Wijziging van de Algemene plaatselijke verordening 2020

De raad van de gemeente Maasgouw,

 

gelet op de artikelen 108, eerste lid, en 149 van de Gemeentewet,

 

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van XX XX 2025,

 

B E S L U I T :

 

de Algemene plaatselijke verordening Maasgouw 2020, conform het wijzigingsbesluit, te wijzigen.

Artikel I  

De Algemene plaatselijke verordening Maasgouw 2020, wordt als volgt gewijzigd:

 

A. Artikel 4:13 wordt als volgt gewijzigd:

Bestaande tekst

Nieuwe tekst

Artikel 4:13 Recreatief nachtverblijf buiten kampeerterreinen

  • 1.

    Het is verboden ten behoeve van recreatief nachtverblijf kampeermiddelen te plaatsen of geplaatst te houden buiten een kampeerterrein dat zo in het omgevingsplan is bestemd of mede bestemd.

  • 2.

    Het verbod geldt niet voor het plaatsen van een schuilmiddel ten behoeve van het nachtvissen mits het schuilmiddel voldoet aan de volgende voorwaarden:

    • -

      de maximale afmetingen van het schuilmiddel zijn 3.20 meter lang, 3.10 meter breed en 1.80 meter hoog.

    • -

      het schuilmiddel moet aan de voorkant geheel open zijn

    • -

      het schuilmiddel moet uitgevoerd zijn in een neutrale, bruine of camouflagekleur.

  • 3.

    Het college kan ontheffing verlenen van het verbod als bedoeld in het eerste lid.

  • 4.

    Onverminderd het bepaalde in artikel 1:8 kan de ontheffing worden geweigerd in het belang van de bescherming van:

    • a.

      natuur en landschap; of

    • b.

      een stads- en dorpsgezicht.

  • 5.

    Het college kan ontheffing verlenen van het verbod als bedoeld in het eerste lid.

  • 6.

    Onverminderd het bepaalde in artikel 1:8 kan de ontheffing worden geweigerd in het belang van de bescherming van:

    • a.

      natuur en landschap; of

    • b.

      een stads- en dorpsgezicht.

Artikel 4:13 Recreatief nachtverblijf buiten kampeerterreinen

  • 1.

    Het is verboden kampeermiddelen te plaatsen of geplaatst te houden die gebruikt kunnen wordenten behoeve van recreatief nachtverblijf:

    • a.

      in openbare natuurgebieden, bossen, parken of andere voor publiek toegankelijke groengebieden;

    • b.

      op openbare plaatsen of terreinen, indien dit leidt tot:

      • -

        hinder;

      • -

        verstoring van de openbare orde;

      • -

        verstoring van het uiterlijk aanzien van de gemeente;

      • -

        verstoring van de rust; of

      • -

        schade aan natuur of milieu.

  • 2.

    Het verbod geldt niet voor:

    • a.

      gebieden of kampeerterreinen die zo in het omgevingsplan zijn bestemd of mede bestemd;

    • b.

      het plaatsen van een schuilmiddel ten behoeve van het nachtvissen, mits het schuilmiddel voldoet aan de volgende voorwaarden:

      • -

        de maximale afmetingen van het schuilmiddel zijn 3.20 meter lang, 3.10 meter breed en 1.80 meter hoog;

      • -

        het schuilmiddel moet aan de voorkant geheel open zijn;

      • -

        het schuilmiddel moet uitgevoerd zijn in een neutrale, bruine, groene of camouflagekleur;

    • c.

      het plaatsen van kampeermiddelen voor eigen gebruik door de rechthebbende op een terrein.

  • 3.

    Het college kan ontheffing verlenen van het verbod als bedoeld in het eerste lid.

  • 4.

    Onverminderd het bepaalde in artikel 1:8 kan de ontheffing worden geweigerd in het belang van de bescherming van:

    • a.

      natuur en landschap; of

    • b.

      een stads- en dorpsgezicht.

 

B. Artikel 5:22 wordt als volgt gewijzigd:

Bestaande tekst

Nieuwe tekst

Artikel 5:22 Definities

  • 1.

    In deze afdeling wordt verstaan onder:

    • a.

      aanlegsteiger: voorziening waaraan schepen kunnen afmeren en ligplaats kunnen nemen;

    • b.

      afmeren: het vastleggen van een schip aan wal;

    • c.

      ankeren: het vastleggen van een vaartuig aan de bodem van het vaarwater;

    • d.

      bedrijfsvaartuig: een vaartuig, daaronder begrepen een object te water, niet zijnde een zeeschip, binnenschip of dienstvaartuig, hoofdzakelijk gebruikt voor de uitoefening van een reëel bedrijf of beroep met dat vaartuig dan wel voor de uitoefening van sociaal-culturele activiteiten;

    • e.

      dag: de periode tussen 00:00 uur en 24:00 uur;

    • f.

      haven: een tot duurzame exploitatie bestemde accommodatie te land en/of te water, waar bedrijfsmatig gelegenheid wordt geboden tot het ter plaatse al of niet onder toezicht gedurende langere tijd achterlaten van een vaartuig, ongeacht of met die exploitatie al of niet winst wordt beoogd;

    • g.

      klein schip: een vaartuig, zijnde een schip waarvan de lengte minder dan 20 meter bedraagt, waartoe als lengte wordt aangemerkt de afstand van de voorkant van het voorste tot de achterkant van het achterste vaste deel van de romp, zonder boegspriet, de papegaaistok en het trim vlak, dit met uitzondering van:

      • -

        een schip dat is gebouwd of ingericht om andere dan kleine schepen te assisteren, te duwen of om langs de zijkant vastgemaakt mee te voeren;

      • -

        een schip dat meer dan 12 passagiers mag vervoeren;

      • -

        een veerpont, een visserschip en een duwbak.

