Gemeenteblad van Twenterand
| Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
|---|---|---|---|
| Twenterand | Gemeenteblad 2025, 548262 | beleidsregel |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
| Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
|---|---|---|---|
| Twenterand | Gemeenteblad 2025, 548262 | beleidsregel |
Uitvoeringsprogramma fysieke leefomgeving 2026, inclusief jaarverslag 2025
Het college van Twenterand maakt bekend dat zij op 9 december 2025 het ‘Uitvoeringsprogramma fysieke leefomgeving 2026, inclusief jaarverslag 2025‘ heeft vastgesteld.
Jaarlijkse verplichting om een uitvoeringsprogramma voor VTH-taken vast te stellen en het voorgaande jaar middels een jaarverslag te evalueren.
Het Uitvoeringsprogramma fysieke leefomgeving 2026 treedt inwerking op de dag na bekendmaking en werkt terug tot en met 1 oktober 2025. Het Uitvoeringsprogramma fysieke leefomgeving 2026 is in te zien via het digitale gemeenteblad dat te vinden is op www.overheid.nl en op de website van de gemeente Twenterand.
Tegen dit Uitvoeringsprogramma fysieke leefomgeving 2026 staan geen bezwaar- en beroepsmogelijkheden open op grond van de Algemene wet bestuursrecht.
Wat hebben we gedaan en waar liepen we tegenaan?
Na in 2024 onze eerste ervaringen opgedaan te hebben met alle nieuwe werkwijzen en producten die de Omgevingswet met zich meebracht hebben we in 2025 getracht ons hier meer in te bekwamen en alle werkwijzen en producten te verbeteren. Er gingen veel dingen goed maar er kunnen ook nog dingen beter is onze voorzichtige conclusie. We hadden verwacht op het gebied van bouwtoezicht meer ervaringen met bouwmeldingen, vanuit de Wet Kwaliteitsborging, op te kunnen doen dit jaar. Maar door personele problemen eind vorig jaar hebben we ons hier minder in kunnen bekwamen dan we hadden gehoopt in 2025. Wel zien we de aantal bouwmeldingen in het kader van de Wet Kwaliteitsborging stijgen. Er zijn 20 bouwmeldingen ingediend en 7 gebruiksmeldingen. De kwaliteitsborgers Wkb (marktpartijen) beginnen nu ook steeds meer hun rol te pakken op dit terrein. De verwachting is dan ook dat dit in 2026 verder toe zal gaan nemen. Maar verdere uitbreiding van taken richting deze kwaliteitsborgers op het gebied van bouwtoezicht is tot nader order uitgesteld door het Rijk. Hierdoor zijn onze eigen toezichthouders Bouw en RO nog belangrijker omdat het grootste gedeelte van de aanvragen voor een omgevingsvergunning betrekking hebben op bouwwerkzaamheden waarvoor we als gemeente, qua toezicht, nog gewoon zelf aan de lat blijven staan.
Uit de ‘in 1 oogopslag’ zoals hierboven opgenomen, blijkt dat we in 2025 ongeveer de uren aan producten hebben gedraaid die we ook hadden voorspeld. Daaruit kunnen we opmaken dat de fysieke leefomgeving in Twenterand volop in ontwikkeling was in 2025. We hebben onder andere vooroverleggen gevoerd met initiatiefnemers, vergunningen voor woningen verstrekt, hielden toezicht op het gebruik van gronden en traden zo nodig op tegen fout geparkeerde voertuigen. Ook is er een Pilot “terrastijden verruiming” geweest in 2025. En dat is nog maar een kleine greep uit de vele taken die we in 2025 behandeld hebben.
Ondanks dat we ons hard hebben gemaakt voor een zo goed mogelijke taakuitvoering worstelden we anderzijds ook met personeelsverloop, ziekte en krapte op de arbeidsmarkt. Dat heeft er voor gezorgd dat de werkdruk toenam, omdat we elkaars taken tijdelijk moesten waarnemen zolang er nog geen nieuw personeel geworven was. Nieuw én geschikt personeel bleek over het algemeen moeilijk te vinden. Gelukkig is ons dat wel gelukt. Daarnaast waren we genoodzaakt om ook in 2025 inhuurkrachten en junioren in te zetten.
In totaliteit kwamen we uit op een plus van 1,22 fte om de werkvoorraad van 2025 te kunnen uitvoeren. Alle informatie is op detailniveau nader uitgewerkt in Hoofdstuk 3 van dit Uitvoeringsprogramma.
Verder hebben we nog te maken gehad met een Interne verbouwing, het grootste gedeelte van 2025, waardoor de collega’s die vaak geconcentreerd hun werken moeten doen toch wel grote gedeeltes van het jaar werden afgeleid door de bouwwerkzaamheden.
Voor bijna alle onderdelen geldt dat de taken toch weer adequaat zijn uitgevoerd, maar het beheers niveau weer een uitdaging was als gevolg van personeelsverloop, ziekte en krapte op de arbeidsmarkt.
Ondanks de verloop, ziekte en krapte op de arbeidsmarkt hebben de teams VOI en THV in 2025 bovenmatig gepresteerd. Op de meeste onderdelen kon voldaan worden aan de indicatoren en streefwaarden uit het programma Ruimte. Er was wel weer sprake van een hoge werkdruk gedeeltes van het jaar. Door goed te monitoren en een vinger aan de pols te houden hebben we tijdig kunnen inhuren op de taken waar de knelpunten ontstonden.
De grootste uitdagingen zaten in het managen van de verloop, ziekte en krapte op de arbeidsmarkt voor beide teams om zo de werkvoorraad voldoende beheersbaar te houden. Om de risico’s zoveel mogelijk te beperken in 2025 is gebruik gemaakt van o.a. inhuur en zijn er vacatures opgesteld en ingevuld.
Het aankomende jaar staat in het teken van nog meer ervaring opdoen met de nieuwe OW. Tevens zal er o.a. gewerkt gaan worden aan de verbetering van werkprocessen, toepassen van AI in ons werkveld en gaan we onze bijdrage leveren aan de beleidsagenda 2026 en aan diverse projecten zie “Hoofdstuk 3”. We proberen daar in dit Uitvoeringsprogramma al zoveel mogelijk op voor te sorteren. Maar het blijft lastig anticiperen op de hoeveelheid werk dit nu daadwerkelijk aan de achterkant voor ons op gaat leveren.
In 2026 zullen we ons gaan richten op de reguliere verplichte werkzaamheden, de taken die op ons afkomen vanuit de beleidsagenda 2026 en gaan we o.a. onze werkprocessen kwalitatief verbeteren. Een van die opgaven uit de beleidsagenda 2026 betreft het vergroten van het woningaanbod. Daarnaast zijn er een aantal andere ontwikkelingen te noemen die onze aandacht verdienen in 2026 en die de VTH-werkvoorraad raken. Hierbij valt te denken aan de problematiek rondom Kanaal Almelo de Haandrik, maar ook de krapte op de arbeidsmarkt.
Om invulling te kunnen geven aan de indicatoren en streefwaarden uit het programma Ruimte gaan we in 2026 meer inzetten op controles voorwaardelijke verplichting, controles illegaal gebruik van gronden en illegale bewoning, evenementencontroles en controles op de inwonersergernissen zoals hondenpoep, zwerfafval en parkeerhinder. Voor het overige geldt dat we vinger aan de pols houden en bijsturen waar nodig, zie ook de “Hoofdstuk 3” van dit Uitvoeringsprogramma.
De prognose voor 2026 is dat we samen met de toekomstige ontwikkelingen en beleidsopgaven voor het team VOI en THV eigenlijk onvoldoende capaciteit hebben, zoals ook te zien is in de ‘in 1 oogopslag’ hierboven. Daaruit blijkt dat we in 2026 voor bepaalde disciplines, die de afgelopen jaren onderbezet zijn geweest nu voldoende capaciteit hebben. Maar dat er op andere disciplines door o.a. verloop en ziekte weer onderbezetting is ontstaan. Bij Ruimtelijke Ordening moet een vinger aan de pols worden gehouden door veel ziekte afgelopen jaar en hebben we daarom moeten inhuren op deze discipline.
De tekortkoming is het grootst binnen de onderdelen Juridische ondersteuning Vergunningverlening door verloop en bij Toezicht Bouw, als gevolg van dat de gemeente toch aan de lat blijft staat voor een groot gedeelte van het bouwtoezicht onder de Wkb.
Inmiddels is er een vacature opengesteld voor een nieuwe Jurist en wordt er ingehuurd bij Toezicht Bouw om het tekort op te kunnen vangen. Om de risico’s zoveel mogelijk te beheersen, wordt ook naar andere oplossingen gezocht.
Voor de taken die bij de ODT belegd zijn, geldt dat er 0,02 fte bij komt i.v.m. normale verhogingen in personele kosten. Totaal is dat nu 7,3 fte of te wel 9933 uur (niet opgenomen in ‘in 1 oogopslag’).
Om de risico’s ook in 2026 zo beheersbaar mogelijk te houden, zal er weer gebruik moeten worden gemaakt van inhuur en het mogelijk uitbesteden van dossiers. De knelpunten bij de teams VOI en THV lijken op voorhand beheersbaar, zodat de taken in de meeste gevallen weliswaar adequaat kunnen worden uitgevoerd, maar dat wellicht niet alle risico’s beheersbaar blijken te zijn. De onbalans zou ervoor kunnen zorgen dat het een aantal doelstellingen uit het programma Ruimte, vertaald naar de bijdrage aan de beleidsagenda 2026 vertraagd en dat de dienstverlening en de kwaliteit van producten onvoldoende gewaarborgd kan worden. Om die reden is het stellen van prioriteiten of het opschalen van de capaciteit nodig.
Het Uitvoeringsprogramma is een verplichting op grond van het Omgevingsbesluit (hierna: Ob).
Bovendien is het Uitvoeringsprogramma een uitwerking van de Landelijke kwaliteitscriteria aanvullend met versie 3.0. Deze Landelijke kwaliteitscriteria zijn bedoeld om de uitvoering van de taken die op het gebied van Vergunningverlening, Toezicht en Handhaving (hierna: VTH) door gemeenten in het Omgevingsrecht te professionaliseren en de kwaliteit in de organisatie te borgen.
De provincie houdt toezicht op de naleving van de kwaliteitscriteria door gemeenten. Daarvoor is een speciaal provinciaal team in het leven geroepen: het Interbestuurlijk Toezicht (hierna: IBT). Dit team heeft de taak knelpunten op tijd in beeld te brengen waardoor er kan worden bijgestuurd. Provincies houden toezicht op verschillende domeinen. De domeinen die onder meer in dit Uitvoeringsprogramma centraal staan, zijn Wonen en Leven (OW), Ruimtelijk Toezicht (OW) en Monumenten (Erfgoedwet).
per 1 januari 2025 zijn de kwaliteitscriteria 3.0 in werking getreden. Daarom gaan we in dit UP met versie 3.0 aan de slag voor 2026.
De Landelijke kwaliteitscriteria bestaat uit meerdere delen: deel B heeft betrekking op de kwaliteit van de medewerkers (de kritieke massa), deel C op de organisatie (de procescriteria) voor VTH-uitvoering en deel D gaat over de competenties die medewerkers moeten beheersen (Competentieprofielen).
De procescriteria beschrijven de eisen die gesteld worden aan de beleidscyclus. Door de stappen in de procescriteria te volgen wordt de cyclus gesloten. Daarbij is de ‘BIG-8’ gehanteerd. Onderstaand figuur geeft in 7 processtappen de beleidscyclus ‘BIG-8’ weer.
