|
Artikel
|
Omschrijving
|
Vast tarief
|
Variabel tarief
|
|
Paragraaf 2.1 Algemene bepalingen
|
|
Artikel 2.1 Definities
|
|
|
|
Definities
|
|
|
|
2.1.1
|
Begripsbepalingen die zijn opgenomen in de bijlage bij de Omgevingswet, in bijlage I bij het Besluit activiteiten leefomgeving, bijlage I bij het Besluit bouwwerken leefomgeving, bijlage I bij het Besluit kwaliteit leefomgeving, bijlage I bij het Omgevingsbesluit en bijlage I bij de Omgevingsregeling en in de bijlagen bij het gemeentelijke omgevingsplan, zijn van toepassing op dit hoofdstuk, tenzij in de legesverordening of deze tarieventabel anders is bepaald.
|
|
|
|
2.1.2
|
In dit hoofdstuk voorkomende begrippen die betrekking hebben op activiteiten waarvoor het toetsingskader in een ander dan een in het eerste lid bedoeld wettelijk voorschrift is uitgewerkt, hebben dezelfde betekenis als in dat wettelijk voorschrift bedoeld, tenzij in de legesverordening of deze tarieventabel anders is bepaald.
|
|
|
|
2.1.3
|
In dit hoofdstuk wordt verstaan onder:
- -
binnenplanse omgevingsplanactiviteit: een activiteit waarvoor in het omgevingsplan is bepaald dat het is verboden deze zonder omgevingsvergunning te verrichten en die niet in strijd is met het omgevingsplan;
- -
binnenplanse omgevingsplanactiviteit bij wijzigingsbevoegdheid of uitwerkingsplicht: een activiteit waarvoor in het omgevingsplan is bepaald dat het is verboden deze zonder omgevingsvergunning te verrichten en die in strijd is met het omgevingsplan, maar die niet in strijd is met regels voor de toepassing van een wijzigingsbevoegdheid of het voldoen aan een uitwerkingsplicht in het tijdelijke deel van het omgevingsplan, bedoeld in artikel 22.1, aanhef en onder a, van de Omgevingswet;
- -
kleine buitenplanse omgevingsplanactiviteit:
van een kleine buitenplanse omgevingsplanactiviteit is sprake in de volgende categorieën bouwplannen:
- 1.
een bijbehorend bouwwerk of uitbreiding daarvan, mits, voor zover gelegen buiten de bebouwde kom, wordt voldaan aan de volgende eisen:
- a.
niet hoger dan 5 m, tenzij sprake is van een kas of bedrijfsgebouw van lichte constructie ten dienste van een agrarisch bedrijf, en
- b.
de oppervlakte niet meer is dan 150 m²;
- 2.
een gebouw ten behoeve van een infrastructurele of openbare voorziening mits wordt voldaan aan de volgende eisen:
- a.
- b.
de oppervlakte niet meer is dan 50 m2;
- 3.
een bouwwerk, geen gebouw zijnde, of een gedeelte van een dergelijk bouwwerk, mits wordt voldaan aan de volgende eisen:
- a.
- b.
de oppervlakte niet meer is dan 50 m2;
- 4.
een dakterras, balkon of andere niet op de grond gelegen buitenruimte aan of op een gebouw, een dakkapel, dakopbouw of gelijksoortige uitbreiding van een gebouw, de uitbreiding van een bouwwerk met een bouwdeel van ondergeschikte aard dan wel voorzieningen gericht op het isoleren van een gebouw;
- 5.
het gebruiken van gronden voor een niet-ingrijpende herinrichting van openbaar gebied;
- 6.
het gebruiken van bouwwerken, eventueel in samenhang met bouwactiviteiten die de bebouwde oppervlakte of het bouwvolume niet vergroten, en van bij die bouwwerken aansluitend terrein, mits het aantal woningen gelijk blijft en de gebruikswijziging van bouwwerken maximaal 1.500 m² vloeroppervlakte bedraagt (het bij de bouwwerken aansluitend terrein blijft hierbij buiten beschouwing);
- 7.
ander gebruik van gronden of bouwwerken dan bedoeld in de onderdelen 1 t/m 6, voor een termijn van ten hoogste tien jaar.
- -
In deze titel voorkomende begrippen die in de Omgevingswet zijn omschreven, hebben dezelfde betekening als bij of krachtens de Omgevingswet bedoeld.
|
|
|
|
2.1.4
|
In aanvulling op de in bijlage I bij de Omgevingsregeling opgenomen omschrijving van het begrip ‘bouwkosten’ betreffen de in die omschrijving: - onder a genoemde Uniforme administratieve voorwaarden voor de uitvoering van werken en van technische installatiewerken 2012 de voorwaarden die bekendgemaakt zijn in Staatscourant 2012, 1567; - onder b bedoelde bouwkosten de kosten voor de fysieke realisatie (het bouwen) van het bouwwerk of onderdeel daarvan; - onder c bedoelde prijs de prijs exclusief omzetbelasting.
|
|
|
|
2.1.5
|
In afwijking van bijlage I bij de Omgevingsregeling wordt onder bouwkosten verstaan:
- -
de basisbedragen bouwkosten voor de bouwactiviteit zoals opgenomen in de publicatie ‘Basisbedragen bouwkosten voor leges Overijssel, zoals deze periodiek wordt geactualiseerd en beschikbaar wordt gesteld door ‘Casadata CV via de applicatie Casa LegesCalc. De meest recente, op het moment van aanvraag van de vergunning geldende versie van deze publicatie is bepalend voor de berekening van de bouwkosten. De publicatie is digitaal raadpleegbaar via de gemeentelijke website.
|
|
|
|
Artikel 2.2 Dienstverlening en besluiten waarvoor leges worden geheven
|
|
|
|
Leges worden geheven voor het in behandeling nemen van een aanvraag om:
|
|
|
|
a.
|
omgevingsoverleg;
|
|
|
|
b.
|
een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 5.1 of artikel 22.8 van de Omgevingswet in samenhang met artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit;
|
|
|
|
c.