    • h.

      ligplaats: een gedeelte van het openbaar water dat ingevolge deze verordening door een schip met bijbehorende voorzieningen mag worden ingenomen;

    • i.

      oever: overgang tussen land en het openbaar water;

    • j.

      openbaar water: water zoals omschreven in artikel 1:1, aanhef, onderj.

    • k.

      passagiersvaartuig: een bedrijfsvaartuig, hoofdzakelijk gebruikt voor of bestemd tot:

      • -

        vervoer van personen, of;

      • -

        om beschikbaar te worden gesteld voor recreatief vervoer voor meerdere personen;

    • l.

      passantenplaats: een ligplaats uitsluitend bestemd voor pleziervaartuigen;

    • m.

      pleziervaartuig: een vaartuig dat is bestemd voor sportbeoefening of vrijetijdsbesteding, met een romplengte van minimaal 2,5 meter en maximaal 24 meter;

    • n.

      rietkraag: rand van riet langs de oever;

    • o.

      rondvaartboten/feestboten: een passagiersvaartuig, zoals gedefinieerd in onderdeel i, hoofdzakelijk gebruikt voor of bestemd tot het vervoer van personen, of om beschikbaar te worden gesteld voor recreatief vervoer voor meerdere personen;

    • p.

      scheepswerf: een bedrijf waar schepen worden gebouwd, verbouwd, gerepareerd of geassembleerd.

    • q.

      schip: elk vaartuig of watervliegtuig, gebruikt of geschikt om te worden gebruikt als een middel van vervoer te water;

    • r.

      snelle motorboot: een klein schip dat, bij gebruikmaking van zijn mechanische middelen tot voortbeweging, sneller kan varen dan 20 kilometer per uur;

    • s.

      surfoever: een veelal door borden of andere merktekens aangeduide plaats op de oever waar door surfers pleegt te worden aangeland;

    • t.

      tijdelijke ligplaats: het innemen van een ligplaats korter dan 3 achtereenvolgende dagen;

    • u.

      werkstrook: strook in en/of langs het water, waarbinnen werkzaamheden uitgevoerd kunnen worden, die onlosmakelijk verbonden zijn met de vestiging en/of uitvoering van bedrijfsactiviteiten zoals deze zijn toegelaten op een daarvoor bestemde scheepswerf;

    • v.

      zwemgelegenheid in oppervlaktewater: locatie in oppervlaktewater, niet zijnde een zweminrichting, waar door een aanmerkelijk aantal personen in elkaars nabijheid pleegt te worden gezwommen;

    • w.

      zweminrichting: een voor het publiek toegankelijke plaats die is ingericht om te worden gebruikt voor het zwemmen, tezamen met de daarbij behorende terreinen, bouwwerken en uitrustingen.

  • 2.

    Onder oevers zijn mede begrepen de oeverbeschermingen en de daarvan deel uitmakende beplantingen.

Artikel 5:22 Definities

In deze afdeling wordt verstaan onder:

  • a.

    aanleggen: het afmeren en het vervolgens doen of laten liggen van een vaartuig aan of op de oever, aan de oeverbescherming, aan of op een natuurlijke of een voor dit doel aangebrachte voorziening of aan een ander vaartuig, gedurende de tijd die daadwerkelijk gebruikt wordt voor een verblijf op of in de omgeving van het vaartuig;

  • b.

    aanlegsteiger: voorziening waaraan schepen kunnen afmeren en ligplaats kunnen nemen;

  • c.

    afmeren: het vastmaken van een vaartuig of ander drijvend object aan een vast object, zoals een kade of oever;

  • d.

    ankeren: het vastleggen van een vaartuig aan de bodem van het vaarwater;

  • e.

    bedrijfsvaartuig: een vaartuig, daaronder begrepen een object te water, niet zijnde een zeeschip, binnenschip of dienstvaartuig, hoofdzakelijk gebruikt voor de uitoefening van een reëel bedrijf of beroep met dat vaartuig dan wel voor de uitoefening van sociaal-culturele activiteiten;

  • f.

    dag: de periode tussen 00:00 uur en 24:00 uur;

  • g.

    haven: een tot duurzame exploitatie bestemde accommodatie te land en/of te water, waar bedrijfsmatig gelegenheid wordt geboden tot het ter plaatse al of niet onder toezicht gedurende langere tijd achterlaten van een vaartuig, ongeacht of met die exploitatie al of niet winst wordt beoogd;

  • h.

    ligplaats: een plaats in het water, al dan niet aangevuld met een op de oever aanwezig terrein of een gedeelte daarvan, dat bestemd is voor het aanleggen of innemen van een ligplaats voor bepaalde of onbepaalde tijd van een vaartuig, geschikt voor woon-, bedrijfsmatige of recreatieve doeleinden;

  • i.

    ligplaats innemen: het afmeren en het vervolgens doen of laten liggen van een vaartuig aan of op de oever, aan de oeverbescherming, aan of op een natuurlijke of een voor dit doel aangebrachte voorziening of aan een ander vaartuig, anders dan met aanleggen wordt bedoeld;

  • j.

    oever: overgang tussen land en het openbaar water. Onder oever is mede begrepen de oeverbescherming en de daarvan deel uitmakende beplanting;

  • k.

    openbaar water: wateren die voor het publiek bevaarbaar of op andere wijze toegankelijk zijn;

  • l.

    passagiersvaartuig: een bedrijfsvaartuig, hoofdzakelijk gebruikt voor of bestemd tot:

    • -

      vervoer van personen, of;

    • -

      om beschikbaar te worden gesteld voor recreatief vervoer voor meerdere personen;

  • m.

    passantenhaven: een plek met tijdelijke ligplaatsen uitsluitend bestemd voor pleziervaartuigen voor een periode van maximaal 3 x 24 uur;

  • n.

    pleziervaartuig: een vaartuig dat is bestemd voor sportbeoefening of vrijetijdsbesteding, met een romplengte van minimaal 2,5 meter en maximaal 24 meter;

  • o.

    rietkraag: rand van riet langs de oever;

  • p.

    rondvaartboten/feestboten: een passagiersvaartuig, zoals gedefinieerd in onderdeel l, hoofdzakelijk gebruikt voor of bestemd tot het vervoer van personen, of om beschikbaar te worden gesteld voor recreatief vervoer voor meerdere personen;

  • q.

    schip: elk vaartuig met inbegrip van een vaartuig zonder waterverplaatsingen een watervliegtuig, gebruikt of geschikt om te worden gebruikt als een middel van vervoer te water;

  • r.

    surfoever: een veelal door borden of andere merktekens aangeduide plaats op de oever waar door surfers wordt aangeland;

  • s.

    zwemgelegenheid (in oppervlaktewater): officieel (door de provincie) aangewezen zwemwaterlocatie in oppervlaktewater, niet zijnde een zweminrichting, waar door een groot aantal personen wordt gezwommen;

  • t.

    zweminrichting: een voor het publiek toegankelijke plaats die is ingericht om te worden gebruikt voor het zwemmen, tezamen met de daarbij behorende terreinen, bouwwerken en uitrustingen.

 

C. De titel voor artikel 5:24 wordt als volgt gewijzigd:

Bestaande tekst

Nieuwe tekst

(Tijdelijke) ligplaats

Innemen ligplaats

 

D. Artikel 5:24 wordt als volgt gewijzigd:

Bestaande tekst

Nieuwe tekst

Artikel 5:24 Ligplaats pleziervaartuigen

  • 1.

    Het is verboden met een pleziervaartuig een ligplaats in te nemen of te hebben dan wel een ligplaats voor een pleziervaartuig beschikbaar te stellen op door het college aangewezen gedeelten van openbaar water.

  • 2.

    Het college kan aan het innemen, hebben of beschikbaar stellen van een ligplaats met dan wel voor een pleziervaartuig op niet krachtens het eerste lid aangewezen gedeelten van openbaar water:

    • a.

      nadere regels stellen in het belang van de openbare orde, volksgezondheid, veiligheid, milieuhygiëne en het aanzien van de gemeente;

    • b.

      beperkingen stellen naar soort en aantal vaartuigen.

  • 3.

    Het verbod is niet van toepassing op beperkingengebiedactiviteiten met betrekking tot een waterstaatswerk waarvoor regels zijn gesteld bij of krachtens de Omgevingswet, de provinciale omgevingsverordening of de waterschapsverordening of op situaties waarin wordt voorzien door het Besluit bouwwerken leefomgeving of het overige bepaalde bij of krachtens de Omgevingswet, de Wet milieubeheer of het Binnenvaartpolitiereglement.

Artikel 5:24 Ligplaats vaartuigen

  • 1.

    Het is verboden met een vaartuig een ligplaats in te nemen of te hebben dan wel een ligplaats voor een vaartuig beschikbaar te stellen op door het college aangewezen gedeelten van openbaar water.

  • 2.

    Het college kan aan het innemen, hebben of beschikbaar stellen van een ligplaats met dan wel voor een vaartuig op niet krachtens het eerste lid aangewezen gedeelten van openbaar water:

    • a.

      nadere regels stellen in het belang van de openbare orde, volksgezondheid, veiligheid, milieuhygiëne en het uiterlijk aanzien van de gemeente;

    • b.

      beperkingen stellen naar soort, tijdsduur en aantal vaartuigen.

  • 3.

    Het verbod is niet van toepassing op beperkingengebiedactiviteiten met betrekking tot een waterstaatswerk waarvoor regels zijn gesteld bij of krachtens de Omgevingswet, de provinciale omgevingsverordening of de waterschapsverordening of op situaties waarin wordt voorzien door het Besluit bouwwerken leefomgeving of het overige bepaalde bij of krachtens de Omgevingswet, de Wet milieubeheer of het Binnenvaartpolitiereglement.

  • 4.

    Het college kan aan de rechthebbende op een vaartuig aanwijzingen geven met betrekking tot het innemen, veranderen of gebruik van een ligplaats in het belang van de openbare orde, volksgezondheid, veiligheid, de milieuhygiëne en het uiterlijk aanzien van de gemeente.

  • 5.

    De rechthebbende op een vaartuig is verplicht alle door of namens het college gegeven aanwijzingen met betrekking tot het innemen, veranderen of gebruik van een ligplaats op te volgen.

 

E. Artikel 5:25 wordt als volgt gewijzigd:

Bestaande tekst

Nieuwe tekst

Artikel 5:25 (Tijdelijke) ligplaats buiten de havens

  • 1.

    Het is verboden met een vaartuig buiten de havens langer dan 3 achtereenvolgende dagen op dezelfde locatie een ligplaats in te nemen of, als het vaartuig is verplaatst, binnen 3 dagen weer dezelfde ligplaats in te nemen. Onder een dag wordt verstaan de tijd tussen 00:00 uur en 24:00 uur.

  • 2.