Processtap 1 & 2: Prioriteiten & doelen (beleid) en Strategie
De beleidscyclus start bij de prioriteiten en de doelen. Deze worden samen met de strategieën neergelegd in een beleidsstuk, het zogenoemde “VTH-beleid”. Onder de Omgevingswet wordt het VTH-beleid aangeduid als: “Integrale Uitvoerings- en handhavingsstrategie Twenterand 2024-2028”. Gemakshalve spreken we in dit Uitvoeringsprogramma nog van het ‘VTH-beleid’. De gemeente Twenterand vertaald dit beleid jaarlijks naar doelen in de desbetreffende “Programma’s”. In het programma Ruimte komen vervolgens dan alle doelen en prioriteiten die van toepassing zijn op VTH terug.
In het VTH-beleid wordt onder andere inzicht gegeven in de prioriteitenstelling en meetbare doelstellingen voor de langere termijn (meestal 4 jaren), maar ook in het instrumentarium dat we inzetten om:
Dat doen we voor de VTH-taken die binnen de disciplines van bouwen, ruimtelijke ordening, brandveilig gebruik, milieu en openbare orde en veiligheid vallen. Zie ook de afbeelding hiernaast.
In 2024 is de laatste hand gelegd aan het nieuwe beleid en eind 2024 is het nieuwe “Integrale Uitvoerings- en handhavingsstrategie Twenterand 2024-2028” (VTH-beleid) vastgesteld.
Via de hyperlink kan het VTH-beleid van de gemeente Twenterand worden ingezien: Integrale Uitvoerings- en handhavingsstrategie Twenterand 2024-2028 | Lokale wet- en regelgeving
Voor de milieutaken, belegd bij de omgevingsdienst Twente (hierna: ODT), is het VTH beleid Twente 2023 herzien en vastgesteld in 2023.
Via de hyperlink kan het VTH-beleid milieu Twenterand worden ingezien: VTH-beleid-Twente-vanaf-2023-1.pdf
Processtap 3: Programma & organisatie (uitvoeringsprogramma)
Jaarlijks zal in het uitvoeringsprogramma worden opgenomen welke concrete prioriteiten en doelen voor het betreffende jaar worden gesteld en wordt de capaciteit voor dat jaar verdeeld. Wanneer het bij capaciteitsknelpunten noodzakelijk is om anders te prioriteren zullen steeds keuzes worden gemaakt op basis van risicobepaling. Het risico wordt berekend op basis van de formule kans (dat het risico zich voordoet) maal effect (dat het op de leefomgeving heeft). In 2023 zijn de risicoanalyses voor alle disciplines zowel de thuistaken als de milieutaken belegd bij de ODT zoals beschreven in processtap 2 geactualiseerd zie bijlage 9 en 10 .
In dit uitvoeringsprogramma (hierna: UP) maken we transparant waar de gemeente Twenterand de beschikbare capaciteit inzet voor 2026 in verhouding tot de gestelde prioriteiten en de doelen voor dat jaar. Dat doen we over een periode van 1 oktober 2025 tot en met 30 september 2026.
Het UP dient uiterlijk 1 januari van ieder jaar aangeleverd te zijn bij het IBT.
Processtap 4: Werkwijze (voorbereiding)
Om de VTH-taken goed uit te kunnenvoeren, is goede voorbereiding nodig. Aan het verlenen van een vergunning of het doen van een controle moeten procedures, processen, protocollen en/of werkinstructies ten grondslag liggen. Dat geldt ook voor de communicatie, informatiebeheer en -uitwisseling rondom de uit te voeren taak.
In deze processtap wordt de vergunning daadwerkelijk behandeld of wordt het controlebezoek daadwerkelijk uitgevoerd. Het is belangrijk dat het uitvoerend personeel voldoende ondersteunende voorzieningen ter beschikking heeft om hun taken uit te kunnen voeren.
Aan de hand van een geautomatiseerd zaakregistratiesysteem monitoren we de resultaten en de voortgang van de uitvoering van het VTH-beleid en het Uitvoeringsprogramma.
Voor de meeste VTH-taken worden registratiesysteem PowerBrowser gebruikt. Dat is een systeem dat een integrale behandeling van omgevingsdossiers mogelijk maakt. Kenmerkend voor PowerBrowser is dat de werkprocessen zelf te ontwikkelen en in te richten zijn, waardoor het systeem beter op de (specifieke) VTH-taken van de gemeente Twenterand kan worden afgestemd.
De ODT maakt ook gebruik van PowerBrowser, maar de beide systemen zijn niet gekoppeld zodat er geen informatie-uitwisseling is.
Ten aanzien van de toezichthoudende taak op gebied van Openbare Orde en Veiligheid wordt door de boa’s gebruik gemaakt van het registratieprogramma City Control. Dit programma voldoet aan de eisen van de Wet politiegegevens.
We zien 2026 als een jaar om weer meer ervaring op te doen met de Omgevingswet, waarbij we weer veel nieuwe ervaringscijfers zullen gaan opbouwen onder de OW. Dit vraagt om een goede monitoring in 2026 en zo nodig bijsturing op de onderdelen waar knelpunten ontstaan. Ook in 2026 houden we de vinger nog even stevig aan de pols.
Door o.a. maandelijks te gaan monitoren, o.b.v. rapportages uit PowerBrowser, willen we voor ons eigen uitvoeringsprogramma maar ook d.m.v. PowerBi voor de taken die de ODT voor ons uitvoert in 2026 beter grip en zicht krijgen op de uitvoer. Hierdoor kunnen we nog eerder en hopelijk beter ingrijpen als er knelpunten dreigen te ontstaan.
In 2026 gaan we hiervoor de monitoring verder proberen in te richten en af te stemmen intern en met de ODT. Zodat we ook onze doelen, indicatoren en streefwaarden en de werkwijze er mogelijk op aan kunnen passen, na analyse, mochten we de streefwaarden bij de doelen en indicatoren niet halen.
De monitoringsresultaten worden weergegeven in het jaarverslag, waar we in processtap 7 nader op in gaan, en gebruikt voor bijsturing van de strategieën en voor input van de beleidsevaluatie.
Processtap 7: Rapportage en evaluatie
Als het jaar waarop het Uitvoeringsprogramma betrekking heeft ten einde loopt, dan moet de inzet, de prestaties en de resultaten van dat jaar gerapporteerd worden. Dat gebeurt in een ‘Jaarverslag’. Vervolgens moet bekeken worden of het nodig is om het VTH-beleid aan te passen.
Het jaarverslag dient uiterlijk 1 april van ieder jaar bij het IBT aangeleverd te zijn.
Normaliter is het ‘Jaarverslag’ een apart document dat na het document ‘Uitvoeringsprogramma’ wordt opgesteld, maar de gemeente Twenterand bundelt beide documenten in 1 integraal document, namelijk in dit UP.
Het jaarverslag dat in dit UP is vervat, ziet toe op de periode 1 oktober 2025 tot en met 30 september 2026. Op deze manier kunnen we beter sturen op de prioriteiten die we voor het komende jaar stellen met inzicht in de resultaten van het afgelopen jaar.
Schematisch ziet het overzicht met alle voornoemde documenten er zo uit als hiernaast weergegeven:
De toelichting op de set Kwaliteitscriteria beschrijft de uitgangspunten van deel B van de set, zijnde: ‘Criteria voor de kritieke massa’. Het maakt duidelijk wat wordt aangemerkt als de fundering van een goede professionele kwaliteit. Kern daarin is de aflevering van een minimaal zo goed mogelijk product/dienst. Daarvoor is met name vakmanschap cruciaal. Vakmanschap wordt in de set kwaliteitscriteria uitgedrukt in ‘Kritieke Massa’.
Hoe de uitvoeringskwaliteit in de gemeente Twenterand was geborgd in 2025 hebben wij verantwoord in bijlage 6. Hier geven wij inzicht in het voldoen aan de kritieke massa o.b.v. de kwaliteitscriteria 3.0 deel B.
In 2025 hebben zich mutaties voorgedaan in de personele capaciteit. Meer en meer blijkt dat zich onvoldoende gekwalificeerd personeel op de arbeidsmarkt beschikbaar stelt c.q. wordt gesteld. Het gezegde ‘de vijver is opgedroogd’ mag letterlijk worden opgevat. Het is niet meer geloofwaardig te stellen en als realistisch te beschouwen dat de uitvoering van de VTH-taken structureel en onverkort kan voldoen of kan blijven voldoen aan de gestelde ‘Kritieke Massa’. Personeel dat kan voldoen aan de criteria zijn zeer schaars of zijn er niet om daarmee het team dat zorgdraagt voor de uitvoering van de VTH-taken op het vereiste niveau te houden. Er wordt echter alles aan gedaan om zoveel mogelijk te voldoen aan de criteria. Het fluctueert echter sterk. Capaciteit verdwijnt naar elders en ‘binnengehaalde’ capaciteit moet eerst intern worden opgeleid om de eerste stappen te kunnen zetten. Dat vergt het uiterste van de bestaande capaciteit omdat ook deze capaciteit de ontwikkelingen bij moeten houden om te kunnen blijven voldoen aan de ‘Kritieke massa’.
de kwaliteitscriteria 3.0 zijn in werking getreden vanaf 1-1-2025. De gemeente Twenterand heeft een gedeelte van hun medewerkers al in 2025 laten toetsen aan deze nieuwe set kwaliteitscriteria. De uitkomsten worden vastgelegd in een dashboard. Zodat zowel de desbetreffende medewerkers als de teamleider inzicht krijgen in of ze voldoende handvaten voor hun werk hebben en/of dat ze nog ondersteuning nodig zijn om op het gewenste uitvoeringsniveau te komen. De gemeente Twenterand laat deze toetsing uitvoeren door het bureau Libereaux. In 2026 worden de resterende medewerkers ook getoetst door Liberaux aan de kwaliteitscriteria 3.0. Medio 2026 zal er dan een compleet overzicht zijn van hoe de medewerkers van de gemeente Twenterand die belast zijn me de uitvoering van VTH-taken zich verhouden t.o.v. deze kwaliteitscriteria.
In 2023 is de “Verordening Uitvoering en Handhaving Omgevingsrecht Twenterand 2023” vastgesteld. Deze verordening vormt het kader voor de kwaliteit van de wettelijke VTH-taken door de gemeente en in opdracht daarvan handelende (omgevings)diensten. De regionale afspraken die in afstemming zijn gemaakt bij het tot stand komen van de nog vigerende verordening blijven bestaan.
De Landelijke kwaliteitscriteria 3.0 (en automatisch de daarop volgende kwaliteitscriteria) gelden daarbij als maatstaf. Daardoor is de verordening een blijvend kader voor het bevorderen, beoordelen en borgen van de kwaliteit van vergunningverlening, toezicht en handhaving. Vanaf 1-1-2025 zijn de Landelijke kwaliteitscriteria 3.0 gaan gelden.
De gemeente Twenterand heeft een gedeelte van haar medewerkers al in 2025 laten toetsen aan deze nieuwe kwaliteitscriteria 3.0. In 2026 zullen de resterende medewerkers hieraan getoetst worden.
Tevens moet o.b.v. de kwaliteitsverordening de kwaliteit, diensten en de financiën voldoende worden geborgd . Dit hebben we o.a. uitgewerkt in ons “Integrale Uitvoerings- en handhavingsstrategie Twenterand 2024-2028”. In bijlage 7 Kwaliteitsdoelen VTH-beleid 2024-2028 geven we aan waar ons prioritering ligt en hoe we dat willen borgen.
In 2024 is het nieuwe VTH beleidsstuk “Integrale Uitvoerings- en handhavingsstrategie 2024 -2028” vastgesteld. Dit beleidsstuk vormt het kader/kapstok voor het kwaliteitsniveau van de uitvoering van o.a. de wettelijke VTH-taken onder de nieuwe Omgevingswet. Dit beleidsstuk is niet in beton gegoten en zal de komende jaren nog verder ontwikkeld en ingekleurd gaan worden naargelang wij meer ervaring met de Omgevingswet gaan opdoen. O.a. de beleidslijn” VTH onder de Wkb” willen we in 2026 verder gaan ontwikkelen. Het in 2023 vastgestelde Twente brede omgevingsbeleid voor milieu maakt integraal onderdeel uit van dit nieuwe beleidsstuk. Dit nieuwe beleidsstuk is dan ook de nieuwe onderlegger voor het uitvoeringsprogramma 2026.