|
een of meer maatwerkvoorschriften als bedoeld in artikel 4.5 van de Omgevingswet;
|
|
|
|
d.
|
toestemming voor het treffen van een gelijkwaardige maatregel als bedoeld in artikel 4.7 van de Omgevingswet;
|
|
|
|
e.
|
een wijziging van voorschriften van een omgevingsvergunning;
|
|
|
|
f.
|
intrekking van een omgevingsvergunning;
|
|
|
|
g.
|
wijziging van een besluit als bedoeld in de onderdelen b, c en d;
|
|
|
|
h.
|
een besluit in het kader van de Omgevingswet, anders dan bedoeld in de onderdelen b tot en met g.
|
|
|
|
Artikel 2.3 Bepalen tarief
|
|
|
|
|
|
|
|
2.3.1
|
De in artikel 2.2 bedoelde leges worden geheven naar de tarieven zoals opgenomen in de volgende paragrafen van dit hoofdstuk.
|
|
|
|
2.3.2
|
Als een aanvraag betrekking heeft op meerdere activiteiten, is het tarief opgebouwd uit de som van de verschuldigde leges behorend bij die activiteiten.
|
|
|
|
2.3.3
|
Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag wordt in voorkomend geval verhoogd met het tarief voor een of meer modaliteiten bedoeld in paragraaf 2.12.
|
|
|
|
2.3.4
|
Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag wordt in voorkomend geval verminderd overeenkomstig het bepaalde in paragraaf 2.13.
|
|
|
|
2.3.5
|
Het tarief behorend bij een aanvraag om een maatwerkvoorschrift of bij een aanvraag om toestemming om een gelijkwaardige maatregel te treffen is niet van toepassing als het onderwerp waarop het maatwerkvoorschrift betrekking heeft of de gelijkwaardige maatregel onderdeel is van een aanvraag om een omgevingsvergunning.
|
|
|
|
2.3.6
|
In afwijking van het tweede en derde lid kan ook per activiteit of andere grondslag een legesbedrag worden gevorderd.
|
|
|
|
Paragraaf 2.2 Voorfase
|
|
Artikel 2.4 Omgevingsoverleg
|
|
|
|
Als de aanvraag betrekking heeft op het houden van omgevingsoverleg over een of meer activiteiten die gevolgen kunnen hebben voor de fysieke leefomgeving, bedraagt het tarief:
|
|
|
|
2.4.1
|
Voor een conceptverzoek
|
€ 359,10
|
|
|
2.4.1.a
|
Voor een conceptverzoeken vallend onder paragraaf 2.7 Aanlegactiviteiten specifiek de artikelen 2.26 aanleggen of veranderen van een weg, 2.27 in/uitrit en 2.30 kappen van bomen of vellen van houtopstand bedraagt het tarief:
|
€ 100,00
|
|
|
2.4.2
|
Voor een overleg aan de intaketafel waarbij het initiatief niet inhoudelijk wordt behandeld maar enkel wordt beoordeeld op de wenselijkheid.
|
€ 200,00
|
|
|
2.4.2.1
|
Voor een overleg aan de omgevingstafel, voor iedere keer dat er een overleg plaats vindt
|
€ 716,00
|
|
|
2.4.3
|
Voor de toetsing van een beoordeling door "de Stadsbouwmeester" van een conceptverzoek bedraagt het tarief de werkelijke kosten die door "de Stadsbouwmeester" en/of derden in rekening worden gebracht met een minimum tarief van:
|
€ 105,00
|
|
|
2.4.4
|
Voor een overleg aan de regionale omgevingstafel bedraagt het tarief de werkelijke kosten die door de regionale omgevingstafel en/of derden in rekening worden gebracht.
|
|
|
|
2.4.5
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot afgifte van een schriftelijke verklaring dat een activiteit omgevingsvergunning vrij is:
|
€ 350,00
|
|
|
2.4.6
|
Voor de toetsing van en beoordeling door “de Omgevingsdienst Twente” van een vooroverleg voor een milieubelastende activiteit inclusief de diverse milieurapportages zonder dat een gesprek aan de intaketafel of omgevingstafel nodig is, wordt het volgende tarief gehanteerd:
|
€ 801,81
|
|
|
Paragraaf 2.3 Activiteiten met betrekking tot bouwwerken
|
|
Artikel 2.5 Bouwactiviteit (bouwtechnische deel)
|
|
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een bouwactiviteit als bedoeld in paragraaf 2.3.2 van het Besluit bouwwerken leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:
|
|
|
|
a.
|
over het deel van de bouwkosten vanaf € 0 tot € 25.000:
|
|
2,750%
|
|
|
van de bouwkosten, met een minimum van:
|
€ 315,50
|
|
|
b.
|
over het deel van de bouwkosten vanaf € 25.000 tot € 50.000:
|
|
2,600%
|
|
|
van de bouwkosten;
|
|
|
|
c.
|
over het deel van de bouwkosten vanaf € 50.000 tot € 200.000:
|
|
2,500%
|
|
|
van de bouwkosten;
|
|
|
|
d.
|
over het deel van de bouwkosten vanaf € 200.000 tot € 2.500.000:
|
|
2,350%
|
|
|
van de bouwkosten;
|
|
|
|
e.
|
over het deel van de bouwkosten vanaf € 2.500.000:
|
|
2,000%
|
|
|
van de bouwkosten, met een maximum van:
|
€ 512.500,00
|
|
|
Artikel 2.6 Omgevingsplanactiviteit: bouwactiviteit, in stand houden of gebruiken bouwwerk (ruimtelijke deel)
|
|
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:
|
|
|
|
2.6.1
|
voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit:
|
€ 705,60
|
|
|
a.
|
Voor de toetsing van een beoordeling door "de Stadsbouwmeester" van een omgevingsplanactiviteit bedraagt het tarief de werkelijke kosten die door "de Stadsbouwmeester" en/of derden in rekening worden gebracht, met een minimum van:
|
€ 105,00
|
|
|
b.
