Beleidsregels Collectieve zorgverzekering voor minima gemeente Steenbergen

Burgemeester en wethouders van Steenbergen:

Overwegende dat het wenselijk is beleidsregels ter uitvoering van de collectieve zorgverzekering voor minima vast te stellen;

Gelet op artikel 4:81 Algemene wet bestuursrecht en artikel 35 lid 3 van de Participatiewet;

Besluiten:

De beleidsregels ‘’Collectieve zorgverzekering voor minima gemeente Steenbergen’’ vast te stellen.

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Artikel 1 Begripsbepaling

• 1. Alle begrippen die in deze regeling worden gebruikt en niet nader worden omschreven hebben dezelfde betekenis als in de Participatiewet, de Algemene wet bestuursrecht en de Gemeentewet.

• 2. In deze beleidsregels wordt verstaan onder:

  • a. de wet: de Participatiewet;

  • b. voorziening: de door de ISD Brabantse Wal bij een zorgverzekeraar gecontracteerde zorgverzekering(en), waarbij de ISD Brabantse Wal een tegemoetkoming in de premie betaald aan de zorgverzekeraar via de bijzondere bijstand;

  • c. peildatum: 1 januari van het jaar van deelname aan de collectieve zorgverzekering;

  • d. laag inkomen: een inkomen tot en met 130% van de toepasselijke bijstandsnorm exclusief vakantiegeld.

Hoofdstuk 2 Recht op deze voorziening

Artikel 2 Recht op deze voorziening

Om recht te hebben op de voorziening moet op de peildatum aan alle hieronder genoemde voorwaarden worden voldaan:

• 1. als inwoner ingeschreven staan bij de Basisregistratie personen (Brp) van de gemeente Steenbergen en 18 jaar of ouder zijn;

• 2. er moet sprake zijn van een feitelijk verblijf op het adres zoals opgenomen in de Brp;

• 3. er moet sprake zijn van een rechtmatig verblijf in Nederland als bedoeld in artikel 11 van de wet;

• 4. er mag geen sprake zijn van detentie als bedoeld in artikel 13, eerste lid, onder a van de wet;

• 5. op de peildatum is er sprake van een laag inkomen zoals bedoeld in artikel 1, tweede lid onder d;

• 6. er mag geen sprake zijn van een situatie als bedoeld in artikel 8a van de Zorgverzekeringswet te weten de situatie waarin de (potentiële) rechthebbende de oudere zorgverzekering niet kan opzeggen.

Artikel 3 Vermogen

De hoogte van het vermogen van de rechthebbende is niet van belang voor het recht op een voorziening op grond van deze regeling.

Artikel 4 Periode waarin recht op deze voorziening bestaat

• 1. Overeenkomstig de systematiek van de Zorgverzekeringswet (Zvw) loopt de termijn van de voorziening steeds van 1 januari tot en met 31 december van het kalenderjaar.

• 2. Na afloop van de onder lid 1 bedoelde periode, wordt bij ongewijzigde omstandigheden de voorziening steeds met een heel kalenderjaar voortgezet.

• 3. In afwijking van het bepaalde in de vorige twee leden, wordt de voorziening tussentijds beëindigd bij:

  • verhuizing naar het buitenland per datum van verhuizing;

  • overlijden van de rechthebbende per de datum van overlijden;

  • een zodanige premieachterstand dat de zorgverzekeraar de rechthebbende royeert uit de aanvullende verzekering per de datum van royement;

  • In geval van intrekking van de algemene bijstand in verband met schending inlichtingenplicht (onduidelijke situatie) met ingang van de eerste dag van de maand volgend op die constatering;

  • Verhuizing binnen Nederland per 1 januari van het volgende jaar.

• 4. In afwijking van het bepaalde in lid 1 kunnen statushouders wel gedurende het jaar toegelaten worden tot de voorziening.

Hoofdstuk 3 Beoordeling en (inkomens) controle

Artikel 5 Beoordeling en (inkomens)controle

De vaststelling of de (potentiële) rechthebbende (nog steeds) voldoet aan de voorwaarde dat deze een laag inkomen heeft, vindt plaats in de loop van het jaar van deelname.

Artikel 6 Gevolgen te hoog inkomen

Als bij de inkomensbeoordeling als bedoeld in artikel 5 wordt vastgesteld dat er geen recht op een voorziening op grond van deze regeling bestaat, wordt de tegemoetkoming in de premiebijdrage beëindigd met ingang van de eerste dag van de maand volgend op de maand waarin de inkomenscontrole is uitgevoerd.

Hoofdstuk 4 Gemeentelijke premiebijdrage

Artikel 7 Gemeentelijke premiebijdrage

• 1. Aan de rechthebbende die deelneemt aan de collectieve zorgverzekering voor minima, wordt maandelijks een tegemoetkoming in de premie van de aanvullende verzekering verstrekt via de bijzondere bijstand.

• 2. De onder lid 1 bedoelde tegemoetkoming wordt door de ISD Brabantse Wal rechtstreeks betaald aan de gecontracteerde zorgverzekeraar.

• 3. De hoogte van de maandelijkse tegemoetkoming in de premie kan per type zorgpolis verschillen.

Artikel 8 Hardheidsclausule

Door of namens het college kan met toepassing van artikel 4:84 van de Algemene wet bestuursrecht in bijzondere gevallen ten gunste van de belanghebbende worden afgeweken van deze beleidsregels, indien toepassing hiervan tot onbillijkheden van overwegende aard leidt.

