De burgemeester van Amsterdam
Overwegende:
dat de burgemeester van Amsterdam op grond van artikel 2.24 van de Algemene Plaatselijke Verordening (APV), juncto artikel 151c Gemeentewet, de bevoegdheid heeft om te kunnen besluiten tot plaatsing van camera’s voor een bepaalde duur ten behoeve van het toezicht op een openbare plaats als dat naar haar oordeel noodzakelijk is in het belang van de handhaving van de openbare orde;
Proportionaliteit
Het Lambertus Zijlplein is het lokale hart van Geuzenveld met woningen, winkels, culturele en maatschappelijke voorzieningen. Er is sprake van overlast waaronder alcoholgebruik, agressief bedelen en diefstallen uit auto’s en winkels. Ook een grote groep jongeren zorgt voor overlast. De desbetreffende groep jongeren maakt zich schuldig aan diefstallen, vernielingen en brandstichting. Ook hebben zich in de omgeving meerdere explosies voorgedaan.
Subsidiariteit / andere maatregelen
Ter handhaving van de openbare orde op het Lambertus Zijlplein zijn de volgende maatregelen getroffen:
- ▪︎
Inzet Stichting Aanpak Overlast Amsterdam ( SAOA);
- ▪︎
Inzet buurtvaders en buurtmoeders;
- ▪︎
Het plein wordt meegenomen in briefings bij SAOA en politie en THOR;
- ▪︎
Het combiteam wordt reeds enige jaren ingezet op het Lambertus Zijlplein en omgeving;
- ▪︎
Veiligheidsscan kleine bedrijven;
- ▪︎
- ▪︎
Voorlichting aan senioren over hoe signalen van babbeltrucs te herkennen.
Belangenafweging
Het inzetten van cameratoezicht is in aanvulling op de bestaande maatregelen noodzakelijk ter handhaving van de openbare orde.
De burgemeester heeft het belang van een effectieve handhaving van de openbare orde enerzijds en de daarmee gepaard gaande mogelijke inperking van het recht op privacy anderzijds tegen elkaar afgewogen. In die afweging moet aan het algemene belang om de verstoring van de openbare orde te herstellen meer gewicht worden toegekend dan aan het belang om geen inmenging te dulden in de privacy.
De burgemeester volgt de (verstoringen van de) openbare orde op het Lambertus Zijlplein permanent en het besluit tot het instellen van cameratoezicht zal onmiddellijk worden ingetrokken indien het cameratoezicht niet meer noodzakelijk is voor de handhaving van de openbare orde.
Besluit
Gelet op artikel 151c Gemeentewet juncto artikel 2.24 APV;
Brengt ter algemene kennis dat zij op 20 december 2024 heeft besloten: