Beleidsregel parkeernormen gemeente Wijdemeren

 

Afdeling 1 Algemene bepalingen

  • 1.

    Toepassingsbereik:

    Deze beleidsregel is van toepassing bij het beoordelen van een omgevingsvergunning voor een omgevingsplanactiviteit waarbij sprake is van:

    • a.

      een buitenplanse omgevingsplanactiviteit;

    • b.

      een beoordelingsplicht voor de Beleidsregel parkeernormen uit een bepaling van het omgevingsplan.

  • 2.

    Oogmerk

    De regels in deze paragraaf zijn gesteld met het oog op:

    • a.

      het bereikbaar en toegankelijk maken van gebieden; en

    • b.

      het beschermen van een goed woon- en leefklimaat.

Afdeling 2 Beoordelingsregels

  • 3.

    Voorwaarde voor vergunningverlening

    Een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 1 wordt alleen verleend wanneer voldoende parkeervoorzieningen worden gerealiseerd om te voldoen aan de parkeerbehoefte.

  • 4.

    Aanwijzingen

    Bij het vaststellen van het minimaal benodigde aantal parkeervoorzieningen wordt onderscheid gemaakt tussen de kern en het landelijk gebied, aangegeven in bijlage 2.

  • 5.

    Rekenregels locaties parkeervoorzieningen

    Voor het berekenen of aan de parkeerbehoefte wordt voldaan, gelden de volgende regels voor de locatie van de parkeervoorzieningen:

    • a.

      Aantallen parkeervoorzieningen worden altijd geteld op basis van bijlage 1A;

    • b.

      De parkeerbehoefte per functie zijn opgenomen in bijlage 1C;

    • c.

      Bij woningen moet ten behoeve van bezoekers parkeren aanvullend worden gerealiseerd:

      • i.

        0,15 parkeervoorziening per woning in een kern;

      • ii.

        0,2 parkeervoorziening per woning in het landelijk gebied.

    • d.

      Parkeervoorzieningen als bedoeld in lid c moeten openbaar toegankelijk zijn;

    • e.

      Parkeervoorzieningen op eigen erf worden volledig meegeteld;

    • f.

      Parkeervoorzieningen buiten het eigen erf, worden meegeteld indien zij duurzaam beschikbaar zijn voor de functie door eigendom, erfpacht of een langjarig gebruiksrecht;

    • g.

      Bestaande openbare parkeervoorzieningen worden alleen meegeteld als de bestaande functie gebruik maakt van deze parkeervoorzieningen en:

      • i.

        de parkeerbehoefte in de nieuwe situatie niet groter is dan in de bestaande situatie; of

      • ii.

        de parkeerbehoefte wel groter is, maar het extra aantal benodigde parkeervoorzieningen volledig wordt gerealiseerd op eigen erf of op een andere locatie die duurzaam beschikbaar is voor de functie.

    • h.

      Parkeervoorzieningen buiten het eigen erf worden alleen meegeteld als deze zich bevinden binnen de maximaal aanvaardbare loopafstanden zoals opgenomen in bijlage 1B;

    • i.

      Parkeervoorzieningen als bedoeld in artikel 7 worden volledig meegeteld.

  • 6.

    (Anti-)dubbeltelling

    • a.

      Het is niet toegestaan een parkeervoorziening behorende bij een bestaande functie mee te tellen voor een nieuwe ontwikkeling, al dan niet zijnde een gelijke functie, bij het bepalen van de parkeerbehoefte.

    • b.

