Gemeenteblad van Vlissingen
| Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
|---|---|---|---|
| Vlissingen | Gemeenteblad 2025, 570544 | ander besluit van algemene strekking |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
| Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
|---|---|---|---|
| Vlissingen | Gemeenteblad 2025, 570544 | ander besluit van algemene strekking |
Zeeuws Actieplan Dakloosheid 2026-2030
Op 1 december 2022 is door ministeries van VWS, BZK en SZW, de VNG, woningbouwcorporaties, zorgaanbieders, cliëntorganisaties en andere betrokken partijen het Nationaal Actieplan Dakloosheid: Eerst een Thuis gelanceerd. Dit plan geeft invulling aan de ambitie om dakloosheid in 2030 te beëindigen.
In het kader van het Nationaal Actieplan Dakloosheid wordt onderstaand een vertaling gemaakt naar het Zeeuws actieplan dakloosheid (ZAD). Dit op basis van de in het nationale actieplan opgenomen ambities en de hierin genoemde zes pijlers. Zodoende is er Zeeuws breed sprake van 1 uniform beleid voor heel Zeeland.
Met het actieplan wordt de focus verlegd van opvang naar preventie en wonen met ondersteuning op maat. In het kader van het Nationaal Actieplan wordt hierbij een vertaling gemaakt naar een Zeeuws Actieplan Dakloosheid. Dit doen we op basis van de in het Actieplan opgenomen ambities en de hierin genoemde zes actielijnen. Een belangrijke regel die we daarbij hanteren, die eerder is vastgesteld in de Regiovisie Beschermd Wonen en Opvang Zeeland, is: iedere inwoner is een Zeeuwse inwoner.
De Zeeuwse ontwikkelingen sluiten aan bij de landelijke ontwikkelingen. Dit vertaalt zich naar een groeiende vraag naar huisvesting. Deze vraag beperkt zich niet alleen tot de gemeente Vlissingen en Terneuzen waar de opvangvoorzieningen zijn gehuisvest. Ook in de gemeenten Goes en Middelburg is er nadrukkelijk sprake van vraag naar vormen van opvang. Het beleid, aansluitend bij de ambitie uit het Nationaal Actieplan Dakloosheid, is erop gericht om per 2030 geen dak- of thuisloze inwoners meer te hebben. Alleen met een gezamenlijke inspanning van gemeenten, zorg verlenende organisaties en woningcorporaties is dit doel te bereiken.
De ambitie uit het Nationaal Actieplan Dakloosheid is dat er in 2030 geen sprake meer is van dakloosheid. We omarmen deze ambitie in Zeeland. Dit laat zich vertalen naar:
De ambities die hierboven staan beschreven zijn uitgewerkt in onderstaande actielijnen. Om de ambities te behalen is samenwerking tussen verschillende domeinen, zowel in uitvoering als beleid essentieel. Dit betekent dat we partijen op het gebied van werk, inkomen, volksgezondheid, veiligheid, welzijn en wonen nodig hebben.
3.1 Versterken bestaanszekerheid
Bestaanszekerheid bestaat uit drie onderdelen1 :
Het versterken van bestaanszekerheid is een lokale verantwoordelijkheid die we lokaal vormgeven. Iedere gemeente investeert en organiseert lokaal de: ‘Aanpak geldzorgen, armoede en schulden’ en de ‘Participatiewet in balans’. Deze aanpak draagt bij aan de bestaanszekerheid van veel Nederlanders, in het bijzonder mensen met een laag inkomen. Voor de duiding van mensen met een laag inkomen wordt tenminste een grens van 120% van het wettelijk sociaal minimum gehanteerd.
Hoewel het een lokale verantwoordelijkheid is, speelt inkomenspolitiek ook een belangrijke rol. De Rijksoverheid stelt het kader en de richtlijnen vast voor inkomensbeleid, zoals het sociaal minimum, belastingmaatregelen en landelijke toeslagen.
