Gemeenteblad van Heumen
| Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
|---|---|---|---|
| Heumen | Gemeenteblad 2025, 76811 | beleidsregel |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
| Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
|---|---|---|---|
| Heumen | Gemeenteblad 2025, 76811 | beleidsregel |
Windbeleid: beleidsregels Windenergie gemeente Heumen
De energietransitie maakt dat met meer belangstelling gekeken wordt naar de mogelijkheid om windenergie in te zetten. Dit omdat zonne-energie alleen onvoldoende is om de herijkte energieopgave 2030 en 2050 (vastgesteld in 2023) te kunnen halen. Elektrische energie uit warmte, waterkracht of kernenergie is op korte termijn niet te realiseren.
Elektriciteitsneutraal én minder last van netcongestie
Windenergie kan voorzien in de behoefte om de doelstelling van elektriciteitsneutraliteit in 2030 te halen. Dat kan zowel grootschalig (met grotere windturbines) als kleinschalig door bijvoorbeeld (agrarische) ondernemers.
Verder is er het vraagstuk van de netcongestie. Zonne-energie levert energiepieken midden op de dag en (op jaarniveau bekeken) in de maanden april tot en met september. Tijdens die pieken raakt het stroomnet verstopt. Op andere momenten wekken zonnepanelen veel minder stroom op. Windenergie kan zorgen voor elektriciteit op momenten dat zonne-energie niet beschikbaar is (nacht; winter). En daarmee kent de aanlevering van duurzame energie minder pieken en dalen. En dat heeft een positief effect op de netcongestie.
Beleidsregels geven kaders voor vergunningaanvragen
Windenergie kent – net als iedere vorm van energieopwekking – voor- en nadelen. Daarom zijn er landelijke en provinciale regels voor veiligheid, geluid- en schaduwhinder. Deze regels zijn samengevat in hoofdstuk 2. De gemeente Heumen heeft in aanvulling daar op deze beleidsregels uitgewerkt. Hiermee geven we ook kaders voor bijvoorbeeld landschappelijke inpassing. De gemeente Heumen staat open voor windenergie, maar wel binnen voorwaarden. De algemene uitgangspunten zijn uitgewerkt in hoofdstuk 3. Dit beleidsdocument geeft de kaders waaraan toekomstige vergunningaanvragen getoetst kunnen worden.
1.1 Waarom beleidsregels voor windenergie?
De energietransitie maakt dat met meer belangstelling gekeken wordt naar de mogelijkheid om windenergie in te zetten. Op 23 april 2023 heeft de raad de herijkte energieopgave 2030 en 2050 voor de gemeente Heumen vastgesteld. Deze herijkte energieopgave is een geactualiseerde versie van het rapport van Royal Haskoning uit 2017.
Met het vaststellen van deze herijkte opgave heeft onze gemeente zich als doel gesteld om in 2030 elektriciteitsneutraal te zijn. De prioriteitsvolgorde daarbij was zon, waterkracht en windenergie. Al in 2021 heeft de raad daarom een tender uitgeschreven om via zonne-energie in een deel van de elektriciteitsbehoefte te voorzien. Het resultaat is de ontwikkeling van het Zonnepark Teerse Sluispolder.
Het bureau Overmorgen heeft eind 2022 een prognose opgesteld van de elektriciteit die in Heumen in 2030 zelf zal opwekken. De totalen zijn weergegeven in Megajoules (MJ) en Terajoules (TJ):
Tabel 1. Gerealiseerd elektrisch vermogen zonne-energie en te realiseren volgens prognose
In deze prognose zijn zowel de opbrengsten van het zonnepark als de inspanningen van inwoners en bedrijven meegenomen. Uit deze prognose blijkt dat er 2030 nog een tekort van 33,3 TJ resteert. De vraag is dan op welke wijze in dit tekort kan worden voorzien.
Recente beleidswijzigingen bij het rijk en provincie maken dat de uitbreiding van zonne-energie de komende jaren minder snel zal gaan. Bovendien is het algemene beeld dat Nederland te klein is om alle benodigde energie alleen met zonnepanelen op te wekken. Er zijn dus andere vormen van duurzame energie nodig om de doelstelling te halen.
