Gemeenteblad van Maassluis
| Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
|---|---|---|---|
| Maassluis | Gemeenteblad 2025, 77659 | overige overheidsinformatie |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
| Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
|---|---|---|---|
| Maassluis | Gemeenteblad 2025, 77659 | overige overheidsinformatie |
Uitvoeringsprogramma Buitenruimte 2025
1.1 Sturing Beheer Openbare Ruimte
Sinds een aantal jaren wordt voor de sturing op het beheer van de openbare ruimte gewerkt vanuit de meerjarige beheerplannen en een daaruit voortvloeiend jaarlijks op te stellen Uitvoeringsprogramma Buitenruimte.
Dit Uitvoeringsprogramma Buitenruimte 2025 biedt een meerjarige doorkijk voor de beheerprojecten. Deze werkwijze geeft inzicht in de huidige prioriteiten en wat er in latere jaren op het beheerbordje terecht gaat komen.
De basis voor het Uitvoeringsprogramma Buitenruimte wordt gevormd door de beschikbare beheerplannen met daarin de vertaalslag van de visie op de openbare ruimte, begrotingsproducten en begrotingsposten.
Bij het opstellen van het Uitvoeringsprogramma is gebruik gemaakt van actuele vragen uit:
Informatie, wensen en noodzakelijkheid van onderhoudswerkzaamheden zijn geïnventariseerd en waar mogelijk geografisch gecombineerd, zodat projecten integraal kunnen worden opgepakt.
In dit programma is ook de stand van zaken opgenomen van de programma’s en projecten van de voorgaande jaren.
Dit Uitvoeringsprogramma Buitenruimte 2025 bestaat uit:
1.2 Doel Uitvoeringsprogramma Buitenruimte
Het “Uitvoeringsprogramma Buitenruimte 2025” heeft als doelen:
Alle nieuwe projecten in dit uitvoeringsprogramma worden in principe allemaal in het programmajaar opgestart en gerealiseerd, met regelmatig een uitloop in het jaar erna. Bij de vaststelling van het programma is dit voor alle projecten als haalbaar beoordeeld. De opdrachtomschrijving voor de projecten is in het Uitvoeringsprogramma echter nog beperkt (in de vorm van een scope-omschrijving) en de benodigde capaciteit en doorlooptijd kan daardoor alleen indicatief bepaald worden. De praktijk leert ook dat gedurende een programmajaar de planning door vele factoren beïnvloed kan worden, bijvoorbeeld door vertragingen in procedures of besluitvorming, door personele wisselingen, door marktomstandigheden etc..
Waar mogelijk/nodig worden de projecten onderverdeeld in een voorbereidingsproject (VB), een uitvoeringsproject (UV) en worden soms ook voorafgegaan door een verkenningsproject (VK). De hiervoor benodigde financiering wordt hierop, indien nodig, ook afgestemd in de verschillende jaarschijven.
Omwille van een efficiënte capaciteitsbenutting kunnen ook niet alle projecten tegelijk opgestart worden, waardoor later in het jaar te starten projecten veelal een doorloop zullen hebben in het volgende jaar. Sommige projecten zijn een vervolg op een eigen project of van een ontwikkelaar waarvan de afronding pas in de loop van het programmajaar plaats vindt. De verwachting is daarom, op grond van het hiervoor gestelde, dat niet alle projecten aan het einde van het programmajaar ook volledig gerealiseerd zullen zijn. Een realisatiepercentage van 70 tot 80% in het programmajaar en het jaar erna, moet gezien worden als “goed” tot “zeer goed”.
Bij de bestuur rapportage wordt gerapporteerd over realisatiepercentages aan de hand van resterende investeringskredieten. Deze mate van financiële uitputting geeft een indicatie, maar zeker geen volledig beeld van de voortgang van de projecten in het Uitvoeringsprogramma. Daarbij is het ook van belang om te constateren dat de budgettoekenning bij de vaststelling van het Uitvoeringsprogramma niet alleen noodzakelijk is om betalingen te kunnen verrichten, maar ook om opdrachten aan derden te kunnen verstrekken; opdrachten die mogelijk pas in het volgende jaar tot uitgaven leiden. Verder worden projecten niet alleen gedekt uit kredieten in het investeringsprogramma, maar mogelijk ook deels of volledig uit exploitatiebudgetten in onze begroting, grondexploitaties, subsidies of overige bijdragen van derden.
