Cameratoezicht Stationsplein 11 december 2025

De burgemeester van Haarlem,

Overwegende:

dat ik op grond van artikel 2.77 van de Algemene Plaatselijke Verordening (APV), juncto artikel 151c Gemeentewet, de bevoegdheid heb om te kunnen besluiten tot plaatsing van camera's voor een bepaalde duur ten behoeve van het toezicht op een openbare plaats als dat naar mijn oordeel noodzakelijk is in het belang van de handhaving van de openbare orde;

Proportionaliteit

Het Stationsplein is een belangrijk openbaar vervoersknooppunt, waar het bus- en treinvervoer samenkomen om mensen van en naar Haarlem te brengen. Ook heeft de plek, mede vanwege de aanwezige overkappingen, al langer aantrekkingskracht op mensen met OGGZ problemen en jongeren om de verblijven en (meer incidenteel) te overnachten. Door deze aantrekkingskracht van deze doelgroepen is bekend dat reizigers zich soms niet veilig voelen. Doordat er geen camera’s aanwezig zijn is het een aantrekkelijke locatie voor fietsendieven. Al jaren komt deze locatie er als hotspot uit binnen de gemeente Haarlem. Dagelijks vinden hier incidenten plaats, waaronder geweldsincidenten, bedreigingen, belediging, zedenmisdrijven, diefstal en straatroof. Jaarlijks vinden er op het Stationsplein ongeveer 300 incidenten plaats. Dat is een schrikbarend aantal waardoor de openbare orde en veiligheid op het Stationsplein constant onder druk staat.

Cameratoezicht is, naast andere genomen maatregelen, een middel om de openbare orde en veiligheid beter te kunnen waarborgen. Daarnaast worden de camerabeelden gebruikt voor een efficiënte inzet van politie en handhaving. Cameratoezicht heeft een preventieve werking en bevordert het gevoel van veiligheid.

Mijn besluit om camera’s te plaatsen op het Stationsplein is noodzakelijk om het gevaar voor de openbare orde en het verslechteren van het woon- en leefklimaat terug te kunnen dringen. De omvang van het aangewezen gebied betreft alleen het Stationsplein. Het proportionaliteitsvereiste brengt met zich dat het doel van de verwerking van de persoonsgegevens in verhouding moet staan tot de inbreuk op de privacy van personen in het gebied. Het gestelde doel kan met cameratoezicht worden bereikt, de verwerking van de camerabeelden is proportioneel in relatie tot het beoogde doel.

Subsidiariteit

Ondanks de constante inzet van de politie en handhaving vinden op het Stationsplein regelmatig ernstige incidenten plaats. Hierdoor is cameratoezicht op het Stationsplein noodzakelijk. Het inzetten van cameratoezicht heeft een preventieve werking waardoor de kans groot is dat verdere incidenten worden voorkomen. Het waarborgen van de openbare orde en veiligheid kan niet met een minder ingrijpende middel worden bereikt.

Belangenafweging

Het inzetten van cameratoezicht is, in aanvulling op de bestaande maatregelen, noodzakelijk ter handhaving van de openbare orde. Het belang van een effectieve handhaving van de openbare orde enerzijds en de daarmee gepaard gaande mogelijke inperking van het recht op privacy anderzijds zijn tegen elkaar afgewogen. In die afweging moet aan het algemene belang om de verstoring van de openbare orde te herstellen en een veilig woon- en leefomgeving op het Stationsplein te waarborgen meer gewicht worden toegekend dan aan het belang van de privacy.

Kenbaarheid Cameratoezicht

De inzet van cameratoezicht vereist dat het op een duidelijke wijze kenbaar wordt gemaakt aan personen in het gebied. Door middel van borden wordt kenbaar gemaakt dat men zich in een cameragebied begeeft. Daarnaast wordt dit aanwijzingsbesluit bekendgemaakt door publicatie in het Gemeenteblad op overheid.nl.

Gelet op artikel 151c Gemeentewet juncto artikel 2.77 APV en het overleg met de officier van justitie d.d. 15 december 2025;

Besluit

• 1. Tot het plaatsen van camera’s op het Stationsplein te Haarlem;

• 2. dit besluit geldt tot en met 17 december 2030;

• 3. dat dit besluit wordt bekendgemaakt in het Gemeenteblad en in werking treedt na bekendmaking in het Gemeenteblad;

• 4. Dat de camerabeelden onder regie van de Nationale Politie, Eenheid Noord-Holland worden opgeslagen en gedurende 28 dagen worden bewaard;

De burgemeester van Haarlem,

drs. J. Wienen

Tegen dit besluit kan bezwaar worden gemaakt bij de burgemeester van Haarlem, postbus 511,2003 PB Haarlem. Het bezwaarschrift dient ingediend te worden binnen zes weken gerekend vanaf de dag dat dit besluit bekend is gemaakt. Het bezwaarschrift dient ten minste te bevatten: de naam en het adres van de indiener, de dagtekening, een omschrijving van het besluit waartegen het bezwaar is gericht en de gronden van het bezwaar.

U kunt ook digitaal een bezwaarschrift indienen via de website van gemeente Haarlem ( https://www.haarlem.nl/bezwaar-tegen-gemeentelijk-besluit ).

U heeft hiervoor een elektronische handtekening ( DigiD ) nodig.

Het indienen van een bezwaarschrift schort de uitvoering van het besluit niet op. Wanneer u bezwaar maakt kunt u op grond van artikel 8:81 van de Algemene Wet Bestuursrecht, bij de President van de Arrondissementsrechtbank in Haarlem, sector Bestuursrecht, verzoeken een voorlopige voorziening te treffen. Het adres is: Arrondissementsrechtbank te Haarlem, sector Bestuursrecht, Postbus 1621, 2003 BR Haarlem.