Daarom is ook serieus gekeken naar de opties van waterkracht. Uit contacten met Rijkswaterstaat bleek dat een waterkrachtcentrale (vernieuwing van de stuw Nederasselt/Grave) vóór 2030 niet aan de orde is. In de herijkte opgave is vastgesteld dat waterkracht alleen pas weer in beeld komt als het een haalbare optie blijkt. De prioriteitsvolgorde is daarmee zon en wind. Daarom oriënteert onze gemeente zich ook op windenergie.
Mede daarom is aan Arcadis gevraagd om de zogenaamde Windstudie te actualiseren. Hierin zijn de resultaten van de PlanMER RES meegenomen. Uit deze inventarisatie van mogelijke milieueffecten van windenergie bleek dat er in Heumen ruimte is voor windenergie.
De Windstudie neemt deze resultaten mee en beschrijft de mogelijkheden om – gelet op verschillende mogelijkheden en beperkingen – grotere windturbines in onze gemeente te plaatsen. De uitkomst van de Windstudie is dat deze mogelijkheden er zijn.
1.3 De potentie van windenergie
Windenergie kan voorzien in de behoefte om de doelstelling van elektriciteitsneutraliteit in 2030 te halen. Dat kan zowel grootschalig (met grotere windturbines) als kleinschalig door bijvoorbeeld (agrarische) ondernemers.
Verder is daar het vraagstuk van netcongestie: het stroomnet raakt op momenten overbelast doordat er meer stroom geleverd en/of gevraagd wordt dan het netwerk kan verwerken. De oorzaak is een combinatie van:
Zowel voor afname als teruglevering is er in onze gemeente een tekort aan transportcapaciteit.
Figuur 1. Netcongestie in de gemeente Heumen1
Dat betekent een wachtrij voor nieuw aanvragen. Heel concreet: woningen, bedrijven en instellingen kunnen (tijdelijk) niet worden aangesloten óf worden beperkt in hun bedrijfsvoering.
Wat heeft windenergie hiermee te maken? Zonne-energie levert energiepieken midden op de dag en (op jaarniveau bekeken) in de maanden april tot en met september. Op andere momenten is er veel minder duurzaam opgewekte energie beschikbaar. Windenergie kan zorgen voor elektriciteit op momenten dat zonne-energie niet beschikbaar is (nacht; winter). Daarmee kent de aanlevering van duurzame energie minder pieken en dalen. En dat heeft een positief effect op de netcongestie.
In het kader van de RES hebben alle regiogemeenten afgesproken om windenergie serieus te onderzoeken en stimuleren. Dit onderzoek vindt wel plaats binnen alle grenzen, normen, mogelijkheden en raadsbesluiten. Dit onderzoek concentreert zich vooral in gemeenten waar uit de PlanMER RES is gebleken dat er (meer) mogelijkheden zijn voor de opwekking van windenergie.
1.4 Windenergie heeft ook nadelen
Windenergie kent – net als iedere vorm van energieopwekking – voor- en nadelen. De gemeente Heumen heeft daarom deze beleidsregels uitgewerkt. Dit beleidsdocument geeft de kaders waaraan toekomstige vergunningaanvragen getoetst kunnen worden. Vaststelling van dit beleidskader geeft zowel de gemeente als de initiatiefnemers houvast bij het uitwerken van een voornemen om een windmolen te plaatsen.
De Omgevingswet bepaalt dat voor initiatieven voor windturbineparken tussen 5 en 100 MW de provincie het bevoegd gezag is. De Provincie heeft dan de taak om de projectprocedure te doorlopen en neemt vervolgens een projectbesluit. Dit projectbesluit vervangt een deel van de regels van het omgevingsplan rechtstreeks. Dit zijn de regels die specifiek gericht zijn op het toelaten van de windturbines op locaties.
De provincie draagt deze bevoegdheid over aan de gemeente Heumen wanneer we het project zelf willen uitvoeren. Zo heeft een initiatiefnemer maar met één overheid te maken. De provincie ondersteunt de gemeente dan met kennis en advies.