Gemeenten geven uitvoering aan vroegsignalering uit de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening (Wgs) en werken actief aan een het zo vroeg mogelijk bieden van ondersteuning aan inwoners die (beginnende) schulden opbouwen. Deze aanpak is gebaseerd op onderzoek door de Nationale Ombudsman, dat aantoont dat vroegtijdige interventie kan voorkomen dat betalingsachterstanden leiden tot problematische schulden.
Het proces van vroeg signalering begint vaak bij roodstand, gevolgd door het stoppen met betalen van de zorgverzekering (waarbij men verzekerd blijft), vervolgens energie, en uiteindelijk de huurbetalingen, wat kan leiden tot dakloosheid. Door vroegtijdig in te grijpen, te investeren in de samenwerking met en tussen de lokale teams, kunnen gemeenten voorkomen dat inwoners in deze vicieuze cirkel terechtkomen.
Het uitgangspunt van landelijk beleid is dat we dakloosheid voorkomen. Een succesvolle preventieve aanpak van dakloosheid bevordert sociale inclusie. Voor een effectief preventiebeleid is het belangrijk dat een bredere definitie conform Ethos light classificatie2 van dakloosheid wordt gehanteerd. Want het gaat bij preventie niet alleen om mensen die al dakloos zijn maar met name om mensen waarvan we willen voorkomen dat zij dak of thuisloos worden.
Preventie is een lokale verantwoordelijkheid die we lokaal vormgeven. In het Regiobudget beschermd wonen en opvang hebben alle gemeenten een budget opgenomen voor lokale preventiedoelen. Met dit budget zetten we actief in op preventie van opvang. Zo investeert iedere gemeente in een sterk voorliggend veld op alle leefgebieden, waaronder preventie en nazorg.
In 2024 is in de Zeeuwse gemeenten de preventiescanner dakloosheid uitgevoerd door de Preventiealliantie. Deze preventiescanner geeft gemeenten een beter beeld van de huidige preventieve aanpak. De resultaten uit de preventiescanner zijn ook meegenomen in onderstaande regionale acties.
Gemeenten voeren in 2026 de ETHOS light telling uit om meer inzicht te krijgen in de omvang van de doelgroep dak- en thuislozen in Zeeland2. Dit doen we om beter te begrijpen hoe groot deze groep is om vervolgens gerichter beleid en ondersteuning te kunnen ontwikkelen.
Zorgaanbieders binnen de GGZ zetten multidisciplinaire teams in die outreachend werken en nauw samenwerken met bestaande structuren zoals de inzet van veldwerkers. Het is van belang ook te kijken naar de voorliggende problematiek van de dakloosheid op het gebied van psychiatrie/verslaving/lichtverstandelijke beperking.
De VNG geeft de volgende zes leidende principes weer in het programma nationaal actieplan dakloosheid (Eerst een thuis):
Housing First is een aanpak die zegt dat huisvesting de eerste stap is in het proces van herstel voor mensen zonder onderdak. Het biedt directe toegang tot een woning zonder extra voorwaarden, wat betekent dat iedereen direct een vaste woonplek krijgt toegewezen. Dit model ziet huisvesting als een basisrecht en is gericht op het stoppen van dakloosheid door stabiliteit te bieden, zodat inwoners kunnen werken aan andere onderdelen van hun leven, zoals gezondheid en sociale contacten. Dak- en thuisloze mensen hebben in de eerste instantie een woonprobleem. Geen dak hebben betekent onveiligheid, er niet bij horen en geen perspectief hebben.
Het hebben van een stabiele woonplek met de juiste ondersteuning is het belangrijkste antwoord op het verminderen van dakloosheid.
Als gemeenten zijn wij ons bewust van de krapte op de arbeidsmarkt en de noodzaak om rekening te houden met de leefbaarheid in onze wijken.