      In afwijking van lid a kan, onverminderd artikel 5, dubbelgebruik van parkeervoorzieningen worden toegestaan:

      • i.

        indien de parkeerbehoefte van de betrokken functies onderling aanvullend is in tijd, mits:

        • 1.

          de parkeervoorziening openbaar toegankelijk is;

        • 2.

          de parkeerbehoefte wordt bepaald met inachtneming van de aanwezigheidspercentages als bedoeld in bijlage 1D;

      • ii.

        indien sprake is van functies die onderling aanvullend en ondersteunend zijn en zijn geprojecteerd op één terrein of aansluitende terreinen, mits:

        • 1.

          aannemelijk is gemaakt dat de relatie tussen de functies duurzaam bestaat en multifunctioneel gebruik feitelijk mogelijk is en blijft;

        • 2.

          de gezamenlijke parkeerbehoefte wordt berekend door de afzonderlijke normen op te tellen en daarvan de laagste norm af te trekken, ongeacht het aantal betrokken functies.

  • 7.

    Gehandicaptenparkeervoorziening

    Bij sociaal-maatschappelijke functies met een parkeerbehoefte van minimaal 15 parkeerplaatsen moet onverminderd artikel 5:

    • a.

      minimaal 2% uitgevoerd worden als gehandicaptenparkeervoorziening, met een minimum van 1; en

    • b.

      deze gehandicaptenparkeervoorziening worden gerealiseerd op een loopafstand van maximaal 100 meter gerekend vanaf de hoofdtoegang van de functie.

  • 8.

    Kwaliteitseisen

    Parkeervoorzieningen moeten, ongeacht het aantal te realiseren parkeervoorzieningen, altijd voldoen aan de kwaliteitsnormen van NEN 2443.

Afdeling 3 Slotbepalingen

  • 9.

    Overgangsbepaling

    Deze beleidsregel is niet van toepassing op initiatieven die zijn ingediend vóór de datum van inwerkingtreding.

  • 10.

    Inwerkingtreding

    Deze beleidsregel treedt in werking op de dag volgend op de dag van bekendmaking.

  • 11.

    Citeertitel

    Deze beleidsregel wordt aangehaald als: Beleidsregel parkeernormen gemeente Wijdemeren.

Bijlage 1A  

 

parkeervoorziening

berekeningsaantal

voorwaarde

enkele oprit zonder garage of carport

1,0

oprit minimaal 5,0 m. diep

lange oprit zonder garage of carport

2,0

oprit minimaal 11 m. diep

dubbele oprit zonder garage of carport

2,0

oprit minimaal 4,5 m breed

garage zonder oprit bij een woning

0,4

 

carport zonder oprit bij een woning

1,0

 

garagebox niet bij woning

0,5

 

dubbele garage bij woning

1,0

 

Parkeervak op een parkeerterrein

1,0

 

Bijlage 1B  

 

hoofdfunctie

acceptabele loopafstanden

wonen

100 meter

winkelen

200- 600 meter

werken

200- 800 meter

ontspanning

100 meter

gezondheidszorg

100 meter

onderwijs

100 meter

Bijlage 1C  

 

Functie

Kern

 

Voor woningen zijn de onderstaande getallen inclusief bezoekers parkeren

Landelijk gebied

 

Voor woningen zijn de onderstaande getallen inclusief bezoekers parkeren

Per

Koophuis,

Vrijstaand

1,55

2,6

woning

Koophuis,

twee-onder-een-kap

1,45

2,5

woning

Koophuis

Tussen/hoek

1,25

2,4

woning

Koop appartement

>100 m2

1,35

2,5

woning

Koop appartement

75-100 m2

1,05

2,5

woning

Koop appartement

<75m2

1,05

2,1

woning

Koopappartement tot NHG betaalbaarheidsgrens

>100m2

0.8

1,6

woning

Koopappartement tot NHG betaalbaarheidsgrens

75-100m2

0.8

1,6

woning

Koopappartement tot NHG betaalbaarheidsgrens

<75m2

0.8

1,6

woning

Huurhuis

Vrije sector

1,15

2,0

woning

Huurhuis

Sociaal

1,15

2,0

woning

Huur appartement

Vrijesector, >100m2

1.05

2,0

woning

Huur appartement

Vrijesector 75-100m2

0.8

1,6

woning

Huur appartement

Vrijesector <75m2

0.8

1,6

woning

Huur appartement

Sociaal, >100m2

0.8

1,6

woning

Huur appartement

Sociaal, 75-100m2

0.8

1,6

woning

Huur appartement,

Sociaal <75m2

0.8

1,6

woning

Huur appartement

Sociaal of vrijesector <30m2

0.8

1,6

woning

Kamerverhuur

Studenten,

niet zelfstandig

0.5

0,65

woning

Aanleunwoning/serviceflat

(zelfstandige woning

met beperkte zorgvoorz)