Voor kleine windmolens en windmolens - bijvoorbeeld op een (boeren) erf – tot een vermogen van 5 MW besluit de gemeente over het afgeven van een omgevingsvergunning.
Op een aantal plekken wordt bij voorwaarden het woord aantoonbaar gebruikt. Met aantoonbaar bedoelen we dat de initiatiefnemer zelf moet aantonen dat aan de voorwaarden is voldaan. Dat kan bijvoorbeeld via metingen of documenten (zoals officiële verklaringen, documentatie bij een windmolen, gespreksverslagen enz.).
2. Rijks- en provinciaal beleid
Bij het maken van deze beleidsregels is onze gemeente gebonden aan de regels van hogere en medeoverheden. Een initiatiefnemer moet zich altijd zelf in de actueel geldende regels verdiepen omdat beleid en uitspraken van de rechter kunnen veranderen vóórdat dit document is geactualiseerd. Om ons gemeentelijk beleid in perspectief te plaatsen én om initiatiefnemers op weg te helpen vatten wij beleid en regelgeving hieronder beknopt samen.
De Nationale Omgevingsvisie (NOVI) gaat uit van een windpark bij een verzameling van 3 of meer windturbines.2 De NOVI vraagt expliciet ruimte voor zowel klimaatadaptatie als energietransitie. Daarbij is er een voorkeur voor grootschalige clustering van duurzame energieproductie.
Tegelijk wordt aangegeven dat een natuurinclusief ontwerp en beheer van het windpark van belang zijn om verstoring of aantasting van natuur en biodiversiteit zoveel mogelijk te voorkomen. Verder moeten bewoners van een gebied worden betrokken in het project en waar mogelijk moeten ze meeprofiteren.
Landelijke normen voor geluid, slagschaduw en veiligheid
De voorheen geldende landelijke normen voor windparken ten aanzien van geluid, slagschaduw en veiligheid zijn door de Raad van State buiten toepassing verklaard. 3 Nieuwe normen zijn nodig. Deze zullen een plek krijgen in het Besluit activiteiten leefomgeving (Bal) en het Besluit kwaliteit leefomgeving (Bkl). Zolang er geen nieuwe landelijke normen zijn moet altijd een milieubeoordeling (MER) worden opgesteld.
De uitspraak heeft géén gevolgen voor 1 of 2 losse windturbines. 4 Daarom bespreken we hieronder de normen voor 1 of 2 losse windturbines:
Geluid: 5 Om geluidshinder te voorkomen mag een windmolen niet te dicht bij huizen staan. Een windmolen mag gemiddeld niet meer dan 47 decibel geluid maken (“geprojecteerd op een geluidgevoelig gebouw”). 's Nachts mag dit niet meer dan gemiddeld 41 decibel zijn. Hiervoor worden metingen op gevels van woningen in de buurt verricht. Gemiddeld betekent dit dat er tijdelijk een hogere geluidsbelasting mogelijk kan zijn.
(N.B. Er ligt op het moment van schrijven een concreet voorstel om deze norm te veranderen in 45 dB Lden en 39 dB Lnight ). 6 .
Slagschaduw: 7 Te veel slagschaduw is niet toegestaan. Dit geldt voor gevoelige gebouwen met een woonfunctie, onderwijsfunctie, gezondheidszorgfunctie (met “bedgebied”8) en kinderopvang (met bedgebied). Daarom is in die gevallen een stilstandsvoorziening (software die de windmolen stilzet) nodig wanneer:
Veiligheid: de exploitatie van een windmolens brengt risico’s met zich mee: een (stuk van een) blad van de windturbine kan er afvallen, een gondel kan vallen of een mast kan breken.9
(N.B. Er ligt op het moment van schrijven een concreet voorstel om de grenswaarde vast te stellen. Het gaat om het plaatsgebonden risico van de activiteit in de directe omgeving waarvan het risico wordt verhoogd naar 1 op de 1.000.000 per jaar voor kwetsbare gebouwen en locaties en zeer kwetsbare gebouwen.)
