Verordening op de heffing en invordering van lijkbezorgingsrechten Huizen 2026

De raad van de gemeente Huizen;

 

in vergadering bijeen op 11 december 2025;

 

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van d.d. 11 november 2025;

 

gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b, van de Gemeentewet, alsmede de Beheersverordening gemeentelijke begraafplaatsen Huizen 2026;

 

b e s l u i t :

 

vast te stellen:

 

Verordening op de heffing en invordering van lijkbezorgingsrechten Huizen 2026

Artikel 1. Belastbaar feit

Op basis van deze verordening worden rechten geheven voor het gebruik van de begraafplaats en voor het door de gemeente verlenen van diensten in verband met de begraafplaats.

Artikel 2. Belastingplicht

De rechten worden geheven van degene op wiens aanvraag dan wel ten behoeve van wie de dienst wordt verricht of van degene die van de bezittingen, werken of inrichtingen gebruik maakt.

Artikel 3. Maatstaf van heffing en belastingtarief

De rechten worden geheven naar de maatstaven en de tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.

Artikel 4. Belastingjaar

  • 1.

    Met betrekking tot de rechten die per jaar worden geheven is het belastingjaar gelijk aan het kalenderjaar.

  • 2.

    Met betrekking tot de rechten die blijkens de tarieventabel worden geheven voor een gestelde periode is het belastingtijdvak gelijk aan de periode waarvoor wordt geheven.

Artikel 5. Wijze van heffing

  • 1.

    De onderhoudsrechten, bedoeld in 4.7 tot en met 4.9 van de tarieventabel, worden geheven bij wege van aanslag.

  • 2.

    Andere rechten dan die bedoeld in 4.7 tot en met 4.9 van de tarieventabel worden geheven door middel van een gedagtekende schriftelijke kennisgeving waarop het gevorderde bedrag is vermeld. Het gevorderde bedrag wordt door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving aan de belastingschuldige bekendgemaakt.

Artikel 6. Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang voor de jaarlijks verschuldigde rechten

  • 1.

    De onderhoudsrechten, bedoeld in 4.7 tot en met 4.9 van de tarieventabel, zijn verschuldigd bij de aanvang van het belastingtijdvak of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht.

  • 2.

    Indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak aanvangt zijn de rechten bedoeld in 4.7 tot en met 4.9 van de tarieventabel verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde rechten als er in dat jaar, na de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

  • 3.

    Indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing voor de rechten bedoeld in 4.7 tot en met 4.9 van de tarieventabel voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde rechten als er in dat jaar, na het einde van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

Artikel 7. Ontstaan van de belastingschuld voor de overige rechten

Andere rechten dan die bedoeld in 4.7 tot en met 4.9 van de tarieventabel zijn verschuldigd bij de aanvang van de dienstverlening of bij de aanvang van het gebruik van de bezittingen, werken of inrichtingen.

Artikel 8. Termijnen van betaling

  • 1.

    In afwijking van artikel 9, eerste lid van de Invorderingswet 1990 moeten de rechten bedoeld in 4.7 tot en met 4.9 van de tarieventabel worden betaald binnen twee maanden na de dagtekening van het aanslagbiljet.

  • 2.

    In afwijking in zoverre van het eerste lid geldt, zolang de verschuldigde bedragen door middel van automatische betalingsincasso kunnen worden afgeschreven, dat de aanslagen moeten worden betaald in negen gelijke termijnen. De eerste termijn vervalt één maand na de dagtekening van het aanslagbiljet en de volgende termijnen telkens een maand later.

  • 3.

    Andere rechten dan die bedoeld in 4.7 tot en met 4.9 van de tarieventabel moeten binnen drie maanden na de dagtekening van de nota worden betaald.

  • 4.

    De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in de voorgaande leden gestelde termijnen.

Artikel 9. Kwijtschelding

Bij de invordering van de lijkbezorgingsrechten wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 10. Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de rechten.

Artikel 11. Overgangsrecht

  • 1.

    De Verordening lijkbezorgingsrechten Huizen 2026, laatstelijk gewijzigd bij raadsbesluit van 30 oktober 2025, wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 12, tweede lid, genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2.

    Indien de datum van inwerkingtreding van deze verordening ligt na de in artikel 12, tweede lid, genoemde datum van ingang van de heffing, blijft de in het eerste lid genoemde verordening gelden voor de in de tussenliggende periode plaatsvindende belastbare feiten voor zover de heffing van de rechten hiervoor in die periode plaatsvindt.

Artikel 12. Inwerkingtreding

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de derde dag na die van de bekendmaking.

  • 2.

    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2026.

Artikel 13. Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening lijkbezorgingsrechten Huizen 2026.

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 11 december 2025.

De griffier,

J. Veenstra

De voorzitter,

N. Meijer

Tarieventabel behorende bij de Verordening lijkbezorgingsrechten Huizen 2026

 

Hoofdstuk 1. Uitgifte grafrechten

Uitgifte 10 jaar

1.1 Particulier graf voor een periode van 10 jaar

€ 1.035,00

1.2 Particulier dubbel graf voor een periode van 10 jaar

€ 2.070,00

1.3 Particulier kindergraf tot 12 jaar voor een periode van 10 jaar

€ 517,50

1.4 Particuliere urnennis of urnengraf voor een periode van 10 jaar

€ 1.554,00

 

Uitgifte 20 jaar

1.5 Particulier graf voor een periode van 20 jaar

€ 1.886,00

1.6 Particulier dubbel graf voor een periode van 20 jaar

€ 3.772,00

1.7 Particulier kindergraf tot 12 jaar voor een periode van 20 jaar

€ 943,00

1.8 Particuliere urnennis of urnengraf voor een periode van 20 jaar

€ 2.795,00

 

Algemeen graf

1.9 Gebruiksrecht algemeen graf voor een periode van 15 jaar

€ 625,00

 

Hoofdstuk 2. Verlengen van grafrechten

Verlengen 5 jaar

2.1 Verlengen grafrecht particulier graf met 5 jaar

€ 517,50

2.2 Verlengen grafrecht particulier dubbel graf met 5 jaar

€ 1.035,00

2.3 Verlengen grafrecht kindergraf met 5 jaar

€ 258,75

2.4 Verlengen grafrecht particuliere urnennis of urnengraf met 5 jaar

€ 777,00

 

Verlengen 10 jaar

2.5 Verlengen grafrecht particulier graf met 10 jaar

€ 943,00

2.6 Verlengen grafrecht particulier dubbel graf met 10 jaar

€ 1.886,00

2.7 Verlengen grafrecht kindergraf met 10 jaar

€ 471,50

2.8 Verlengen grafrecht particuliere urnennis of urnengraf met 10 jaar

€ 1.397,50

 

Hoofdstuk 3. Onderhoudsrecht begraafplaatsen

Uitgifte onderhoudsrecht 10 jaar

3.1 Particulier graf voor een periode van 10 jaar

€ 1.989,00

3.2 Particulier kindergraf tot 12 jaar voor een periode van 10 jaar

€ 657,00

3.3 Particuliere urnennis of urnengraf voor een periode van 10 jaar

€ 657,00

 

Uitgifte onderhoudsrecht 20 jaar

3.4 Particulier graf voor een periode van 20 jaar

€ 3.978,00

3.5 Particulier kindergraf tot 12 jaar voor een periode van 20 jaar

€ 1.314,00

3.6 Particuliere urnennis of urnengraf voor een periode van 20 jaar

€ 1.314,00

 

Onderhoudsrecht algemeen graf

3.7 Onderhoudsrecht algemeen graf voor een periode van 15 jaar

€ 985,50

 