0.75

1,3

woning

Kleine eenpersoons. woning, (tiny house,

meestal grondgebonden)

0.5

0,7

woning

Kantoor (zonder baliefunctie)

2.1

2.8

100m2 BVO

Commerciële dienstverlenging

(kantoor met baliefunctie)

2.7

3.8

100m2 BVO

Bedrijf arbeidsintensief/ bezoekersextensief (industrie, lab, werkplaats)

1.7

2.6

100m2 BVO

Bedrijf, arbeidsextensief/ bezoekers extensief

(loods, opslag, transport)

0.6

1.3

100m2 BVO

Bedrijfsverzamelgebouw

1.5

2.2

100m2 BVO

Opslagruimte

(particulier)

Nvt

15

Per vestiging

Buurtsupermarkt

2.2

5.3

100m2 BVO

Full service supermarkt

3.6

7.5

100m2 BVO

Grote supermarkt

6.6

9.8

100m2 BVO

Groothandel specialist (bijv. levensmiddelen, kantoorartikelen)

5.6

7.9

100m2 BVO

Groothandel algemeen

6.1

8.4

100m2 BVO

Kringloopwinkel

1.0

2.2

100m2 BVO

Bruin- en witgoedzaken

5.4

8.9

100m2 BVO

Woonwarenhuis/ woonwinkel

1.5

2.2

100m2 BVO

Woonwarenhuis zeer groot

n.v.t.

5.9

100m2 BVO

Meubelboulevard/ woonboulevard

1.9

2.7

100m2 BVO

Winkelboulevard

3.7

4.7

100m2 BVO

Outletcentrum

8.5

11.4

100m2 BVO

Bouwmarkt

1.6

2.6

100m2 BVO

Tuincentrum

(inclusief buitenruimte)

2.1

2.9

100m2 BVO

Groencentrum

(inclusief buitenruimte

2.1

2.9

100m2 BVO

Bibliotheek

0.5

1.4

100m2 BVO

Museum

0.7

1.2

100m2 BVO

Bioscoop

7.0

12.2

100m2 BVO

Filmtheater/

filmhuis

4.3

6.9

100m2 BVO

Theater/

schouwburg

6.5

11.3

100m2 BVO

Musicaltheater

2.9

4.5

100m2 BVO

Casino

5.6

7.0

100m2 BVO

Bowling centrum

1.8

3.3

bowlingbaan

Biljart/ snookercentrum

0.9

1.6

tafel

Dansstudio

3.4

6.0

100m2 BVO

Fitness studio/ sportschool

2.9

5.3

100m2 BVO

Fitness centrum

4.0

6.8

100m2 BVO

Wellnesscentrum (thermen, kuurcentrum, beautycentrum)

8.8

9.8

100m2 BVO

Sauna, hammam

4.1

7.2

100m2 BVO

Sporthal

1.9

3.1

100m2 BVO

Sportzaal

1.7

3.1

100m2 BVO

Tennishal

0.3

0.6

100m2 BVO

Padelhal

0.3

0.8

100m2 BVO

Squashhal

2.3

2.8

100m2 BVO

Zwembad overdekt

9.7

10.5

100m2 bassin

Zwembad open lucht

9.1

13.9

100m2 bassin

Zwemparadijs

n.v.t.

5.0

100m2 bassin

Sportveld

13.0

27.0

Hectare netto terrein

Stadion

0.04

0.2

Zitplaats

Kunstijsbaan (<400m)

1.3

2.1

100m2 BVO

Kunstijsbaan 400m

2.0

2.8

100m2 BVO

Ski- en snowboardhal

n.v.t.