Algemene afstandsnorm voor bebouwing: Op het moment van schrijven ligt er een concreet voorstel om een algemene afstandsnorm vast te stellen van 2x de tiphoogte voor een ‘windturbine gevoelig gebouw’. Binnen deze afstand mogen er geen windturbine gevoelige gebouwen staan. Een windturbinegevoelig gebouw is een gebouw of een gedeelte van een gebouw met een:
Het provinciaal beleid betreft hoofdzakelijk grotere windturbines. 10 Om deze mogelijk te maken:
De provincie Gelderland heeft in de Beleidslijn windenergie verder nog de volgende uitgangspunten opgenomen:
Het regionaal beleid is opgenomen in de Regionale Energie Strategie (RES 1.0) van de Groene Metropoolregio Arnhem Nijmegen.11 Dit beleid betreft voor wat windenergie betreft hoofdzakelijk grotere windturbines. De volgende hoofdlijnen uit de RES 1.0 zijn van belang voor de beleidsregels van de gemeente Heumen:
3. Algemene uitgangspunten gemeente Heumen
3.2 Hoofddoel is energieopwekking voor eigen gebruik
De inzet van windenergie levert een bijdrage aan de ambitie van de gemeente Heumen om in 2030 elektriciteitsneutraal en in 2050 klimaatneutraal te zijn.
Wij willen het groene en landschappelijke karakter van onze gemeente graag behouden. Daarom werken wij in principe niet mee aan voorstellen om windparken op te richten met een capaciteit die veel groter is dan voor onze gemeente noodzakelijk is.
En bij het beoordelen van verzoeken bekijken wij of de geplande capaciteit in overeenstemming is met benodigde elektrische energie bij de initiatiefnemer dan wel in ons verzorgingsgebied.
4. Middelgrote windmolens (tiphoogte tot 35 meter)
Een middelgrote windmolen heeft een maximale tiphoogte van 35 meter. De impact van dit type windmolen is te groot voor plaatsing in stedelijk gebied. Deze windmolens zijn dan ook alleen geschikt voor het buitengebied of voor anderszins afgelegen en ruime percelen. Ook zijn middelgrote windmolens voorstelbaar op sommige locaties op een bedrijventerrein. Deze zijn echter niet geschikt in of zeer nabij primair woongebied.
4.2 Hoofddoel is energieopwekking voor eigen gebruik
De inzet van windenergie levert een bijdrage aan een klimaatneutrale energieopwekking voor de inwoners en bedrijven van onze gemeente.
Wij willen het groene en landschappelijke karakter van onze gemeente graag behouden. Daarom werken wij niet mee aan voorstellen om windparken op te richten met een capaciteit die veel groter is dan noodzakelijk.
Bij het beoordelen van verzoeken bekijken wij of de hoeveelheid opgewekte energie enigszins in verhouding staat tot het jaarverbruik van de initiatiefnemer of de toekomstige energiebehoefte. De energieproductie door wind blijft ondergeschikt aan de hoofdtaak van de (agrarische) bedrijfsvoering. Wij baseren ons daarbij op het energieverbruik in de drie jaar voorafgaand aan de aanvraag. Bij nieuwe ontwikkelingen (dus waar nog geen ervaringscijfers beschikbaar zijn) baseren wij ons op de plannen (mits die deugdelijk en controleerbaar onderbouwd).
Wij realiseren ons dat mogelijk enige mate van overproductie en teruglevering nodig is om een haalbare businesscase op te stellen. Als dat het geval is licht de aanvrager dit bij de aanvraag toe.
4.3 Uitgangspunt: één (of enkele) windmolen per perceel
Om het groene en landschappelijke karakter van onze gemeente te behouden willen wij voorkomen dat het hele landschap wordt volgebouwd met middelgrote windmolens. Kortgezegd: wij willen voorkomen dat in het buitengebied op of buiten erven windmolenparken ontstaan of verspreid door het buitengebied clusters van windmolens worden geplaatst.
Wij werken daarom niet mee aan initiatieven waarbij een initiatiefnemer een weiland vol bouwt met middelgrote windmolens om zo een lokale elektriciteitsproducent te worden.