|
als moet worden beoordeeld of de activiteit niet in strijd is met het in voorbereiding zijnde omgevingsplan respectievelijk het in voorbereiding zijnde omgevingsplan dat voorziet in de bescherming van het tuin- dorpserf, stads- en dorpsgezicht, verhoogd met:
|
€ 199,50
|
|
|
2.6.2
|
voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit bij wijzigingsbevoegdheid of uitwerkingsplicht:
|
€ 3.889,65
|
|
|
2.6.3
|
voor een kleine buitenplanse omgevingsplanactiviteit:
Bij een combinatie van een binnen- en kleine buitenplanse omgevingsplanactiviteit geldt het hoogste tarief als genoemd in 2.6.3
|
€ 1.092,90
|
|
|
2.6.4
|
voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit, niet zijnde een kleine buitenplanse omgevingsplanactiviteit:
|
€ 6.315,80
|
|
|
2.6.5
|
Voor de toetsing van een beoordeling door "de Stadsbouwmeester" van een omgevingsplanactiviteit bedraagt het tarief de werkelijke kosten die door "de Stadsbouwmeester" en/of derden in rekening worden gebracht,
|
|
|
|
a.
|
Over het deel van de bouwkosten van € 0 tot € 230.000
|
|
3,000‰
|
|
Van de bouwkosten, met een minimum van:
|
€ 105,00
|
|
|
b..
|
over het deel van de bouwkosten van €230.000 tot €455.000
|
|
0,5000‰
|
|
c
|
Van de bouwkosten;
Over het deel van de bouwkosten €455.000 tot €680.000
|
|
0,2500‰
|
|
Over het deel van de bouwkosten € 680.000
Van de bouwkosten
|
|
0,1250‰
|
|
Artikel 2.7 Omgevingsplanactiviteit: slopen van een bouwwerk
|
|
|
|
|
|
|
|
2.7.1
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit een sloopactiviteit, niet zijnde een sloopactiviteit met betrekking tot een monument of beschermd stads- en dorpsgezicht, als bedoeld in paragraaf 2.4, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:
|
|
|
|
a.
|
voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit:
|
€ 245,40
|
|
|
b.
|
voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit bij wijzigingsbevoegdheid of uitwerkingsplicht:
|
€ 368,10
|
|
|
c.
|
voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit:
|
€ 327,25
|
|
|
Paragraaf 2.4 Activiteiten met betrekking tot cultureel erfgoed en werelderfgoed
|
|
Artikel 2.8 Omgevingsplanactiviteit: monumenten
|
|
|
|
|
|
|
|
2.8.1
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, met betrekking tot een gemeentelijk monument, provinciaal monument, voorbeschermd gemeentelijk monument of voorbeschermd provinciaal monument, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:
|
|
|
|
2.8.1.1
|
voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit of bij toepassing van artikel 14 van de Erfgoedverordening gemeente Twenterand 2016 in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit:
|
|
|
|
2.8.1.1.1
|
voor het slopen, verstoren, verplaatsen of wijzigen van een monument of voorbeschermd monument:
|
€ 654,45
|
|
|
2.8.1.1.2
|
voor het herstellen of gebruiken van een monument of voorbeschermd monument op een wijze waardoor het wordt ontsierd of in gevaar gebracht:
|
€ 654,45
|
|
|
2.8.1.2
|
voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit bij wijzigingsbevoegdheid of uitwerkingsplicht:
|
|
|
|
2.8.1.2.1
|
voor het slopen, verstoren, verplaatsen of wijzigen van een monument of voorbeschermd monument:
|
€ 654,45
|
|
|
2.8.1.2.2
|
voor het herstellen of gebruiken van een monument of voorbeschermd monument op een wijze waardoor het wordt ontsierd of in gevaar gebracht:
|
€ 654,45
|
|
|
2.8.1.3
|
voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit:
|
|
|
|
2.8.1.3.1
|
voor het slopen, verstoren, verplaatsen of wijzigen van een monument of voorbeschermd monument:
|
€ 654,45
|
|
|
2.8.1.3.2
|
voor het herstellen of gebruiken van een monument of voorbeschermd monument op een wijze waardoor het wordt ontsierd of in gevaar gebracht:
|
€ 654,45
|
|
|
2.8.2
|
Als de in het eerste lid bedoelde aanvraag een archeologisch monument betreft, worden de in het eerste lid genoemde tarieven verhoogd met:
|
€ 327,25
|
|
|
2.8.3
|
Het eerste lid, aanhef en onder a, en tweede lid, is van overeenkomstige toepassing op een aanvraag om een omgevingsvergunning met betrekking tot een monument of archeologisch monument dat op grond van de Erfgoedverordening gemeente Twenterand 2016 is aangewezen respectievelijk waarop, voordat het is aangewezen, die verordening van overeenkomstige toepassing is. De vorige volzin is van toepassing:
|
|
|
|
2.8.3.1
|
als het gaat om een aangewezen monument of archeologisch monument: zolang in het omgevingsplan daaraan nog niet de functie-aanduiding gemeentelijk monument is gegeven; en
|
|
|
|
2.8.3.2
|
als het gaat om een monument of archeologisch monument waarop voordat het is aangewezen de verordening van overeenkomstige toepassing is: zolang in het omgevingsplan daaraan nog niet de functie-aanduiding gemeentelijk monument is gegeven of het omgevingsplan nog geen voorbeschermingsregel bevat vanwege het voornemen om die functie-aanduiding te geven.
|
|
|
|
Artikel 2.9 Rijksmonumentenactiviteit
|
|
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een rijksmonumentenactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, met uitzondering van een rijksmonumentenactiviteit met betrekking tot een archeologisch monument, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:
|
|
|
|
a.
|
voor het slopen, verstoren, verplaatsen of wijzigen van een monument of voorbeschermd monument:
|
€ 818,10
|
|
|
b.