Hoofdstuk 4. Verlengen onderhoudsrecht begraafplaatsen

Verlengen 5 jaar

4.1 Verlengen onderhoudsrecht particulier graf met 5 jaar

€ 994,50

4.2 Verlengen onderhoudsrecht kindergraf met 5 jaar

€ 328,50

4.3 Verlengen onderhoudsrecht particuliere urnennis of urnengraf met 5 jaar

€ 328,50

 

Verlengen 10 jaar

4.4 Verlengen onderhoudsrecht particulier graf met 10 jaar

€ 1.989,00

4.5 Verlengen onderhoudsrecht kindergraf met 10 jaar

€ 657,00

4.6 Verlengen onderhoudsrecht particuliere urnennis of urnengraf met 10 jaar

€ 657,00

 

Verlengen onderhoudsrecht per jaar voor graven uitgegeven vóór 01-01-2026

Het onderhoudsrecht dient voor dezelfde periode te worden verlengd als het grafrecht.

Voor graven waarvan de termijn van de grafrechten nog niet is verlopen, kan het onderhoudsrecht nog jaarlijks worden verlengd. Bij afloop van deze termijn is jaarlijkse verlenging van het onderhoudsrecht niet meer mogelijk.

 

4.7 Verlengen onderhoudsrecht particulier graf per jaar

€ 198,90

4.8 Verlengen onderhoudsrecht kindergraf per jaar

€ 65,70

4.9 Verlengen onderhoudsrecht particuliere urnennis of urnengraf per jaar

€ 65,70

 

Hoofdstuk 5. Begraven, bijzetten en verstrooien

5.1 Begraven van een persoon van 12 jaar of ouder

€ 1.892,35

5.2 Begraven van een kind van 1 jaar tot 12 jaar

€ 1.513,75

5.3 Begraven van een kind tot 1 jaar

€ 1.135,30

 

 

5.4 Plaatsen van een asbus of urn in een particuliere urnennis

€ 159,65

5.5 Plaatsen van een asbus of urn in een particulier urnengraf

€ 352,45

5.6 Bijzetten van een asbus of urn in een particulier graf

€ 352,45

5.7 Verstrooien van een asbus per overledene

€ 155,05

 

 

5.8 Begraven of bijzetten op buitengewone uren op werkdagen

(na 15.00 uur) en op zaterdag wordt verhoogd met 50% van het reguliere tarief

 

 

Hoofdstuk 6. Opgraven en herbegraven

6.1 Opgraven van een persoon van 12 jaar of ouder

€ 1.175,15

6.2 Opgraven van een persoon van 1 jaar tot 12 jaar

€ 940,35

6.3 Opgraven van een persoon tot 1 jaar

€ 775,60

 

 

6.4 Opgraven van een asbus of urn uit een particulier urnengraf of nis

€ 469,85

6.5 Opgraven van een asbus of urn uit een particulier graf

€ 575,70

 

 

6.6 Schudden van één particulier graf

€ 2.114,80

6.7 Op verzoek ruimen van een particulier graf

€ 1.762,95

6.8 Opgraven of schudden op buitengewone uren op werkdagen

(na 15.00 uur) en op zaterdag wordt verhoogd met 50% van het reguliere tarief

 

 

Hoofdstuk 7. Overige tarieven

7.1 Voor het verkrijgen van een vergunning voor het plaatsen van of het vernieuwen van een gedenkteken

€ 79,70

7.2 Inschrijven of overschrijven van rechten per graf

€ 19,30

7.3 Schouwen van een stoffelijk overschot door een gemeentelijke lijkschouwer

€ 47,45

7.4 Schouwen van een stoffelijk overschot door een gemeentelijke lijkschouwer op werkdagen tussen 20.00 en 8.00 uur, tussen vrijdag 18.00 uur en maandag 8.00 uur, tussen 20.00 uur op de dag, voorafgaande aan een erkende feestdag of andere herdenkingsdag en 8.00 uur van de dag volgende op een feest- of herdenkingsdag wordt een recht geheven van € 91,55

€ 91,55

Naar boven