Wij steunen de plaatsing van een kleinere windmolen voor eigen gebruik al dan niet in combinatie met de energiebehoefte van een beperkt aantal omwonenden. Wanneer één windmolen voor het jaarverbruik niet voldoende is onderbouwt de aanvrager met een berekening hoeveel windmolens dan wel nodig zijn. Dat doen we zoals beschreven in § 4.2.
4.4 Opwekcapaciteit wordt bij voorkeur gecombineerd met opslagcapaciteit
Duurzame energie wordt lang niet altijd opgewekt op momenten dat elektrische energie het hardst nodig is. Verder zien we dat de opwekking van duurzame energie zorgt voor piekbelasting op het elektriciteitsnet. Dit zorgt voor overbelasting (ook wel netcongestie genoemd). De netbeheerders maken veel kosten om de transportcapaciteit van het net te vergroten.
Een gelijkmatige aanlevering van duurzame elektrische energie aan het net vermindert de congestie, voorkomt stroomuitval en zorgt voor lagere kosten voor het beheer van het stroomnet.
Daarom vragen wij initiatiefnemers voor middelgrote windmolens om tegelijk met de aanvraag voor windenergie óók een voorstel indienen voor opslagcapaciteit. Dit draagt bij aan een evenwichtige toedeling van functies. Dit heeft naar verwachting ook een positief effect op de businesscase van de aanvrager.
Alternatieven zouden kunnen zijn dat de initiatiefnemer op drukke momenten op het stroomnet op verzoek van Liander de windmolen stilzet. De initiatiefnemer toont in dat geval schriftelijk aan dat deze hierover overleg met netbeheerder Liander heeft gevoerd.
4.5.1 Een windmolen gaat zoveel mogelijk op in het landschap
De windmolen wordt bij voorkeur geplaatst op of nabij een bestaand bouwvlak. Wanneer dit niet mogelijk is (bijvoorbeeld door het ontbreken van voldoende wind op die locatie of door gevolgen voor aanwezige flora of fauna) motiveert de initiatiefnemer dit in de aanvraag. Er wordt zo nodig (in overleg) de minst impactvolle plek gezocht ten aanzien van de landschappelijke waarden ter plaatse (bijvoorbeeld zichtlijnen) en ecologische structuur.
4.5.2 Het zichteffect voor omwonenden is beperkt
In onze gemeente is het niet te voorkomen dat omwonenden (in enige mate) zicht hebben op een windmolen op een ander perceel. Wij stellen daarom niet als voorwaarde dat een windmolen niet zichtbaar mag zijn. Wel kan dit betekenen dat de initiatiefnemer andere stappen moet zetten in het kader van participatie. We zullen per situatie het effect beoordelen.
blijft aantoonbaar binnen de landelijk geldende geluidsnormen voor kleinere windmolens12
4.5.3 Zoveel mogelijk binnen het bouwvlak of zo dicht mogelijk grenzend aan het bouwvlak
Vanuit het streven naar clustering van bebouwing (compacte erven) willen we dat zo veel mogelijk wordt aangesloten bij bestaande bouwmogelijkheden. Bijkomend voordeel is dat in mindere mate landbouwgrond of natuurgrond wordt ingezet voor energieproductie. Dat betekent concreet dat een erfmolen zoveel mogelijk wordt gebouwd op een bestaand bouwvlak waar deze bouwmogelijkheden al bestaan. De minst zichtbare zijde van het bouwvlak heeft de voorkeur.
De positionering op het bouwvlak moet bekeken worden o.a. in verhouding tot de bestaande bebouwing of andere cultuurlandschappelijke structuren zoals wegen of watergangen, windvang, landschappelijke waarden (zichtlijnen) en aansluitmogelijkheden maar bij voorkeur staan windmolens achteraan op het bouwvlak, op de verst mogelijke plek vanaf de openbare weg.
Soms leent een bouwvlak zich hier niet voor. Of zijn de mogelijkheden door andere gebouwen al vergeven. Ook kan het zijn dat de wind op het bouwvlak onvoldoende is voor een kleine windmolen. Of dat plaatsing binnen/naast een bouwvlak een groot effect heeft op flora en fauna.