2.8

100m2 sneeuw (excl. oefenpistes)

Jachthaven

0.7

0.7

ligplaats

Golf oefencentrum

(pitch en putt)

n.v.t.

53,1

centrum

Golfbaan 18 holes

n.v.t.

53.1

18 holes, 6 ha

Indoor speelcentrum

(kinderspeelhal gemiddeld en kleiner)

1.4

7.2

100m2 BVO

Indoor speelcentrum (kinderspeelhal groot)

2.1

8.1

100m2 BVO

Indoor speelcentrum

(kinderspeelhal zeer groot)

3.4

7.4

100m2 BVO

Kinderboerderij (stadboerderij)

1.4

7.2

Gemiddelde boerderij

Manege

(paardenhouderij)

0.5

0.8

Box

Dierenpark

4.0

12.0

Ha. netto terrein

Attractie- en pretpark

n.v.t.

12.0

Ha netto terrein

Volkstuinen

1.1

1.5

10 tuinen

Plantentuin

(botanische tuin)

5.0

13.0

Gemiddelde tuin

Camping/

Kampeerterrein

1.3

1.3

standplaats

Bungalowpark (huisjescomplex)

n.v.t.

1.8

Bungalow

Hotel 1*

0.7

2.6

10 kamers

Hotel 2 **

2.1

4.5

10 kamers

Hotel 3 ***

2.9

5.7

10 kamers

Hotel 4 ****

4.8

8.0

10 kamers

Hotel 5 *****

7.5

11.8

10 kamers

Cafe/ bar/ cafetaria

5.0

8.0

100m2 BVO

Restaurant

6.0

8.0

100m2 BVO

Discotheek

11.9

22.8

100m2 BVO

Evenementenhal/ beursgebouw/

congresgebouw)

5.0

11.0

100m2 BVO

Huisartsenpraktijk

huisartsencentrum

2.5

3.5

behandelkamer

Apotheek

2.6

3.6

Apotheek

Fysiopraktijk

Fysio centrum

1.4

2.2

Behandelkamer

 

Consultatiebureau

1.5

2.4

Behandelkamer

Consultatiebureau voor ouderen

1.5

2.1

Behandelkamer

Tandartsenpraktijk

Tandartsencentrum

1.9

2.8

Behandelkamer

 

Gezondheidscentrum

1.8

2.7

Behandelkamer

Ziekenhuis

1.6

2.0

100m2 BVO

Crematorium

25.1

35.1

(deels) gelijktijdige plechtigheid

Begraafplaats

26.6

36.6

(deels) gelijktijdige plechtigheid

Penitentiaire inrichting

1.9

3.5

10 cellen

Religiegebouw

0.1

0.2

Zitplaats

Verpleeg en verzorgingstehuis

0.5

0.7

Wooneenheid

Kinderdagverblijf (creche)

1.1

1.5

100m2 BVO

Basisonderwijs

0.5

1.0

Leslokaal

Middelbare school

3.6

5.9

100 leerlingen

ROC

4.4

6.9

100 leerlingen

HBO

8.1

12.9

100 studenten

Universiteit

13.4

18.8

100 studenten

Avondonderwijs

4.7

7.9

10 studenten

Bijlage 1D  

 