    Ten aanzien van het genoemde in het eerste lid geldt dat als het vaartuig wordt verplaatst naar een plaats gelegen binnen een afstand van 500 meter hemelsbreed gemeten van een eerder ingenomen verboden ligplaats, het vaartuig wordt geacht op dezelfde plaats te zijn blijven liggen.

  • 3.

    Het in het eerste lid vermelde verbod geldt niet:

    • a.

      voor bedrijfsvaartuigen die direct of indirect betrokken zijn bij ontgronding of bij de inrichting van de wateren;

    • b.

      op de bestemde werkstroken ten behoeve van de scheepsbouw.

  • 4.

    Het is verboden met een vaartuig buiten de havens:

    • a.

      aan de oever een (tijdelijke) ligplaats in te nemen;

    • b.

      met een vaartuig een (tijdelijke) ligplaats in te nemen in de voor de oever gelegen rietkraag;

    • c.

      in de rietkraag of oever te ankeren;

    • d.

      een vaartuig te water te laten, uit het water te halen, op gronden neer te leggen of te laten leggen aan de oever anders dan op de daarvoor door het college aangewezen of bestemde plaatsen die ter plaatse nader zijn aangeduid.

Artikel 5:25 Verbod innemen ligplaats

  • 1.

    Onverminderd het bepaalde in artikel 5:40 (Tijden van verblijf passantenhavens), is het verboden met een vaartuig buiten de havens langer dan 3 achtereenvolgende dagen op dezelfde locatie een ligplaats in te nemen of, als het vaartuig is verplaatst, binnen 3 dagen weer dezelfde ligplaats in te nemen. Onder een dag wordt verstaan de tijd tussen 00:00 uur en 24:00 uur.

  • 2.

    Ten aanzien van het genoemde in het eerste lid geldt dat als het vaartuig wordt verplaatst naar een plaats gelegen binnen een afstand van 500 meter hemelsbreed gemeten van een eerder ingenomen verboden ligplaats, het vaartuig wordt geacht op dezelfde plaats te zijn blijven liggen.

  • 3.

    Het in het eerste lid vermelde verbod geldt niet:

    • a.

      voor bedrijfsvaartuigen die direct of indirect betrokken zijn bij ontgronding of bij de inrichting van de wateren;

    • b.

      op de bestemde werkstroken ten behoeve van de scheepsbouw.

 

F. Na artikel 5:25 wordt artikel 5:25A ingevoegd en luidt:

Bestaande tekst

Nieuwe tekst

 

Artikel 5:25A Verboden gebruik oevers

  • 1.

    Het is verboden om met een vaartuig een ligplaats in te nemen in de voor de oever gelegen rietkraag;

  • 2.

    Het is verboden om met een vaartuig in een rietkraag of in de oever te ankeren;

  • 3.

    Het is verboden een vaartuig, langer dan 2,5 meter, te water te laten, uit het water te halen, op gronden neer te leggen of te laten liggen aan de oever anders dan op de daarvoor door het college aangewezen of bestemde plaatsen die ter plaatse nader zijn aangeduid.

 

G. Artikel 5:26 wordt als volgt gewijzigd:

Bestaande tekst

Nieuwe tekst

Artikel 5:26 Aanwijzingen (tijdelijke) ligplaats

  • 1.

    Het college kan aan de rechthebbende op een vaartuig aanwijzingen geven met betrekking tot het innemen, veranderen of gebruik van een (tijdelijke) ligplaats in het belang van de openbare orde, volksgezondheid, veiligheid, de milieuhygiëne of het aanzien van de gemeente.

  • 2.

    De rechthebbende op een vaartuig is verplicht alle door of vanwege het college gegeven aanwijzingen met betrekking tot het innemen, veranderen of gebruik van een (tijdelijke) ligplaats op te volgen.

  • 3.

    Het verbod is niet van toepassing op situaties waarin wordt voorzien door de Wet milieubeheer, het Binnenvaartpolitiereglement en de Waterwet.

Artikel 5:26 Aanwijzingen (tijdelijke) ligplaats

Vervallen

 

H. Artikel 5:27 wordt als volgt gewijzigd:

Bestaande tekst

Nieuwe tekst

Artikel 5:27 Verbod innemen (tijdelijke) ligplaats

Het is verboden een (tijdelijke) ligplaats in te nemen, te hebben of beschikbaar te stellen in strijd met artikel 5:26, tweede lid.

Artikel 5:27 Verbod innemen (tijdelijke) ligplaats

Vervallen

 

I. Artikel 5:32 wordt als volgt gewijzigd:

Bestaande tekst

Nieuwe tekst

Artikel 5:32 Veiligheid op het water

  • 1.

    Het is aan een ieder die zich als bader of zwemmer in het openbaar water ophoudt, verboden zich zodanig te gedragen dat het scheepvaartverkeer daarvan hinder of gevaar kan ondervinden.

  • 2.

    Het verbod waarin wordt voorzien door het Binnenvaartpolitiereglement, de provinciale omgevingsverordening of het bepaalde bij of krachtens de Omgevingswet.

Artikel 5:32 Veiligheid op het water

  • 1.

    Het is aan een ieder die zich als bader of zwemmer in het openbaar water ophoudt, verboden zich zodanig te gedragen dat het scheepvaartverkeer daarvan hinder of gevaar kan ondervinden.

  • 2.

    Het is verboden binnen twintig meter van een in gebruik zijnde zweminrichting, zwemgelegenheid of surfoever te varen en te ankeren.

  • 3.

    De verboden, genoemd in lid 1 en 2, zijn niet van toepassing op situaties waarin wordt voorzien door het Binnenvaartpolitiereglement, de provinciale omgevingsverordening of het bepaalde bij of krachtens de Omgevingswet.