In dat geval wordt (bij voorkeur zo dicht mogelijk bij of grenzend aan het bestaand bouwvlak) naar een alternatieve mogelijkheid gezocht. Wanneer de initiatiefnemer van dit uitgangspunt wil afwijken motiveert deze dit in de aanvraag. In overleg kunnen we zoeken naar de locatie die de minste effecten heeft voor omgeving en omwonenden.
Wij werken niet mee aan de plaatsing van erfmolens in het Gelders Natuurnetwerk (GGN).
Bij middelgrote windmolens toetst de initiatiefnemer het effect van de windmolen op (flora en) fauna (met name effect op vogels en vleermuizen in het gebied) en deelt deze informatie bij de vergunningaanvraag.
Een windmolen mag in principe niet ten koste gaan van bestaande bomen of bos. Er worden dus in principe op eigen terrein geen bomen gekapt om de windmolen een (goede) opbrengst te laten leveren. (In buitengebied van de gemeente Heumen is buiten het bouwvlak altijd een vergunning nodig voor het kappen van een boom!).
Een aanvraag wordt beoordeeld op gevolgen voor ecologie en landschap. Het plaatsen van een windmolen (of het vergroten van het rendement) levert geen argumenten op voor deze beoordeling (namelijk dat de windmolen de ecologie zou verbeteren). Zo ligt het ook niet voor de hand om voor een windmolen bomen te kappen die eerder in het kader van een inpassingsverplichting zijn geplant.
Wanneer er voor de succesvolle plaatsing van een windmolen toch één of enkele bomen gekapt moeten worden doet de initiatiefnemer een voorstel voor compensatie. Het oordeel of deze compensatie voldoende is ligt bij de gemeente.
De initiatiefnemer voert overleg met de omwonenden die de te plaatsen windmolen zullen zien of horen. De initiatiefnemer informeert of zij bezwaar hebben tegen het plaatsen van een windmolen. Wanneer er binnen een straal van 300 meter geen vaste omwonenden zijn hoeft de initiatiefnemer geen overleg te voeren.
Het is in Nederland niet te voorkomen dat omwonenden iets van de windmolen kunnen zien of horen. Dat vragen wij dan ook niet van een initiatiefnemer. Wat wij wel vragen is dat alle bezwaren die worden geuit serieus worden besproken en dat de initiatiefnemer probeert een oplossing te vinden om (redelijkerwijs) zoveel mogelijk aan deze bezwaren tegemoet te komen.
Wat wij beoordelen is of de initiatiefnemer voldoende met de omwonenden heeft overlegd. Ook beoordelen wij of deze voldoende rekening heeft gehouden met eventuele bezwaren door aanpassingen te doen om aantoonbare effecten te verminderen.
Wij vragen van de initiatiefnemer om gespreksverslagen te maken van deze (groeps)gesprekken en die aan de betrokkenen voor te leggen zodat deze verslagen de inhoud van de gesprekken goed weergeven.
Via het omgevingsloket moet een omgevingsvergunning (bopa) aangevraagd worden voor strijdig planologisch gebruik in combinatie met (in ieder geval) een aanvraag omgevingsvergunning voor het bouwen.
In dit geval vragen wij meer aandacht voor een goed voortraject. Er is hierbij immers sprake van een complexer proces waarbij beleidsvoorwaarden, onderzoeksplicht en participatie een rol spelen.
Daarom heeft het de voorkeur dat wij eerst een vooroverleg – positief – hebben afgerond. Hierin bereiden we de definitieve aanvraag voor en maken we de benodigde afspraken om dit traject goed en soepel te kunnen doorlopen. Het kan echter ook zo zijn dat we gemotiveerd aangeven waarom wij denken dat er geen goede slaagkans is voor het initiatief.
Wanneer een inschatting van de aan te vragen procedure (en haalbaarheid) gewenst wordt, dan kunnen potentiële aanvragers contact opnemen met de bouwbalie via onze reguliere mogelijkheden.