Hoofdstuk 2. Programma, Ontwikkelingen en Financiën
Op de voorgaande pagina’s kwamen de inhoudsopgave, de ‘in 1 oogopslag’, de samenvatting en de inleiding van het algemeen deel van dit Uitvoeringsprogramma aan bod. Op de pagina’s hierna volgt:
Zoals uit de inhoudsopgave af te leiden is, bestaat het UP naast een algemeen deel, uit een deel met de nadere uitwerking. In de nadere uitwerking wordt ingezoomd op de verschillende disciplines. Daarin wordt per discipline een vast stramien gevolgd:
Sinds 1 januari 2017 worden taken uitgevoerd op basis van overkoepelende programma’s die nader zijn uitgewerkt in werkprogramma’s en ontwikkelprogramma’s. De werkprogramma’s zijn onderdeel van de programmabegroting. De programmabegroting 2026 is gebaseerd op de prioriteiten die in de kadernota 2026 zijn genoemd. Verantwoording wordt afgelegd in de bestuursrapportage (hierna: Berap).
Het geheel aan programma’s is uitgewerkt in doelenbomen. De doelen uit het programma Ruimte zijn sterk gerelateerd aan een maatschappelijk effect. Daaronder hangen doelen, subdoelen en (jaarlijkse) activiteiten. Aan ieder programma liggen ook indicatoren en streefwaarden ten grondslag die dragen bij aan de haalbaarheid van een doel. De indicatoren en streefwaarden die voor de VTH-taken van toepassing zijn, worden genoemd in dit Uitvoeringsprogramma.
Met het uitvoeren van de in de programma’s genoemde activiteiten en het realiseren van de (sub)doelen wordt het beoogd maatschappelijk effect gewaarborgd. Daar waar afgeweken wordt van de streefwaarden of waar activiteiten niet zijn uitgevoerd zal worden aangegeven welke risico’s en gevolgen er zijn en op welke wijze deze opgelost, dan wel beperkt moeten worden. In dit Uitvoeringsprogramma wordt daar tekst en uitleg aan gegeven.
Activiteiten uit doelenbomen 2026
Naast wettelijk vereiste taken en niet wettelijk vereiste VTH-taken (denk hierbij aan de APV) zijn er lokale wensen en ambities. De lokale ambities bevatten in de regel lokaal wenselijke activiteiten die op zich geen wettelijke uitvoeringsplicht kennen. Ze zijn in veel gevallen echter wel te relateren aan de VTH-taken en kunnen ondersteunend zijn in de productverbetering of nieuwe ontwikkelingen. Bovendien zijn de ambities zodanig geprognosticeerd dat de VTH-taken mee kunnen bewegen in diverse ontwikkelingen en toekomstige veranderingen. Organisatorische afstemming en het toekomstgericht blijven ontwikkelen van de organisatie zijn daarin belangrijke doelen.
Doelenboom bouwen, wonen en ruimtelijke ontwikkeling
Er ligt een grote woningopgave. We voeren het Programmaplan Woningbouw 2024–2027 uit, waarmee we de bouw van meer betaalbare en passende woningen versnellen. De ambitie staat overeind om de afgesproken aantallen te realiseren. Helaas is het lastig in de praktijk te realiseren gezien de landelijke ontwikkelingen en knelpunten zoals stikstof en de discussie om huurbevriezing. In 2026 wordt gestart met het opstellen van een volkshuisvestingsprogramma. Ook wordt dit jaar de uitwerking en implementatie van de huisvestingsverordening verwacht. We werken daarnaast volgens de nieuwe Omgevingswet en de Wet kwaliteitsborging voor het bouwen (WKB). Die wetten vragen om meer voorbereiding, overleg en maatwerk bij bouwprojecten.
De Omgevingsvisie 2.0 zal mogelijk worden vastgesteld in 2026 en biedt een integrale benadering voor de toekomst van onze leefomgeving. Er wordt ingespeeld op uitdagingen en kansen op het gebied van wonen, voorzieningen, gezonde leefomgeving, werken, mobiliteit, energie, landschap, klimaat en water.
Steevast blijft de problematiek rond Kanaal Almelo – De Haandrik in beeld omdat bewoners nog steeds kampen met schade en onzekerheid. Dit dossier vraagt om zorgvuldige communicatie en goed zicht op mogelijke financiële risico’s voor de gemeente.
Doelenboom openbare orde en veiligheid
Leefbaarheid en het terugdringen van overlast en fysieke verloedering blijven van groot belang. Boa’s spelen daarin een belangrijke rol. Ze zijn zichtbaar in de wijken en zorgen voor toezicht en handhaving. Dit jaar start een intensievere aanpak naar aanleiding van de meest genoemde ergernissen in de fysieke leefomgeving. Integraal en actief pakken we ondermijning aan samen met partners. Ook brengen we zorg en veiligheid dichter bij elkaar, bijvoorbeeld bij personen met verward gedrag of jongeren die dreigen af te glijden. Samenwerking met de Veiligheidsregio Twente zorgt ervoor dat we als gemeente goed voorbereid zijn op rampen of crisissituaties.
In de beleidsagenda 2026 is voorgesteld om weer een eigen Boa domein II aan te stellen om onbalans bij de uitvoering van BOA-taken weg te nemen. Hier gaat Twenterand in 2026 verdere invulling aan geven. Het verzoek om in te stemmen met het aanstellen van een Boa domein II voor de gemeente Twenterand is ingediend bij de officiële instanties. Bij goedkeuring gaat een Boa zich omscholen naar Boa domein II.
Doelenboom duurzaamheid, milieu en VTH
We willen dat inwoners, bedrijven en de gemeente zich bewuster gedragen en duurzamer handelen. We investeren in een gezonde en veilige leefomgeving.
Hierna lichten we in paragraaf 2.2 Ontwikkelingen en aandachtspunten enkele activiteiten uit voor 2026 die naar verwachting de werkvoorraad van de VTH-taken zullen beïnvloeden.