 

J. Artikel 5:34 wordt als volgt gewijzigd:

Bestaande tekst

Nieuwe tekst

Artikel 5:34 Verstoren goede orde

  • 1.

    Het is verboden op het openbaar water de goede orde te verstoren, onder meer door:

    • a.

      het veroorzaken van geluidhinder, in welke vorm ook;

    • b.

      op enigerlei wijze de rust te verstoren tussen 22.00 uur 's avonds en 07.00 uur ’s morgens;

    • c.

      het verontreinigen van het terrein, het water, de gebouwen, de steigers en andere werken door vuilnis, olie, chemicaliën, bilgewater, etc.;

    • d.

      het gebruik van een boordtoilet of het anderszins storten van fecaliën en bijkomend afvalwater in openbaar water;

    • e.

      het onvoorzichtig omgaan met vuur, daaronder begrepen het aan te water liggende vaartuigen uitvoeren van werkzaamheden, waarbij hoge temperaturen ontstaan, alsmede het onvoorzichtig omgaan met benzine, gas of andere ontvlambare stoffen;

    • f.

      het laten proefdraaien van boordmotoren met ingeschakelde schroef

  • 2.

    Het is voorts verboden:

    • a.

      aan steigers of palen te spijkeren of enige andere voorziening te maken waarvoor geen toestemming is verleend door het college;

    • b.

      aanpassingen aan de waterbodem en/of puinbestortingen te maken

    • c.

      aanlegtouwen etc. over het loopvlak van de steigers of voetpaden te bevestigen

    • d.

      oevergroen te snoeien en/of te maaien.

Artikel 5:34 Verstoren goede orde

Het is verboden op het openbaar water de goede orde te verstoren, onder meer door:

  • a.

    het veroorzaken van geluidhinder, in welke vorm ook;

  • b.

    op enigerlei wijze de rust te verstoren tussen 22.00 uur 's avonds en 07.00 uur ’s morgens;

  • c.

    het verontreinigen van het terrein, het water, de gebouwen, de steigers en andere werken door vuilnis, olie, chemicaliën, bilgewater, etc.;

  • d.

    het gebruik van een boordtoilet of het anderszins storten van fecaliën en bijkomend afvalwater in openbaar water;

  • e.

    het onvoorzichtig omgaan met vuur, daaronder begrepen het aan te water liggende vaartuigen uitvoeren van werkzaamheden, waarbij hoge temperaturen ontstaan, alsmede het onvoorzichtig omgaan met benzine, gas of andere ontvlambare stoffen;

  • f.

    het laten proefdraaien van boordmotoren met ingeschakelde schroef;

  • g.

    anderszins handelingen te verrichten, waardoor hinder, overlast of gevaar wordt of kan worden veroorzaakt.

Het is voorts verboden:

  • a.

    aan steigers of palen te spijkeren of enige andere voorziening te maken waarvoor geen toestemming is verleend door het college;

  • b.

    aanpassingen aan de waterbodem en/of puinbestortingen te maken

  • c.

    aanlegtouwen etc. over het loopvlak van de steigers of voetpaden te bevestigen

  • d.

    oevergroen te snoeien en/of te maaien.

 

K. De titel voor artikel 5:37 wordt als volgt gewijzigd:

Bestaande tekst

Nieuwe tekst

Passagiersvaartuigen en waterscooters

Passagiersvaartuigen

 

L. Artikel 5:37 wordt als volgt gewijzigd:

Bestaande tekst

Nieuwe tekst

Artikel 5:37 Waterscooters

Het is verboden op een oever en het openbaar water een waterscooter, die zich in een kennelijk voor onmiddellijk gebruik geschikte en beoogde staat bevindt, bij zich te hebben anders dan op daartoe door of namens de Minister, ingevolge het Binnenvaartpolitiereglement, of door het college aangewezen plaatsen.

Artikel 5:37 Waterscooters

Vervallen

 

M. De titel voor artikel 5:38 wordt als volgt gewijzigd:

Bestaande tekst

Nieuwe tekst

Overig verbod

Overig verbod

Vervallen

 

N. Artikel wordt als volgt gewijzigd:

Bestaande tekst

Nieuwe tekst

Artikel 5:38 Overig verbod

Het is verboden binnen twintig meter van een in gebruik zijnde zweminrichting, zwemgelegenheid of surfoever te ankeren.

Artikel 5:38 Overig verbod

Vervallen

 

O. Artikel 5:40 wordt als volgt gewijzigd:

Bestaande tekst

Nieuwe tekst

Artikel 5:40 Tijden van verblijf passantenhavens

  • 1.

    Het is verboden langer dan 3 achtereenvolgende dagen een ligplaats in dezelfde passantenhaven in te nemen en nadat deze periode is verstreken, binnen 12 uren opnieuw ligplaats in dezelfde passantenhaven in te nemen.

  • 2.

    Het is verboden tussen zonsondergang en zonsopgang een ligplaats in te nemen, vaartuigen te verplaatsen of de passantenhaven te verlaten.

  • 3.

    Het verbod genoemd in het eerste lid is niet van toepassing op de passantenhaven in Maasbracht.

  • 4.

    Het college kan van het onder het eerste en tweede lid bepaalde ontheffing verlenen.

  • 5.

    Op de aanvraag om ontheffing is paragraaf 4.1.3.3 van de Algemene wet bestuursrecht (positieve fictieve beschikking bij niet tijdig beslissen) niet van toepassing.

Artikel 5:40 Tijden van verblijf passantenhavens

  • 1.

    Het is verboden langer dan 3 achtereenvolgende dagen een ligplaats in dezelfde passantenhaven in te nemen en nadat deze periode is verstreken, binnen 24 uur opnieuw ligplaats in dezelfde passantenhaven in te nemen.

