Verordening op de heffing en invordering van forensenbelasting Olst-Wijhe 2026

De raad van de gemeente Olst-Wijhe,

 

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders 14 oktober 2025 nummer 38187-2025

 

gelet op artikel 223 van de Gemeentewet,

 

besluit vast te stellen de volgende verordening:

 

Verordening op de heffing en invordering van forensenbelasting Olst-Wijhe 2026

(Verordening forensenbelasting Olst-Wijhe 2026)

Artikel 1 Belastbaar feit

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder woning: een gemeubileerde woning als bedoeld in artikel 223 van de Gemeentewet.

Artikel 2 Belastbaar feit en belastingplicht

  • 1.

    Onder de naam “forensenbelasting” wordt een directe belasting geheven van de natuurlijke personen, die, zonder in de gemeente hoofdverblijf te hebben, er op meer dan 90 dagen van het belastingjaar voor zich of hun gezin een gemeubileerde woning beschikbaar houden.

  • 2.

    Of iemand in de gemeente hoofdverblijf heeft, wordt naar de omstandigheden beoordeeld.

Artikel 3 Vrijstellingen

Niet belastingplichtig is degene die ter tijdelijke waarneming van een openbare betrekking of ter bijwoning van de vergaderingen van een algemeen vertegenwoordigend lichaam, waarvan hij het lidmaatschap bekleedt, dan wel ingevolge last of bevel van de overheid, buiten de gemeente van zijn hoofdverblijf vertoeft.

Artikel 4 Maatstaf van heffing

  • 1.

    De belasting wordt geheven naar de heffingsmaatstaf voor de onroerende-zaakbelastingen, zoals die voor het belastingobject waarvan de woning deel uitmaakt voor het tijdvak waarbinnen het belastingjaar valt, is vastgesteld.

  • 2.

    In geval geen heffingsmaatstaf voor de onroerende-zaakbelastingen is vastgesteld, wordt de belasting geheven naar de waarde met dien verstande dat indien de gemeubileerde woning deel uitmaakt van een belastingobject dat is gewaardeerd met toepassing van artikel 16, onderdeel e, van de Wet waardering onroerende zaken, een vast bedrag in rekening wordt gebracht.

  • 3.

    De vaststelling van de waarde bedoeld in het tweede lid geschiedt overeenkomstig de artikelen 220 tot en met 220d van de Gemeentewet.

Artikel 5 Belastingtarief

De forensenbelasting bedraagt voor een in artikel 4 tweede lid bedoelde gemeubileerde woning en

  • a.

    die deel uitmaakt van een belastingobject waarvan de waarde in het economisch verkeer is vastgesteld met toepassing van artikel 16, onderdeel e, van de Wet waardering onroerende zaken € 178,-

  • b.

    waarvan de waarde in het economisch verkeer niet is vastgesteld met toepassing van artikel 16, onderdeel e, van de Wet waardering onroerende zaken, met een waarde van in het economisch verkeer en waarvan de waarde in het economisch verkeer:

    1. minder is dan € 100.000,-

    € 178,-

    2. € 100.000,- of meer, maar minder dan € 250.000,-

    € 510,-

    3. € 250.000,- of meer, maar minder dan € 500.000,-,

    € 765,-

    4. € 500.000,- of meer,

    € 1.021,-

Artikel 6 Belastingjaar

Het belastingjaar is gelijk aan het kalenderjaar.

Artikel 7 Wijze van heffing

De belasting wordt bij wege van aanslag geheven.

Artikel 8 Termijnen van betaling

  • 1.

    In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moet een aanslag uiterlijk drie maanden na dagtekening van het aanslagbiljet betaald zijn.

  • 2.
    • a.

      In afwijking van het eerste lid moet bij een automatische betalingsincasso, mogelijk bij een aanslagbedrag vanaf € 30 tot € 5000. Het aantal termijnen bedraagt ten minste drie en ten hoogste tien maanden. De aanslag wordt betaald in zoveel gelijke termijnen als er nog maanden resteren in het lopende belastingjaar. De eerste termijn vervalt op de 25e dag van de maand na de dagtekening van het aanslagbiljet. Aanslagen met een dagtekening in oktober, november en december hebben een betaaltermijn van drie maanden.

    • b.

      In afwijking van het eerste lid kan op verzoek bij een aanslagbedrag minder dan € 30 en meer dan € 5000, betaald worden door middel van automatische betalingsincasso. Het aantal incasso termijnen is dan maximaal drie termijnen. De eerste termijn vervalt op de 25e dag van de maand na de dagtekening van het aanslagbiljet en de volgende termijnen telkens een maand later.

  • 3.

    De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in de voorgaande leden gestelde termijnen.

Artikel 9 Kwijtschelding

Bij de invordering van forensenbelasting wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 10 Nadere regels

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de forensenbelasting.

Artikel 11 Overgangsrecht, inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    De “Verordening forensenbelasting 2025”, vastgesteld bij raadsbesluit van de gemeente Olst-Wijhe van 11 november 2024 wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan;

    [Artikel 11 bevat een kennelijke verschrijving, hier wordt bedoeld: De “Verordening forensenbelasting 2025”, vastgesteld bij raadsbesluit van de gemeente Olst-Wijhe van 9 december 2024 wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan;]

  • 2.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking;

  • 3.

    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2026;

  • 4.

    Deze verordening wordt aangehaald als “Verordening forensenbelasting 2026”.

Aldus besloten in de openbare raadsvergadering van 24 november 2025

De raad voornoemd,

de griffier,

Anne-Marie Holleman

de voorzitter,

Sietske Poepjes

Naar boven