Een volledig beeld over de voortgang van, en prognose voor de projecten zal bij rapportages over het Uitvoeringsprogramma vorm krijgen. Om de continuïteit en kwaliteit van deze rapportages te kunnen garanderen, zal extra aandacht gegeven worden aan het opzetten van een managementinformatiesysteem (programma/project/opdracht) en de bijbehorende werkwijzen. Daarmee zal ook de afstemming tussen (project- en) programmaplanningen en de financiële planning in het kader van de begroting, verder verfijnd moeten gaan worden.
Hoofdstuk 2 beschrijft de samenhang tussen de visie op de openbare ruimte, de verschillende beheerplannen en beleidsvisies en omschrijft het proces van de totstandkoming en realisatie van het Uitvoeringsprogramma Buitenruimte.
Hoofdstuk 3 bevat een terugblik naar het Uitvoeringsprogramma Buitenruimte 2024. In paragraaf 3.1 zijn de projecten opgenomen die in 2024 afgerond zijn. In paragraaf 3.2 zijn de onderhanden projecten opgenomen uit eerdere jaren die doorlopen of nog gestart moeten worden in 2025 of wellicht later.
Hoofdstuk 4 bevat de nieuwe projecten en opdrachten voor 2025 die passen binnen de beschikbare investeringskredieten en exploitatiegelden. Waar nodig zal, bovenop de vaste bezetting van de projectleiders, extra capaciteit ingehuurd worden.
Hoofdstuk 5 geeft een doorkijk in de jaren 2026 en latere jaren van projecten die in de zogeheten "Groslijst" zijn opgenomen. Het betreft voornamelijk projecten die vanuit eerder gestarte verkenningen en voorbereidingen gaan leiden tot voorbereidings-, respectievelijk uitvoeringsprojecten. Ieder jaar wordt er opnieuw bekeken welke projecten definitief worden opgenomen in het Uitvoeringsprogramma Buitenruimte voor het volgende jaar.
Hoofdstuk 6 geeft de financiële dekking van de projecten in het Uitvoeringsprogramma Buitenruimte 2025 weer.
2. Visie en beheer van de openbare ruimte
2.1 Visie op de openbare ruimte
De Visie Openbare Ruimte 2030 (VOR) is in 2015 vastgesteld. De VOR is een overkoepelende en samenbindende visie op de openbare ruimte. De visie bakent de ambitie van de gemeente af en geeft richting aan de toekomstige ontwikkelingen ten aanzien van de openbare ruimte. De visie biedt een kompas bij de afwegingen waar de gemeente ten aanzien van de openbare ruimte voor staat.
In beheerplannen is beschreven hoe invulling wordt gegeven aan het beheer en onderhoud van alle gemeentelijke objecten. De ambitie in de VOR wordt vertaald en meegenomen in de beheerplannen en in de projecten. Deze plannen worden goed op elkaar afgestemd en zorgen er samen voor dat Maassluis haar buitenruimte goed beheert. Beheerplannen worden per vakdiscipline opgesteld voor meerdere jaren en worden indien nodig geactualiseerd.
2.3 Integraliteit in uitvoering
Informatie, wensen en noodzakelijkheid van onderhoudswerkzaamheden zijn geïnventariseerd en waar mogelijk geografisch gecombineerd, zodat projecten integraal kunnen worden opgepakt. De prioritering van de projecten is bepaald met de argumenten: technische noodzaak, veiligheid, functionaliteit, efficiency, overlastbeperking, contractuele verplichting en de bestuurlijke doelen.
Uiteindelijk zijn de projecten die bovenaan de prioriteitenlijst staan en binnen de budgetten passen in het “Uitvoeringsprogramma Buitenruimte 2025” opgenomen. Deze processtappen worden elk jaar opnieuw gemaakt om het Uitvoeringsprogramma Buitenruimte voor het volgende jaar op te stellen.
