Gemeenteblad van Eersel
| Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
|---|---|---|---|
| Eersel | Gemeenteblad 2025, 559964 | beleidsregel |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
| Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
|---|---|---|---|
| Eersel | Gemeenteblad 2025, 559964 | beleidsregel |
Informatiebeveiligingsbeleid 2025 Kempengemeenten, Gemeenschappelijke Regeling Samenwerking Kempengemeenten en Gemeenschappelijke Regeling Participatiebedrijf KempenPlus
het college van de gemeente Eersel
gelet op het artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht;
vast te stellen de volgende beleidsregel:
Informatiebeveiligingsbeleid 2025 Kempengemeenten, Gemeenschappelijke Regeling Samenwerking Kempengemeenten en Gemeenschappelijke Regeling Participatiebedrijf KempenPlus
Toegankelijke en betrouwbare overheidsinformatie is essentieel voor gemeenten om hun processen uit te voeren. Gemeenten beschikken over een schat aan vertrouwelijke informatie over zowel inwoners als bedrijven. Daarnaast zijn gemeenten verantwoordelijk voor een betrouwbare en continue dienstverlening. De Kempengemeenten (Bladel, Bergeijk, Eersel, Oirschot en Reusel-De Mierden), de Gemeenschappelijke Regeling Samenwerking Kempengemeenten (GRSK) en de Gemeenschappelijke Regeling Participatiebedrijf KempenPlus (KempenPlus) (hierna samen te noemen Kempenorganisaties) hebben zich het doel gesteld om informatiebeveiliging gezamenlijk op te pakken om een eenduidige werkwijze voor informatiebeveiliging te bevorderen en het beheer van informatiebeveiliging te vereenvoudigen en te versterken.
Dit informatiebeveiligingsbeleid biedt een kader voor de Kempenorganisaties om informatie op een passende wijze te beveiligen. Dit informatiebeveiligingsbeleid vervangt het ‘Informatieveiligheidsbeleid Kempengemeenten en de Gemeenschappelijke Regeling Samenwerking Kempengemeenten 2020’.
Het kader, en daarmee ook dit beleid, is gebaseerd op de Baseline Informatiebeveiliging Overheid (BIO). Daarnaast verwijst het beleid naar aanverwante wet- en regelgeving. De reikwijdte van dit beleid omvat daarom de bedrijfsvoeringprocessen, onderliggende informatiesystemen en informatie van de Kempenorganisaties in de meest brede zin van het woord.
Belangrijke uitgangspunten hierbij zijn:
Informatiebeveiliging is en blijft een verantwoordelijkheid van de hele organisatie. Voor de Kempenorganisaties ligt de bestuurlijke verantwoordelijkheid voor informatiebeveiliging bij de colleges van Burgemeester en Wethouders. Bij de gemeenschappelijke regelingen is het (Dagelijks-) Bestuur eindverantwoordelijk voor de informatiebeveiliging.
Daarnaast beschrijft het beleid de rollen, taken en verantwoordelijkheden in de Kempenorganisaties ten aanzien van informatiebeveiliging en hoe ervoor gezorgd kan worden dat informatiebeveiliging geborgd blijft binnen de Kempenorganisaties.
In het beleid is een groeimodel aangegeven waar de Kempenorganisaties naar toe willen groeien om de beveiliging op een hoger niveau te brengen om aan gestelde normen te voldoen. Via een informatiebeveiligingsplan, dat jaarlijks bijgesteld wordt, werken de Kempenorganisaties aan het realiseren van de in het groeimodel genoemde doelen. Het informatiebeveiligingsbeleid dient minimaal één keer per drie jaar, of zodra zich belangrijke wijzigingen voordoen, te worden beoordeeld en zo nodig te worden bijgesteld.
Toegankelijke en betrouwbare overheidsinformatie is essentieel voor Kempenorganisaties om hun processen uit te voeren. Kempenorganisaties beschikken over een schat aan vertrouwelijke (persoons-)gegevens van inwoners en bedrijven. Daarnaast zijn Kempenorganisaties verantwoordelijk voor een betrouwbare en continue dienstverlening. Onze inwoners vertrouwen erop dat de Kempenorganisaties haar vertrouwelijke gegevens afdoende beveiligen. Het is daarom belangrijk dat informatie op passende wijze beveiligd wordt.
Het doel van dit beleid is het vastleggen van algemene beleidsuitgangspunten over informatiebeveiliging voor de Kempenorganisaties. Het beleid is gebaseerd op de implementatie van de Baseline Informatiebeveiliging Overheid 2 (BIO2) en voldoen aan NIS2 met daarbij het mitigeren van de risico’s welke door de eindverantwoordelijke worden bepaald. Deze uitgangspunten hebben een sterk normerend karakter en geven keuzes weer. De uitwerking van dit beleid naar concrete maatregelen wordt vastgelegd in een jaarlijks bij te stellen informatiebeveiligingsplan.
