Gemeenteblad van Hellendoorn
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Hellendoorn | Gemeenteblad 2025, 798 | algemeen verbindend voorschrift (verordening) |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Hellendoorn | Gemeenteblad 2025, 798 | algemeen verbindend voorschrift (verordening) |
Verordening jeugdhulp gemeente Hellendoorn 2025
Nijverdal, 17 december 2024, kenmerk 2024-016693
gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 19 november 2024;
gelet op de artikelen 149 van de Gemeentewet en de artikelen 2.9, 2.10, 2.11 en 8.1.1, derde lid van de Jeugdwet;
Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen
In deze verordening en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:
cliëntondersteuning: onafhankelijke ondersteuning met informatie, advies en algemene ondersteuning die bijdraagt aan het versterken van de zelfredzaamheid, participatie en het verkrijgen van een zo integraal mogelijke dienstverlening op het gebied van maatschappelijke ondersteuning, preventieve zorg, jeugdhulp, onderwijs, welzijn, wonen, werken en inkomen;
VOG: een verklaring omtrent het gedrag als bedoeld in artikel 28 van de Wet justitiële en strafvorderlijke gegevens, welke relevant is voor de uit te voeren werkzaamheden. In deze verordening wordt bedoeld een VOG met algemeen screeningsprofiel 08 ‘personen’, functieaspect 84 ‘Belast zijn met de zorg voor minderjaren’, en specifiek screeningsprofiel 45 ‘gezondheidszorg en welzijn van mens en dier’;
HOOFDSTUK 4 TOEGANG TOT JEUGDHULP
Artikel 4.1 Toegang tot jeugdhulp via de gemeente
Het college wijst de jeugdige en/of ouder(s) op de mogelijkheid om binnen twee weken na ontvangst van de ontvangstbevestiging, zoals genoemd in het derde lid, een familiegroepsplan in te dienen Op verzoek van de jeugdige en/of ouder(s), zorgt het college voor ondersteuning bij het opstellen van een familiegroepsplan.
In spoedeisende gevallen beslist het college na een jeugdhulpvraag onverwijld tot verstrekking van een tijdelijke individuele voorziening in afwachting van de uitkomst van het onderzoek en de aanvraag van de jeugdige en/of ouder(s) of vraagt het college een machtiging gesloten jeugdhulp zoals bedoeld in hoofdstuk 6 van de wet.
Artikel 4.2 Overige toegangsmogelijkheden jeugdhulp
Het college zorgt voor de inzet van jeugdhulp na verwijzing door de huisarts, medisch specialist of jeugdarts naar een jeugdhulpaanbieder, als en voor zover de jeugdhulpaanbieder van oordeel is dat de inzet van jeugdhulp nodig is. De jeugdhulpaanbieder dient zich bij het beoordelen van de jeugdhulpvraag na een verwijzing te houden aan de afspraken die hij daarover met de gemeente heeft gemaakt in het kader van de contract- of subsidierelatie en met de regels die daarover zijn neergelegd in deze verordening en/of de daarop gebaseerde nadere regelgeving.
Ook als een verwijzing zoals genoemd in het eerste lid aanwezig is, is het college niet verplicht jeugdhulp te vergoeden geleverd door een jeugdhulpaanbieder waarmee de gemeente geen contract- of subsidierelatie heeft, tenzij het college met de gecontracteerde of gesubsidieerde jeugdhulpaanbieders niet in staat is de bij de verwijzing passende jeugdhulp te laten leveren.
Hoofdstuk 5 Procedurele bepalingen toegang via gemeente
Artikel 5.2 Onderzoek en opstellen ondersteuningsplan
Het onderzoek, zoals bedoeld in het tweede lid, wordt vastgelegd in een ondersteuningsplan. Het college verstrekt aan de jeugdige en/of ouder(s) een schriftelijke weergave van het ondersteuningsplan, tenzij zij ondubbelzinnig kenbaar hebben gemaakt dit niet te willen. Opmerkingen of latere aanvullingen van de jeugdige en/of ouder(s) worden aan het ondersteuningsplan toegevoegd.
Artikel 5.3 Eigen kracht en gebruikelijke hulp
Gebruikelijke hulp is hulp die naar algemeen aanvaarde opvattingen in redelijkheid mag worden verwacht van ouder(s) en/of andere verzorger(s) of opvoeder(s). Zij zijn namelijk verplicht de tot hun gezin behorende minderjarige jeugdigen te verzorgen, op te voeden, te begeleiden en toezicht op hen te houden. Dit geldt ook als de jeugdige een ziekte, aandoening, beperking of andere problematiek heeft. Bij uitval van één van de ouders neemt de andere ouder de gebruikelijke hulp over. Dit geldt ook bij gescheiden ouders. Er wordt dan ook rekening gehouden met de gebruikelijke hulp van de ouder waar de jeugdige niet woont.