Aanwezigheids

percentages

Werkdag ochtend

Werkdag middag

Werkdag avond

Werkdag nacht

Koop-avond *

Vrijdag middag

Vrijdag avond

Zaterdag middag

Zaterdag avond

Zondag middag

Woningen bewoners

60

60

90

100

80

70

70

75

80

75

Woning bezoekers

40

50

75

0

70

60

100

100

100

90

Kantoren/ bedrijven

100

100

5

0

5

60

0

0

0

0

Commerciële dienstverlening

100

100

5

0

75

100

5

0**

0

0

Detail

handel

30

60

10

0

75

60

60

100

0***

60

Grootschalige detailhandel

3

60

70

0

80

60

70

100

0***

0****

Supermarkt

50

60

40

0

80

80

80

100

40

60

Sportfuncties binnen

50

50

100

0

100

40

100

100

100

75

Sportfuncties buiten

25

25

50

0

50

25

50

100

25

100

Bioscoop/ theater/ podium

5

40

50

0

50

40

100

40

100

40

Sociaal medisch: arts, therapeut, consultatie

100

100

10

0

10

75

0

0

0

0

Verpleeghuis/ verzorgingshuis

100

100

50

25

50

100

50

100

100

100

Ziekenhuis: patiënten inclusief bezoek

100

100

40

5

40

100

40

40

40

40

Ziekenhuis medewerkers

100

100

40

10

40

100

40

20

20

20

Restaurant *****

30

40

80

0

80

60

90

70

100

40

Dag

onderwijs

100

100

0

0

0

100

0

0

0

0

Avond-onderwijs

0

0

100

0

100

0

100

0

0

0

* indien sprake van een traditionele koopavond

** Indien op zaterdag op: 100%

*** Indien s avonds open: 70%

**** indien koopzondag: 100%

***** hier is sprake van richtgetallen. Maatwerk is bij de verschillende typen restaurants noodzakelijk

 

In gevallen waarin deze tabel afwijkt van tabel 13 uit CROWpublicatie744 parkeerkencijfers 2024, is de CROW publicatie maatgevend

2A Oud-Loosdrecht

 

2B Nieuw-Loosdrecht

 

2C Kortenhoef

 

2D Nederhorst

 

2E Horstermeer

 

2F Slenk en Loodijk

 

2G ‘S-Gravelandsevaartweg

 

2H De Zodde

 

2I Ankeveen

 

 

II Toelichting bij de artikelen

Algemeen

Deze beleidsregel geeft het beoordelingskader voor aanvragen waarbij sprake is van parkeerbehoefte. Uitgangspunt is dat ieder initiatief voorziet in voldoende parkeerruimte om functies bereikbaar en leefbaar te houden. De normen zijn minimum-normen.

 

De parkeerbehoefte kan in enkele gevallen lager uitvallen, bijvoorbeeld wanneer verschillende functies gebruik maken van dezelfde parkeerplaatsen op verschillende tijdstippen (dubbelgebruik).

 

Bij functiewijzigingen wordt rekening gehouden met de parkeerbehoefte van de bestaande, legale situatie (het rechtens verkregen niveau). Dit betekent dat eerst de parkeerbehoefte van de oude functie wordt bepaald. Deze mag worden afgetrokken van de parkeerbehoefte van de nieuwe functie, zodat alleen het verschil moet worden gerealiseerd. Als de nieuwe functie een lagere parkeerbehoefte heeft, hoeven bestaande parkeerplaatsen niet te worden opgeheven.

 

Artikel 3 – Voorwaarde voor vergunningverlening

De vergunning kan alleen worden verleend wanneer in het initiatief voldoende parkeervoorzieningen worden gerealiseerd. Daarmee wordt voorkomen dat de parkeerdruk verschuift naar de openbare ruimte en de bereikbaarheid of leefbaarheid onder druk komt te staan.

 

Artikel 4 – Aanwijzingen

Binnen de gemeente gelden verschillende parkeernormen afhankelijk van de ligging van een initiatief. Er wordt onderscheid gemaakt tussen locaties in de kern en in het landelijk gebied. De contouren zijn vastgelegd in bijlage 2. De rood gearceerde delen zijn daarin aan te merken als kern – de overige gebieden zijn landelijk gebied.

 

De reden voor dit onderscheid is dat de parkeerdruk en het gebruik van de auto niet overal gelijk zijn. In de kernen is doorgaans meer verharding, meer voorzieningen op korte afstand en betere alternatieven zoals fiets of openbaar vervoer. In het landelijk gebied zijn de afstanden groter en is men sterker afhankelijk van de auto. Daarom is de parkeernorm in het landelijk gebied hoger.