Dit beleid vervangt het huidige informatiebeveiligingsbeleid ‘Informatieveiligheidsbeleid Kempengemeenten, Gemeenschappelijke Regeling Samenwerking Kempengemeenten en Gemeenschappelijke Regeling Participatiebedrijf KempenPlus 2020’.
1.2 Definitie informatiebeveiliging
Informatiebeveiliging is het treffen en onderhouden van een samenhangend pakket van maatregelen, procedures en processen, die er gezamenlijk voor zorgen dat de beschikbaarheid, integriteit en vertrouwelijkheid van informatie op het juiste niveau wordt gewaarborgd. Voor het ene proces is vertrouwelijkheid van informatie belangrijker, voor het andere beschikbaarheid of integriteit. Hieronder is weergegeven wat de Kempenorganisaties verstaan onder deze begrippen.
Beschikbaarheid/continuïteit: Het zorg dragen voor het beschikbaar zijn van informatie en informatiesystemen op de juiste tijd en plaats voor de gebruikers.
Integriteit/betrouwbaarheid: Het waarborgen van de juistheid, volledigheid, tijdigheid en controleerbaarheid van informatie en informatieverwerking
Vertrouwelijkheid/exclusiviteit: Het beschermen van informatie tegen kennisname en mutatie door onbevoegden. Informatie is alleen toegankelijk voor degenen die hiertoe geautoriseerd zijn.
In dit beleid is beschreven wat de Kempenorganisaties willen bereiken met informatiebeveiliging en op basis van welke kaders en uitgangspunten voor informatiebeveiliging dit georganiseerd wordt. Vervolgens is beschreven hoe de rollen en verantwoordelijkheden zijn belegd om informatiebeveiliging goed te organiseren. Tenslotte is aan de hand van de BIO weergegeven welke informatiebeveiligingsdoelen bereikt moeten worden om te groeien naar een accurate beveiliging van de gemeentelijke informatie en informatiesystemen.
Het informatiebeveiligingsbeleid moet daarnaast gezien worden als een overkoepelend beleidsstuk, waarbij in onderliggende plannen, documentatie, procedures en instructies verdere detaillering en afspraken worden vastgelegd.
2. Scope van het informatiebeveiligingsbeleid
Informatiebeveiliging is meer dan IT, computers en automatisering. Het gaat om alle uitingsvormen van informatie, alle mogelijke informatiedragers en alle informatie verwerkende systemen, maar vooral ook menselijk handelen en processen.
De scope van dit beleid omvat alle gemeentelijke informatieprocessen, informatie en gegevens van zowel de Kempenorganisaties als externe partijen en de onderliggende informatiesystemen. Het beleid heeft betrekking op het gebruik en de verwerking, uitwisseling en opslag van zowel digitale als analoge informatie, ongeacht de locatie, het tijdstip en gebruikte apparatuur.
Dit informatiebeveiligingsbeleid is een algemene basis voor informatiebeveiliging. Het beleid dekt tevens aanvullende beveiligingseisen uit wetgeving af, zoals voor de BRP, Suwi, de BIO2, de DigiD-norm B.01 en de aanstaande Cyberbeveiligingswet (Cbw). Voor bepaalde kerntaken gelden op grond van deze eisen, naast wet- en regelgeving, nog enkele specifieke (aanvullende) beveiligingseisen. Deze worden in aanvullende documenten geformuleerd. Bewust wordt in dit strategisch beleid geen limitatief overzicht van onderliggende documenten opgenomen. In de onderliggende documenten wordt de link naar dit overkoepelende beleid gelegd.
De BIO2 wordt het nieuwe (verplichte) normenkader voor de gehele overheid. De werkwijze van deze BIO is gericht op risicomanagement. Dat wil zeggen dat het MT nu meer dan vroeger moeten werken volgens de aanpak van de ISO 27001/27002 en daarbij is risicomanagement van belang. Dit houdt voor het management in, dat men op voorhand keuzes maakt en continu afwegingen maakt of informatie in bestaande en nieuwe processen adequaat beveiligd is.
Voor de nieuwe wet Cbw is het onder andere essentieel om ‘opzet, bestaan en werking’ goed aantoonbaar te maken, omdat wij aan dit strengere regime moeten gaan voldoen. Omdat deze nieuwe wet de verantwoording expliciet legt bij bestuur, en management is het van belang dat hier eisen aan worden gesteld en dat er controle op wordt uitgevoerd.
De basis voor dit informatiebeveiligingsbeleid is de NEN-ISO/IEC 27002:20017 en het daarvan afgeleide normenkader informatiebeveiliging voor de gehele overheid, de BIO. Aanvullend hierop worden de 10 bestuurlijke principes voor informatiebeveiliging als kader gevolgd. De principes zijn als volgt:
Aanvullend worden op basis van algemene wet- en regelgeving (bijvoorbeeld; niet uitputtend: AVG, BRP, SUWI) en aanvullende beveiligingsnormen, maatregelen getroffen op het gebied van informatiebeveiliging.