Artikel 9 Citeertitel en inwerkingtreding

• 1. Deze beleidsregels kunnen worden aangehaald als ''Beleidsregels Collectieve zorgverzekering voor minima gemeente Steenbergen''.

• 2. Deze beleidsregels treden in werking met ingang van 1 maart 2025.

Steenbergen, 18 februari 2025

burgemeester en wethouders van Steenbergen,

de secretaris, de loco-burgemeester,

A.N. Phaff- de Groot E. Prent

Artikelsgewijze toelichting

Artikel 1 Begripsbepalingen

In dit artikel zijn de begrippen gedefinieerd die verder in deze beleidsregels worden vermeld.

Artikel 2 Recht op de voorziening In dit artikel staat in combinatie met de begripsbepalingen van artikel 1 omschreven wanneer er recht is op deze voorziening.

Artikel 3 Vermogen Er is geen vermogenstoets voor het recht op deelname aan de collectieve zorgverzekering. Overweging hierbij is dat ook inwoners met een minimum inkomen maar wel met eigen vermogen ook een beroep op deze regeling moeten kunnen doen. Gedacht wordt bijvoorbeeld aan mensen met een Ioaw- of Ioaz-uitkering en eigen vermogen of ouderen met een Aow-uitkering en een klein pensioen met een eigen woning.

Artikel 4 Periode waarin recht op deze voorziening bestaat Ten aanzien van de termijn van deelname wordt aansluiting gezocht bij de systematiek van de Zorgverzekeringswet namelijk dat iemand met ingang van 1 januari van het nieuwe kalenderjaar steeds een zorgverzekering/polis afsluit met een looptijd van een heel kalenderjaar.

Door in- en uitstroom in de loop van het kalenderjaar niet toe te staan:

• Garandeer je de rechthebbende dat ook bij wijziging van omstandigheden (bijv. verhuizing naar een andere gemeente in Nederland of inkomensstijging na werkaanvaarding) hun recht op deelname aan deze voorziening gedurende dat kalenderjaar niet onmiddellijk in gevaar komt.

• Beperk je de administratieve lasten voor de deelnemers, gecontracteerde zorgverzekeraar(s) en de ISD Brabantse Wal.

• Wordt rechtsongelijkheid tussen uitkeringsgerechtigden die al een zorgpolis bij de gecontracteerde zorgverzekeraar hebben en minima met een zorgpolis bij een andere zorgverzekeraar voorkomen omdat de laatstgenoemde groep in de loop van een kalenderjaar niet tussentijds van zorgverzekeraar kan wisselen.

Statushouders kunnen zich wel gedurende het jaar aanmelden voor de collectieve zorgverzekering.

Er kunnen zich in de loop van een kalenderjaar ingrijpende gebeurtenissen voordoen zoals: overlijden of een verhuizing naar het buitenland die ertoe leiden dat het recht op deelname aan deze regeling en de verstrekking van bijzondere bijstand in een deel van de premielasten tussentijds beëindigd moeten worden. In geval van verhuizing binnen Nederland wordt de collectieve zorgverzekering beëindigd per 1 januari van het volgende jaar.

Artikel 5 Beoordeling en (inkomens)controle Voor een (potentieel) rechthebbende is het wenselijk dat er snel duidelijkheid is of er recht is op deze voorziening. Bij (potentieel) rechthebbenden die een periodieke uitkering van de ISD Brabantse Wal ontvangen staat het recht op deze voorziening ook vast. Bij zogenaamde overige minima vergt de beoordeling meer tijd. Om dit proces zo efficiënt en doeltreffend mogelijk te laten verlopen wordt waar dat noodzakelijk en mogelijk is, de inkomenscontrole gebaseerd op de gegevens via tussenkomst van het inlichtingenbureau.

Artikel 6 Gevolgen te hoog inkomen Artikel 5 regelt de beoordeling, inclusief de wijze van de inkomenscontrole, van het recht op deelname aan deze voorziening. Als tijdens het uitvoeren van de controle en beoordeling blijkt dat de belanghebbende niet (langer) aan de gestelde voorwaarden voldoet, dat de tegemoetkoming in de premiebijdrage dan wordt beëindigd met ingang van de eerste dag van de maand volgend op de maand waarin de inkomenscontrole is uitgevoerd. Dit betekent dat de belanghebbende vanaf dat moment enkel een basisverzekering heeft.

Afgezien wordt van het met terugwerkende kracht corrigeren (= intrekking van het recht en terugvordering) van de ten onrechte verstrekte voorziening.

Artikel 7 Gemeentelijke premiebijdrage Het behoort tot de bevoegdheid van de gemeente om op grond van artikel 35 van de Participatiewet bijzondere bijstand te verstrekken in de vorm van een collectieve aanvullende verzekering of een tegemoetkoming in de premie van een dergelijke verzekering. In dit artikel wordt de gemeentelijke premiebijdrage nader geregeld. De gemeentelijke tegemoetkoming in de premie wordt door de ISD Brabantse Wal niet aan de rechthebbende uitgekeerd maar rechtstreeks aan de gecontracteerde zorgverzekeraar.

Artikel 8 Citeertitel en inwerkingtreding Dit artikel behoeft geen toelichting.