Beleidsregels ‘Gebruiksinstructies bevoegdheden bekendmaking gebiedsontzegging’

De burgemeester van de gemeente Wijchen,

 

gelet op:

  • artikel 2:78 van de Algemene plaatselijke verordening Wijchen;

  • artikel 177 van de Gemeentewet;

  • artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht;

  • artikelen 10:4, 10:6 en 10:9 van de Algemene wet bestuursrecht;

  • het Mandaatbesluit gemeente Wijchen aan de teamchef van basisteam Tweestromenland, district Gelderland-Zuid, politie-eenheid Oost-Nederland en ondermandaat aan de hulpofficieren van justitie werkzaam binnen de politie-eenheid Oost-Nederland indien en voor zover fungerend onder de verantwoordelijkheid van het robuuste basisteam Tweestromenland;

Overwegende:

  • Dat het gewenst is om beleidsregels vast te stellen voor de uitvoering van het mandaat;

Besluit vast te stellen de:

 

Beleidsregels ‘Gebruiksinstructies bevoegdheden bekendmaking gebiedsontzegging’

Artikel 1: Begripsbepalingen

In dit besluit verstaan we onder:

  • 1.

    8-uursontzegging: een op schrift gesteld bevel uit naam van de burgemeester om zich gedurende acht uur niet anders dan in een openbaar middel van vervoer in het aangewezen gebied Wijchen-centrum aanwezig te zijn;

  • 2.

    Gebied: een geografisch zone die afgebakend wordt door (water)wegen of groenvoorzieningen én de (water)wegen en groenvoorzieningen zelf;

  • 3.

    Gebiedsontzegging: een op schrift gesteld bevel uit naam van de burgemeester om zich gedurende een in het bevel bepaalde periode niet anders dan in een openbaar middel van vervoer in aangewezen gebieden aanwezig te zijn.

Artikel 2: Feiten en termijnen

  • 1.

    De gedragingen waarvoor de gemandateerde een gebiedsontzegging kan opleggen en de termijnen die hieraan verbonden zijn, staan in de feiten- en termijnentabel (bijlage 1).

  • 2.

    Een constatering van de feiten uit de feiten- en termijnentabel (bijlage 1) is de basis voor een gebiedsontzegging. Hieruit blijkt of de openbare orde in het gebied in gevaar is door de aanwezigheid van een persoon. Het is daarbij niet zonder meer noodzakelijk dat de gedraging op straat plaatsvindt, maar er moet wel een verbinding met de openbare orde zijn. Bijvoorbeeld: Een bedreiging in een winkel kan relevant zijn en kan leiden tot een gebiedsontzegging. Ook een strafbare feit in een plek die voor publiek toegankelijk is, kan leiden tot een gebiedsontzegging.

  • 3.

    Een gebiedsontzegging treedt in werking op het moment dat het besluit bij de betrokkene bekend is. Als een gebiedsontzegging bekend gemaakt wordt terwijl er al een gebiedsontzegging geldt, gaat de termijn van de nieuwe gebiedsontzegging in na afloop van de eerder opgelegde gebiedsontzegging.

Artikel 3: Opleggen gebiedsontzegging

  • 1.

    De gemandateerde geeft in het besluit duidelijk aan in welk gebied, voor welk tijdvak en op grond van welke feiten de ontzegging geldt.

  • 2.

    Een persoon krijgt in principe een gebiedsontzegging voor één aangewezen gebied. Slechts bij uitzondering krijgt een persoon een gelijktijdige ontzegging voor meerdere gebieden. Als deze uitzondering noodzakelijk is, dan staat in het besluit welke bijzondere omstandigheden een gelijktijdige ontzegging rechtvaardigen.

  • 3.

    Als de politie een proces-verbaal opmaakt tegen een persoon voor het plegen van een feit uit de feiten- en termijnentabel (bijlage 1) in een aangewezen gebied, dan geldt de volgende werkwijze:

    • a.

      Als een persoon in de zes maanden voor de delictsdatum geen waarschuwing of gebiedsontzegging kreeg, dan krijgt deze een schriftelijke waarschuwing. De waarschuwing wordt één keer gegeven en geldt binnen de hele gemeente Wijchen voor de duur van zes maanden. Alleen in het gebied Wijchen-centrum geeft de politie deze persoon een 8-uursontzegging. Deze ontzegging werkt door als een waarschuwing voor de duur van zes maanden.

    • b.

      Als een persoon in de zes maanden voor de delictsdatum een waarschuwing of een 8-uursontzegging kreeg, dan krijgt deze een gebiedsontzegging voor de duur van 72 uur (bijlage 1), omdat er een redelijke kans is dat deze de openbare orde opnieuw verstoort. De ontzegging van 72 uur geldt voor alle feiten uit de feiten- en termijnentabel (ongeacht de categorie).

    • c.

      Als een persoon in de zes maanden voor de delictsdatum een gebiedsontzegging van 72 uur kreeg, dan krijgt deze een gebiedsontzegging volgens de feiten- en termijnentabel (bijlage 1), omdat er een redelijke kans is dat deze de openbare orde opnieuw verstoort.

  • 4.

    Als er sprake is van een staandehouding of aanhouding op heterdaad, dan wordt de gebiedsontzegging onmiddellijk uitgereikt. Als een persoon buiten heterdaad en binnen 72 uur na het gepleegde feit wordt aangehouden, dan wordt de gebiedsontzegging alsnog onmiddellijk uitgereikt. Daarbij geldt dat de tussenliggende periode in mindering wordt gebracht op de termijn van de gebiedsontzegging. Met andere woorden: de termijn begint te lopen op de delictsdatum.

