk is). Er is sprake van een component groepsbegeleiding die door de zorginstelling geleverd wordt. De inwoner woont zelfstandig en is dus zelf verantwoordelijk voor de huur, vaste lasten en alle kosten van het levensonderhoud. Wonen en zorg zijn gekoppeld.
In artikel 4 lid 4 wordt achter “de hulpvraag beschrijven” ingevoegd “wat hij daar zelf, eventueel met behulp van zijn sociale netwerk in kan betekenen”.
Een nieuw artikel 8a wordt toegevoegd en luidt als volgt:
Artikel 8a. Eigen kracht in de Jeugdwet
Indien en voor zover de eigen mogelijkheden en het probleemoplossend vermogen van de jeugdige of zijn ouders toereikend zijn om de problemen zelf het hoofd te bieden, eventueel met behulp van personen uit het sociale netwerk of andere instellingen die ondersteuning bieden, verstrekt het college geen jeugdhulpvoorziening. Dit vereist een zorgvuldige individuele beoordeling gemaakt tegen de achtergrond van de specifieke problematiek van de jeugdige.
Uitgangspunten bij de individuele beoordeling zijn:
Een nieuw artikel 8b wordt toegevoegd en luidt als volgt:
Artikel 8b. Draagkracht en draaglast in de Jeugdwet
Een gezonde draagkracht betekent dat ouders of andere huisgenoten onderling zorg kunnen dragen voor gebruikelijke hulp. Ouders zijn verplicht de tot hun gezin behorende minderjarige kinderen te verzorgen, op te voeden en toezicht op hen te houden. Dit geldt ook wanneer sprake is van een minderjarig kind met een ziekte, aandoening of beperking. Voor zover het van toepassing is en tot de mogelijkheden behoort dat ouders hun kinderen zelf hulp bieden op het gebied van persoonlijke verzorging, begeleiding en verblijf, kent het college geen individuele voorziening jeugdhulp toe.
Wanneer de noodzakelijke hulp op het gebied van persoonlijke verzorging, begeleiding en verblijf van ouders voor hun kinderen voor wat betreft de aard, frequentie en benodigde tijd voor deze handelingen zwaarder is dan de zorg die kinderen van dezelfde leeftijd redelijkerwijs nodig hebben en dus boven-gebruikelijk is, neemt het college in haar onderzoek de balans tussen draaglast en draagkracht mee. Het college bepaalt of de draagkracht van het gezin om zelf de nodige ondersteuning, hulp en zorg te kunnen bieden in overeenstemming is met de draaglast, op basis van de eigen mogelijkheden en het probleemoplossend vermogen van de ouders, samen met de personen die tot hun sociale omgeving behoren en beschikbare voorliggende voorzieningen.
In kortdurende situaties neemt het college aan dat draagkracht, draagkracht ouders en draaglast in balans zijn en bieden ouders of huisgenoten alle vormen van hulp op het gebied van persoonlijke verzorging, begeleiding en verblijf zelf, tenzij dit gezien de aard van de benodigde hulp (geheel of gedeeltelijk) niet van ouders of huisgenoten mag worden verwacht.
In langdurende situaties bieden ouders of huisgenoten alle vormen van hulp op het gebied van persoonlijke verzorging, begeleiding en verblijf zelf als het college op basis van algemeen aanvaarde maatstaven vaststelt dat draaglast en draagkracht in balans zijn, tenzij dit gezien de aard van de benodigde hulp geheel of gedeeltelijk niet van ouders of huisgenoten mag worden verwacht.
In artikel 9 vinden de volgende wijzigingen plaats:
Het is niet toegestaan een overeenkomst af te sluiten met een aanbieder dan wel een derde (in geval van een pgb) waarin het bieden van de geïndiceerde ondersteuning mede afhankelijk is van de woonruimte die door de organisatie dan wel derde wordt geboden, tenzij het verblijf onderdeel is van de indicatie. Verblijf is onderdeel van de indicatie Beschermd Wonen intramuraal en de indicatie Trainingshuis. In alle andere gevallen is een gemengde huur- /ondersteuningsovereenkomst niet toegestaan.