|
voor het herstellen of gebruiken van een monument of voorbeschermd monument op een wijze waardoor het wordt ontsierd of in gevaar gebracht:
|
€ 818,10
|
|
|
Paragraaf 2.5 Milieubelastende activiteiten
|
|
Artikel 2.12 Omgevingsplanactiviteit: milieubelastende activiteit
|
|
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit een milieubelastende activiteit als bedoeld in paragraaf 22.3.26 van het tijdelijke deel van het omgevingsplan zoals opgenomen in artikel 7.1 van het Invoeringsbesluit Omgevingswet, bedraagt het tarief per milieubelastende enkelvoudige aanvraag, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:
|
€ 2.675,82
|
|
|
Artikel 2.13 Activiteiten die bedrijfstakken overstijgen (afdeling 3.2 Besluit activiteiten leefomgeving)
|
|
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een of meer milieubelastende activiteiten, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, bestaande uit een of meer activiteiten die bedrijfstakken overstijgen als bedoeld in de paragrafen 3.2.1, 3.2.3 tot en met 3.2.15, 3.2.17 tot en met 3.2.19 en 3.2.24 van afdeling 3.2 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:
|
|
|
|
a.
|
voor één milieubelastende activiteit:
|
€ 2.675,82
|
|
|
b.
|
voor twee tot vijf milieubelastende activiteiten, in afwijking van artikel 2.3, tweede lid :
|
€ 2.675,82
|
|
|
c.
|
voor vijf of meer milieubelastende activiteiten, [in afwijking van artikel 2.3, tweede lid :
|
€ 2.675,82
|
|
|
d.
|
Voor aanvragen om een omgevingsvergunning voor een milieubelastende activiteit zoals bedoeld in artikel 2.13 van deze verordening, waarbij de milieubelastende activiteit betrekking heeft op het mogen ontsteken van een paas- of vreugdevuur, geldt een vrijstelling van de legesheffing. Deze vrijstelling is uitsluitend van toepassing op paas- of vreugdevuren die voldoen aan de volgende voorwaarden:
* Het betreft een traditionele en openbare viering zonder commercieel oogmerk.
* Het paas- of vreugdevuur vindt plaats op een aangewezen locatie en volgens de regels zoals bepaald in het omgevingsplan of een omgevingsvergunning voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit en de eventueel voor paasvuren aanvullend van toepassing zijnde lokale voorschriften.
Aanvragen die niet voldoen aan de voorwaarden zoals vermeld in dit artikel zijn uitgesloten van deze vrijstelling en zijn onderhevig aan het reguliere tarief zoals vastgesteld in artikel 2.13 van deze verordening
|
|
|
|
Artikel 2.14 Nutssector en industrie (afdeling 3.4 Besluit activiteiten leefomgeving)
|
|
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een of meer milieubelastende activiteiten als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, bestaande uit een of meer activiteiten in de categorie nutssector en industrie als bedoeld in de paragrafen 3.4.2, 3.4.4 tot en met 3.4.9 en 3.4.11 van afdeling 3.4 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:
|
|
|
|
a.
|
voor één milieubelastende activiteit:
|
€ 2.675,82
|
|
|
b.
|
voor twee tot vijf milieubelastende activiteiten, [in afwijking van artikel 2.3, tweede lid OF per milieubelastende activiteit]:
|
€ 2.675,82
|
|
|
c.
|
voor vijf of meer milieubelastende activiteiten, [in afwijking van artikel 2.3, tweede lid OF per milieubelastende activiteit]:
|
€ 2.675,82
|
|
|
Artikel 2.15 Afvalbeheer (afdeling 3.5 Besluit activiteiten leefomgeving)
|
|
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een of meer milieubelastende activiteiten als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, bestaande uit een of meer activiteiten in de sector afvalbeheer als bedoeld in de paragrafen 3.5.1, 3.5.4, 3.5.7, 3.5.8 en 3.5.11 van afdeling 3.5 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:
|
|
|
|
a.
|
voor één milieubelastende activiteit:
|
€ 2.675,82
|
|
|
b.
|
voor twee tot vijf milieubelastende activiteiten, [in afwijking van artikel 2.3, tweede lid OF per milieubelastende activiteit]:
|
€ 2.675,82
|
|
|
c.
|
voor vijf of meer milieubelastende activiteiten, [in afwijking van artikel 2.3, tweede lid OF per milieubelastende activiteit]:
|
€ 2.675,82
|
|
|
Artikel 2.16 Agrarische sector (afdeling 3.6 Besluit activiteiten leefomgeving)
|
|
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een of meer milieubelastende activiteiten als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, bestaande uit een of meer activiteiten in de agrarische sector als bedoeld in de paragrafen 3.6.1, 3.6.7 en 3.6.8 van afdeling 3.6 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:
|
|
|
|
a.
|
voor één milieubelastende activiteit:
|
€ 2.675,82
|
|
|
b.
|
voor twee tot vijf milieubelastende activiteiten, [in afwijking van artikel 2.3, tweede lid OF per milieubelastende activiteit]:
|
€ 2.675,82
|
|
|
c.
|
voor vijf of meer milieubelastende activiteiten, [in afwijking van artikel 2.3, tweede lid OF per milieubelastende activiteit]:
|
€ 2.675,82
|
|
|
Artikel 2.17 Dienstverlening, onderwijs en zorg (afdeling 3.7 Besluit activiteiten leefomgeving)
|
|
|
|
|
|
|
|
2.17.1
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een milieubelastende activiteit als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, bestaande uit een activiteit in de sector dienstverlening, onderwijs en zorg als bedoeld in de paragrafen 3.7.6 en 3.7.10 van afdeling 3.7 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief per activiteit, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:
|
€ 2.675,82
|
|
|
Artikel 2.18 Transport, logistiek en ondersteuning daarvan (afdeling 3.8 Besluit activiteiten leefomgeving)
|
|
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een of meer milieubelastende activiteiten als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, bestaande uit een of meer activiteiten in de sector transport, logistiek en ondersteuning daarvan als bedoeld in de paragrafen 3.8.2, 3.8.3, 3.8.5, 3.8.6, 3.8.8 tot en met 3.8.11 van afdeling 3.8 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:
|
|
|
|
a.