  • 2.

    Het is verboden tussen zonsondergang en zonsopgang een ligplaats in te nemen, vaartuigen te verplaatsen of de passantenhaven te verlaten.

  • 3.

    Het verbod genoemd in het eerste lid is niet van toepassing op de passantenhaven in Maasbracht.

  • 4.

    Het college kan van het onder het eerste en tweede lid bepaalde ontheffing verlenen.

  • 5.

    Op de aanvraag om ontheffing is paragraaf 4.1.3.3 van de Algemene wet bestuursrecht (positieve fictieve beschikking bij niet tijdig beslissen) niet van toepassing.

 

P. Artikel 5:42 wordt als volgt gewijzigd:

Bestaande tekst

Nieuwe tekst

Artikel 5:42 Liggeld passantenhavens

  • 1.

    Voor het verblijf met een vaartuig in de passantenhaven tussen 18.00 en 07.00 uur is liggeld verschuldigd.

  • 2.

    De hoogte van het liggeld en de wijze van inning wordt door het college vastgesteld.

Artikel 5:42 Liggeld passantenhavens

  • 1.

    Voor een verblijf met een vaartuig in de passantenhavens in Maasbracht en Wessem is liggeld verschuldigd.

  • 2.

    De hoogte van het liggeld en de wijze van inning wordt door het college vastgesteld.

 

Q. Artikel 5:43 wordt als volgt gewijzigd:

Bestaande tekst

Nieuwe tekst

Artikel 5:43 Gebruiksregels passantenhavens

  • 1.

    Het is verboden in de passantenhaven te zwemmen, te spelevaren, te hengelen of te surfen.

  • 2.

    Van 22.00 uur tot de volgende ochtend 7.00 uur moet de nachtrustperiode in acht worden genomen.

  • 3.

    Ook daarbuiten is geluidhinder of anderszins hinderlijk gedragverboden.

Artikel 5:43 Gebruiksregels passantenhavens

  • 1.

    Het is verboden in de passantenhaven te zwemmen, te spelevaren of te surfen.

  • 2.

    Van 22.00 uur tot de volgende ochtend 7.00 uur moet de nachtrustperiode in acht worden genomen.

  • 3.

    Ook buiten de in het tweede lid genoemde periode is het verboden geluidhinder te veroorzaken.

  • 4.

    Tevens is het verboden anderszins handelingen te verrichten, waardoor hinder, overlast of gevaar wordt of kan worden veroorzaakt.

 

R. Na artikel 5:46 wordt artikel 5:46A ingevoegd en luidt:

Bestaande tekst

Nieuwe tekst

 

Artikel 5:46A Afbakening

Deze afdeling is niet van toepassing op situaties waarin wordt voorzien door een wet in formele zin, verordeningen van de provincie of het waterschap en de Woonschepenverordening Maasgouw.

 

Gewijzigde artikelen van de Toelichting op de Algemene plaatselijke verordening Maasgouw 2020

Leeswijzer:

 

In de linker kolom is de tekst uit de Toelichting op de Apv 2020 opgenomen. De cursief weergegeven tekst wijzigt of komt te vervallen. In de rechter kolom staat het tekstvoorstel voor de gewijzigde Apv 2020, waarbij de wijzigingen of aanvullingen blauw zijn en vet gedrukt staan.

Toelichting op de Algemene plaatselijke verordening 2020 Maasgouw

Toelichting op de Algemene plaatselijke verordening 2020 Maasgouw

In deze toelichting wordt gesproken over de Algemene plaatselijke verordening (hierna APV) gevolgd door het jaartal waarop de desbetreffende APV is vastgesteld.

 

Deze verschillende termen worden gebruikt om een onderscheid te kunnen maken tussen de oude APV’s en de (gewijzigde) APV 2020.

 

Er zijn in deze gewijzigde APV een aantal zaken aangepast, toegevoegd of verwijderd om de APV te actualiseren. Het betreft onder andere het volgende:

 

  • -

    het vervangen van vervallen verwijzingen zoals bijv. de drank- en horecawet door de Alcoholwet;

  • -

    het schrappen of vervallen van de term Outlaw Motor gang en het artikel over lachgas;

  • -

    er is een vergunningplicht opgenomen voor het maken of veranderen van een uitweg en het exploiteren van een jachthaven;

  • -

    er is een verplichting opgenomen voor het voeren van een digitaal nachtregister;

  • -

    er is een verplichting opgenomen voor het voeren van een digitaal opkoopregister (DOR);

  • -

    hoofdstuk 3, seksinrichtingen, sekswinkels en straatprostitutie is aangepast;

  • -

    in het artikel over het verbod op het plaatsen van kampeermiddelen buiten kampeerterreinen is nu duidelijk omschreven onder welke voorwaarden er van het verbod afgeweken kan worden;

  • -

    het artikel over het parkeren van grote voertuigen is geactualiseerd;

  • -

    het artikel “messenverbod” en het artikel “sluitingsbevoegdheid voor publiek openstaande bedrijfspanden” is toegevoegd;

In deze toelichting wordt gesproken over de Algemene plaatselijke verordening (hierna: Apv) gevolgd door het jaartal waarop de desbetreffende Apv is vastgesteld.

 

Deze verschillende termen worden gebruikt om een onderscheid te kunnen maken tussen de oude Apv’s en de (gewijzigde) Apv 2020.