Op basis van bovenstaande kaders zijn de volgende strategische doelen geformuleerd:
De kaders en strategische doelen zijn vertaald naar de volgende uitgangspunten:
De uitvoering van informatiebeveiliging is een verantwoordelijkheid van het lijnmanagement. Zij draagt verantwoordelijkheid voor de uitvoering, ondersteuning en bewaking van dit informatiebeveiligingsbeleid en draagt dit uit naar de organisatie. Proceseigenaren, systeemeigenaren en gegevenseigenaren hebben ieder hun eigen, maar ook gezamenlijke verantwoordelijkheid ten aanzien van informatiebeveiliging en het uitdragen hiervan. De verantwoordelijkheden voor informatiebeveiliging worden expliciet gedefinieerd.
Het primaire uitgangspunt van informatiebeveiliging is risicomanagement. Om de informatiebeveiliging af te stemmen op interne en externe ontwikkelingen worden minimaal tweejaarlijks risicoanalyses uitgevoerd. Of eerder indien wijzigingen in de omgeving, technische wijzigingen of dreigingsveranderingen hier aanleiding voor geven.
Het Dreigingsbeeld Informatiebeveiliging Nederlandse Gemeenten geeft een actueel zicht op incidenten en factoren uit het verleden, aangevuld met een verwachting voor het heden en de nabije toekomst. Dit dreigingsbeeld is daarmee het ideale document om focus aan te brengen in het actualiseren van beleid en plannen voor informatiebeveiliging.
Door periodieke controle, organisatie brede planning én coördinatie wordt de kwaliteit van de informatievoorziening verankerd binnen de organisatie en de ketenpartners. Het informatiebeveiligingsbeleid vormt samen met het informatiebeveiligingsplan het fundament voor een betrouwbare informatievoorziening. Het plan bevat een concrete vertaling van het informatiebeveiligingsbeleid naar te nemen maatregelen om de informatiebeveiligingsdoelen te waarborgen. Het informatiebeveiligingsplan wordt jaarlijks geactualiseerd vastgesteld.
Iedere medewerker, zowel vast of tijdelijk, intern of extern, is verplicht gegevens en informatiesystemen te beschermen tegen ongeautoriseerde toegang, gebruik, verandering, openbaring, vernietiging, verlies of overdracht en hiervan bij (vermeende) inbreuk melding te maken.
4. Visie informatiebeveiliging
4.1 Het belang van informatiebeveiliging
De Kempenorganisaties ontwikkelen gezamenlijk een toekomstgericht informatielandschap. Hierin worden de gemeentelijke dienstverlening en bedrijfsprocessen steeds meer digitaal vormgegeven. Daarbij zijn klant- en servicegerichtheid, efficiëntie, gebruiksgemak en snelheid van grote waarde voor zowel de Kempenorganisaties als haar inwoners. Een belangrijke ontwikkeling is dat de Kempenorganisaties voor de uitvoering van taken over het brede spectrum van beleidsterreinen steeds meer gebruik maken van diverse mogelijkheden van informatie-uitwisseling, zowel onderling als met diverse keten-partners. Het netwerk van informatie-uitwisseling ontwikkelt zich nog steeds. Met het stelsel van basisregistraties krijgen de Kempenorganisaties ook steeds breder toegang tot landelijke gegevensvoorzieningen. Informatie is een cruciaal bedrijfsmiddel voor de Kempenorganisaties.
Vanwege het cruciale belang van informatie voor de Kempenorganisaties, is het noodzakelijk dat de informatiebeveiliging professioneel georganiseerd is en gegevens van inwoners beschermd worden. Gegevens dienen beschikbaar, betrouwbaar en alleen door bevoegden inzichtelijk zijn. Verlies of manipulatie van informatie, uitval van systemen of het inzien van informatie door onbevoegden kan ernstige gevolgen hebben voor de bedrijfsvoering. Beveiligingsincidenten kunnen negatieve gevolgen hebben voor inwoners, bedrijven en organisaties, wat mogelijk leidt tot imagoschade en politieke consequenties voor de Kempenorganisaties.
Een betrouwbare informatievoorziening is noodzakelijk voor het functioneren van de gemeentelijke organisatie. De Kempenorganisaties beveiligen haar systemen en processen om uitval van vitale processen en dienstverlening te voorkomen. Daarnaast is het de plicht van de Kempenorganisaties om de privacybescherming van haar inwoners, bedrijven en organisaties te waarborgen. De beschikbaarheid, betrouwbaarheid en vertrouwelijkheid van gegevens, ongeacht hun verschijningsvorm, dienen geborgd te zijn.
Risicobeheersing is het uitgangspunt bij informatiebeveiliging. Schade wordt geminimaliseerd door het zo veel mogelijk voorkomen van beveiligingsincidenten. De Kempenorganisaties hanteren daarbij een integrale aanpak. Op basis van risicomanagement worden zowel technische als organisatorische maatregelen genomen om schade te voorkomen of te beperken. Dat gaat verder dan het regelen van beveiliging met IT. Informatiebeveiliging is een organisatie breed onderwerp dat de inrichting van processen en procedures door de hele organisatie raakt. Alle medewerkers zijn verantwoordelijk voor de waarborging van de informatiebeveiliging binnen hun functie. Verantwoord en bewust gedrag van medewerkers is essentieel voor informatiebeveiliging.