Om vast te stellen of sprake is van gebruikelijke hulp beoordeelt het college of de benodigde hulp uitgaat boven de hulp die een jeugdige van dezelfde leeftijd zonder ziekte, aandoening, beperking of andere problematiek nodig heeft. Het college houdt hierbij rekening met de volgende factoren:
Als sprake is van gebruikelijke hulp verstrekt het college geen individuele voorziening tot jeugdhulp. Hierop kan (tijdelijk) een uitzondering worden gemaakt als de ouders door (dreigende) overbelasting de gebruikelijke hulp niet kunnen bieden. Er moet dan wel een verband zijn tussen de (dreigende) overbelasting en de hulp aan de jeugdige.
Gaat het om hulp die de gebruikelijke hulp overstijgt, dan is/zijn de ouder(s) in eerste instantie nog steeds verantwoordelijk voor het bieden van deze bovengebruikelijke hulp. Het college beoordeelt dan of van ouder(s) verwacht mag worden dat ze deze hulp bieden, zoals in het eerste lid staat weergegeven. Het college maakt hierbij onderscheid tussen kortdurende en langdurende situaties:
langdurend: het gaat om chronische situaties waarbij naar verwachting de jeugdhulp langer dan drie maanden nodig is of voor meerdere periodes van drie maanden in één kalenderjaar.
Het college verwacht van ouder(s) dat zij in kortdurende situaties de bovengebruikelijke hulp bieden, tenzij dit gelet op de aard van de hulp niet kan worden verwacht of de ouders door (dreigende) overbelasting de hulp niet kunnen bieden. Er moet dan wel een verband zijn tussen de (dreigende) overbelasting en de hulp aan de jeugdige.
Als bovengenoemde factoren niet leiden tot problemen bij het kunnen verlenen van de hulp door de ouder(s), bij de beschikbaarheid van de ouder(s) voor het verlenen van de hulp, bij de belasting van de ouder(s) en bij de financiële situatie van de ouder(s) wordt van hen verwacht dat zij de bovengebruikelijke hulp (eventueel deels) verlenen. Het college verstrekt dan geen individuele voorziening tot jeugdhulp.
Als ouder(s) een beroep kunnen doen op het sociale netwerk voor het bieden van ondersteuning bij de benodigde hulp aan de jeugdige wordt van hen verwacht dat ze hier gebruik van maken. De ondersteuning die het sociale netwerk biedt, valt onder de eigen kracht. Het college verstrekt hiervoor geen individuele voorziening tot jeugdhulp.
Als de jeugdige en/of de ouder(s) een aanvullende zorgverzekering hebben die de benodigde hulp (deels) vergoedt, wordt van ouder(s) verwacht dat zij deze aanspreken. Het college verstrekt dan geen individuele voorziening tot jeugdhulp of alleen een aanvullende voorziening voor het gedeelte dat niet wordt vergoed.
Artikel 5.4 Deskundig oordeel en advies
Het college wint een specifiek deskundig oordeel en advies in, als het onderzoek of de beoordeling van een aanvraag dit vereist.
Artikel 5.5 Criteria individuele voorzieningen
Een algemene voorziening die passend en toereikend is, is voorliggend op een individuele voorziening. In elke individuele situatie moet worden beoordeeld of een algemene voorziening passend en toereikend is voor de gestelde jeugdhulpvraag. Als dit zo is, komen jeugdige en/of ouder(s) niet in aanmerking voor een individuele voorziening. Dit geldt als de algemene voorziening:
Als een individuele voorziening noodzakelijk is, verstrekt het college de goedkoopst passende, tijdig beschikbare voorziening. Als een jeugdige toch een duurdere voorziening wil die eveneens passend is, komen de meerkosten voor rekening van de jeugdige en/of ouder(s). In dergelijke situaties zal, mits aan de voorwaarden voor het verstrekken van een pgb wordt voldaan, de verstrekking plaatsvinden in de vorm van een pgb gebaseerd op de goedkoopst passende voorziening.
De jeugdige, ouder(s) of pgb-beheerder krijg(t)(en) maximaal drie keer de mogelijkheid om een veilig, doeltreffend en cliëntgericht zorg- en budgetplan aan te leveren. Indien, ook na een redelijke hersteltermijn, geen passend zorg- en budgetplan wordt aangedragen, zal de aanvraag voor ondersteuning in de vorm van een pgb worden afgewezen.