2.2 Ontwikkelingen en aandachtspunten
In deze paragraaf lichte we een paar ontwikkelingen en aandachtpunten toe, waar de teams VOI en THV o.a. mee aan de slag gaan in 2026. In hoofdstuk 3 is per cluster van beide teams, in de uitvoeringspogramma’s 2026, uitgewerkt hoe er een bijdrage geleverd gaat worden aan de “beleidsagenda 2026” en er wordt bijdragen aan acties en verbeterinitiatieven (projecten) in 2026.
Vergunningverlening onder de Omgevingswet
Op 1 januari 2024 is de Omgevingswet ingevoerd. De Omgevingswet (hierna: Ow) bundelt en vereenvoudigt de bestaande wet- en regelgeving op het gebied van de fysieke leefomgeving.
De hoeveelheid en het karakter van de taken zal met de invoering van de Ow deels veranderen. Maatwerk zal meer aan de orde zijn en de uitvoering gaat daarmee meer tijd en capaciteit kosten. Meer integraal werken zorgt echter voor efficiëntie en zal op termijn capaciteit en geld besparen. Daarentegen zullen naar verwachting de inkomsten uit leges dalen. Het karakter van het werk zal ook veranderen. Er zal meer werk in het voortraject van een aanvraag zitten, door onder meer een intensiever vooroverleg. Tevens wordt verwacht dat er meer werk achteraf zal zijn, in de vorm van toezicht en handhaving.
Taakinhoudelijk zijn de teams VOI en THV in 2025 flink bezig geweest met het uitvoeren van taken en producten onder de OW. In 2025 hebben we ons volledig kunnen focussen op de OW. We gaan dan ook in 2026 verder met de optimalisatie van producten en diensten onder de OW. Te denken valt aan o.a.:
In 2025 is er een bijdrage geleverd vanuit de teams VOI en THV bij het proces om te komen tot een nieuwe Omgevingsvisie voor de gemeente Twenterand. Tevens zijn er stappen gezet om te komen tot een nieuwe Omgevingsplan onder de OW (uiterlijk 2032). In 2026 zullen we hier ook hard aan verder werken. De volgende acties gaan we daar o.a. voor uitvoeren:
De prognoses in dit UP zijn nu volledig op de Ow gebaseerd. Tevens zagen we ook in 2025 dat de aanvragers veelal kiezen voor het aanvragen van enkelvoudige omgevingsvergunningen i.p.v. meervoudige omgevingsvergunningen waardoor er meer administratief werk op ons bordje komt. We hebben nu in 2025 weer meer ervaringscijfers opgedaan en daardoor zien we dat het inschatten van de mogelijke werkvoorraad voor 2026 in dit UP ook beter in te schatten was dan vorig jaar. We gaan dan ook in 2026 verder met het verzamelen van ervaringscijfers. In 2026 blijven we goed monitoren om waar nodig op tijd bij te kunnen sturen.
Ook de Wet Kwaliteitsborging voor het bouwen (hierna: Wkb) is op 1 januari 2024 ingevoerd. Met de invoer van de Wkb verschuift de focus in de bouw van het vooraf verkrijgen van een vergunning naar het tijdens en achteraf kunnen aantonen dat wordt voldaan aan de bouwtechnische eisen en andere afgesproken kwaliteitseisen voor gevolgklasse 1 bouwwerken. Hier moet vooraf wel eerst een omgevingsvergunning voor worden aangevraagd om te controleren of het aan het ruimtelijke aan het omgevingsplan voldoet en waar van toepassing aan o.a. Welstand. De gemeente dient te controleren of het instrument voor
kwaliteitsborging daadwerkelijk is toegelaten voor de betreffende gevolgklasse en of de kwaliteitsborger toestemming van de instrumentaanbieder heeft om te werken met dat instrument. De gemeente blijft verantwoordelijk voor het toezicht op de bestaande bouw, verbouw (gevolgklasse 0), complexere bouwwerken (gevolgklasse 2 en 3) en op de omgevingsveiligheid.
Door verloop op bouwtoezicht hebben we weinig tot geen ervaring kunnen opdoen met de processen qua toezicht rond bouwmeldingen en gebruiksmeldingen vanuit de WKB in 2025. Wel is er een analyse uitgevoerd in 2025 op de concept beleidslijn “VTH onder de Wkb” die is opgeteld in 2024. Dit heeft een memo met aanbevelingen voor ons opgeleverd. In 2026 willen we het concept beleid “VTH onder Wkb” o.b.v. deze analyse en de aanbevolen verbeteringen gaan herzien.
In 2024 is het nieuwe VTH-beleid 2024-2028 vastgesteld. Dit beleidsstuk dient als kapstok voor het uitvoeren van de VTH taken onder de OW. Dit beleidsstuk is niet in beton gegoten en zal waar nodig worden herzien mocht dit noodzakelijk zijn op basis van opgedane ervaring. In dit beleidsstuk zijn o.a.:
Onder de omgevingswet is er een nieuwe beleidscyclus die de nieuwe instrumenten onder de Omgevingswet integreert met de BIG-8 vanuit de procescriteria. Hierdoor wordt het VTH-beleid beter afgestemd met het ruimtelijke ordeningskader. O.a. de omgevingsvisie en de gebiedsdoelen en de borging in een omgevingsplan zijn hier nu onderdeel van de integrale beleidscyclus. Hier willen we separate doelen, indicatoren en streefwaarden bij ontwikkelen nadat de nieuwe omgevingsvisie in 2027 is opgesteld en vastgesteld.
Via de hyperlink kan het actuele VTH-beleid van de gemeente Twenterand worden ingezien: Integrale Uitvoerings- en handhavingsstrategie Twenterand 2024-2028 | Lokale wet- en regelgeving
In 2026 willen we het nieuwe VTH-beleid ook van toepassing laten zijn op/uitbreiden met APV vergunningverlening en Toezicht en Handhaving.
