Verkeersbesluit voor de wijziging van de verkeerssituatie aan Bramerduinenpad te Ameland

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Ameland;

Gelet op:

  • Artikel 18, lid 1 onder d van de Wegenverkeerswet 1994 (hierna: WVW 1994), waarin is bepaald dat verkeersbesluiten worden genomen door burgemeester en wethouders voor wegen die niet in beheer zijn bij het Rijk, de Provincie of een waterschap;

  • Artikel 15, lid 1 van de WVW 1994, waarin staat dat een verkeersbesluit vereist is voor de plaatsing of verwijdering van verkeerstekens en onderborden die een gebod of verbod inhouden;

  • Artikel 12 van het Besluit Administratieve Bepalingen inzake het Wegverkeer (BABW), waarin wordt bepaald dat de plaatsing of verwijdering van verkeerstekens uit Bijlage 1 van het Reglement Verkeersregels en Verkeerstekens 1990 (RVV 1990) via een verkeersbesluit moet geschieden;

  • Artikel 24 van het BABW, waarin wordt gesteld dat verkeersbesluiten worden genomen na overleg met de korpschef van de politie;

  • Het delegatiebesluit van de gemeenteraad van Ameland van 25 oktober 2004, waarin de bevoegdheid tot het nemen van verkeersbesluiten aan het college is gedelegeerd.

Overwegingen

  • Op grond van artikel 15, eerste lid van de WVW 1994 moet een verkeersbesluit worden genomen voor de plaatsing of verwijdering van verkeerstekens die een gebod of verbod inhouden;

  • Op basis van artikel 15, tweede lid van de WVW 1994 is een verkeersbesluit vereist wanneer maatregelen op of aan de weg leiden tot een beperking of uitbreiding van het aantal weggebruikers dat van een weg of weggedeelte gebruik kan maken.

Motivering

Beoogd effect

Het waarborgen van de verkeersveiligheid en het fietscomfort op het Bramerduinenpad, ondanks het autoverkeer van de nieuwe recreatieappartementen.

Inleiding

De wijziging van de verkeerssituatie op het Bramerduinenpad is noodzakelijk vanwege de functiewijziging van een groepsaccommodatie naar recreatieappartementen, zoals vastgesteld in de nieuwe planologische kaders van 2023. De huidige ontsluiting, die gebruikmaakt van een niet-verplicht fietspad, is verkeerskundig niet langer geschikt en sluit niet aan op het toekomstige gebruik van het gebied. Daarom is een verkeersmaatregel nodig die zowel de verkeersveiligheid waarborgt als de bereikbaarheid van de nieuwe verblijfsvoorzieningen faciliteert.

Belangenafweging

Op grond van artikel 3:4 lid 1 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) zijn de rechtstreeks bij het voorgenomen besluit betrokken belangen afgewogen. Hierbij is geconstateerd dat geen belanghebbenden onevenredig worden benadeeld en dat geen onduidelijke verkeerssituaties zullen ontstaan.

Gehoord

Conform artikel 24 van het BABW is overleg gepleegd met de politie. De politie heeft positief geadviseerd over de voorgestelde verkeersmaatregelen en bevestigd dat deze bijdragen aan een veiligere verkeerssituatie.

BESLUIT

Wij besluiten op grond van bovenstaande overwegingen:

  • 1.

    Het verwijderen van bord G13 uit bijlage 1 van het RVV 1990 aan de oostzijde van het Bramerduinenpad ter hoogte van Paasduinweg 12;

  • 2.

    Het plaatsen van bord G14 uit bijlage 1 van het RVV 1990 aan de westzijde van het Bramerduinenpad ter hoogte van Paasduinweg 12.

Figuur: 1

  • 3.

    Het plaatsen van bord G13 uit bijlage 1 van het RVV 1990 aan de westzijde van het Bramerduinenpad bij het kruispunt met de Molenweg;

  • 4.

    Het plaatsen van bord G14 uit bijlage 1 van het RVV 1990 aan de oostzijde van het Bramerduinenpad bij het kruispunt met de Molenweg.

Figuur: 2

  • 5.

    Het plaatsen van bord G11 uit bijlage 1 van het RVV 1990 aan de zuidzijde van het Bramerduinenpad bij Bramerduinenpad 1;

  • 6.

    Het plaatsen van bord G12 uit bijlage 1 van het RVV 1990 aan de noordzijde van het Bramerduinenpad bij Bramerduinenpad 1.

Figuur: 3

  • 7.