De kwaliteit van de met het pgb ingekochte professionele ondersteuning en/of hulp voldoet minimaal aan de eisen die de gemeente stelt aan de gecontracteerde zorgaanbieders die vergelijkbare ondersteuning en/of hulp leveren. Dit betekent dat de pgb-aanbieder in ieder geval:
Artikel 6.2 Professionele hulp
Van professionele hulp is sprake als de hulp verleend wordt door onderstaande personen, met uitzondering van personen uit het sociaal netwerk van de jeugdige en/of ouder(s):
personen die werkzaam zijn bij een instelling die ten aanzien van de voor het pgb uit te voeren taken/werkzaamheden ingeschreven staat in het Handelsregister (conform artikel 5 van de Handelsregisterwet 2007), en die beschikken over de relevante diploma’s die nodig zijn voor uitoefening van de desbetreffende taken; of
personen die aangemerkt zijn als Zelfstandige Zonder Personeel. Daarnaast moeten ze ten aanzien van de voor het pgb uit te voeren taken/werkzaamheden ingeschreven staan in het Handelsregister (conform artikel 5 van de Handelsregisterwet 2007) en beschikken over de relevante diploma’s die nodig zijn voor uitoefening van de desbetreffende taken; of
Artikel 6.4 Weigeringsgronden pgb
Het college verstrekt geen pgb voor ondersteuning van een pgb-aanbieder indien er twijfels zijn over de integriteit, wat zich in ieder geval voordoet indien de pgb-aanbieder:
er sprake is van feiten en omstandigheden die erop wijzen of redelijkerwijs doen vermoeden dat de pgb-aanbieder en/of zijn directie en/of de aan hen gelieerde vennootschappen een zakelijk samenwerkingsverband onderhouden met derden die in relatie staan tot strafbare feiten of daarvan verdacht worden;
Artikel 6.5 Voorwaarden pgb-beheerder
Een pgb-beheerder wordt geacht alleen de aan het pgb verbonden taken op verantwoorde wijze te kunnen uitvoeren, indien:
hij niet tevens uitvoerder is van de ondersteuning en/of hulp die met het pgb wordt ingekocht of geen relatie heeft met de uitvoerder van de ondersteuning en/of hulp, tenzij dit gezien de situatie van de jeugdige en/of ouder(s), de aard van de ingekochte ondersteuning en de waarborgen waarmee een verantwoorde besteding en verantwoording van het pgb is omgeven, naar het oordeel van het college passend wordt bevonden;
De hoogte van het pgb voor niet-professionele hulp is:
bij het bestaan van een dienstbetrekking, oftewel een overeenkomst van opdracht, gelijk aan de hoogste periodiek van FWG 30 van de CAO VVT, inclusief vakantiebijslag en de tegenwaarde van verlofuren op basis van een fulltime dienstverband. Dit tarief is ongeacht de diploma’s en werkervaring van de niet-professionele aanbieder; of
indien geen sprake is van een dienstbetrekking, oftewel een overeenkomst van opdracht, maximaal de hoogte van de tegemoetkoming per kalendermaand voor ondersteuning en/of hulp uit het sociaal netwerk zoals opgenomen in artikel 8ab, eerste lid van de Regeling Jeugdwet, ongeacht de feitelijke omvang van de voorziening;
de tegemoetkoming per kalendermaand voor schoonmaakmiddelen, levensmiddelen, kleding of reiskosten ten behoeve van de hulp zoals bedoeld in artikel 8ab, eerste lid van de Regeling Jeugdwet. De tegemoetkoming wordt berekend aan de hand van de door het college vastgestelde vergoedingenlijst die waar mogelijk gebaseerd is op richtbedragen van het Nibud.
De volgende kosten zijn toegestaan vanuit een pgb:
maximaal 13 weken pgb in EU-landen. Wanneer een jeugdige en/of ouder(s) langer dan een aaneengesloten periode van 6 weken naar het buitenland (binnen de Europese Unie) gaa(t)(n), dan moet er vóóraf toestemming worden gevraagd aan het college om het pgb in het buitenland (binnen de Europese Unie) te besteden of dit op te nemen in het zorg- en budgetplan.
Artikel 6.8 Uitbetaling van het pgb
Het pgb wordt niet rechtstreeks aan de jeugdige en/of zijn ouder(s) overgemaakt. De Sociale Verzekeringsbank doet de betalingen rechtstreeks aan de zorgverlener. De overeenkomst die de jeugdige en/of zijn ouder(s) afsluit met de zorgverlener dient door het college en de Sociale Verzekeringsbank goedgekeurd te zijn voordat de desbetreffende zorgverlener kan declareren.