In artikel 12 lid 1 sub e worden de drie woorden ‘of beschermd thuis’ verwijderd.
Indien de jeugdige niet de leeftijd van achttien jaar heeft bereikt, onderzoekt het college of diens gemachtigde of wettelijke vertegenwoordiger in staat wordt geacht de aan het pgb verbonden taken op en verantwoorde wijze uit te voeren.
Aan artikel 12 wordt lid 9 gewijzigd dat luidt als volgt:
Aanvullend op wettelijke voorwaarden en weigeringsgronden wordt een pgb niet of niet langer verstrekt indien:
In artikel 14 lid 5 sub a wordt het woord 'ggz' verwijderd.
In artikel 38 leden 1, 2, 3 en 4 wordt 2022 vervangen voor 2023.
Toelichting verordening maatschappelijke ondersteuning en jeugdhulp gemeente Heumen –in de koptekst wordt 2022 vervangen voor 2025
In de Toelichting op artikel 2 wijzigt de volzin van In Heumen kan de melding worden gedaan bij Vraagwijzer, het KCC of het Kernteam als volgt: In Heumen kan de melding worden gedaan bij het Sociaal Team.
In de Toelichting op artikel 10 wijzigt de eerste volzin van de vierde alinea als volgt:
Bij het tweede lid, onder c, geldt dat als het college een voorziening beschermd wonen in natura verstrekt, de gecontracteerde aanbieder vervolgens gedurende de verstrekking de individuele begeleiding en mogelijk dagbesteding verstrekt waar de cliënt volgens het herstelplan, opgesteld door cliënt en gecontracteerde aanbieder, behoefte aan heeft.
In de Toelichting op artikel 12 wijzigt de zesde alinea als volgt:
In lid 1 onder e is opgenomen dat de cliënt in het plan de kosten moet uiteenzetten voor begeleiding, inclusief aanvullende specialistische begeleiding en mogelijk dagbesteding. Toegang Beschermd Wonen adviseert het college welke product pgb beschermd wonen nodig is voor de cliënt. Dit doet het team op basis van het door de cliënt opgestelde plan. Daarom is het noodzakelijk dat de cliënt in het plan een nauwkeurige begroting opneemt voor alle onderdelen van het aanbod beschermd wonen.
Bijlage 1: Vormen van maatschappelijke ondersteuning en jeugdhulp
Vormen van maatschappelijke ondersteuning worden als volgt gewijzigd:
Beschermd Wonen wijzigen in: Een vorm van ondersteuning met onplanbare zorg voor cliënten die als gevolg van een ernstige psychiatrische aandoening en/of kwetsbare inwoners die vanwege een licht verstandelijke beperking niet in staat zijn zich op eigen kracht te handhaven in de samenleving en 24-uurs toezicht, bereikbaarheid, beschikbaarheid en intensieve ondersteuning nodig hebben in verband met risico op (zelf)verwaarlozing of overlast. Binnen Beschermd Wonen kennen we drie productcategorieën: Beschermd Wonen intramuraal, Trainingshuis en Beschermd Thuis
Paragraaf 5 komt als volgt te luiden:
Paragraaf 5. Beschermd wonen ( vervallen: en beschermd thuis)
(vervallen: en beschermd thuis): De tarieven voor beschermd wonen in natura worden bepaald aan de hand van door de gemeente bedongen uurtarieven bij een aanbesteding.
(vervallen: en beschermd thuis): De vaststelling van een persoonsgebonden budget ten aanzien van beschermd wonen (beschermd wonen intramuraal, trainingshuis of beschermd thuis) vindt plaats op basis van acht producten (tabel in 10.3). De hulpvraag bepaalt welk product beschermd wonen wordt toegekend.
(vervallen: en beschermd thuis):
1. Binnen beschermd wonen wordt onderscheid gemaakt tussen de zorgverlening door professionals en niet-professionals. Bij zorgverlening door professionals hanteren wij een standaardtarief per dag. Voor niet-professionals wordt gerekend met een uurtarief. Onder niet-professionals wordt het sociaal netwerk van een cliënt verstaan. Tot het sociale netwerk behoren personen uit de huiselijke kring of andere personen met wie de cliënt een sociale relatie onderhoudt (artikel 1.1.1 Wmo). Dit is ook het geval als de persoon uit het sociale netwerk een professionele zorgverlener is of in het bezit is een relevant diploma. Deze persoon wordt dus niet aangemerkt als beroepskracht.