 

Voor de kerngebieden sluiten wij aan bij de CROW-richtlijnen voor de categorie weinig stedelijk / schil centrum. Voor het landelijk gebied sluiten wij aan bij de categorie niet stedelijk / rest bebouwde kom. Dit zorgt voor aansluiting bij landelijk gehanteerde normen en maakt de beoordeling transparant en consistent.

 

Artikel 5 – Rekenregels locaties parkeervoorzieningen

Bij het bepalen van de parkeerbehoefte gelden de parkeerkencijfers in bijlage 1. Voor woningen komt daar een bezoekersaandeel bij, omdat bewoners doorgaans over eigen terrein beschikken maar ook bezoekers een plek moeten kunnen vinden.

 

Parkeerplaatsen op eigen erf tellen volledig mee. Bij woningen wordt onderscheid gemaakt tussen verschillende typen voorzieningen. Zo telt een volwaardige oprit voor één of twee parkeerplaatsen volledig mee. Voor garages wordt, conform landelijke richtlijnen en jurisprudentie, gerekend met 0,4 parkeerplaats. Dit komt doordat garages in de praktijk veelvuldig voor andere doeleinden worden gebruikt dan parkeren, zoals opslag. Door hiermee rekening te houden wordt voorkomen dat de parkeercapaciteit op papier hoger lijkt dan zij feitelijk is.

 

Parkeerplaatsen buiten het eigen erf mogen meetellen als ze duurzaam beschikbaar zijn voor de functie (bijvoorbeeld via eigendom of een langjarig gebruiksrecht) en binnen aanvaardbare loopafstand liggen (bijlage 1B). Voor functies als winkelen en werken geldt dat de maximaal aanvaardbare loopafstand afhankelijk is van het type functie. De bandbreedte van 200 tot 600 (of soms 800) meter geeft de mogelijke bovengrens aan. De exacte afstand wordt per geval bepaald, waarbij zwaardere functies of functies met een langduriger verblijf doorgaans een langere aanvaardbare loopafstand kennen dan lichte functies met kort bezoek.

 

Bestaande openbare parkeerplaatsen kunnen alleen meetellen wanneer de bestaande functie hier al gebruik van maakte en de parkeerdruk in de nieuwe situatie niet toeneemt. Als er wel een grotere behoefte ontstaat, moet het verschil door de initiatiefnemer zelf worden opgelost.

 

Gehandicaptenparkeervoorzieningen als bedoeld in artikel 7 tellen volledig mee bij het bepalen of in de parkeerbehoefte wordt voorzien. Artikel 7 stelt uitsluitend aanvullende kwaliteitseisen aan de uitvoering en ligging van een deel van de parkeerplaatsen, niet een extra kwantitatieve eis.

 

Artikel 6 – Anti-dubbeltelling

De anti-dubbeltelbepaling vormt een belangrijk onderdeel van het parkeerbeleid. Het uitgangspunt is eenvoudig: één parkeervoorziening mag maar voor één functie meetellen. Dat voorkomt dat dezelfde parkeerplaatsen meerdere keren worden “ingeboekt” en de feitelijke parkeerdruk wordt onderschat. Op die manier blijft het voorzieningenniveau in balans met de ruimtelijke ontwikkeling in het gebied.

 

Tegelijkertijd erkent de beleidsregel dat parkeerplaatsen in de praktijk niet altijd door één functie exclusief worden gebruikt. Op veel locaties is het mogelijk en wenselijk dat functies parkeerplaatsen delen. Denk bijvoorbeeld aan een combinatie van kantoren en horeca, of een recreatieterrein waar verschillende activiteiten naast elkaar plaatsvinden. Om zulke situaties goed te faciliteren zonder de parkeerdruk te onderschatten, biedt dit artikel twee routes voor dubbelgebruik.

