Gedoogbesluit ‘Tijdelijke gemeentelijke opvanglocatie Pater Becanustraat 100a’ van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Laarbeek

Het COA (Centraal Orgaan opvang Asielzoekers) kampt met enorme tekorten aan opvangplekken. Er komen veel vluchtelingen ons land binnen. En voor vluchtelingen die in ons land mogen blijven, is lang niet altijd direct een woning beschikbaar. De asielzoekerscentra zitten daardoor te vol. Het COA zoekt overal in het land naar extra opvangcapaciteit. Het college vindt dat zij uitvoering moet geven aan haar wettelijke taak (Spreidingswet) en voelt zich maatschappelijk verantwoordelijk. Daarom opent zij in overleg met de gemeenteraad en het Centraal Orgaan opvang Asielzoekers (COA) een tijdelijke gemeentelijke opvanglocatie voor maximaal 90 asielzoekers van eind maart 2025 tot uiterlijk 1 februari 2026 aan de Pater Becanusstraat 100a te beek en Donk, kadastraal bekend als gemeente Beek en Donk, BEE01 L 1363, te Beek en Donk.

 

Planologisch kader

De betreffende locatie valt binnen de bestemmingsplannen 'Buitengebied’, NL.IMRO.1659.BPBGbuitengebied-VG01, vastgesteld door de gemeenteraad op 6 juli 2010, bestemmingsplan Pater Becanusstraat – Molenweg Beek en Donk, NL.IMRO.1659.BPBDPBecstrMolenw-VG01, vastgesteld door de gemeenteraad op 1 februari 2018, bestemmingsplan ‘Parkeernormen Laarbeek, NL.IMRO.1659.BPLBparkeernorm-VG01 vastgesteld door de gemeenteraad op 7 juni 2018 en bestemmingsplan ‘Parapluplan Archeologie en monumenten gemeente Laarbeek’, NL.IMRO.1659.BPARCHMON-VG01, vastgesteld door de gemeenteraad op 29 september 2022, welke onderdeel zijn van het (tijdelijk) Omgevingsplan van de gemeente Laarbeek.

Ter plaatse geldt de enkelbestemming ‘Agrarisch – Agrarisch bedrijf’ en de dubbelbestemming ‘Waarde – Archeologie 2’, met daarbij de functie aanduidingen ‘Bedrijfswoning uitgesloten’ en ‘Glastuinbouw’ en de gebiedsaanduiding ‘milieuzone – spuitzone’. De tijdelijke opvang van vluchtelingen in een tijdelijke gemeentelijke opvanglocatie past niet binnen deze bestemmingen en is derhalve in strijd met het (tijdelijke deel van het) Omgevingsplan van de gemeente Laarbeek.

 

De tijdelijke opvang van vluchtelingen in een tijdelijke gemeentelijke opvanglocatie op bovengenoemde locatie kan mogelijk gemaakt worden door middel van een aanvraag van een omgevingsvergunning voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit (BOPA).

 

Op grond van artikel 5.1, eerste lid, onder a van de Omgevingswet is het namelijk verboden om zonder omgevingsvergunning een omgevingsplanactiviteit uit te voeren. Onder omgevingsplanactiviteit wordt tevens een buitenplanse omgevingsplanactiviteit (BOPA) verstaan (bijlage 1 bij artikel 1.1 van de Omgevingswet). Op grond van artikel 5.36 van de Omgevingswet kan bij een voortdurende activiteit bepaald worden dat die vergunning geldt voor een daarbij gesteld termijn.

 

De gemeenteraad heeft middels het ‘Besluit van de gemeenteraad van 21 december 2023 betreffende wijzigen of afwijken van het bestemmingsplan en omgevingsplan’ bepaald dat de toestemming voor buitenplanse omgevingsplanactiviteiten in beginsel aangevraagd worden via een omgevingsvergunning en niet via een wijziging van het Omgevingsplan.

 

Ingevolge artikel 16.65, vierde lid van de Omgevingswet kan het bevoegd gezag besluiten om afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) van toepassing te verklaren op de voorbereiding van de beslissing op een aanvraag om een omgevingsvergunning voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit:

  • a.

    als het gaat om een activiteit die aanzienlijke gevolgen heeft of kan hebben voor de fysieke leefomgeving, en

  • b.

    waartegen naar verwachting verschillende belanghebbenden bedenkingen zullen hebben.

Het tijdelijk opvangen van asielzoekers in een tijdelijke gemeentelijke opvanglocatie is een activiteit die aanzienlijke gevolgen kan hebben voor de fysieke leefomgeving, waartegen naar verwachting verschillende belanghebbenden bedenkingen zullen hebben. Om die reden wordt de uniforme openbare voorbereidingsprocedure (afdeling 3.4 van de Awb) van toepassing verklaard op deze procedure.

 

Ook heeft de gemeenteraad op 21 december 2023 haar adviesrecht in de zin van artikel 16.15a, onder b Omgevingswet van toepassing verklaard op aanvragen omgevingsvergunning waarbij wordt afgeweken van het omgevingsplan, waarbij huisvesting van vluchtelingen wordt toegestaan.

 

De aanvraag voor een BOPA wordt zo snel als mogelijk ingediend, alsmede de melding brandveilig gebruik. De gemeente verstrekte reeds de opdrachten om de benodigde ruimtelijke onderbouwing daartoe op te stellen.