4.12 Stappenplan vergunningaanvraag
Een initiatiefnemer vraagt een vergunning aan via de website van de gemeente Heumen:
5. Grote windturbines (tiphoogte vanaf 35 meter)
5.2 Grotere windturbines: vanwege de impact wijst de gemeenteraad zoekgebieden aan
Het plaatsen van grotere windturbines heeft impact op een groter gebied en op meer personen dan op de grond van de initiatiefnemer alleen. Vanwege de grote impact op landschap en inwoners wegen wij de belangen zorgvuldig. Daarom wijst de gemeenteraad vooraf zoekgebieden aan. De gemeente Heumen werkt niet mee aan verzoeken tot plaatsing van windmolens op andere locaties.
Daarbij worden de volgende uitgangspunten in acht genomen:
5.5 Zichteffect vanuit omliggende kernen is beperkt
Het is in onze gemeente niet mogelijk om een locatie te vinden waarbij niemand zicht heeft op een windmolen. Wel kan bij de exacte inpassing rekening worden gehouden met de zicht vanuit de nabij gelegen woonkernen.
Uit visualisaties die voor andere gemeenten zijn gemaakt wordt overigens duidelijk dat er alleen aan de randen van de woonkernen eventueel zicht is op windturbines. Op andere plekken staan er al snel huizen en bomen die het zicht op de windturbine wegnemen.
5.7 Hoofddoel is energieopwekking voor eigen gemeente
De inzet van windenergie levert een bijdrage aan een klimaatneutrale energieopwekking voor de inwoners en bedrijven van onze gemeente.
Wij willen het groene en landschappelijke karakter van onze gemeente graag behouden. Daarom werken wij in principe niet mee aan voorstellen om windparken op te richten met een capaciteit die veel groter is dan voor onze gemeente noodzakelijk is. Bij het beoordelen van verzoeken bekijken wij of de geplande capaciteit in overeenstemming is met benodigde elektrische energie in ons verzorgingsgebied. Voor grotere windturbines baseren wij ons op de capaciteitsberekening zoals die in 2024 door het bureau Overmorgen is opgesteld.
5.9 Opwekcapaciteit wordt bij voorkeur gecombineerd met opslagcapaciteit
Duurzame energie wordt lang niet altijd opgewekt op momenten dat elektrische energie het hardst nodig is. Verder zien we dat de opwekking van duurzame energie zorgt voor piekbelasting op het elektriciteitsnet. Dit zorgt voor overbelasting (ook wel netcongestie genoemd). De netbeheerders maken veel kosten om de transportcapaciteit van het net te vergroten.
Een gelijkmatige aanlevering van duurzame elektrische energie aan het net vermindert de congestie, voorkomt stroomuitval en zorgt voor lagere kosten voor het beheer van het stroomnet.
Het heeft onze sterke voorkeur dat initiatiefnemers tegelijk met de aanvraag voor windenergie óók een aanvraag indienen voor opslagcapaciteit. Dit draagt bij aan een evenwichtige toedeling van functies. Dit heeft naar verwachting ook een positief effect op de businesscase van de aanvrager.
Alternatieven zouden kunnen zijn dat de initiatiefnemer op drukke momenten op het stroomnet op verzoek van Liander de windmolen stilzet. De initiatiefnemer toont in dat geval schriftelijk aan dat deze hierover overleg met netbeheerder Liander heeft gevoerd.
5.10 De capaciteit moet passen binnen het regionale aanbod van de RES 1.0
Het beleid van de provincie m.b.t. windenergie bevat kaders waar wij ons ook aan moeten houden.
Als gemeente werken we samen met de regio – ook voor ons energiebeleid. Dit om verrassingen net buiten de eigen gemeentegrens te voorkomen.
