Er is een verzoek ingediend voor een gehandicaptenparkeerplaats op de Vorstencamp nabij huisnummer 13 te Heukelum.
Tijdens piekmomenten is de parkeerdruk in de woonwijk dermate hoog dat het niet altijd mogelijk is om op een korte afstand van de woning van de aanvrager te parkeren. Het betreft hier een minderjarige gehandicapte die continue aandacht vraagt. Alleen laten om een auto elders te halen of te parkeren is dan ook niet veilig mogelijk. Met het aanwijzen van een gehandicaptenparkeerplaats wordt de mobiliteit van de bewoner met de handicap gewaarborgd.
De aanvrager is in het bezit van een gehandicaptenparkeerkaart en kan niet op eigen terrein parkeren Hiermee is de noodzaak van een dergelijke parkeerplaats aangetoond. De gehandicaptenparkeerplaats wordt slechts tijdelijk voor deze aanvrager gereserveerd. Wanneer de aanvrager niet meer voldoet aan de voorwaarden voor de plaats (b.v. door overlijden, verhuizing, geen autobezit meer, etc.) heeft deze geen recht meer op deze gehandicaptenparkeerplaats.
Op grond van artikel 2 van de Wegenverkeerswet 1994 wordt uit oogpunt van de vrijheid van verkeer dit verkeersbesluit genomen.
Op grond van artikel 15, eerste lid, van de Wegenverkeerswet 1994 moet een verkeersbesluit worden genomen voor de plaatsing of verwijdering van de in artikel 12 van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer (BABW) genoemde verkeerstekens, alsmede voor onderborden voor zover daardoor een gebod of verbod ontstaat of wordt gewijzigd.
Overeenkomstig artikel 24 van het Besluit Administratieve Bepalingen inzake het Wegverkeer (BABW) heeft overleg plaatsgevonden met de, namens de korpschef gemachtigde, verkeersadviseur van politie-eenheid Oost Nederland, district Gelderland-Zuid. Hij bracht hierover een positief advies uit