 

Lid 1 – Hoofdregel

De hoofdregel legt de basis: één parkeervoorziening mag niet voor meerdere functies tegelijk meetellen bij het berekenen van de parkeerbehoefte. Zonder deze regel zou het mogelijk zijn om bij meerdere ontwikkelingen dezelfde parkeerplaatsen te gebruiken om aan de norm te voldoen, wat leidt tot overbelasting en een tekort aan parkeerplaatsen in de praktijk.

 

Lid 2 – Uitzonderingen

In sommige situaties kan dubbelgebruik echter verantwoord zijn. Daarvoor gelden strikte voorwaarden. De bepaling maakt onderscheid tussen twee typen situaties:

 

2a – Dubbelgebruik in de tijd

De eerste situatie betreft functies die elkaar in de tijd niet overlappen in hun parkeerbehoefte. Bijvoorbeeld: een kantoor dat overdag open is en een restaurant dat ’s avonds de meeste bezoekers trekt. Omdat de piekmomenten niet samenvallen, kunnen beide functies dezelfde parkeerplaatsen gebruiken zonder dat dit leidt tot een tekort.

 

De toetsing gebeurt op basis van aanwezigheidspercentages (bijlage 1D). Deze percentages geven per type functie en per dagdeel inzicht in het aandeel van de parkeervraag dat aanwezig is. Door die cijfers te gebruiken kan objectief worden beoordeeld of dubbelgebruik daadwerkelijk mogelijk is. Daarnaast geldt dat de parkeervoorziening openbaar toegankelijk moet zijn. Dat voorkomt dat een functie een terrein claimt waardoor een andere functie er in de praktijk geen gebruik van kan maken.

 

2b – Aanvullend en ondersteunend gebruik

De tweede situatie betreft combinaties van functies die nauw met elkaar samenhangen, bijvoorbeeld een recreatieterrein met een camping en een zeilschool of horecagelegenheid. In zulke gevallen is de parkeerbehoefte niet simpelweg gespreid in de tijd, maar overlappen de gebruikersgroepen deels. Het gaat dan om functies die feitelijk één samenhangend geheel vormen.

 

Bij deze variant moet aannemelijk zijn dat de functies elkaar daadwerkelijk ondersteunen en dat multifunctioneel gebruik van de parkeerplaatsen feitelijk mogelijk is en blijft. Bijvoorbeeld doordat de voorzieningen op hetzelfde terrein liggen en gezamenlijk worden geëxploiteerd.

 

Om te voorkomen dat de parkeerbehoefte wordt overschat, wordt de gezamenlijke parkeerbehoefte berekend door de afzonderlijke normen bij elkaar op te tellen en daarvan de laagste norm af te trekken. Zo wordt dubbel tellen voorkomen, maar blijft er voldoende marge over om de totale parkeerdruk goed te dekken. Deze methode is ook geschikt wanneer er meer dan twee functies gecombineerd worden: in dat geval wordt altijd slechts de laagste norm afgetrokken, zodat de overige parkeerdruk volledig wordt meegenomen.

 

Artikel 7 – Gehandicaptenparkeervoorzieningen

Bij functies met een grotere parkeeropgave (sociaal-maatschappelijke functies) moet altijd een deel van de parkeerplaatsen geschikt zijn voor gehandicapten. Daarmee wordt geborgd dat ook mensen met een beperking dichtbij de toegang kunnen parkeren.

 

Artikel 8 – Kwaliteitseisen

Alle parkeervoorzieningen moeten voldoen aan de kwaliteitsnormen van NEN 2443. Deze norm waarborgt dat parkeervoorzieningen bruikbaar, veilig en functioneel zijn.

 

Daarmee sluit deze beleidsregel aan bij de Algemene Plaatselijke Verordening (APV) en het gemeentelijke Handboek Inrichting Openbare Ruimte (HIOR). Deze documenten hanteren dezelfde kwaliteitsnormen, zodat consistentie ontstaat tussen vergunningverlening, beleidsregels en de inrichting van de openbare ruimte.