    Het plaatsen van bord G11 uit bijlage 1 van het RVV 1990 aan de noordzijde van het Bramerduinenpad bij Bramerduinenpad 10;

  • 8.

    Het plaatsen van bord G12 uit bijlage 1 van het RVV 1990 aan de zuidzijde van het Bramerduinenpad bij Bramerduinenpad 10.

Figuur: 4

  • 9.

    Het verwijderen van bord G13 uit bijlage 1 van het RVV 1990 met onderbord OB108 aan de oostzijde van het Bramerduinenpad bij het kruispunt met de Duinlandsweg;

  • 10.

    Het plaatsen van bord G13 uit bijlage 1 van het RVV 1990 met onderbord OB108 aan de oostzijde van het Bramerduinenpad bij Bramerduinenpad 13;

  • 11.

    Het plaatsen van bord G14 uit bijlage 1 van het RVV 1990 aan de westzijde van het Bramerduinenpad bij Bramerduinenpad 13;

  • 12.

    Het plaatsen van bord G11 uit bijlage 1 van het RVV 1990 aan de westzijde van het Bramerduinenpad bij de parkeerplaats Bramerduinenpad;

  • 13.

    Het plaatsen van bord G12 uit bijlage 1 van het RVV 1990 aan de oostzijde van het Bramerduinenpad bij de parkeerplaats Bramerduinenpad;

  • 14.

    Het plaatsen van bord C12 uit bijlage 1 van het RVV 1990 met onderbord OB108 aan de westzijde van het Bramerduinenpad bij de parkeerplaats Bramerduinenpad.

Ballum, 21 januari 2025

het college

Leo Pieter Stoel

burgemeester

Iwan Valk

secretaris-directeur

Bijlagen

Bijlagen:

  • 1. Inrichtingstekeningen figuren 1 t/m 5

  • 2. Bezwaarbijsluiter

Bezwaarbijsluiter

Als u het niet eens bent met dit besluit, kunt u een bezwaarschrift indienen; u kunt dit richten aan

De burgemeester en / of het college van de gemeente Ameland

Postbus 22

9160 AA Hollum-Ameland

Inhoud van het bezwaar

U moet het bezwaarschrift binnen zes weken na de bekendmaking van het besluit versturen. Zorgt u ervoor dat uw bezwaarschrift het volgende bevat:

  • -

    uw naam en adres;

  • -

    datum;

  • -

    een omschrijving van het besluit, waartegen het bezwaar is gericht;

  • -

    de motivering van uw bezwaar;

  • -

    uw handtekening.

Wat gebeurt er met het bezwaar?

Allereerst kijken we of uw bezwaarschrift alle nodige informatie bevat. Als dat niet zo is, krijgt u een brief waarin staat welke informatie ontbreekt. U kunt dan de ontbrekende informatie alsnog aanleveren.

Als uw bezwaarschrift alle nodige informatie bevat, buigt de onafhankelijke Adviescommissie bezwaarschriften zich erover. Deze commissie vormt zich een oordeel en brengt advies uit aan het college. Vervolgens neemt het college met inachtneming van het advies van de commissie een beslissing op het bezwaar. Indien de beslissing afwijkt van het advies van de commissie, wordt de reden voor die afwijking vermeld.

De behandeling van een bezwaarschrift mag volgens de wet maximaal 12 weken in beslag nemen. Deze termijn van 12 weken vangt aan na het einde van de bezwaartermijn en kan met 6 weken worden verdaagd.

Voorlopige voorziening

Als u bezwaar maakt, houdt uw bezwaar de werking van het besluit niet tegen. Het kan zijn dat u daardoor ernstig in uw belangen wordt geschaad. Bijvoorbeeld als u bezwaar maakt tegen een dwangsom, dan moet u deze toch betalen totdat er een uitspraak is op uw bezwaar.

Om een dergelijke situatie te voorkomen, kunt u tegelijk met uw bezwaar een voorlopige voorziening aanvragen bij:

Rechtbank Noord-Nederland

Afdeling Bestuursrecht

Postbus 150

9700 AD Groningen

Kosten

Aan een voorlopige voorziening zijn kosten verbonden (griffierecht).

U kunt een voorlopige voorziening ook digitaal aanvragen bij genoemde rechtbank via http://loket.rechtspraak.nl/bestuursrecht. Daarvoor moet u wel beschikken over een elektronische handtekening (DigiD). Kijk op de genoemde site voor de precieze voorwaarden.

Heeft u vragen over deze bijsluiter ?

U kunt terecht bij de secretaris van de commissie bezwaarschriften via telefoonnummer (0519) 555 555.

Naar boven