Besluit van de raad van de gemeente Goeree-Overflakkee tot wijziging van de Verordening maatschappelijke ondersteuning Goeree-Overflakkee 2020

 

De raad van de gemeente Goeree-Overflakkee;

 

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 3 december 2024;

 

gelet op artikel 2.1.3 van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015;

 

besluit de Verordening maatschappelijke ondersteuning Goeree-Overflakkee 2020 als volgt te wijzigen:

Artikel I

De Verordening maatschappelijke ondersteuning Goeree-Overflakkee 2020 wordt als volgt gewijzigd.

 

  • A.

    In artikel 1 wordt in alfabetische volgorde van de begrippen ingevoegd:

 

  • -

    Waakvlam functie: de waakvlam functie is een vorm van begeleiding die kan worden ingezet voor monitoring en incidentele ondersteuning nadat de beoogde resultaten uit het ondersteuningsplan zijn gerealiseerd. Het is een vorm van begeleiding op afroep en om ‘vinger aan de pols’ te houden. Deze vorm van begeleiding wordt ingezet om terugval te voorkomen en kan laagdrempelig door de cliënt worden ingeroepen. Dit laagdrempelige contact kan nuttig zijn als afbouw na een ondersteuningsperiode of als stabilisatie;

 

  • B.

    Artikel 5 komt te luiden:

  •  

  • Artikel 5 Gesprek

  • 1.

    Burgemeester en wethouders onderzoeken als bedoeld in artikel 2.3.2, vierde lid van de wet in een gesprek tussen deskundigen en degene door of namens wie de melding is gedaan, dan wel diens vertegenwoordiger en waar mogelijk met de mantelzorger of mantelzorgers en desgewenst familie, zo spoedig mogelijk en voor zover nodig:

  • a.

    de behoeften, persoonskenmerken en voorkeuren van de cliënt;

  • b.

    het gewenste resultaat van het verzoek om ondersteuning;

  • c.

    de mogelijkheden om op eigen kracht of met gebruikelijke hulp van huisgenoten of algemeen gebruikelijke voorzieningen zijn zelfredzaamheid of zijn participatie te handhaven of te verbeteren, of te voorzien in zijn behoefte aan beschermd wonen of opvang;

  • d.

    de mogelijkheden om met mantelzorg of hulp van andere personen uit zijn sociale netwerk te komen tot verbetering van zijn zelfredzaamheid of zijn participatie, of te voorzien in zijn behoefte aan beschermd wonen of opvang;

  • e.

    de behoefte aan maatregelen ter ondersteuning van de mantelzorger van de cliënt;

  • f.

    de mogelijkheden om met gebruikmaking van een algemene voorziening, zoals opgenomen in het beleidsplan, bedoeld in artikel 2.1.2 van de wet, of door het verrichten van maatschappelijk nuttige activiteiten te komen tot verbetering van zijn zelfredzaamheid of zijn participatie, of de mogelijkheden om met gebruikmaking van een algemene voorziening te voorzien in zijn behoefte aan beschermd wonen of opvang;

  • g.

    de mogelijkheden om door middel van samenwerking met zorgverzekeraars en zorgaanbieders als bedoeld in de Zorgverzekeringswet en partijen op het gebied van publieke gezondheid, jeugdhulp, onderwijs, welzijn, wonen, werk en inkomen, te komen tot een zo goed mogelijk afgestemde dienstverlening met het oog op de behoefte aan verbetering van zijn zelfredzaamheid of zijn participatie of aan beschermd wonen of opvang;

  • h.

    de mogelijkheid om een maatwerkvoorziening te verstrekken;

  • i.

    welke bijdragen in de kosten de cliënt met toepassing van het bepaalde bij of krachtens artikel 2.1.4 van de wet verschuldigd zal zijn; en

  • j.

    de mogelijkheden om te kiezen voor de verstrekking van een pgb, waarbij de cliënt in begrijpelijke bewoordingen wordt ingelicht over de gevolgen van die keuze.

  • 2.

    Als de cliënt een persoonlijk plan als bedoeld in artikel 4, vierde lid, aan burgemeester en wethouders heeft overhandigd, betrekken burgemeester en wethouders dat plan bij het onderzoek, bedoeld in het eerste lid.

  • 3.

    Burgemeester en wethouders informeren de cliënt over de gang van zaken bij het gesprek, diens rechten en plichten en de vervolgprocedure.

  • 4.

    Als de hulpvraag genoegzaam bekend is, kunnen burgemeester en wethouders onverminderd het bepaalde in artikel 2.3.2 van de wet, in overleg met de cliënt afzien van een gesprek.

  •  

  • C.