HOOFDSTUK 7 AFSTEMMING MET ANDERE VOORZIENINGEN
Artikel 7.2 Afstemming gezondheidszorg en langdurige zorg
Het college maakt afspraken met de zorgverzekeraars en het Centrum Indicatiestelling Zorg hoe de continuïteit van zorg te garanderen voor jeugdigen die jeugdhulp ontvangen en de leeftijd van achttien jaar bereiken en daarmee onder de Zorgverzekeringswet of de Wet langdurige zorg komen te vallen, en hoe te voorkomen dat jeugdigen tussen wal en schip vallen wanneer er discussie is over het wettelijke kader.
Artikel 7.4 Afstemming maatschappelijke ondersteuning
Het college draagt zorg voor een goede afstemming indien een jeugdige en/of ouder(s) naast jeugdhulpvoorzieningen ook in aanmerking komen voor voorzieningen op grond van de Wmo 2015.
Artikel 7.5 Afstemming werk en inkomen
Het college spant zich daarnaast er voor in dat jeugdige en/of ouder(s), waar nodig, de juiste ondersteuning vanuit de gemeentelijke voorzieningen krijgen – zoals schuldhulpverlening, inkomensvoorzieningen, re-integratievoorzieningen en armoedevoorzieningen – om de financiële belemmeringen weg te nemen.
Hoofdstuk 8 Evaluatie en controle
Artikel 8.1 Administratie pgb-aanbieder
Bij overdracht van de jeugdige en/of ouder(s) vraagt de nieuwe aanbieder het cliëntendossier op bij de vorige aanbieder. Indien de jeugdige en/of ouder(s) ondersteuning ontvang(t)(en) in de vorm van een pgb, dient de jeugdige, ouder(s) en/of pgb-beheerder zorg te dragen voor overdracht van het dossier naar de nieuwe aanbieder.
Hoofdstuk 9 Herziening, intrekking en terugvordering
Artikel 9.1 Nieuwe feiten en omstandigheden
Degene aan wie op grond van deze verordening een individuele voorziening is verstrekt, is verplicht zo spoedig mogelijk aan het college mededeling te doen van alle feiten en omstandigheden, waarvan hem redelijkerwijs duidelijk moet zijn dat deze aanleiding kunnen zijn tot heroverweging van een besluit aangaande een individuele voorziening.
Artikel 9.3 Opschorting betaling uit het pgb
Het college kan de Sociale Verzekeringsbank gemotiveerd verzoeken te beslissen tot een gehele of gedeeltelijke opschorting van betalingen uit het pgb voor ten hoogste dertien weken als er ten aanzien van een jeugdige en/of ouder(s) een ernstig vermoeden is gerezen dat er sprake is van een omstandigheid als bedoeld in artikel 8.1.4, eerste lid, onder a, b, d of e van de wet.
Hoofdstuk 10 Waarborgen verhouding prijs en kwaliteit
Artikel 10.2 Verhouding prijs en kwaliteit zorgverleners jeugdhulp en uitvoerders kinderbeschermingsmaatregelen en jeugdreclassering
Het college kan de uiteindelijk over een kalenderjaar te betalen vergoeding aan een zorgverlener korten met maximaal het bedrag waarmee bezoldigingen en uitgekeerde ontslagvergoedingen aan al dan niet ingehuurde (deeltijd) medewerkers, bestuurders en toezichthouders over dat jaar (naar rato) meer bedragen dan de normen, zoals bedoeld in artikel 2.3 en 2.10 van de Wet normering topinkomens.
Wanneer de zorgverlener op enige wijze bedragen onttrekt aan de bedrijfsvoering op een voor de branche niet gebruikelijke, niet integere, dan wel niet marktconforme wijze wordt dit gezien als schending van de integriteit. Dit staat het leveren van ondersteuning en/of hulp in de weg en heeft tot gevolg dat het college de zorgverlener kan uitsluiten van het leveren van de ondersteuning en/of hulp, zoals omschreven in artikel 10.1, tweede lid en op basis van contracten met de aanbieders.
Het college is verplicht om bij door hem gecontracteerde of gesubsidieerde zorgverlener van preventie, jeugdhulpaanbieders of gecertificeerde instellingen te bedingen dat zij het verlenen van preventie, jeugdhulp, kinderbeschermingsmaatregelen of jeugdreclassering alleen aan derden uitbesteden indien zij die derden daarvoor een reële prijs betalen, die tot stand is gekomen met gebruikmaking van de kostprijselementen, bedoeld in het eerste lid.
Artikel 11.1 Betrekken ingezetenen bij ontwikkelen beleid
Het college stelt de jeugdige en/of ouder(s) en vertegenwoordigers van cliëntgroepen vroegtijdig in de gelegenheid om voorstellen voor het beleid betreffende jeugdhulp te doen, advies uit te brengen bij de besluitvorming over verordeningen en beleidsvoorstellen betreffende jeugdhulp, en voorziet hen van ondersteuning om hun rol effectief te kunnen vervullen.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2025-798.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.