Gemeenteblad van Rozendaal
| Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
|---|---|---|---|
| Rozendaal | Gemeenteblad 2025, 73038 | beleidsregel |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
| Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
|---|---|---|---|
| Rozendaal | Gemeenteblad 2025, 73038 | beleidsregel |
Beleidsregels artikel 2:74 van de Algemene plaatselijke verordening van Rozendaal (drugshandel op straat)
De burgemeester van de gemeente Rozendaal;
gelet op artikel 2:74 van de Algemene plaatselijke verordening van Rozendaal (hierna: de APV), artikel 125 van de Gemeentewet, artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht en artikel 5:32 van de Algemene wet bestuursrecht;
het onverminderd het bepaalde in de Opiumwet, ingevolge artikel 2:74 van de APV verboden is zich op een openbare plaats op te houden met het kennelijke doel om, al dan niet tegen betaling, middelen als bedoeld in de artikelen 2 of 3 van de Opiumwet of daarop gelijkende waar af te leveren, aan te bieden of te verwerven, daarbij behulpzaam te zijn of daarin te bemiddelen;
vast te stellen de navolgende beleidsregels artikel 2:74 van de APV van Rozendaal (drugshandel op straat):
Artikel 1 Verzoek en toepassingsbereik
Bij de beoordeling of sprake is van een handelsvoorraad drugs ga ik uit van de ‘Aanwijzing Opiumwet’ van het Openbaar Ministerie. Bij een overschrijding van de gebruikershoeveelheid wordt aangenomen dat de drugs bestemd zijn voor verkoop, aflevering of verstrekking. De hiervoor beschreven definitie handelshoeveelheid wordt eveneens toegepast in deze beleidsregels. Het tegendeel moet door de overtreder(s) aannemelijk worden gemaakt.
Bij de beoordeling of er sprake is van een handelsvoorraad lachgas, ga ik uit van het Lachgasbesluit. In (de toelichting van) het Lachgasbesluit is bepaald dat er bij het particuliere bezit van meer dan tien ampullen een (sterke) aanwijzing is dat het lachgas niet bedoeld is als voedingsadditief. Derhalve is in dat geval sprake van overtreding van artikel 3 van de Opiumwet.1
Op basis van de bestuurlijke rapportage leg ik een last onder dwangsom op aan de overtreder van artikel 2:74 van de APV. Bij het opleggen van de dwangsom is gekozen voor het betalen van het bedrag per overtreding, omdat de dwangsom beoogt een volgende overtreding te voorkomen. Bij wijze van uitgangspunt wordt daarbij de hoogte van de dwangsom gesteld op € 5.000,- (zegge: vijfduizend euro) per geconstateerde overtreding, met een maximum van € 10.000,- (zegge: tienduizend euro).2 Na het vollopen van de dwangsom wordt de dwangsom gesteld op €10.000,- (zegge: tienduizend euro) per overtreding met een maximum van €40.000,- (zegge: veertigduizend euro). Dit is terug te vinden in de hier onderstaande handhavingsmatrix.
De handel van drugs kent een groot financieel gewin.3 Gezien het grote financiële gewin dat gepaard gaat met drugshandel, acht ik het bedrag van € 5.000,- resp. €10.000,- in redelijke verhouding tot de zwaarte van de geschonden norm en de beoogde werking van de herstelsanctie (dwangsomoplegging).
Artikel 3 Herstel van overtreding
De last onder dwangsom strekt tot geheel of gedeeltelijk herstel van de overtreding. Verder houdt het de verplichting in tot betaling van een geldsom als de last niet of niet tijdig wordt uitgevoerd. Het opleggen van een last onder dwangsom is een middel om de overtreder te bewegen de overtreding te beëindigen en beëindigd te houden. Verbeurte van de dwangsom kan worden voorkomen door de overtreding op te heffen of herhaling te voorkomen.
Een last onder bestuursdwang is niet geschikt om een overtreding van artikel 2:74 van de APV te handhaven. Het opleggen van een last onder dwangsom is derhalve het (enige) instrument dat ten aanzien van een persoon opgelegd kan worden.
Voorafgaand aan mijn besluit tot het nemen van een eventuele maatregel maak ik eerst een voornemen kenbaar tot oplegging van een last onder dwangsom. De belanghebbende(n) wordt uitgenodigd voor een zienswijzegesprek en/of het indienen van een schriftelijke zienswijze. Dit in het kader van een zorgvuldige belangenafweging in de zin van artikel 4:8 van de Algemene wet bestuursrecht.
Artikel 5 Begunstigingstermijn
Bij overtreding van artikel 2:74 van de APV en het opleggen van een last onder dwangsom wordt afgezien van een begunstigingstermijn. Bij een last tot het nalaten van een volgende overtreding hoeft geen begunstigingstermijn te worden gesteld.4
Artikel 6 Bekendmaking last aan overtreder
De last onder dwangsom wordt aan de overtreder bekendgemaakt. Ik stel het besluit op en verzend deze of laat het in persoon uitreiken aan de overtreder.5
Bij iedere opvolgende geconstateerde overtreding verbeurt de overtreder van rechtswege de dwangsom. De politie of toezichthouder/BOA informeert mij hierover. Verbeurde dwangsommen zullen worden ingevorderd overeenkomstig de daarvoor geldende procedureregels op grond van de Algemene wet bestuursrecht (Awb).
Het is niet redelijk om overtredingen die in het verleden zijn begaan oneindig lang te laten meewegen bij het bepalen van de vervolgstap uit de handhavingsmatrix. Daarom geldt een verjaringstermijn voor in het verleden gesanctioneerde overtredingen. Ik hanteer een verjaringstermijn van vijf jaren. Wanneer binnen vijf jaren een nieuwe overtreding wordt geconstateerd, wordt de volgende stap uit de handhavingsmatrix toegepast.
Wanneer de toepassing van deze beleidsregels voor één of meer belanghebbenden gevolgen zou hebben, die vanwege een bijzondere omstandighe(i)d(en), onevenredig is (zijn) in verhouding tot de met deze beleidsregels te dienen doelen, kan van deze beleidsregels worden afgeweken. Zo kan bijvoorbeeld een lager dwangsombedrag worden bepaald.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2025-73038.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.