Artikel 4: Zienswijze

  • 1.

    De persoon aan wie een gebiedsontzegging wordt opgelegd, wordt in de gelegenheid gesteld mondeling zijn zienswijze kenbaar te maken overeenkomstig artikel 4:8 en 4:11 Awb.

  • 2.

    Als deze persoon aantoont dat hij een zwaarwegend belang heeft om zich op een bepaalde plaats in het gebied op te houden, dan wordt in het besluit een looproute opgenomen. Het is de persoon in dat geval slechts toegestaan om de desbetreffende locatie via de aangegeven looproute te bereiken. Deze looproute houdt in dat de persoon zich direct naar de desbetreffende locatie begeeft en zich niet op de looproute ophoudt.

  • 3.

    De persoon toont zelf aan of hij een zwaarwegend belang heeft om zich op te houden in het gebied. Meestal gaat het om belangen in de persoonlijke sfeer, zoals wonen, werken, naar school gaan of een bezoek aan een huisarts, advocaat of hulpverleningsinstantie.

Artikel 5: Informatieplicht

  • 1.

    De gemandateerde informeert de burgemeester over de uitgereikte waarschuwingen en de opgelegde ontzeggingen. Dit gebeurt ten minste één keer per maand (of vaker op verzoek van de burgemeester).

  • 2.

    De beleidsadviseur Openbare Orde en Veiligheid van de Werkorganisatie Druten Wijchen informeert de politie over een ingediend(e) voorlopige voorziening, bezwaar, beroep of hoger beroep tegen een gebiedsontzegging en over de beslissing op bezwaar.

Artikel 6: Invoeringsdatum

  • 1.

    Deze beleidsregels treden in werking op de eerste dag na bekendmaking.

  • 2.

    Deze beleidsregels kunnen worden aangehaald als de Beleidsregels ‘Gebruiksinstructies bevoegdheden bekendmaking gebiedsontzegging’.

  • 3.

    Alle eerdere gebruiksinstructies/werkinstructies over gebieds- of verblijfsontzeggingen en/of gebiedsontzeggingen worden ingetrokken met ingang van de in het eerste lid van dit artikel genoemde datum van inwerkingtreding van deze beleidsregel.

Aldus besloten op 8 december 2025.

de burgemeester,

R. Helmer-Englebert

Bijlage 1: Feiten- en termijnentabel

 

Categorie 1

De onderstaande feiten leiden tot een ontzegging van twee weken:

  • Samenscholing en ongeregeldheden (art. 2:1 Apv)

  • Hinderlijk gedrag op openbare plaatsen (art. 2:45 Apv)

  • Verboden drankgebruik (art. 2:48 Apv)

  • Verboden gedrag bij of in gebouwen (art. 2:49 Apv)

  • Hinderlijk gedrag in voor het publiek toegankelijke ruimten (art. 2:50 Apv)

  • Natuurlijke behoefte doen (art. 4:8 Apv)

  • Achterlaten van straatafval (art. 17 Afvalstoffenverordening 2010 van de gemeente Wijchen)

  • Baldadigheid (art. 424 WvSr)

  • Openbare dronkenschap (art. 426 WvSr)

 

Categorie 2

De onderstaande feiten leiden tot een ontzegging van vierweken:

  • Gevaarlijke voorwerpen (art. 2:20a Apv)

  • Vervoer inbrekerswerktuigen (art. 2:44 Apv)

  • Drugshandel op straat (art. 2:74 Apv)

  • Openlijk drugsgebruik (art. 2:74a Apv)

  • Huisvredebreuk (art. 138 WvSr) voor zover er een duidelijke relatie met de openbare orde bestaat

  • Openlijke geweldpleging gericht op goederen (art. 141 WvSr)

  • Weerspannigheid (art. 180 WvSr)

  • Negeren van een bevel of vordering (art. 184 WvSr)

  • Beledigen van een ambtenaar in functie (art. 267, lid 1, sub 2)

  • Bedreiging met openlijk geweld of de dood (art. 285 WvSr)

  • Eenvoudige mishandeling (art. 300 WvSr)

  • Eenvoudige diefstal, zoals zakken- en tassenrollerij (art. 310 WvSr)

  • Flessentrekkerij (art. 326a WvSr)

  • Vernieling en beschadiging (art. 350 WvSr)

  • Verboden toegang voor onbevoegden (art. 461 WvSr)

  • Het vervaardigen van meer dan een gebruikershoeveelheid softdrugs (lijst II) (art. 3 Opiumwet)

  • Het vervaardigen van meer dan een gebruikershoeveelheid harddrugs (lijst I en Ia) (art. 2 en 2a Opiumwet)

  • Voorhanden hebben en dragen van wapens en munitie van categorie IV (art. 13 Wet wapens en munitie)

 

Categorie 3

De onderstaande feiten leiden tot een ontzegging van acht weken:

  • Overtreden gebiedsontzegging (art. 2:78 Apv)

  • Openlijke geweldpleging gericht op personen (art. 141 WvSr)

  • Doodslag en poging daartoe (art. 287 WvSr)

  • Zware mishandeling (art. 302 WvSr)

  • Afpersing (art. 317 WvSr)

  • Afdreiging (art. 318 WvSr)

  • Het verkopen, afleveren, verstrekken, vervoeren en/of aanwezig hebben (‘dealen’) van softdrugs of harddrugs (lijst I, Ia en II) (art. 2, 2a en 3 Opiumwet)

  • Voorhanden hebben en dragen van wapens en munitie van categorie I, II of III (art. 26 en art. 27 Wet wapens en munitie)

Naar boven