Adequate informatiebeveiliging is van essentieel belang voor de bedrijfsvoering en dienstverlening van de Kempenorganisaties. De Kempenorganisaties streven de volgende doelen na om een adequaat niveau van beveiliging conform de Baseline Informatiebeveiliging Overheid (BIO) en aanverwante wet- en regelgeving te bereiken:
5 Organisatie van Informatiebeveiliging
Dit hoofdstuk gaat in op de rollen en verantwoordelijkheden ten aanzien van informatiebeveiliging. Daarnaast wordt uiteengezet hoe informatiebeveiliging wordt geborgd.
5.1 Rollen en verantwoordelijkheden
In dit onderdeel zijn de belangrijkste rollen en verantwoordelijkheden ten aanzien van informatiebeveiliging beschreven. De precieze invulling van de rollen en verantwoordelijkheden dient te zijn beschreven in (onderliggende) beleidstukken, kaderstellingen, procedures en werkinstructies. De aansturing ten aanzien van informatiebeveiliging moet vooral komen vanuit organisatieonderdelen die verantwoordelijk zijn voor de bedrijfsprocessen en hun behoefte aan informatiebeveiliging. Er moet dus duidelijk onderscheid zijn tussen regie en uitvoering. Dit houdt mede in dat de lijnorganisatie de rol van opdrachtgever op zich neemt en ondersteunende organisatieonderdelen de uitvoerende rol op zich nemen. Het college van B&W en het DB bevinden zich in de sturende rol. Zij zetten de kaders uit en bepalen de doelen die behaald moeten worden.
De college is vanuit haar sturende rol eindverantwoordelijk voor de informatiebeveiliging. Door middel van het vaststellen van dit informatiebeveiligingsbeleid stellen zij de kaders vast waarmee informatiebeveiliging voor de Kempengemeenten vormgegeven wordt. Het college houdt toezicht op de naleving van het beleid en laat zich hier gevraagd en ongevraagd over informeren, teneinde zich te kunnen verantwoorden aan de raad over informatiebeveiliging.
Het management is verantwoordelijk voor sturing op de uitvoering van informatiebeveiliging. Zij sturen op de uitvoering van het informatiebeveiligingsbeleid en dragen dit uit naar de organisatie. Op basis van risicomanagement worden afwegingen gemaakt voor een juist beveiligingsniveau. Het management wijst proces- en applicatieverantwoordelijken aan. De proces en applicatieverantwoordelijken treffen de juiste maatregelen om de informatiebeveiliging op het gekozen niveau te waarborgen.
De ondersteunende organisatie is verantwoordelijk voor de uitvoering van informatiebeveiliging. Elke medewerker is verantwoordelijk om de informatie binnen de processen op een juiste manier te beveiligen. Vanuit de functie kan een medewerker specifieke verantwoordelijkheden voor informatiebeveiliging hebben.
In bijlage 2 zijn de verschillende rollen en verantwoordelijkheden voor informatiebeveiliging verder uitgewerkt.
5.2 Borging en verantwoording informatiebeveiliging
Informatiebeveiliging is een continu verbeterproces. Om te waarborgen dat informatiebeveiliging niet slechts een eenmalige actie is, dient informatiebeveiliging te zijn geborgd in de organisatie. De besturen van de Kempenorganisaties zijn verantwoordelijk voor de borging van dit informatiebeveiligingsbeleid en de controle hierop.
De Kempenorganisaties verantwoorden zich jaarlijks over hun informatiebeveiliging middels de ENSIA-systematiek. De verantwoording over de informatiebeveiliging komt tot uitdrukking in het jaarverslag van de Kempenorganisaties en de verschillende beveiligingsrapportages die volgen uit ENSIA. Op basis van de rapportages worden verbetermaatregelen geformuleerd en opgenomen in het informatiebeveiligingsplan.
ENSIA is een landelijk gestandaardiseerd verantwoordingsinstrument dat gemeenten ondersteunt bij het afleggen van verantwoording over de informatiebeveiliging. ENSIA staat voor Eenduidige Normatiek Single Information Audit. Het stelt gemeenten in staat om op een gestructureerde en uniforme manier aan te tonen dat zij voldoen aan de normen van de BIO. ENSIA toetst door middel van zelfevaluaties en een externe audit, voor de DigiD- en Suwinet-aansluitingen, de kwaliteit van de informatiebeveiliging en basisregistraties.
Binnen de organisatie is er één ENSIA-coördinator aangewezen. Deze zorgt ervoor dat de informatie die nodig is voor het beantwoorden van de vragen binnen ENSIA wordt opgehaald bij de verantwoordelijke ambtenaar. De ambtenaar levert alle informatie die nodig is voor het invullen van de jaarlijkse ENSIA-vragenlijst.