De problematiek in relatie tot het kanaal Almelo-De Haanweetdrik eist veel capaciteit van het Team Omgeving. Dit vanwege de schadeobjecten en het onderhoud aan het kanaal dat ook zijn voortgang moet hebben om achterstalligheid te voorkomen. De provincie Overijssel heeft tussen 2011 en 2016 kanaal Almelo-De Haandrik geschikt gemaakt voor grotere schepen.
Vanaf die tijd kreeg de provincie meldingen van omwonenden/bedrijven dat er schade was ontstaan aan hun huizen en andere (bedrijfs)gebouwen en panden in de buurt van het kanaal. Inmiddels gaat het om ongeveer 400 panden. Hiervan zijn circa 270 panden in de gemeente Twenterand gesitueerd. Door de VTH-tak, maar ook door andere onderdelen van de organisatie is en wordt veel capaciteit besteed aan dit dossier.
De komende jaren zal de provincie ook weer onderhoud aan het kanaal moeten gaan uitvoeren. Het gaat dan om onderhoud aan beschoeiingen, wachtplaatsen en damwandprofielen enzovoort. De wijze waarop en welke best beschikbare technieken toegepast kunnen worden om tijdens de uitvoering schades aan gebouwen en opstallen te voorkomen is onderdeel van een verkenning. De provincie en de gemeente zijn in relatie tot deze verkenning een gezamenlijk overleg (projectgroep) gestart in de vorm van soort ‘vooroverleg’. Tijdens dat overleg komen wensen, eisen en wettelijke kaders aan bod.
Op het moment dat dit uitvoeringsprogramma werd opgesteld waren er nog enkele funderingsonderzoeken gaande en zijn met een aantal inwoners/eigenaren overleggen gaande over herstel van hun pand. Daar waar het technisch mogelijk is zullen duurzame herstelwerkzaamheden plaats gaan vinden op een wijze dat passend en constructief juist is op basis van de huidige inzichten.
Het onderhoud en het herstel aan objecten die schade hebben geleden eisen in veel gevallen dat er een omgevingsvergunning aangevraagd moet worden. Daarnaast zal toezicht nodig zijn en in bepaalde gevallen de inzet van een constructeur. Verwachting is dat het Team Omgeving nog enige jaren capaciteit op dit dossier moet blijven inzet zowel in de uitvoering als in de begeleiding, coördinatie en contacten tussen gedupeerden en de provincie of andere betrokken instanties.
Al enkele jaren achtereenvolgens is sprake van een overspannen arbeidsmarkt, vooral binnen het ruimtelijk domein. Dat heeft tot gevolg dat we zowel de structurele als de incidentele formatie niet kunnen versterken. Geluiden over capaciteitstekort en het gebrek aan personeel om vacatures mee op te vullen klinken overal vanuit overheidsland, maar ook vanuit de omgevingsdiensten.
Op de langere termijn kan deze onwenselijke ontwikkeling ertoe leiden dat beleidsdoelen niet gehaald kunnen worden. Denk hierbij aan de haalbaarheid van termijnen. Maar ook de dienstverlening en de vereiste kwaliteit kan in het gedrang komen. Oplossingen voor de korte termijn zijn het samenwerken met opleidingsinstituten, meer ruimte bieden voor stageplekken en sneller jonge mensen werven. In dat laatste schuilt het gevaar dat jonge mensen niet de kwaliteit kunnen leveren die nodig is om direct aan het werk te kunnen, simpelweg omdat ze vaak net een studie hebben afgerond en ongeschoold zijn in het specifieke vakgebied. Een lange termijn oplossing ligt niet voor handen. Zie ook de paragraaf 1.3 kritieke massa
De VTH-taken worden uitgevoerd door de teams VOI en THV. De teams VOI en THV zijn onderdeel van het programma Ruimte. De dagelijkse leiding is opgedragen aan een teamleider. Deze teams bestaan uit medewerkers met specifieke kennis binnen de domeinen Bouw/Sloop/Monumenten, Ruimtelijke Ordening, Openbare orde en Veiligheid en een aantal VTH-ondersteunende medewerkers. Bovendien hebben deze teams de taak om in afstemmende en coördinerende zin (deze afstemming en coördinatie wordt ingevuld door de beleidsmedewerker milieu en de accounthouder ODT die vallen onder het team OB) invulling te geven aan de milieutaken die overgedragen zijn aan de ODT.
In 2025 is er veel personeelsverloop geweest binnen de teams VOI en THV. Ook was sprake van langdurig ziekte en verlof. Die knelpunten die daardoor ontstonden zijn zoveel mogelijk opgevangen door inhuur en het openstellen van diverse vacatures. Desondanks is er weer sprake van een hoge werkdruk geweest binnen de teams VOI en THV. Dit komt omdat deze teams bovenmatig presteren en (aanhoudende) krapte hebben in de formatie op diverse onderdelen door diverse omstandigheden.
De totale ingezette formatie binnen de teams VOI en THV omvatte in 2025 30,88 fte ( 38,16 fte incl. inzet van de ODT). Diverse vacatures waaronder die van plantoetser, toezichthouder bouw en beleidsmedewerker APV hebben we in 2025 kunnen invullen.
De totale verwachte inzetbare formatie voor 2026 van de teams VOI en THV komt uit op 32,45 fte (39,75 fte incl. inzet van ODT). Op dit moment staan er voor 2,2 fte aan vacature open die lastig in te vullen zijn.
Een totaal overzicht van de capaciteitsverantwoordingen voor alle vakgebieden is voor het jaarverslag 2025 en het uitvoeringsprogramma 2026 opgenomen in dit UP in bijlage 5 .
In dit UP valt onder Hoofdstuk 3 per discipline te lezen hoe de capaciteitsverhouding in relatie tot de werkvoorraad van 2025 of de prognose voor het uitvoeringsprogramma voor 2026 is. Bij de berekening van de beschikbare capaciteit wordt ook rekening gehouden met o.a. langdurige ziekte, zwangerschapsverlof, ouderschapsverlof en personeelsverloop. De financiële en personele middelen die de vereiste formatie en uitvoering, als ook de deelname aan de ODT mogelijk moeten maken zijn geborgd in de programmabegroting 2026, zoals beschreven in de paragraaf 2.1 Programma Ruimte.