    Artikel 5a wordt toegevoegd, luidende:

 

Artikel 5a

  • 1.

    Bij de beoordeling als bedoeld in artikel 5, eerste lid, onder c wordt, voor zover daartoe aanleiding is, rekening gehouden met:

  • a.

    de samenstelling van de leefeenheid van de cliënt en diens huisgenoot of huisgenoten;

  • b.

    de aard van de relatie tussen de cliënt en diens huisgenoten;

  • c.

    de inhoudelijke aard, de omvang en de complexiteit van de ondersteuningsbehoefte van de cliënt;

  • d.

    de beschikbaarheid en de praktische, lichamelijke en geestelijke mogelijkheden van de huisgenoot of de huisgenoten voor het ondersteunen van de cliënt bij diens zelfredzaamheid en participatie dan wel het zich handhaven in de samenleving;

  • e.

    de mate waarin en de wijze waarop de cliënt voorafgaand aan de melding is ondersteund door diens huisgenoot of huisgenoten op het terrein van zelfredzaamheid en participatie dan wel het zich handhaven in de samenleving;

  • f.

    overige relevante omstandigheden van de huisgenoot of huisgenoten van de cliënt die redelijkerwijs van invloed kunnen zijn op de mogelijkheid om de cliënt hulp te bieden op het terrein van zelfredzaamheid en participatie dan wel het zich handhaven in de samenleving.

  • 2.

    Bij de beoordeling als bedoeld in artikel 5, eerste lid, onder c zijn huisgenoten van de cliënt verplicht, als zij daarom gevraagd worden, aan burgemeester en wethouders de medewerking te verlenen die redelijkerwijs nodig is voor de uitvoering van het onder a. genoemde onderzoek, alsmede bij heronderzoek als bedoeld in artikel 2.3.9 van de wet.

     

  • D.

    Artikel 9, sub d, komt te luiden:

  • d. het een voorziening betreft die de cliënt vóór het verstrekken van de beschikking zoals bedoeld in artikel 11 heeft gerealiseerd of geaccepteerd, tenzij:

  • 1° burgemeester en wethouders schriftelijk toestemming hebben verleend; of

    2° de noodzaak van de voorziening achteraf nog kan worden vastgesteld en het in eigen kracht oplossen tot onevenredig nadeel voor de cliënt heeft geleid;

 

  • E.

    Artikel 10 komt te luiden:

  •  

  • Artikel 10 Advisering

    • 1.

      Burgemeester en wethouders vragen een daartoe door hen aangewezen adviseur om advies, indien dat advies naar het oordeel van burgemeester en wethouders nodig is voor een zorgvuldig onderzoek rond een melding, aanvraag of heronderzoek.

    • 2.

      De adviseur moet, afhankelijk van de vereisten van het in het eerste lid bedoelde onderzoek, aantoonbaar beschikken over:

      • a.

        Sociaal-medische kennis op het niveau van een arts;

      • b.

        Ergonomische kennis;

      • c.

        Bouwkundige/technische kennis;

      • d.

        Gedragswetenschappelijke kennis.

 

  • F.

    Artikel 12, derde lid, sub d, komt te luiden:

  •  

  • d.

    Burgemeester en wethouders betalen op jaarbasis maximaal 8% van het bedrag als bedoeld onder c. voor onderhoud en reparatie (en de eventuele kosten van een WA-verzekering zonder pechhulp), boven op het bedrag voor de aanschaf van het hulpmiddel.

 

  • G.

    Artikel 14, derde lid, komt te luiden:

 

  • 3.

    In afwijking van het eerste lid is geen bijdrage verschuldigd voor:

 

  • a.

    (sport)rolstoelen;

  • b.

    een financiële tegemoetkoming autokosten;

  • c.

    een financiële tegemoetkoming verhuiskosten;

  • d.

    voorzieningen voor minderjarigen;

  • e.

    begeleiding aan zorgmijders;

  • f.

    voorzieningen voor personen die onder de overeenkomst regresrecht 2015-2016 vallen;

  • g.

    voorzieningen waar meerdere personen gebruik van kunnen maken en die aan de gemeenschappelijke ruimte zijn aangebracht;

  • h.

    voor respijtzorg in de vorm van logeerzorg;

  • i.

    een indicatie met waakvlam functie; of

  • j.

    in bijzondere omstandigheden.

 

  • H.

    Artikel 14, zevende lid, vervalt.

 

Artikel II

Dit besluit treedt in werking op de dag na die van bekendmaking.

 

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad

van de gemeente Goeree-Overflakkee op 30 januari 2025,

drs. G. Brand mr. A. Grootenboer-Dubbelman

Griffier Voorzitter

Naar boven