ENSIA draagt bij aan de continue verbetering en borging van informatiebeveiliging binnen de gemeentelijke organisatie. De verantwoording over informatieveiligheid sluit aan op de planning en control-cyclus van de gemeente. Middels de ENSIA-verantwoording wordt er interne verantwoording over de informatiebeveiliging afgelegd aan de gemeenteraad en externe verantwoording aan toezichthouders van het Rijk. De betrokkenheid van het bestuur is essentieel en laat zien dat de gemeente informatiebeveiliging serieus neemt en het onderdeel laat zijn van de ambities om informatie van haar inwoners adequaat te beschermen.
Daarnaast wordt het een verplichting om een Information Security Management System (ISMS) aan te leggen. In een ISMS worden alle werkzaamheden, besluiten, risico’s en maatregelen beschreven. Het ISMS is dus niet alleen een middel om de stand van zaken in bij te houden, maar ook het proces dat jaarlijks wordt doorlopen om de informatieveiligheid binnen de Kempenorganisaties te verbeteren. Het ISMS wordt door iedereen gevoed die werkt aan de informatiebeveiliging en voor de CISO en management is het ook een middel om sturing te geven aan het continue verbeteren van de informatiebeveiliging.
Informatiebeveiliging wordt vaak gezien als iets wat er extra bij komt. Informatiebeveiliging ligt echter ten grondslag aan het organisatiedoel dat bereikt dient te worden.
Om een doel te bereiken, dienen processen uitgevoerd te worden waarvoor informatie (vaak in meerdere softwareapplicaties) wordt verwerkt. Een goede afweging van de risico’s helpt om de juiste maatregelen te treffen om de gegevens in deze processen te beschermen. Hoe waardevoller of gevoeliger de informatie, hoe meer maatregelen er getroffen moeten worden. Tenslotte moeten deze maatregelen in de organisatie geborgd worden, zodat de Kempenorganisaties aantoonbaar grip houden op de veiligheid.
100% beveiliging bestaat niet en dient ook niet nagestreefd te worden. De kosten en inspanningen van informatiebeveiliging moeten in verhouding zijn tot de risico’s. De aanpak van informatiebeveiliging (Informatiebeveiligingsbeleid) in de Kempenorganisaties is daarom ook op basis van risicoafweging. Bij informatiebeveiliging gaat het om het vinden van een optimale balans tussen risico’s, maatregelen, kosten en werkbaarheid. Hierbij kan het voorkomen dat een risico zich manifesteert, ondanks de getroffen maatregelen. Het is wel van belang dat de risico’s bekend zijn en dat een bewuste afweging is gemaakt over de te nemen risico’s. Daarnaast dienen de Kempenorganisaties goed te zijn voorbereid op incidenten en crises. Het informatiebeveiligingsrisico is de som van de kans op beveiligingsincidenten en de impact daarvan op het werkproces: risico = kans x impact.
Risicomanagement is een gestructureerde manier om risico’s en gevolgen in kaart te brengen, te evalueren en proactief te beheersen door het treffen van maatregelen. De proceseigenaar dient periodiek de risico’s te beoordelen. Daartoe inventariseert de proceseigenaar de kwetsbaarheid van zijn werkproces en de dreigingen die kunnen leiden tot een beveiligingsincident, rekening houdend met de beveiligingseisen van de informatie. De proceseigenaar neemt indien nodig maatregelen om de risico’s te beperken. De CISO kan hierbij ondersteunen in zowel techniek van risicoanalyse als bij de inhoudelijke analyse zelf. Hierbij kunnen ook systeemeigenaren en procesdeskundigen ondersteunen.
De benadering op basis van risicoafweging betekent ook dat gefundeerd afgeweken kan worden van de BIO indien de Kempenorganisaties hier een geaccepteerd risico lopen. Tegelijkertijd houdt dit in dat mogelijk meer maatregelen getroffen moeten worden ten opzichte van de baseline indien de Kempenorganisaties een hoog risico lopen. Op deze wijze worden tijd, geld en middelen passend besteed met als gevolg een stelsel van beveiligingsmaatregelen dat bij de Kempenorganisaties past.
7.Groei naar Informatiebeveiliging
In de voorgaande hoofdstukken van het beleid zijn de kaders, uitgangspunten en organisatie van de informatiebeveiliging beschreven. In dit hoofdstuk is aangegeven welke stappen de Kempenorganisaties tenminste dienen te nemen om te groeien naar een voldoende niveau van informatiebeveiliging.
Per informatiebeveiligingsgebied is een ontwikkeldoel weergegeven hoe de organisaties gaan voldoen aan de BIO en hoe de organisaties op een hoger volwassenheidsniveau komen. In onderstaande tabel staan de volwassenheidsniveaus weergegeven. De Kempenorganisaties hebben zich ten doel gesteld om voor alle structurele processen in de organisatie tenminste op volwassenheidsniveau 3 te opereren.