|
voor één milieubelastende activiteit:
|
€ 2.675,82
|
|
|
b.
|
voor twee tot vijf milieubelastende activiteiten, in afwijking van artikel 2.3, tweede lid OF per milieubelastende activiteit]:
|
€ 2.675,82
|
|
|
c.
|
voor vijf of meer milieubelastende activiteiten, in afwijking van artikel 2.3, tweede lid OF per milieubelastende activiteit]:
|
€ 2.675,82
|
|
|
Artikel 2.19 Sport en recreatie (afdeling 3.9 Besluit activiteiten leefomgeving)
|
|
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een milieubelastende activiteit als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, bestaande uit een activiteit in de sector sport en recreatie als bedoeld in paragraaf 3.9.1 van afdeling 3.9 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief per activiteit, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:
|
€ 2.675,82
|
|
|
Artikel 2.20 Samenloop van milieubelastende activiteiten
|
|
|
|
|
|
|
|
2.20.1
|
Als bij de toepassing van de artikelen 2.13 tot en met 2.19 dezelfde milieubelastende activiteit onder meer dan een categorie valt en de aanvraag om een omgevingsvergunning heeft op al deze categorieën betrekking, wordt die milieubelastende activiteit slechts eenmaal in de heffing betrokken, waarbij het voor de belastingplichtige meest gunstige van toepassing zijnde tarief wordt toegepast.
|
|
|
|
2.20.2
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een kernactiviteit in een bedrijfstak gecombineerd met functioneel ondersteunende activiteiten uit andere bedrijfstakken, dan is, in afwijking van het bepaalde in deze paragraaf, op al deze activiteiten het artikel van toepassing waaronder de bedrijfstak die bepalend is voor de kernactiviteit valt.
|
|
|
|
Paragraaf 2.6 Lozingsactiviteiten
|
|
Artikel 2.21 Lozingsactiviteit niet afkomstig van milieubelastende activiteit
|
|
|
|
|
|
|
|
2.21.1
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een lozingsactiviteit op een oppervlaktewaterlichaam in beheer bij de gemeente, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder c, onder 1, van de Omgevingswet, en het gaat niet om het lozen van water of stoffen afkomstig van een milieubelastende activiteit als bedoeld in hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:
|
€ 2.124,10
|
|
|
Artikel 2.22 Lozingsactiviteit afkomstig van milieubelastende activiteit
|
|
|
|
|
|
|
|
2.22.1
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een lozingsactiviteit op een oppervlaktelichaam in beheer bij de gemeente, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder c, onder 1, van de Omgevingswet, bestaande uit het lozen van afvalwater, koelwater of stoffen afkomstig van een milieubelastende activiteit als bedoeld in hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:
|
€ 2.675,82
|
|
|
Paragraaf 2.7 Aanlegactiviteiten
|
|
Artikel 2.23 Omgevingsplanactiviteit: opbreken en graven
|
|
|
|
Omgevingsplanactiviteit: Opbreken en graven
|
|
|
|
2.23.1
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of een werkzaamheid (aanlegactiviteit),:
|
€ 193,35
|
|
|
2.23.2
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het opbreken van de verharding in openbaargebied of het graven in openbaar gebied, anders dan voor het aan leggen, in stand houden of verwijderen van een kabel of leiding, als bedoeld in het omgevingsplan bedraagt het tarief:
|
€ 193,35
|
|
|
Artikel 2.24 Omgevingsplanactiviteit: Omgevingsplan activiteiten Beperkingengebied leidingen, landschapselementen en aardkundige waarde:
|
|
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft opeen omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, in het beperkingengebied leidingen, in een bijzonder landschapselement of in een gebied met aardkundige waarde, bestaande uit het:
- a.
aanbrengen of verwijderen van diepwortelende beplanting,
- b.
indrijven van voorwerpen,
- c.
- d.
bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:
|
|
|
|
a.
|
voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in het omgevingsplan:
|
€ 199,50
|
|
|
b.
|
voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit:
|
€ 199,50
|
|
|
Artikel 2.25 Omgevingsplanactiviteit: geluid weg
|
|
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het aanleggen of wijzigen van een weg als op grond van het omgevingsplan of bij omgevingsvergunning voor een omgevingsplanactiviteit een geluidgevoelig gebouw is toegelaten binnen het aandachtsgebied van die weg, als bedoeld in artikel 22.272 van het tijdelijke deel van het omgevingsplan zoals opgenomen in artikel 7.1 van het Invoeringsbesluit Omgevingswet, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:
|
|
|
|
a.
|
voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit:
|
€ 420,65
|
|
|
b.
|
voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit:
|
€ 420,65
|
|
|
Artikel 2.26 Omgevingsplanactiviteit: aanleggen of veranderen weg
|
|
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het maken, hebben, veranderen of veranderen van het gebruik van een uitweg, bedoeld artikel 2:11 van de Algemene plaatselijke verordening in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:
|
€ 210,80
|
|
|
Artikel 2.27 Omgevingsplanactiviteit: uitweg/uitrit
|
|
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het maken, hebben, veranderen of veranderen van het gebruik van een uitweg, bedoeld artikel 2:12 van de Algemene plaatselijke verordening in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:
|
€ 210,80
|
|
|
Artikel 2.28 Omgevingsplanactiviteit: overige aanlegactiviteiten
|
|
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of een werkzaamheid (aanlegactiviteit), niet zijnde een activiteit die in de voorgaande artikelen van deze paragraaf is benoemd, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:
|
|
|
|
a.
|
voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit:
|
€ 210,80
|
|
|
|
en als moet worden beoordeeld of de in het tijdelijke deel van het omgevingsplan bedoelde aanlegactiviteit niet in strijd is met het in voorbereiding zijnde omgevingsplan respectievelijk het in voorbereiding zijnde omgevingsplan dat voorziet in de bescherming van het stads- of dorpsgezicht, als bedoeld in artikel 22.278, tweede lid, van het tijdelijke deel van het omgevingsplan zoals opgenomen in artikel 7.1 van het Invoeringsbesluit Omgevingswet, verhoogd met:
|
€ 210,80
|
|
|
b.