2. Vaststelling van het persoonsgebonden budget voor beschermd wonen is gebaseerd op het totaal aantal begeleidingsuren dat een cliënt met een bepaald profiel nodig zou hebben. Met het aantal in te zetten uren individuele en/of groepsbegeleiding mag worden gewisseld (waarbij we gebruik maken met de omrekenfactor 1 op 6 d.w.z. 6 groepsuren staan gelijk aan 1 individueel uur.
1. In bepaalde gevallen wordt het persoonsgebonden budget niet berekend op basis van dagtarieven maar op basis van uurtarieven. Het gaat om de volgende situaties:
a. De budgethouder geeft aan gebruik te willen maken van niet professionele zorg.
b. De budgethouder geeft aan gebruik te willen maken van een mix van niet-professionele en professionele zorg. Een uitsplitsing wordt gemaakt om te bepalen hoeveel uren niet-professioneel en hoeveel uren de budgethouder professioneel nodig heeft. Deze zullen worden toegekend conform de uurtarieven in bovenstaande tabel in 11.3.
c. De indicatiesteller (GGD Gelderland-Zuid, Toegang Beschermd Wonen) constateert dat de individuele zorgvraag significant hoger of lager ligt dan het gemiddelde aantal uren dat gerekend mag worden bij de geïndiceerde categorie. In voorkomende gevallen geeft de GGD een advies over het aantal uren dat de betreffende cliënt nodig heeft.
2. Indien een cliënt met een persoonsbudget voor beschermd wonen zowel professionele zorg inkoopt bij een aanbieder als niet-professionele zorg uit zijn eigen netwerk, leveren beide partijen ieder een deel van de totaal geïndiceerde hoeveelheid zorg. Het totale persoonsgebonden budget is gebaseerd op een totaal aantal uren dat de uren in bovenstaande tabel niet kan overschrijden.
Bijlage 3: Criteria pgb zorgaanbieders en onderaannemers
Kwaliteitseisen begeleiding, dagbesteding en beschermd wonen (Wmo) en Jeugdhulp
Verwijderd: de uitgebreide tabel Kwaliteitseisen begeleiding, dagbesteding en beschermd wonen (Wmo) en Jeugdhulp
Voor de kwaliteitseisen wordt verwezen naar Bouwstenen & Tarieven - ROB regio Nijmegen - Regionaal Ondersteuningsbureau Wmo & Jeugdhulp.
Bijlage 4: Verordening in gewone taal komt te vervallen
Bijlage 4 wordt aan de Verordening maatschappelijke ondersteuning en jeugdhulp gemeente Heumen 2023 toegevoegd en komt als volgt te luiden:
Bijlage 4: Protocol gebruikelijke hulp en ondersteuning bij jeugdhulp en maatschappelijke ondersteuning
Het college verstrekt alleen een maatwerkvoorziening wanneer de jeugdige en/of zijn ouders naar het oordeel van het college niet op eigen kracht, met gebruikelijke hulp, met mantelzorg of met hulp van andere personen uit zijn sociale netwerk dan wel met gebruikmaking van algemene voorzieningen in staat is gezond en veilig op te groeien en zich zo goed mogelijk te ontwikkelen.