Tot de inwerkingtreding van de Cbw, medio 2026, blijft de BIO1.04 van kracht. Het is echter wel de bedoeling dat BIO2 tot de inwerkingtreding Cbw als richtinggevend kader wordt toegepast. Hieronder de doelen van de Kempenorganisaties in relatie tot BIO1.04. De doelen zullen ook in BIO2 gelijk zijn, echter kan het mogelijk zijn dat deze in een ander hoofdstuk van BIO2 zijn opgenomen. Op dit moment is er nog geen was-wordt document beschikbaar.
7.2.1 Beveiligingsbeleid – BIO Hoofdstuk 5
Het bieden van ondersteuning aan het bestuur, management en organisatie bij de sturing op en het beheer van informatiebeveiliging.
Onderliggende beleidstukken, kaderstellingen, procedures en werkinstructies zijn opgesteld zodat processen op gestructureerde en geformaliseerde wijze worden uitgevoerd en informatiebeveiliging in overeenstemming met het beleid is. De uitvoering is aantoonbaar.
7.2.2 Organiseren van informatiebeveiliging – BIO Hoofdstuk 6
Het benoemen van het eigenaarschap van bedrijfsprocessen met bijbehorende informatieprocessen en/of (informatie)systemen en het verankeren van de hieraan verbonden verantwoordelijkheden.
Informatiebeveiliging borgen in de organisatie door duidelijk gedefinieerd te hebben wie waarvoor verantwoordelijk is. Er wordt een proces opgezet dat zorgt voor continue borging en verbetering. Het lijnmanagement stuurt op eigenaarschap. Bij veranderingen en vernieuwingen (onder andere van applicaties) zorgt de eigenaar voor een gedegen risicoanalyse waarbij informatiebeveiliging standaard wordt beoordeeld.
7.2.3 Veilig personeel – BIO Hoofdstuk 7
Het verminderen van de risico’s van menselijke fouten, diefstal, fraude of misbruik van voorzieningen.
(Externe) medewerkers zijn afdoende getraind en beschikken over de kennis van informatiebeveiliging die voor hun functie benodigd is. Hierbij is speciaal aandacht voor teamcoordinatoren/coaches, projectmanagers, proceseigenaren, systeemeigenaren, functioneel beheerders en functies die met gevoelige informatie of (bijzondere) persoonsgegevens werken.
Er is een beheerst instroom-doorstroom-uitstroom-proces dat waarborgt dat de juiste autorisaties en middelen tijdig en uitsluitend voor de juiste functies beschikbaar zijn. Dit proces is goed afgestemd op het autorisatieproces en is strak ingericht zodat het tijdig op veranderingen in de organisatie kan inspelen.
7.2.4 Beheer van bedrijfsmiddelen – BIO Hoofdstuk 8
Het bepalen, handhaven en waarborgen van het juiste beveiligingsniveau voor informatie, informatiesystemen en bedrijfsmiddelen.
Elk bedrijfsmiddel dat een belang heeft voor de organisatie is verbonden aan een verantwoordelijke proces-, systeem-, of data-eigenaar. De verantwoordelijke kent op basis van de mate van beschikbaarheid, integriteit en vertrouwelijkheid de classificatie toe aan het bedrijfsmiddel. Dit bedrijfsmiddel is beschermd in overeenstemming met de hieraan toegekende classificatie. De Kempenorganisaties handhaven de bescherming van bedrijfsmiddelen zodat de informatie op een passend niveau beschermd blijft.
7.2.5 Toegangsbeveiliging – BIO Hoofdstuk 9
Het beheersen van de toegang tot informatie en (informatie)systemen.
Er is een autorisatieproces dat waarborgt dat gebruikers toegang hebben tot de juiste systemen en applicaties en dat zij binnen applicaties over de juiste rechten beschikken. Op basis van risicoanalyse en afstemming op taken binnen verschillende rollen worden autorisaties bepaald.
Voor alle externe verbindingen waarmee toegang verkregen wordt tot gemeentelijke bedrijfsvertrouwelijke informatie dienen voldoende maatregelen te zijn getroffen om ongeautoriseerde toegang te voorkomen.
7.2.6 Cryptografie – BIO Hoofdstuk 10
Zorgen voor correct en doeltreffend gebruik van cryptografie om de vertrouwelijkheid, authenticiteit en integriteit van informatie te beschermen.
De Kempenorganisaties borgen de onweerlegbaarheid van verzending, ontvangst berichtenuitwisseling en het vertrouwd opslaan van bestanden. Hiervoor treffen de Kempenorganisaties correcte en doeltreffende cryptografische maatregelen. Hiermee zal de integriteit en vertrouwelijkheid van informatie worden beschermd tegen diefstal en misbruik.
7.2.7 Fysieke beveiliging en beveiliging van de omgeving – BIO Hoofdstuk 11
De fysieke bescherming van gebouwen, terreinen, informatie en (informatie)systemen tegen onbevoegde fysieke toegang, schade of verstoring van continuïteit.
De middelen en gegevens, maar ook personen die benodigd zijn om de gemeentelijke processen uit te voeren zijn afdoende fysiek beschermd tegen uitval en tegen onbevoegd gebruik of inzage. Het geheel aan maatregelen kan per omgeving / gebouw verschillen, maar het beveiligingsniveau dient in overeenstemming te zijn met de dataclassificatie van de gegevens.