|
voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit bij wijzigingsbevoegdheid of uitwerkingsplicht:
|
€ 210,80
|
|
|
c.
|
voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit:
|
€ 210,80
|
|
|
Paragraaf 2.8 Overige activiteiten
|
|
Artikel 2.29 Omgevingsplanactiviteit: alarminstallatie
|
|
|
|
Gereserveerd
|
|
|
|
Artikel 2.30 Omgevingsplanactiviteit: kappen van bomen of vellen van houtopstanden
|
|
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het vellen van een houtopstand, bedoeld in artikel 2 van de Bomenverordening Twenterand 2016 in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:
|
€ 160,25
|
|
|
Artikel 2.31 Omgevingsplanactiviteit: reclame
|
|
|
|
Gereseveerd
|
|
|
|
Artikel 2.32 Omgevingsplanactiviteit: objecten plaatsen op, aan of boven de weg
|
|
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft opeen omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit de opslag van roerende zaken in een aangewezen gedeelte van de gemeente, bedoeld in de Algemene plaatselijke verordening in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, bedraagt het tarief,
onverminderd het bepaalde inde andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:
|
|
|
|
a.
|
als de activiteit bestaat uit het daar plaatsen/gebruiken/toepassen/opslaan van roerende zaken:
|
€ 199,50
|
|
|
b.
|
als de activiteit bestaat uit het als eigenaar, beperkt gerechtigde of gebruiker van een onroerende zaak toestaan of gedogen dat daar roerende zaken worden geplaatst/gebruikt/toegepast/opgeslagen:
|
€ 199,50
|
|
|
Artikel 2.33 Omgevingsplanactiviteit: standplaatsen
|
|
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het innemen of hebben van een standplaats, bedoeld in artikel 5:18 van de Algemene plaatselijke verordening in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:
|
€ 63,10
|
|
|
Artikel 2.34 Andere activiteiten
|
|
|
|
Gereserveerd
|
|
|
|
Paragraaf 2.9 Maatwerkvoorschriften bij bouwactiviteiten
|
|
Artikel 2.35 Maatwerkvoorschriften bij bouwactiviteiten
|
|
|
|
Als de aanvraag om een of meer maatwerkvoorschriften betrekking heeft op een bouw- of sloopactiviteit, bedraagt het tarief:
|
|
|
|
a.
|
voor een maatwerkvoorschrift dat betrekking heeft op: 1. het in stand houden van een bestaand bouwwerk, bedoeld in artikel 3.1 van het Besluit bouwwerken leefomgeving; 2. bouwactiviteiten die het bouwen van nieuwe bouwwerken betreffen als bedoeld in artikel 4.1 van het Besluit bouwwerken leefomgeving; 3. het gebruik van een bouwwerk, bedoeld in artikel 6.1 van het Besluit bouwwerken leefomgeving; of 4. het verrichten van bouw- of sloopwerkzaamheden als bedoeld in artikel 7.1 van het Besluit bouwwerken leefomgeving; per maatwerkvoorschrift:
|
€ 480,80
|
|
|
b.
|
in andere gevallen dan bedoeld in onderdeel a, per maatwerkvoorschrift:
|
€ 480,80
|
|
|
Artikel 2.36 Maatwerkvoorschriften bij milieubelastende activiteiten
|
|
|
|
|
|
|
|
2.36.1
|
Voor een aanvraag om één of meer maatwerkvoorschriften met betrekking tot milieubelastende activiteiten, ongeacht of deze onder hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving vallen of een andere milieubelastende activiteit betreffen, bedraagt het tarief:
|
€ 1.363,08
|
|
|
2.36.2
|
Als de aanvraag om een of meer maatwerkvoorschriften betrekking heeft op een andere milieubelastende activiteit dan bedoeld in het eerste lid, bedraagt het tarief:
|
€ 1.363,08
|
|
|
Artikel 2.37 Maatwerkvoorschriften bij overige activiteiten
|
|
|
|
|
|
|
|
2.37.1
|
Als de aanvraag om een of meer maatwerkvoorschriften betrekking heeft op een andere activiteit dan genoemd in de artikelen 2.35 en 2.36, bedraagt het tarief:
|
€ 480,80
|
|
|
Paragraaf 2.10 Gelijkwaardigheid
|
|
Artikel 2.38 Gelijkwaardige maatregel
|
|
|
|
|
|
|
|
2.38.1
|
Als de aanvraag om toestemming voor een gelijkwaardige maatregel als bedoeld in artikel 4.7 van de Omgevingswet betrekking heeft op:
|
|
|
|
a.
|
een bouwactiviteit, bedraagt het tarief, per te toetsen maatregel:
|
€ 1.308,85
|
|
|
b.
|
een activiteit met betrekking tot cultureel erfgoed, bedraagt het tarief, per te toetsen maatregel:
|
€ 1.308,85
|
|
|
c.
|
een milieubelastende activiteit, bedraagt het tarief, bedraagt het tarief, per uur:
|
€ 113,59
|
|
|
d.
|
een andere activiteit dan bedoeld in de onderdelen a, b of c, bedraagt het tarief, per te toetsen maatregel:
|
€ 1.308,85
|
|
|
2.38.2
|
Het op grond van het eerste lid verschuldigde bedrag wordt voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan de aanvrager meegedeeld. De aanvraag wordt dan in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop het verschuldigde bedrag aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.
|
|
|
|
Paragraaf 2.11 Overige tarieven
|
|
Artikel 2.39 Verlengen tijdelijke omgevingsvergunning bouwactiviteit
|
|
|
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om verlenging van de in een omgevingsvergunning voor een bouwactiviteit gestelde termijn, bedoeld in artikel 10.23, tweede lid, van het Omgevingsbesluit:
|
€ 269,55
|
|
|
Artikel 2.40 Wijzigen omgevingsvergunning
|
|
|
|
Voor het in behandeling nemen van een aanvraag om wijziging van een omgevingsvergunning is hetzelfde tarief verschuldigd als op grond van dit hoofdstuk verschuldigd is voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een omgevingsvergunning voor de activiteit of activiteiten waarop de aanvraag tot wijziging betrekking heeft.