Het college kan weigeren om een maatwerkvoorziening te verstrekken vanwege de aanwezigheid van gebruikelijke hulp die de ouders geacht worden te verlenen aan hun kind. De aanwezigheid van gebruikelijke hulp en de omvang daarvan, moet op basis van objectieve criteria worden gemotiveerd en geconcretiseerd. Deze criteria worden in dit protocol uitgewerkt, waarbij de intentie is dat de leeftijd van het kind bepalend kan zijn in de hoeveelheid gebruikelijke hulp die van een ouder verwacht wordt, waarbij gewogen wordt;
b. de individuele situatie van het kind
c. de individuele situatie van de huisgenoten
d. de situatie rondom het voorzien in inkomen
Dit protocol heeft naast de inleiding drie onderdelen, namelijk:
1. Verhouding gebruikelijk hulp en ondersteuning t.o.v. artikel 5 lid 2 van de Verordening Wmo en Jeugd en de daarbij behorende Beleidsregels
In artikel 5 lid 2 van de Verordening staat dat het college onderzoekt:
a. de behoeften, persoonskenmerken en voorkeuren van de cliënt;
b. het gewenste resultaat van de hulpvraag;
c. de behoefte aan maatregelen ter ondersteuning van de mantelzorger van de cliënt;
d. de mogelijkheden om op eigen kracht, met gebruikelijke hulp, een algemene voorziening of algemeen gebruikelijke voorzieningen een oplossing voor de hulpvraag te vinden;
e. de mogelijkheden om met mantelzorg, het verrichten van maatschappelijk nuttige activiteiten of hulp van andere personen uit zijn sociaal netwerk een oplossing voor de hulpvraag te vinden;
f. de mogelijkheden om door middel van voorliggende voorzieningen of door samen met zorgverzekeraars en zorgaanbieders als bedoeld in de Zvw en andere partijen op het gebied van publieke gezondheid, maatschappelijke ondersteuning, jeugdhulp, onderwijs, welzijn, wonen, werk en inkomen, een oplossing voor de hulpvraag te vinden en de wijze waarop een mogelijk toe te kennen maatwerkvoorziening wordt afgestemd op andere voorzieningen op deze domeinen;
g. de mogelijkheden om met een maatwerkvoorziening een oplossing voor de hulpvraag te vinden.
Omdat gebruikelijke hulp, hulp is waarvan we minimaal verwachten dat mensen die aan elkaar geven, wordt het niet gecompenseerd vanuit de Jeugdwet. Mantelzorg of ondersteuning door het sociaal netwerk kunnen we echter niet eisen en bieden mensen vrijwillig.
Afhankelijk van de situatie zijn mensen meer of minder in staat om iets te betekenen voor een ander. Het is maatwerk in hoeverre mantelzorg en steun vanuit het eigen netwerk, bovenop gebruikelijke hulp, meeweegt in het besluit om al dan niet een maatwerkvoorziening te verstrekken. Na de beoordeling van gebruikelijke hulp, wordt met de cliënt en het netwerk besproken wat zij voor elkaar kunnen betekenen en in hoeverre aanvullende ondersteuning nodig is, bijvoorbeeld om de mantelzorger te ontlasten. Dit betekent dus niet dat alle boven-gebruikelijke hulp wordt gehonoreerd met een maatwerkvoorziening in de vorm van zorg in natura of in de vorm van een pgb als iemand hierom vraagt (zoals eerder onder de AWBZ het geval was).
Het hangt af van de sociale relatie welke hulp en ondersteuning mensen van elkaar mogen verwachten. Hoe intiemer de relatie, des te meer hulp en ondersteuning mensen elkaar horen te geven. Als het gebruikelijk is dat mensen in een bepaalde relatie elkaar hulp en ondersteuning bieden, is dat niet vrijblijvend met betrekking tot het mogelijke beroep op een maatwerkvoorziening op basis van Wmo 2015 en Jeugdwet.
De criteria voor pgb genoemd in artikel 12 t/m 15 van de Verordening Wmo en jeugd zijn (dan ook) voorliggend op dit protocol.
Het principe van 'gebruikelijke hulp' heeft een verplichtend karakter. Hierbij wordt geen onderscheid gemaakt op basis van bijvoorbeeld sekse, religie, cultuur, gezinssamenstelling en de wijze van inkomensverwerving.
2. Begeleiding en verzorging vanuit de Jeugdwet
2.1 Beoordelingskader bij ouders en jeugdige(n)
Als eerste wordt de benodigde hulp en ondersteuning bepaald, vervolgens wordt beoordeeld:
Alle begeleiding door de ouder aan het kind is gebruikelijke hulp en ondersteuning als er sprake is van een kortdurende zorgsituatie met uitzicht op een dusdanig herstel van het gezondheidsprobleem en de daarmee samenhangende zelfredzaamheid van de cliënt, dat een maatwerkvoorziening daarna niet langer is aangewezen. We spreken van een kortdurende zorgsituatie als sprake is van een aaneengesloten éénmalige periode van maximaal drie maanden in één kalenderjaar.