7.2.8 Beveiliging van bedrijfsvoering – BIO Hoofdstuk 12
Correcte en veilige bediening van informatie verwerkende faciliteiten en nemen van maatregelen tegen het verlies van gegevens.
Het beheer van communicatie- en bedieningsprocessen omvat onder meer de processen rondom IT (waaronder wijzigingsbeheer, regie en controle ten aanzien van derde partijen, antivirus, back-up, netwerkbeveiliging, fysieke / digitale informatie-uitwisseling en logging). Bij al deze processen is het van belang dat de Kempenorganisaties minimaal op volwassenheidsniveau 3 opereren. Daarbij zijn maatregelen gedefinieerd, procedures gedocumenteerd en geformaliseerd en verantwoordelijkheden zijn eenduidig toegewezen. Hierbij dienen de maatregelen ook aantoonbaar en controleerbaar te zijn ingericht. Hierdoor kunnen onveilige situaties worden gedetecteerd en is structurele verbetering mogelijk.
7.2.9 Communicatiebeveiliging – BIO Hoofdstuk 13
Het garanderen van correcte en veilige bediening en beheer van de IT-voorzieningen.
Het netwerk wordt op een juiste wijze beveiligd om risico’s, zoals verminking, vernietiging, onderbreking, verwijdering of publicaties van informatie, te beheersen.
7.2.10 Acquisitie, ontwikkeling en onderhoud van informatiesystemen – BIO Hoofdstuk 14
Het waarborgen dat beveiliging wordt ingebouwd in (informatie)systemen en dat beveiligingseisen worden meegenomen in het proces van systeemontwikkeling en -onderhoud.
Er is een beheerst en gedocumenteerd wijzigingsbeheerproces dat waarborgt dat wijzigingen in software en hardware afdoende worden beoordeeld op hun risico´s. Er wordt getest zodat alleen goedgekeurde wijzigingen kunnen worden doorgevoerd. Hierdoor wordt de kans op incidenten en verstoringen beperkt. Naast software en hardware onder beheer van het SSC, geldt het wijzigingsbeheerproces ook voor applicaties onder beheer of regie van de lijnorganisatie. Dit proces is strak ingericht zodat het tijdig op veranderingen in de organisatie kan inspelen.
De Kempenorganisaties hebben een beheerst en gedocumenteerd proces ingericht voor het beheer van technische kwetsbaarheden. Dit omvat tenminste het tijdig verkrijgen van informatie over mogelijke kwetsbaarheden, risicoanalyse van kwetsbaarheden, het beheerst installeren van patches, en periodieke penetratietesten. Naast software en hardware onder beheer van het SSC, geldt het beheer van technische kwetsbaarheden ook voor applicaties onder beheer of regie van de lijnorganisatie.
Gegevensuitwisseling dient op een passende wijze te zijn beveiligd tegen inbreuken op integriteit en vertrouwelijkheid. Dit geldt voor de uitwisseling:
Op deze wijze wordt geborgd dat de Kempenorganisaties gezien worden als een betrouwbare partner betreffende de vertrouwelijkheid en integriteit van gegevens.
7.2.11 Leveranciersrelaties – BIO Hoofdstuk 15
De bescherming van bedrijfsmiddelen van de organisatie die toegankelijk zijn voor leveranciers.
Binnen de Kempenorganisaties is contractmanagement dermate ingericht dat afspraken met de leveranciers duidelijk, transparant en controleerbaar zijn en dat hier actief op wordt gestuurd. Met de leverancier dienen informatiebeveiligingseisen te worden overeengekomen en gedocumenteerd.
7.2.12 Beheer van beveiligingsincidenten – BIO Hoofstuk 16
Het kenbaar maken van informatiebeveiligingsincidenten zodat tijdig corrigerende maatregelen kunnen worden genomen.
Informatiebeveiligingsincidenten zijn alle gebeurtenissen die inbreuk maken op de beschikbaarheid, integriteit en vertrouwelijkheid van gegevens en bijbehorende processen. De Kempenorganisaties hebben een incident management-proces ingericht. Dit omvat tenminste het registreren, classificeren en prioriteren, onderzoeken en analyseren, oplossen en reviewen van incidenten.
7.2.13 Informatiebeveiligingsaspecten van bedrijfscontinuïteitsbeheer – BIO Hoofdstuk 17
Het voorkomen van verstoringen in de IT-infrastructuur en het beschermen van de kritische bedrijfsprocessen tegen de effecten van calamiteiten.
De Kempenorganisaties zijn zodanig ingericht dat de continuïteit van de belangrijkste processen voldoende gewaarborgd wordt.
7.14 Naleving – BIO Hoofdstuk 18
Het voorkomen van schending van strafrechtelijke of civielrechtelijke wetgeving en waarborgen dat systemen en processen voldoen aan het beveiligingsbeleid van de organisatie.