Bij aanvang van een project wordt gewerkt met een scopebeschrijving en een indicatieve kostenraming. Omdat bij het allereerste begin van een project een grove kosteninschatting op hoofdlijnen gemaakt kan worden, vanwege te veel onzekerheden en complexiteit van het project, is geconcludeerd dat projectenopdrachten dan beter gefaseerd en geformuleerd kunnen worden. In een deelopdracht kunnen één of meerdere aansluitende fasen opgenomen worden. Veel projectopdrachten worden dan gesplitst in een opdracht voor de voorbereiding en, op een later moment, voor de daadwerkelijke uitvoering.
3. Stand van zaken “Uitvoeringsprogramma Buitenruimte 2024”
3.1 Afgeronde projecten Uitvoeringsprogramma Buitenruimte 2024
In de voorafgaande Uitvoeringsprogramma’s stonden projecten die een voorbereiding en/of uitvoering in de afgelopen jaren hadden. In deze paragraaf een overzicht van de projecten die in eerdere Uitvoeringsprogramma’s waren opgenomen en in 2024 technisch zijn afgerond. Mogelijk heeft de definitieve financiële/administratieve afhandeling een langere doorlooptijd i.v.m. afhandelingen van betalingen en/of het verkrijgen van bijv. subsidies of andere bijdragen van derden.
Tabel 3.1: Projecten die in 2024 zijn afgerond
(VB = Voorbereiding / UV = Uitvoering)
3.2 Lopende projecten, onderhanden werk
In deze paragraaf een overzicht van de projecten die in eerdere Uitvoeringsprogramma’s zijn opgenomen en nog een doorloop hebben in 2025 of latere jaren. De status van deze projecten loopt uiteen van “nog te starten”, “reeds gestart”, “in uitvoering” tot “nagenoeg afgerond”.
Tabel 3.2: Lopende projecten, onderhanden werk
(VB = Voorbereiding / UV = Uitvoering)
4. Projecten Uitvoeringsprogramma Buitenruimte 2025
In dit hoofdstuk zijn de opdrachten en projecten opgenomen die technisch noodzakelijk zijn, projecten die een vervolg zijn uit voorgaande “Uitvoeringsprogramma´s Buitenruimte” (verkenning en/of voorbereiding) en projecten die voortvloeien uit overige bestuurlijke besluitvorming zoals het coalitieakkoord, verplichtingen uit contracten van gebiedsontwikkelingen of gemeentelijke beleidskeuzes.
Tabel 4.1: Overzicht projecten 2025
(VB = Voorbereiding / UV = Uitvoering)
5. Doorkijk projecten groslijst 2026 t/m 2030
In dit Uitvoeringsprogramma Buitenruimte wordt ook een doorkijk gegeven van de projecten die voor de komende jaren op de groslijst staan opgenomen. Het betreft voornamelijk projecten die vanuit eerder gestarte verkenningen en voorbereidingen leiden tot voorbereidings-, respectievelijk uitvoeringsprojecten.
Daarnaast bevat de groslijst ook projecten die op grond van urgentie niet in het programma van 2025 zijn opgenomen, en projecten die op grond van de huidige kennis zijn voorzien voor de betreffende jaren.
In onderstaande tabel is een groslijst opgenomen van projecten die mogelijk in de komende jaren in uitvoering genomen kunnen worden. Ieder jaar wordt echter opnieuw bekeken welke projecten definitief worden opgenomen in het Uitvoeringsprogramma Buitenruimte.
Tabel 5.1 Projecten Groslijst 2026 t/m 2030
(VB = Voorbereiding / UV = Uitvoering)
6.1 Benodigde versus beschikbare middelen
Van de projecten die in 2025 in uitvoering worden genomen, zoals deze in hoofdstuk 4 zijn benoemd, is een (globale) raming gemaakt. Om deze uitgaven te dekken zijn er in de gemeentelijke begroting en in het investeringsprogramma (jaarschijf 2025) al budgetten opgenomen en beschikbaar gesteld. Deze bedragen zijn o.a. gebaseerd op de diverse beheerplannen, welke door de raad zijn vastgesteld. Daarnaast worden (of zijn) subsidies aangevraagd c.q. toegekend.