 

Beginselplicht tot handhaving

Het is vaste jurisprudentie van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State dat het bevoegd gezag, in dit geval het college van burgemeester en wethouders van Laarbeek, bij de overtreding van wettelijke voorschriften in beginsel verplicht is om handhavend daartegen op te treden. Onder bijzondere omstandigheden kan worden afgezien van handhavend optreden en kan de strijdigheid met wet- en regelgeving tijdelijk worden gedoogd. Volgens relevante rechtspraak is gedogen aanvaardbaar indien:

  • 1.

    het gedogen beperkt is in omvang en/of tijd;

  • 2.

    het gedogen expliciet bij een besluit gebeurt;

  • 3.

    sprake is van een zorgvuldige en kenbare belangenafweging;

  • 4.

    duidelijke voorwaarden aan het gedogen worden gesteld;

  • 5.

    regelmatig wordt bezien of de situatie zodanig is dat gedogen nog gerechtvaardigd is en of aan de voorwaarden die aan het gedogen zijn gesteld wordt voldaan.

Voorts dient het gedogen beperkt te blijven tot drie uitzonderingssituaties, te weten overmachtssituaties, overgangssituaties en situaties waarin handhavend optreden onevenredig is in verhouding tot de daarmee te dienen belangen.

 

Belangenafweging

Het COA (Centraal Orgaan opvang Asielzoekers) kampt met enorme tekorten aan opvangplekken. Er komen veel vluchtelingen ons land binnen. En voor vluchtelingen die in ons land mogen blijven, is lang niet altijd direct een woning beschikbaar. De asielzoekerscentra zitten daardoor te vol. Het COA zoekt overal in het land naar extra opvangcapaciteit. Het college vindt dat zij uitvoering moet geven aan haar wettelijke taak (Spreidingswet) en voelt zich maatschappelijk verantwoordelijk. De benodigde omgevingsvergunning (en andere benodigde toestemmingen) om de tijdelijke huisvesting van asielzoekers juridisch mogelijk maken worden zo snel als mogelijk aangevraagd. Nu er sprake is van een overgangssituatie en er concreet zicht is op legalisatie, wegen de humanitaire belangen van een snelle en voortvarende opvang van deze asielzoekers zwaarder dan het belang van het afwachten van de vergunning. En daarmee ook zwaarder dan het belang van handhaving van de toepasselijke regels van het ter plaatse geldende Omgevingsplan.

 

Besluit

Wij besluiten om de tijdelijke opvang van asielzoekers in de tijdelijke gemeentelijke opvanglocatie aan de Pater Becanusstraat 100a beek en Donk, kadastraal bekend als gemeente Beek en Donk, BEE01 L 1363, te Beek en Donk met ingang van 11 februari 2025 (en voorts tot maximaal 1 februari 2026) te gedogen.

 

Aan dit gedoogbesluit verbindt het college de hierna volgende voorwaarden:

  • 1.

    Dit gedoogbesluit heeft betrekking op de locatie aan de Pater Becanusstraat 100a Beek en Donk, kadastraal bekend als gemeente Beek en Donk, BEE01 L 1363, te Beek en Donk

  • 2.

    Er zullen maximaal 90 asielzoekers in de tijdelijke gemeentelijke opvanglocatie verblijven.

  • 3.

    Dit gedoogbesluit geldt vanaf 11 februari 2025, met dien verstande dat de tijdelijke gemeentelijke opvanglocatie eind maart 2025 opent, en vervalt op het moment dat de omgevingsvergunning voor het gebruik in strijd met het Omgevingsplan verleend is, doch uiterlijk op 1 februari 2026.

  • 4.

    De tijdelijke gemeentelijke opvanglocatie dient uiterlijk voor aanvang van het feitelijke verblijf te voldoen aan de eisen op het gebied van gezondheid, constructieve veiligheid, brandveiligheid en overige veiligheidsaspecten.

  • 5.

    De Veiligheidsregio inspecteert de opvanglocatie voordat de opvanglocatie feitelijk in gebruik wordt genomen ten behoeve van de tijdelijke opvangen van asielzoekers.

  • 6.

    Het college van burgemeester en wethouders behoudt zich alle rechten voor om dit gedoogbesluit op enig moment, indien de omstandigheden naar zijn oordeel hierom vragen, in te trekken.

Bekendmaking en inwerkingtreding besluit

Op basis van artikel 3:40 van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: Awb) treedt een besluit niet in werking voordat het bekend is gemaakt. Vervolgens bepaalt artikel 3:41, lid 1, van de Awb dat de bekendmaking van besluiten die tot een of meer belanghebbenden zijn gericht, geschiedt door toezending of uitreiking aan hen, onder wie begrepen de aanvrager. In dit geval ligt er geen aanvraag van een partij om de opvang te gedogen zodat het gedoogbesluit ambtshalve wordt genomen. Dat betekent dat artikel 3:41, lid 2, van de Awb van toepassing is, inhoudende dat wanneer de bekendmaking van het besluit niet kan geschieden op de wijze als voorzien in lid 1, de bekendmaking plaatsvindt op andere geschikte wijze. Dat is in dit geval door plaatsing van het gedoogbesluit in (in ieder geval) het Gemeenteblad, op www.officielebekendmakingen.nl. Het gedoogbesluit treedt na bekendmaking in werking en werkt terug tot 11 februari 2025.

 

Rechtsmiddelen

Op grond van een uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State van 24 april 2019 (ECLI:NL:RVS:2019:1356) kunnen tegen een gedoogbeschikking geen rechtsmiddelen, zoals bezwaar, worden aangewend.

Beek en Donk, 11 februari 2025

het college van burgemeester en wethouders,

gemeentesecretaris van Laarbeek,

J.W.M. van de Ven

de burgemeester van Laarbeek,

L.A.G.P. van der Aa

Naar boven