De Kempenorganisaties werken op basis van risicomanagement met een ISMS als ondersteunend instrument.
De beleidsregel Wijziging Beleidsregel informatiebeveiligingsbeleid Kempengemeenten, GRSK en KempenPlus 2020 wordt ingetrokken.
De gemeenteraad stelt middelen beschikbaar voor informatiebeveiliging. Daarnaast heeft de gemeenteraad een controlerende functie ten aanzien van de informatiebeveiliging.
College van Burgemeester & Wethouders / Dagelijks Bestuur
Het college van B&W / DB is eindverantwoordelijk voor de adequate beveiliging van informatie binnen de gemeente. Eén lid van het college heeft informatiebeveiliging expliciet in de portefeuille. Het is de verantwoordelijkheid van het college om dit proces te faciliteren door:
Het MT is in haar sturende rol verantwoordelijk de uitvoering van het informatiebeveiligingsbeleid. Het MT zorgt ervoor dat zij:
Chief Information Security Officer (Informatiebeveiligingsfunctionaris)
De CISO is verantwoordelijk voor de organisatie van informatiebeveiliging. Dit is een rol op strategisch niveau binnen de gemeentelijke organisatie. De CISO heeft als taak informatiebeveiliging op een hoger niveau te brengen en om het vervolgens structureel te laten borgen in de organisatie. De lijnorganisatie blijft zelf verantwoordelijk voor informatiebeveiliging. De belangrijkste bevoegdheid van de CISO is om op elke plek binnen de organisatie gevraagd en ongevraagd onderzoek te kunnen (laten) doen en zo nodig zaken voor te schrijven. De taken van de CISO ten aanzien van informatiebeveiliging zijn als volgt samen te vatten:
Functionaris Gegevensbescherming
De Functionaris Gegevensbescherming (FG) houdt zich bezig met alle privacyaspecten binnen de Kempenorganisaties. De functie is onafhankelijk van de lijn belegd en de functionaris heeft de bevoegdheid om rechtstreeks naar de gemeentesecretaris, het college van B&W, de directeur of het Dagelijks bestuur van de gemeenschappelijke regeling te rapporteren. De taken van de FG zijn:
De Privacy Officer is verantwoordelijk voor de uitvoering en naleving van de privacywetgeving. Daarnaast adviseert de Privacy Officer over privacybescherming en activiteiten ter bescherming van persoonsgegevens.
Beveiligingsfunctionaris Burgerzaken
De beveiligingsfunctionaris is bevoegd om een jaarlijks intern onderzoek in te stellen naar de werking van de beveiligingsprocedures ten aanzien van reisdocumenten en rijbewijzen. Het college van B&W krijgt inzicht in de rapportage van bevindingen.
De Security Officer Suwinet is binnen de organisatie toezichthouder betreft het proces rondom informatiebeveiliging binnen het Suwinetdomein en rapporteert direct aan het DB (zie ook aansluitbeleid Suwinet).
De proceseigenaar gaat over de inrichting, het ontwerp en de resultaten van het proces. Hiervoor dient de proceseigenaar het proces te analyseren, risico’s in kaart te brengen en passende maatregelen te treffen. Proceseigenaren informeren het MT en de college zodat zij beslissingen kunnen nemen ten aanzien van informatiebeveiliging.
De technisch applicatiebeheerder is verantwoordelijk voor het inrichten en in stand houden van de programmatuur.
De functioneel beheerder zorgt ervoor dat de applicatie is ingericht conform de daarvoor gestelde eisen en richtlijnen. De functioneel beheerder is verantwoordelijk voor het onderhouden van de programmatuur en het inregelen van de juiste autorisaties binnen de applicatie.
De gegevensbeheerder is in een of meerdere informatiesystemen verantwoordelijk voor het geheel van activiteiten gericht op de inhoudelijke kwaliteitszorg betreffende het gegevens verzamelen, de gegevensverwerking en de informatievoorziening.
Het Shared Service Center (GRSK-SSC)
Het SSC beheert de werkplekken, server platformen, lokale netwerken, WiFi verbindingen, externe netwerkverbindingen (zoals Gemnet en SUWInet) en verzorgt het technische (wijzigings-)beheer van databases, bedrijfsapplicaties en kantoorautomatisering hulpmiddelen. Verder zijn zij mede verantwoordelijk voor alle technische aansluitingen op andere ketenpartners en landelijke voorzieningen. Daarnaast zijn zij verantwoordelijk voor de implementatie van technische beveiligingsmaatregelen. Verantwoording over het gevoerde beheer van de getroffen beveiligingsmaatregelen wordt aan de procesverantwoordelijken voor (informatie-)systemen afgelegd. Namens SSC sluit de beveiligingsbeheerder IT aan bij het informatieveiligheidsoverleg.
Aldus besloten in de vergadering van het college van Eersel op 16 december 2025;
burgemeester en wethouders van Eersel,
de secretaris, ing. H.M.L. Offermans
de burgemeester, drs. W.A.C.M. Wouters
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2025-559964.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.