In onderstaand overzicht treft u een overzicht aan van die bedragen, getotaliseerd en gespecificeerd in de diverse beheerdisciplines. Dit overzicht heeft uitsluitend betrekking op de beschikbare investeringskredieten voor 2025 en niet voor de kosten van jaarlijks onderhoud.
|
Klimaat-, en Waterplanmaatregelen / Rainproof (opgenomen in GRP) |
|||
|
Openbare verlichting (Investeringsprogramma, jaarschijf 2025) |
|||
|
Buitensport accommodaties (Investeringsprogramma, jaarschijf 2025) |
|||
Wanneer in de kolom “Verschil” een bedrag staat, houdt dat in dat het benodigde bedrag in deze jaarschijf afwijkt van de beschikbare middelen uit de begroting 2025.
Positieve bedragen houden vooralsnog een overschot van middelen in, maar blijven in de stelposten beschikbaar voor projecten in de toekomstige jaren of om eventuele overschrijdingen van de werkelijke kosten op te vangen.
Negatieve bedragen vertegenwoordigen een theoretisch tekort. Wanneer het verschil nul is, gaan we er van uit dat de genoemde projecten binnen het beschikbare budget uitgevoerd kunnen worden.
Op basis van de diverse beheerplannen zijn er in de Programmabegroting 2025 en het Investeringsprogramma (jaarschijf 2025) reeds budgetten opgenomen én door de raad vastgesteld. Via dit besluit worden deze stelposten gealloceerd naar de projecten opgenomen in dit uitvoeringsprogramma. Het Uitvoeringsprogramma Buitenruimte 2025 kent een sluitende dekking.
Grote fluctuaties in benodigde budgetten zijn te vinden bij Rehabilitaties en Groot Onderhoud. Deze werkzaamheden vinden relatief weinig plaats en kennen zeer hoge kosten. Om de grote pieken en dalen in deze kosten op te kunnen vangen, zonder een onrustig beeld in de begroting te creëren is voor een aantal werkgebieden een egalisatiereserve of voorziening aanwezig. Voor de Riolering is een voorziening beschikbaar, voor Wegen, Bruggen en Kademuren is er een onderhoudsreserve.
Op de navolgende taakvelden worden in 2025 niet de volledige stelposten ingezet:
Voor Riolering is een stelpost van € 1.632.000 in de begroting 2025 opgenomen. Van deze stelpost zal € 235.000 in 2025 niet ingezet worden en beschikbaar blijven voor projecten in opvolgende jaren.
Voor Wegen is een stelpost van € 2.200.000 in de begroting 2025 opgenomen. Van deze stelpost zal € 450.000 in 2025 niet ingezet worden en beschikbaar blijven voor projecten in opvolgende jaren.
Voor Sluispolder-West is een stelpost van € 3.065.000 in de begroting 2025 opgenomen. In 2025 zal een project van € 150.000 in uitvoering worden genomen. De besteding van het resterende krediet (€ 2.915.000) zal pas in 2026 en 2027 plaatsvinden in verschillende projecten voor het bouw-, en woonrijp maken van de buitenruimte.
Bij buitensport accommodaties is een jaarlijkse stelpost van € 200.000 ton beschikbaar voor de vervangingsinvesteringen van het bestaande areaal. In 2025 is er daarnaast nog een krediet van € 487.600 uit eerdere jaren beschikbaar. Het in 2025 niet aan te wenden investeringskrediet van € 164.451 blijft in de stelpost beschikbaar voor de uitgaven die in 2026 en latere jaren nog verwacht worden. De daarvoor geplande vervangingen in de komende jaren zijn , onder voorbehoud, in de groslijst op pagina 15 opgenomen.
Voor een tweetal projecten uit eerdere Uitvoeringsprogramma’s is het noodzakelijk gebleken om de scopes uit te breiden met extra werkzaamheden en hiervoor in 2025 aanvullende kredieten beschikbaar te stellen. Dit betreft de navolgende projecten:
Het Rainproof herinrichten van het centrale grasveld (Ververij, Touwslagerij en Scheerderij) en de direct aanliggende verharding. Renovatie van de DWA, aanleg oppervlakkige afvoer van HWA, creëren van extra ruimte voor water, spelen en biodiversiteit in het groen.
2. Taanschuurpolder (project 21013)
Aanleg van een HWA stelsel in het onderbemalingsgebied “Maarten Trompstraat”.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2025-77659.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.