Alle gemeenten hebben of zijn op dit moment bezig met het opstellen van een woonzorgvisie en een volkshuisvestingsprogramma. In dit programma worden de woonen ondersteuningsbehoeften en opgaven van wettelijk vastgelegde aandachts- en urgentiegroepen in beeld gebracht. Het programma bevat de omvang van de aandachtsurgentiegroepen in beeld, het aantal benodigde woningen, en de eventuele zorg en ondersteuning de nodig is om deze groepen zelfstandig te kunnen laten wonen.
3.4 Versterken uitvoeringspraktijk: regie op alle leefgebieden, snelheid en menselijke maat centraal
Over de domeinen heen werken is een belangrijke voorwaarde om het aantal (dreigend) daklozen tot het minimum te beperken. Dit gaat niet alleen over de samenwerking binnen het sociaal domein maar ook over samenwerking tussen het sociaal domein en met andere relevante domeinen. Professionals in de uitvoeringspraktijk moeten kunnen doen wat nodig is om snel adequate ondersteuning te kunnen bieden.
Bij uitstroom uit de opvang wordt een warme overdracht verzorgd en zijn de voor de inwoner noodzakelijke randvoorwaarden geregeld (denk aan huisvesting, ambulante ondersteuning, inkomen, dagbesteding, hulp bij financiën en het betrekken van sociaal netwerk en omgeving). Dit is een lokale verantwoordelijk die vorm krijgt binnen de convenanten Weer Thuis.
3.5 Ervaringskennis in de hele beleidscyclus
De inbreng van ervaringskennis is de sleutel naar effectiever beleid en betere dienstverlening. Om hieraan te voldoen zullen wij een wederkerige bijdrage vragen aan ervaringsdeskundigen en ervaringskenners.
Ervaringsdeskundigen3
Ervaringsdeskundigen zijn opgeleid om hun eigen ervaring met ontwrichting en herstel zowel in uitvoerende processen als op beleidsniveau deskundig in te zetten. De verschillende rollen en vaardigheden staan beschreven in het beroepscompetentie-profiel ervaringsdeskundigheid.
Ervaringskennis4
Mensen met ervaringskennis brengen kennis in die is ontstaan uit persoonlijke ervaringen en de reflectie daarop. Deze ervaringskennis helpt om beter aan te sluiten bij de leefwereld van inwoners en draagt bij aan herstel en inclusie.
Beleidsparticipatie kent twee perspectieve: Het individuele en het collectieve. Waar cliënten hun eigen situatie vertegenwoordigen, brengen ervaringskenners en- deskundigen bredere inzichten in. De één deelt ervaringen, de ander zet ze overstijgend en professioneel in. Hun betrokkenheid verhoogt de kwaliteit en legitimiteit van beleid. Afhankelijk van het onderwerp verschilt de benodigde ondersteuning en invloed.
4. Uitvoering en verantwoording
Voor de uitvoering en verantwoording van dit actieplan wordt aangesloten bij de overleg- en verantwoordingsstructuur van beschermd wonen en opvang.
Kernteam/Ambtelijk afstemmingsoverleg 13 gemeenten
Het Zeeuws actieplan dakloosheid wordt periodiek geagendeerd in het kernteam. Het kernteam heeft de regie op de voortgang op inhoud en proces. Het Ambtelijk Afstemminsoverleg wordt periodiek geïnformeerd over de voortgang.
Werkgroep maatschappelijke opvang
Na besluitvorming op het Zeeuws actieplan dakloosheid, stelt de werkgroep maatschappelijke opvang in samenwerking met de werkgroep cliënt en naastenperspectief een uitvoeringsagenda op. Beide werkgroepen dragen zorg voor uitvoering hiervan.
De monitoring van dit actieplan kent verschillende vormen. Het kernteam houdt regie op de voortgang van het actieplan en stuurt bij waar nodig. Daarnaast dient de regio gegevens aan te leveren voor het landelijk dashboard van het Nationaal Actieplan Dakloosheid.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2025-570544.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.