 

Artikel 9 en 10 – Overgang en inwerkingtreding

De overgangsbepaling regelt dat lopende aanvragen niet opnieuw hoeven te worden getoetst aan deze beleidsregel. De nieuwe beleidsregel geldt alleen voor aanvragen die zijn ingediend na inwerkingtreding.

 

III Algemene toelichting

Met deze actualisatie worden de Beleidsregel parkeernormen 2015 en de daarin opgenomen parkeerkencijfers vervangen. Aanleiding is de publicatie van de CROW-richtlijn parkeerkencijfers 2024 (publicatie 744). Parkeerkencijfers veranderen door de jaren heen als gevolg van wijzigingen in autobezit en -gebruik. Door actualisatie sluiten de normen beter aan op de huidige praktijk.

 

Motie en coalitieakkoord

In lijn met de door de raad aangenomen motie “herziening parkeernorm sociale koop” en het coalitieakkoord 2024–2026 wordt de parkeernorm voor sociale en betaalbare koopappartementen gelijkgesteld aan die van sociale huurappartementen.

 

Actualisatie CROW-cijfers

Voor alle functies zijn de parkeerkencijfers en aanwezigheidspercentages geactualiseerd op basis van de CROW publicatie 744. Waar de richtlijn bandbreedtes geeft, hanteert de gemeente het gemiddelde van de bandbreedte. Daarmee worden zowel bestaande bewoners en bedrijven als nieuwe initiatieven zo goed mogelijk gediend. Om de overgang van de Beleidsregels parkeernormen 2015 zachter te maken is gekozen om daar maximaal 20% van af te wijken richting de normen van het CROW. Zo wordt voorkomen dat de nieuwe norm tot extreme parkeerdruk leidt.

 

Een belangrijk verschil met eerdere richtlijnen is dat bewonersparkeren en bezoekersparkeren afzonderlijk worden getoetst. Dit sluit beter aan bij de praktijk waarin bewoners vaak op eigen terrein parkeren en bezoekers zijn aangewezen op openbaar toegankelijke parkeerplaatsen.

 

Uitgangspunten ongewijzigd

De initiatiefnemer van een ruimtelijke ontwikkeling is verantwoordelijk voor het realiseren van de parkeerbehoefte die het plan veroorzaakt. Parkeren vindt zoveel mogelijk plaats op eigen terrein. De gemeente toetst plannen aan deze beleidsregel en houdt toezicht op naleving.

 

Bestaande parkeerproblemen en seizoensinvloeden maken geen onderdeel uit van de parkeernormen en worden op andere manieren aangepakt. Ook vrachtwagenparkeren en specifieke beleidskeuzes rond deelmobiliteit vallen buiten deze actualisatie.

 

Beleidsarm karakter

De actualisatie is beleidsarm: alleen de parkeerkencijfers zijn geactualiseerd en de motie sociale koop is verwerkt. De juridische en systematische opbouw van de beleidsregel is gemoderniseerd en in lijn gebracht met de Omgevingswet, zonder inhoudelijk nieuwe beleidskeuzes te maken.

 

Hardheidsclausule

In artikel 4.84 van de Algemene wet bestuursrecht is verwoord dat het bevoegde bestuursorgaan de beleidsregels respecteert, tenzij dat voor één of meer belanghebbenden gevolgen zou hebben die wegens bijzondere omstandigheden onevenredig zijn in verhouding tot de met de beleidsregels te dienen doelen.

 

Concreet betekent dit dat het college van B&W de bevoegdheid heeft om af te wijken van de beleidsregel, als zich bijvoorbeeld een situatie voordoet waarin één of meerdere belanghebbenden onevenredig worden benadeeld door toepassing van deze beleidsregel. Indien gebruik gemaakt wordt van deze zogenaamde "hardheidsclausule" dient dit onderbouwd en beargumenteerd te worden.

Naar boven