|
|
|
|
Artikel 2.41 Wijzigen voorschriften omgevingsvergunning
|
|
|
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om wijziging van voorschriften van een omgevingsvergunning:
|
€ 491,35
|
|
|
Artikel 2.42 Intrekken omgevingsvergunning
|
|
|
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om gehele of gedeeltelijke intrekking van een omgevingsvergunning, tenzij artikel 2.58 van toepassing is:
|
€ 269,55
|
|
|
Artikel 2.43 Beoordeling aanvullende gegevens
|
|
|
|
Gereserveerd
|
|
|
|
Artikel 2.44 Beoordeling onderzoeksrapporten
|
|
|
|
De in artikel 2.49 opgenomen tarieven zijn van overeenkomstige toepassing op het in behandeling nemen van een aanvraag tot het beoordelen van een onderzoeksrapport, zonder dat sprake is van een aanvraag om een omgevingsvergunning.
|
|
|
|
Artikel 2.45 Wijzigen van het omgevingsplan
|
|
|
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het wijzigen van het omgevingsplan en/of STOP TPOD
|
€ 6.315,80
|
|
|
Artikel 2.46 Niet genoemd besluit op aanvraag
|
|
|
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het nemen van een ander, in dit hoofdstuk niet benoemd besluit op grond van de Omgevingswet, de op die wet gebaseerde algemene maatregelen van bestuur of het omgevingsplan:
|
€ 491,35
|
|
|
Paragraaf 2.12 Modaliteiten
|
|
Artikel 2.48 Uitgebreide voorbereidingsprocedure
|
|
|
|
Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing is op de voorbereiding van het besluit: Deze kosten komen boven op de kosten van de reguliere procedures.
|
|
|
|
a.
|
als sprake is van een milieubelastende activiteit:
|
€ 5.111,55
|
|
|
b.
|
als sprake is van een buitenplanse omgevingsplanactiviteit:
|
€ 0,00
|
|
|
c.
|
als sprake is van andere activiteiten dan bedoeld in de onderdelen a en b:
|
€ 3.725,60
|
|
|
Artikel 2.49 Beoordeling onderzoeksrapporten
|
|
|
|
Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als krachtens wettelijk voorschrift voor de betreffende aanvraag een rapport moet worden beoordeeld:
|
|
|
|
a.
|
voor de beoordeling van een milieukundig bodemrapport:
|
€ 795,13
|
|
|
b
|
een archeologisch bodemrapport wordt beoordeeld, verhoogd met de werkelijke kosten van het advies.
Het minimum tarief bedraagt:
|
€ 260,00
|
|
|
c.
|
voor de beoordeling van een geluidrapport betreffende de geluidbelasting milieu:
|
€ 795,13
|
|
|
d.
|
voor de beoordeling van een rapport betreffende de lucht-, geurbelasting of AERIUS-beoordeling:
|
€ 795,13
|
|
|
e.
|
voor de beoordeling van een akoestisch rapport betreffende de interne en externe geluidwering of nagalm van een bouwwerk (BBL):
|
€ 795,13
|
|
|
f.
|
voor de beoordeling van een ecologisch onderzoeksrapport:
|
€ 795,13
|
|
|
g.
|
voor de beoordeling van een milieueffectrapportage (MER):
|
€ 2.271,8
|
|
|
h.
|
voor de beoordeling van een niet in de voorgaande onderdelen genoemd rapport: een rapport wordt beoordeeld, verhoogd met de werkelijke kosten van het advies.
|
|
|
|
Artikel 2.50 Advies
|
|
|
|
|
|
|
|
2.50.1
|
Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als een daartoe aangewezen bestuursorgaan of andere instantie advies moet uitbrengen over de aanvraag om een omgevingsvergunning of een ander besluit op grond van de Omgevingswet:
|
|
|
|
a.
|
voor een advies van de gemeentelijke adviescommissie als bedoeld in de [Verordening op de gemeentelijke adviescommissie] dat uitsluitend betrekking heeft op redelijke eisen van welstand, als bedoeld in de gemeentelijke beleidsregels bedoeld in artikel 4.19 van de Omgevingswet:
|
€ 99,95
|
|
|
b.
|
voor een advies van de gemeentelijke adviescommissie als bedoeld in de Verordening Gemeentelijke Adviescommissie
Omgevingskwaliteit Twenterand 2023 in andere gevallen dan bedoeld in onderdeel b: het tarief van de werkelijke kosten die door het adviserend orgaan en/of derden in rekening worden gebracht.
|
|
|
|
c.
|
voor een advies in andere gevallen dan bedoeld in de onderdelen a en b: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld.
|
|
|
|
2.50.2
|
Als een begroting als bedoeld in het eerste lid, onderdeel, c is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.
|
|
|
|
Artikel 2.51 Instemming
|
|
|
|
Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als een aanvraag om een omgevingsvergunning of een ander besluit op grond van de Omgevingswet betrekking heeft op een activiteit waarvoor de beslissing op de aanvraag op grond van artikel 16.16 (juncto artikel 13.2a) van de Omgevingswet instemming behoeft van een bestuursorgaan als het bedrag dat dit bestuursorgaan aan rechten zou heffen als het voor de activiteit waarvoor instemming wordt verzocht zelf bevoegd gezag zou zijn.
|
|
|
|
Paragraaf 2.13 Vermindering
|
|
Artikel 2.52 Vermindering na omgevingsoverleg
|
|
|
|
|
|
|
|
2.52.1
|
Indien een aanvraag voor een omgevingsvergunning bedoeld onder paragrafen 2.3 tot en met 2.8 wordt voorafgegaan door een omgevingsoverleg zijnde conceptverzoek zoals bedoeld in artikel 2.4.1, wordt de verschuldigde leges voor het in behandeling nemen van de aanvraag van de omgevingsvergunning verminderd met het volgende percentage
van de voor het conceptverzoek 2.4.1 geheven leges.