 

Er zijn in deze gewijzigde Apv een aantal zaken aangepast, toegevoegd of verwijderd om de Apv te actualiseren. Het betreft onder andere het volgende:

 

  • -

    de redactie van het artikel over recreatief nachtverblijf buiten kampeerterreinen is zodanig aangepast dat tegemoetgekomen wordt aan de wens om overlast van het plaatsen van kampeermiddelen tegen te gaan, zonder ongewenste neveneffecten;

  • -

    hoofdstuk 5, afdeling 6 Openbaar water (art. 5:22 t/m 5:46A) is geactualiseerd.

 

 

Artikel 4:13 Recreatief nachtverblijf buiten kampeerterreinen

 

Zie de algemene toelichting bij deze afdeling.

 

Er geldt een algemeen verbod om te kamperen buiten een kampeerterrein. In een eerdere APV werd specifiek vermeld dat dit verbod ook van toepassing was op het plaatsen van kampeermiddelen voor eigen gebruik door de rechthebbende van het terrein. Deze bepaling is in de gewijzigde APV 2020 verwijderd omdat het, afhankelijk van de zichtbaarheid en locatie al valt onder het verbod in lid 1. Eerder bevatte de APV ook een termijn voor het plaatsen van kampeermiddelen in de besloten achtertuin voor eigen gebruik door de rechthebbende. Dit is geschrapt omdat de APV alleen regels mag stellen voor de openbare ruimte.

 

In een eerdere APV gold het verbod niet voor het plaatsen van een visparaplu of karpertentje ten behoeve van nachtvissen. Deze tekst is in de gewijzigde APV 2020 aangepast omdat in de praktijk bleek dat de benaming karpertentje en visparaplu onvoldoende duidelijk geformuleerd was, waardoor handhaving niet altijd mogelijk was in gevallen waarin dit wel wenselijk was.

 

In overleg met handhaving en de Sportvisserijbond is aansluiting gezocht bij de voorwaarden die door de sportvisserijbond worden opgelegd bij het plaatsen van een nachtverblijf ten behoeve van nachtvissen. De voorwaarden die zijn overgenomen in de gewijzigde APV 2020 biedt handhaving voldoende handvaten om te kunnen optreden.

 

Artikel 4:13 Recreatief nachtverblijf buiten kampeerterreinen

 

Zie de algemene toelichting bij deze afdeling.

 

De redactie van artikel 4:13 lid 1 is zodanig aangepast dat tegemoetgekomen wordt aan de wens om overlast van het plaatsen van kampeermiddelen die gebruikt kunnen worden ten behoeve van recreatief nachtverblijf tegen te gaan, zonder ongewenste neveneffecten. Het is niet toegestaan om kampeermiddelen, buiten de daartoe bestemde gebieden of kampeerterreinen, te plaatsen in openbare natuurgebieden, bossen, parken of andere voor publiek toegankelijke groengebieden en op openbare plaatsen of terreinen, indien dit leidt tot:

  • -

    hinder;

  • -

    verstoring van de openbare orde;

  • -

    verstoring van het uiterlijk aanzien van de gemeente;

  • -

    verstoring van de rust; of

  • -

    schade aan natuur of milieu.

Er geldt een algemeen verbod om te kamperen buiten een kampeerterrein. In een eerdere Apv werd specifiek vermeld dat dit verbod ook van toepassing was op het plaatsen van kampeermiddelen voor eigen gebruik door de rechthebbende van het terrein. Omdat de Apv alleen regels mag stellen voor de openbare ruimte, is deze bepaling in de gewijzigde Apv van 2025 verwijderd. Ter verduidelijking is echter het plaatsen van kampeermiddelen voor eigen gebruik door de rechthebbende op een terrein in lid 2 uitgezonderd van het algemene verbod.

 

In een eerdere Apv gold het verbod niet voor het plaatsen van een visparaplu of karpertentje ten behoeve van nachtvissen. Deze tekst is in de gewijzigde Apv 2020 aangepast omdat in de praktijk bleek dat de benaming karpertentje en visparaplu onvoldoende duidelijk geformuleerd was, waardoor handhaving niet altijd mogelijk was in gevallen waarin dit wel wenselijk was. Een schuilmiddel is toegestaan, mits wordt voldaan aan een aantal voorwaarden.

 

In overleg met handhaving en Sportvisserij Limburg is aansluiting gezocht bij de voorwaarden die door de sportvisserijbond worden opgelegd bij het plaatsen van een schuilmiddel ten behoeve van nachtvissen. De voorwaarden die zijn overgenomen in de gewijzigde Apv 2020 biedt handhaving voldoende handvaten om te kunnen optreden.

 

 

Afdeling 6 Openbaar water

 

Artikel 5:22 tot en met 5:46

Deze afdeling is in 2017 geactualiseerd en meer afgestemd op de situatie in Maasgouw. Zo zijn de begripsomschrijvingen verbeterd, is er een logische indeling gemaakt en zijn de bepalingen afgestemd op overige lokale regelgeving. Er is onder andere bekeken of de Apv en de Woonschepenverordening elkaar niet “bijten”. Ook zijn oude aanwijzingsbesluiten opgenomen in de afdeling. Een voorbeeld hiervan is het oude aanwijzingsbesluit waarin steigers werden aangewezen waar rondvaartboten mochten aanmeren. Om het voor de burgers makkelijker en overzichtelijker te maken, maar ook vanwege efficiency redenen, zijn in artikel 5:36, tweede lid Apv de destijds aangewezen locaties opgenomen. Om het voor feestboten en riviercruises ook mogelijk te maken om aan te meren zijn in de Apv niet alleen de locaties aangewezen voor rondvaartboten, maar ook voor overige passagiersvaartuigen.