De ingediende voorstellen moeten daarom passen binnen de capaciteitsafspraken die we regionaal hebben gemaakt. Deze zijn vastgelegd in de RES 1.0. Daarom geldt voor grotere windturbines dat de opgewekte capaciteit en de locatie moet passen binnen het regionale aanbod. Initiatiefnemers kunnen de inhoud van RES raadplegen op: www.gmr.nl/res/
5.11 Technische eisen en veiligheid
5.11.1 Voldoen aan wettelijk vastgelegde eisen voor installatie en energieopwekking
De windmolen voldoet aan de technische eisen zoals zijn beschreven in § 2.1 van deze beleidsregels en aan de eisen zoals die zijn vastgelegd in het Besluit windturbines leefomgeving.
5.11.2 Minimaal voldoen aan wettelijke eisen m.b.t. veiligheid
Windturbines hebben een maximale tiphoogte van circa 245 meter (met ashoogte 166 meter).
De gebruikte materialen worden tenminste gerecycled conform wet- en regelgeving.
5.11.7 Verantwoordelijkheid ligt bij initiatiefnemer
De Initiatiefnemer is verantwoordelijk voor de hele installatie: van voorbereiding en bouw tot en met de ontmanteling.
5.12 Geluid, hinder en gezondheid
De windturbine voldoet op het moment van de vergunningaanvraag aan alle wettelijke normen voor gezondheid.
Bij de geluidsberekening wordt rekening met bekende (maar nog niet gerealiseerde) grootschalige woningbouwlocaties.
De initiatiefnemer beperkt overlast (in redelijkheid) zo veel als mogelijk. Zo vergoedt de initiatiefnemer de kosten voor geluidsisolatie en luchtverversing in de woning wanneer de woning of het bedrijfspand binnen een afstand van twee keer de tiphoogte van de windturbine is gelegen.
De initiatiefnemer voorkomt hinder door slagschaduw op woningen/gebouwen na melding via app. De windturbine voldoet aan de landelijke richtlijnen hiervoor en zet op momenten dat de normen overschreden worden de windmolen stil.
De initiatiefnemer zorgt ervoor dat hinder voor natuur en omwonenden als gevolg van verlichting van windturbines wordt beperkt, door een naderingsdetectie voor vliegtuigen aan te brengen conform de bepalingen van RVO, zodat verlichting op de windmolens alleen aangaat wanneer een vliegtuig in de buurt komt.
De initiatiefnemer c.q. rechtsopvolger draagt de volle verantwoordelijkheid, inclusiefkosten, voor de verwijdering van de windturbine, zodra beëindiging c.q. verwijdering aan de orde is. Dit wordt contractueel vastgelegd. De initiatiefnemer wordt daarnaast contractueel gehouden op een geblokkeerde rekening jaarlijks een nader te bepalen deel van de ontmantelingskosten te storten om bij een eventueel faillissement de kosten voor de gemeente te dekken.
Het is in Nederland niet te voorkomen dat omwonenden iets van de windmolen kunnen zien of horen. Dat vragen wij dan ook niet van een initiatiefnemer. Wat wij wel vragen is dat de initiatiefnemer alle bezwaren die worden geuit serieus bespreekt en probeert een oplossing te vinden om (redelijkerwijs) zoveel mogelijk aan deze bezwaren tegemoet te komen.
Wat wij beoordelen is of de initiatiefnemer voldoende met de omwonenden heeft overlegd. Ook beoordelen wij of de initiatiefnemer voldoende rekening heeft gehouden met eventuele bezwaren door aanpassingen te doen. Verder zullen wij bekijken of de initiatiefnemer redelijkerwijs voldoende heeft gedaan.
Het college kan gemotiveerd afwijken van één van bovenstaande kaders om een evenwichtige toedeling van functies mogelijk te maken.
De gemeenteraad heeft een bindend adviesrecht bij de aanvraag omgevingsvergunning en kan een aanvraag op deze manier goed- of afkeuren. Wij willen echter dat de raad al veel eerder wordt betrokken in het voorbereidingsproces van een formele aanvraag door een principebesluit te nemen.
Dit principebesluit bevat in ieder geval de volgende informatie:
De initiatiefnemer levert de informatie aan die nodig is voor het nemen van het principebesluit.
5.18 Stappenplan vergunningaanvraag
De initiatiefnemer vraagt een vergunning aan via de website van de gemeente Heumen:
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2025-76811.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.