|
100,000%
|
|
|
2.52.1a
|
Indien een aanvraag voor een omgevingsactiviteiten bedoeld in paragraaf 2.7 Aanlegactiviteiten specifiek de artikelen 2.26 aanleggen of veranderen van een weg, 2.27 in/uitrit en 2.30 kappen van bomen of vellen van houtopstand),wordt voorafgegaan door een omgevingsoverleg zijnde conceptverzoek zoals bedoeld in artikel 2.4.1a wordt het bedrag aan leges dat verschuldigd is voor de aanvraag van de omgevingsvergunning verminderd met het volgende percentage
van de voor het conceptverzoek 2.4.1a geheven leges.
|
100,000%
|
|
|
2.52.2
|
Voor de toepassing van het eerste lid wordt de aanvraag om een omgevingsvergunning gedaan:
|
|
|
|
a.
|
voor dezelfde activiteit of activiteiten als waarop het conceptverzoek betrekking had;
|
|
|
|
b.
|
in overeenstemming met de uitkomsten van het conceptverzoek;
|
|
|
|
2.52.3a
|
Bij de toepassing van het eerste lid blijft voor het in behandeling nemen van de aanvraag om de omgevingsvergunning in ieder geval verschuldigd: de leges
|
€400,35
|
|
|
2.52.3b
|
Indien de leges voor de desbetreffende activiteit lager uitvallen dan de leges in artikel 2.52.3a , wordt dat lagere bedrag toegepast.
|
|
|
|
Artikel 2.53 Vermindering bij meervoudige aanvraag
|
|
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op vijf of meer activiteiten, bestaat aanspraak op vermindering van leges, met uitzondering van leges voor de milieubelastende activiteiten als bedoeld in paragraaf 2.5 en het legesdeel dat betrekking heeft op de modaliteiten genoemd in paragraaf 2.12. De vermindering bedraagt:
|
|
|
|
a.
|
bij 5 tot 10 activiteiten:
|
|
|
|
|
van de voor die activiteiten verschuldigde leges;
|
|
|
|
b.
|
bij 10 tot 15 activiteiten:
|
|
|
|
|
van de voor die activiteiten verschuldigde leges;
|
|
|
|
c.
|
bij 15 of meer activiteiten:
|
|
|
|
|
van de voor die activiteiten verschuldigde leges;
|
|
|
|
Paragraaf 2.14 Teruggaaf
|
|
Artikel 2.54 Teruggaaf bij aanvraag en oordeel geen omgevingsvergunning nodig
|
|
|
|
Als het college van burgemeester en wethouders op grond van een aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning oordeelt dat voor de voorgenomen activiteit geen omgevingsvergunning is vereist, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt met uitzondering van de leges die te maken hebben met advisering van derden:
|
€ 350,00
|
|
|
|
van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is gedaan verschuldigde leges.
|
|
|
|
Artikel 2.56 Teruggaaf als gevolg van intrekking aanvraag omgevingsvergunning of maatwerkvoorschrift bij reguliere procedure
|
|
|
|
Als een aanvrager zijn aanvraag om een omgevingsvergunning of aanvraag om een maatwerkvoorschrift op de voorbereiding waarvan afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht niet van toepassing is geheel of gedeeltelijk intrekt terwijl het college van burgemeester en wethouders daarover nog geen besluit heeft genomen, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt met uitzondering van de leges die te maken hebben met advisering van derden:
|
|
50,000%
|
|
Artikel 2.57 Teruggaaf als gevolg van intrekking aanvraag omgevingsvergunning of maatwerkvoorschrift bij uitgebreide voorbereidingsprocedure
|
|
|
|
Als een aanvrager zijn aanvraag om een omgevingsvergunning of aanvraag om een maatwerkvoorschrift op de voorbereiding waarvan afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing is geheel of gedeeltelijk intrekt terwijl het college van burgemeester en wethouders daarover nog geen besluit heeft genomen, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt met uitzondering van de leges die te maken hebben met advisering van derden:
|
|
50,000%
|
|
Artikel 2.58 Teruggaaf als gevolg van intrekking verleende omgevingsvergunning voor bouw- of milieubelastende activiteiten
|
|
|
|
Als het college van burgemeester en wethouders een verleende omgevingsvergunning voor een bouw- of milieubelastende activiteit intrekt op aanvraag van de vergunninghouder, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges, mits deze aanvraag is ingediend binnen 1 jaar na verlening van de vergunning en van de vergunning geen gebruik is gemaakt. De teruggaaf bedraagt met uitzondering van de leges die te maken hebben met advisering van derden:
|
|
25,000%
|
|
|
van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges.
|
|
|
|
Artikel 2.59 Teruggaaf als gevolg van het weigeren van een omgevingsvergunning voor bouw- of milieubelastende activiteiten
|
|
|
|
|
|
|
|
a.
|
Als het college van burgemeester en wethouders een omgevingsvergunning voor een bouw- of milieubelastende activiteit weigert, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt met uitzondering van de leges die te maken hebben met advisering van derden:
|
|
25,000%
|
|
|
van de voor de activiteit waarvoor de omgevingsvergunning is geweigerd verschuldigde leges.
|
|
|
|
b.
|
Onder een weigering bedoeld in onderdeel a wordt mede verstaan een vernietiging van de beschikking waarbij de vergunning is verleend bij rechterlijke uitspraak.
|
|
|
|
Artikel 2.60 Geen teruggaaf legesdeel modaliteiten
|
|
|
|
In afwijking van de voorgaande artikelen van deze paragraaf wordt geen teruggaaf verleend van het legesdeel dat betrekking heeft op de modaliteiten genoemd in paragraaf 2.12.
|
|
|
|
Artikel 2.61 Minimumbedrag voor teruggaaf
|
|
|
|
Een bedrag minder dan € 5 wordt niet teruggegeven.
|
|
|