Als het gaat om een chronische situatie, waarbij de gebruikelijke begeleiding in vergelijking tot een gezond kind c.q. een kind zonder beperkingen van dezelfde leeftijdscategorie volgens de in de bijlage aangegeven richtlijnen per levensfase wordt overschreden, is sprake van boven-gebruikelijke hulp.
Om vast te stellen op welke hulp en ondersteuning het kind redelijkerwijs is aangewezen, wordt, gelet op de omstandigheden van het betrokken kind, beoordeeld welke hulp en ondersteuning op het gebied van persoonlijke verzorging en hulpverlening uitgaat boven de hulp en ondersteuning die een kind van dezelfde leeftijd zonder beperkingen redelijkerwijs nodig heeft.
Bij de beoordeling wordt rekening gehouden met verschillen die tussen jeugdigen in dezelfde leeftijdscategorie bestaan. Ook bij gezonde jeugdigen van dezelfde leeftijd kan de hulp en ondersteuning die het ene kind nodig heeft namelijk meer of minder zijn dan de hulp en ondersteuning die een ander kind nodig heeft.
2.1.2 Aard van de (zorg)handelingen
Gebruikelijke hulp en ondersteuning bij jeugdigen kunnen ook handelingen omvatten die niet standaard bij alle jeugdigen voorkomen, zoals het geven van sondevoeding in plaats van eten, of het geven van medicijnen. Voorbeelden van handelingen die gebruikelijke hulphandelingen vervangen kunnen zijn: het legen van een katheterzakje in plaats van verschonen; bij een kind met een verstandelijke beperking oefenen met het gebruik van pictogrammen in plaats van oefenen met topografie.
2.1.3 Frequentie en patroon van de (zorg)handelingen (samenloop)
Zorghandelingen die meelopen in het normale patroon van dagelijkse hulp en ondersteuning aan een kind, zoals drie keer eten per dag, kunnen als gebruikelijke hulp en ondersteuning worden aangemerkt. Hetzelfde geldt voor het aanreiken van spullen of speelgoed na afloop van de maaltijd of na een drinkmoment, bij jeugdigen met een lichamelijke beperking.
Een voorbeeld van zorghandelingen die niet meelopen in het normale patroon van dagelijkse hulp en ondersteuning van ouders aan een kind, is het meerdere malen per nacht bieden van hulp van ouders aan een ouder kind.
2.1.4 Omvang van de met de (zorg)handelingen gemoeide tijd
De tijd die met de zorghandelingen is gemoeid, kan (bijvoorbeeld wassen en kleden bij spasticiteit) meebrengen dat niet langer van gebruikelijke hulp en ondersteuning sprake is.
2.1.5 Beschermende woonomgeving en jeugdigen
Het door de ouders aan het kind bieden van een beschermende woonomgeving moet afhankelijk van de levensfase van het kind als gebruikelijke hulp en ondersteuning worden aangemerkt, ook indien sprake is van een kind met een ziekte, aandoening of beperking. In de tabel zijn per levensfase ondersteunende handelingen behorende bij gebruikelijke hulp genomen.
Ouderlijk toezicht aan kinderen is gebruikelijke hulp en ondersteuning. Kinderen (met of zonder ziekte of handicap) hebben ouderlijk toezicht nodig. Dit toezicht wordt anders van aard naarmate een kind ouder wordt en zich ontwikkelt. Dit zijn uitgangspunten bij de beoordeling of sprake is van gebruikelijke hulp en ondersteuning. Per casus wordt dit afhankelijk van de situatie en omstandigheden gewogen.
3. Tabel toekenningsvoorwaarden en afwegingsfactoren
Deze tabel geeft slechts een richtlijn/indicatie. Maatwerk staat voorop, dus in elk geval moet een zorgvuldige individuele afweging gemaakt worden of en in hoeverre deze tabel van toepassing is in een specifieke situatie.
3. Jeugdigen van 5 tot 12 jaar
4. Jeugdigen van 12 tot 18 jaar
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2025-94063.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.