 

Afdeling 6 Openbaar water

 

Artikel 5:22 tot en met 5:46A

Deze afdeling is met ingang van 2026 geactualiseerd en beter afgestemd op de situatie in Maasgouw, maar ook op de situatie in het Maasplassengebied bij Roermond . Vanuit verschillende disciplines (o.a. boa’s, sportvisserij, waterpolitie en Natuurmonumenten) is de afdeling ‘Openbaar water’ geanalyseerd en waar nodig aangepast.

 

Hieronder worden de belangrijkste wijzigingen weergegeven.

 

Definities (art. 5:22 Apv)

Er zijn verschillende definities vervallen, toegevoegd of gewijzigd.

 

Ligplaats pleziervaartuigen (art. 5:24 Apv)

Het artikel zag alleen op pleziervaartuigen, terwijl de modelbepaling van de VNG ziet op vaartuigen in het algemeen. Er is aangesloten bij de model Apv, waardoor dit artikel breder inzetbaar is. Daarnaast zijn lid 4 en 5 toegevoegd conform de model Apv.

 

(Tijdelijke)ligplaats buiten de havens (art. 5:25 Apv)

Dit artikel bevatte enige onduidelijkheid met betrekking tot het ligplaats innemen. Het artikel is daarom verduidelijkt en komt (deels) terug in het nieuwe artikel ‘Verboden gebruik oevers’. Tevens is ter verduidelijking een verwijzing toegevoegd naar artikel 5:40 (Tijden van verblijf passantenhavens).

 

Verboden gebruik oevers (nieuw artikel 5:25A Apv)

Het verboden gebruik van oevers is in een afzonderlijk artikel ondergebracht en duidelijker geformuleerd.

 

Aanwijzingen (tijdelijke) ligplaats (art. 5:26 Apv)

Dit artikel verwees in lid 3 naar een verbod, waarbij onvoldoende duidelijk was naar welk verbod precies verwezen werd. Lid 1 en 2 van dit artikel zijn toegevoegd aan artikel 5:24 Apv. Het artikel is daarom vervallen.

 

Verbod innemen (tijdelijke) ligplaats (art. 5:27 Apv)

Het verbod van artikel 5:27 staat ook al opgenomen in het nieuwe lid 5 van artikel 5:24 Apv, waardoor dit dubbelop is. Het artikel is daarom vervallen.

 

Veiligheid op het water (art. 5:32 Apv)

Aan het huidige artikel is lid 2 toegevoegd. Daarnaast is lid 3 tekstueel aangepast, zodat het lid conform de model Apv is. Het toegevoegde lid 2 is de eerdere tekst uit artikel 5:38 Apv. Omdat zowel artikel 5:32 als artikel 5:38 zien op veiligheid op het water, zijn deze bij elkaar gevoegd. Artikel 5:38 Apv is daarom vervallen.

 

Verstoren goede orde (art. 5:34 Apv)

De raad heeft de wens geuit om dit artikel aan te passen conform de overlastbepaling uit de Apv van Roermond. Gebleken is echter dat het artikel over overlast in de Apv van Roermond veel beperkter is dan het huidige artikel in de Apv van Maasgouw. Voorgesteld wordt dan ook om het huidige artikel van Maasgouw te behouden. Na bespreking met de raadswerkgroep is onder lid 1 sub f toegevoegd, waardoor een vangnetbepaling ontstaat waardoor restcategorieën handelingen die hinder, overlast of gevaar (kunnen) veroorzaken worden ondervangen.

 

Waterscooters (art. 5:37 Apv)

Gebleken is dat het niet wenselijk is om een verbod voor waterscooters te hanteren. Waterscooters worden gezien als een snelle motorboot en kunnen zich aan de regels ten aanzien van de maximum toegestane snelheid houden. Waterscooters moeten bovendien altijd via de Maasplassen het water op, om het snelvaartgebied van de Maas te kunnen bereiken.

Op advies van de waterpolitie en het RIEC is daarom besloten om geen verbod voor waterscooters meer op te nemen en dit artikel te laten vervallen.

 

Overig verbod (art. 5:38 Apv)

Het verbod dat was opgenomen in artikel 5:38 Apv is als extra lid toegevoegd aan artikel 5:32 van de Apv. Omdat beide artikelen zien op veiligheid op het water, zijn deze bij elkaar gevoegd. Artikel 5:38 is daarom vervallen.

 

Tijden van verblijf passantenhavens (art. 5:40 Apv)

De tijd waarbinnen het verboden is om opnieuw ligplaats in te nemen in dezelfde passantenhaven is aangepast van 12 naar 24 uur. Dit is beter handhaafbaar voor de boa’s.

 

Liggeld passantenhavens (art. 5:42 Apv)

De tekst van dit artikel is aangepast. De tijdsduur is vervallen, omdat dit niet relevant is. Daarnaast is alleen voor de passantenhavens in Maasbracht en Wessem liggeld verschuldigd. Voor de overige passantenhavens/-steigers in Stevensweert en Linne niet.

 

Gebruiksregels passantenhavens (art. 5:43 Apv)

De redactie van het derde lid is aangepast en vierde lid toegevoegd, waardoor het verboden is anderszins handelingen te verrichten, waardoor hinder, overlast of gevaar wordt of kan worden veroorzaakt.

 

Afbakening (nieuw artikel 5:46A Apv)

Om te voorkomen dat de Apv in strijd komt met hogere regelgeving m.b.t. water gerelateerde activiteiten, is deze bepaling toegevoegd.

 

 

 

Artikel II  

Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2026.

Aldus besloten in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Maasgouw,

d.d. 16-12-2025.

De raad voornoemd;

De griffier,

G.H. Bakkes

De voorzitter,

D.W.J. Schneider

Naar boven