Hoofdstuk 3 Jaarverslag 2025 & Programma 2026
3.1 Vergunningverlening Bouw en RO, Toezicht Bouw en RO
Tot de VTH-taken binnen de specialisaties Bouw/Sloop/Monumenten en RO behoren het tijdig afhandelen van aanvragen, meldingen en (principe)verzoeken, het uitvoeren van controles op de verleende vergunningen als ook op de naleving van de omgevingsplannen en het behandelen van klachten/meldingen. De Brandweer Twente is verantwoordelijk voor de gebruikscontroles brandveiligheid. Over de activiteit ‘sloop’ dient opgemerkt te worden dat sloop met asbest een milieu gerelateerde activiteit is en om die reden is overgedragen aan de ODT.
Beleidsdoelen, indicatoren en streefwaarden
Vanuit het programma Ruimte is het beoogd maatschappelijk effect: ‘In Twenterand is het prettig wonen en werken’. Voor de VTH-taken binnen de specialisaties Bouw/Sloop/Monumenten en RO zijn de volgende, uit de doelenboom afgeleide doelen, indicatoren en streefwaarden van belang voor het waarborgen van het beoogd maatschappelijk effect:
In 2025 hebben we de doelenbomen inhoudelijk aangepast zodat ze beter op elkaar aansluiten. Tevens hebben we in 2025 de indicatoren qua omschrijvingen aangepast en enkele indicatoren toegevoegd zodat hier beter op gerapporteerd kan worden. Naast doelen, indicatoren en streefwaarden uit het programma Ruimte, hanteren we voor dit UP ook de kwaliteitsdoelen, indicatoren en streefwaarden uit het nieuwe “VTH-beleid 2024-2028”. In 2024 zijn nieuwe kwaliteitsdoelen met indicatoren en streefwaarden ontwikkelt die aansluiten op het nieuwe VTH-beleid. Zie bijlage7.
3.1.1 Vergunningverlening - Bouw/RO/Sloop/Monumenten/Kap/Inrit
Jaarlijks worden aanvragen ontvangen voor het verkrijgen van een omgevingsvergunning, toestemming Bouw. Hoeveel aanvragen ingediend worden, is vooraf niet te bepalen. Enige houvast om een prognose te stellen, is de voorraad van voorgaande jaren in combinatie met de ruimtelijke ontwikkeltrajecten die zijn afgerond.
De toetsing aan een aanvraag omgevingsvergunning, of er wel of niet gebouwd kan worden, Wordt nu gesplitst in een ruimtelijk deel en in een bouwtechnisch deel. Het ruimtelijk deel blijft in alle gevallen een taak van de gemeente. Zij oordeelt of het bouwwerk passend is binnen het Omgevingsplan (voorheen bestemmingsplan) en past binnen o.a. de criteria die gelden voor welstand (waar dat van toepassing is). Als de aanvraag ruimtelijk niet past binnen het Omgevingsplan kan de gemeente binnneplans afwijken of d.m.v. een Buitenplanse omgevingsplanactiviteit (kleine of grote BOPA) of doormiddel van een projectbesluit als nog afwijken en toestaan dat het initiatief kan worden uitgevoerd. Het bouwtechnische deel wordt gedaan door een gecertificeerde kwaliteitsborger, althans voor de relatief gezien eenvoudige bouwwerken (woningen en eenvoudige bedrijfsgebouwen), de zogenaamde Gevolgklasse 1 bouwwerken. Voor bouwwerken in andere gevolgklasses, bijvoorbeeld 0, 2 en 3, blijft de gemeente Twenterand voorts verantwoordelijk voor zowel het ruimtelijk als het bouwtechnische deel. Zie ook de beleidslijn Wkb in het vastgestelde nieuwe VTH-beleid 2024-2028.
Dit houd in dat er op hoofdlijnen drie varianten zijn bij vergunningverlening bouw onder de Omgevingswet:
Voor een gedeelte van de werkvoorraad dient alleen een omgevingsvergunning voor de “omgevingsplanactiviteit: bouwen” aangevraagd te worden. Hierbij kan i.v.m. het in strijd zijn met het Omgevingsplan ook moeten worden afgeweken d.m.v. een binnenplanse, buitenplanse omgevingsplanactiviteit (kleine of grote BOPA) of een projectbesluit;
Voor een gedeelte van de werkvoorraad dient een omgevingsvergunning voor de “omgevingsplanactiviteit: bouwen” aangevraagd te worden. Aanvullend dient hierbij een bouwmelding ingediend te worden (GK1 bouwwerken onder de WKB) waar het bouwtechnische deel in wordt verantwoord door een gecertificeerde kwaliteitsborger. Dit dient binnen 4 weken voor aanvang bouw te geschieden. Uiteindelijk resulteert het bouwproces in een gereed melding alvorens het bouwwerk ook daadwerkelijk in gebruik mag worden genomen. Beide meldingen dienen minimaal door de gemeente gecontroleerd te worden op ontvankelijkheid alvorens ze goedgekeurd worden;
Voor een gedeelte van de werkvoorraad dient een omgevingsvergunning voor de “omgevingsplanactiviteit: bouwen” aangevraagd te worden en een technische “bouwactiviteit” voor het bouwtechnische gedeelte. De gemeente moet hier zoals ook de werkwijze was onder de Wabo toetsen aan het nieuwe bouwbesluit wat onder de OW is opgenomen in het BBL. Duurzaamheid, constructieve en brandveiligheid zijn belangrijke punten vanuit het nieuwe VTH-beleid 2024-2028 waar de gemeente deze vergunningaanvragen goed op zal moeten toetsten.
Deze veranderingen hebben er voor gezorgd dat de aanvragen veranderen. We hadden verwacht dat het aantal omgevingsvergunningen zou afnemen onder de OW. Dat is echter niet het geval is gebleken in 2024 en 2025. Er worden minimaal net zoveel omgevingsvergunningen aangevraagd dan gemiddeld in de jaren daarvoor onder de Wabo. We zagen wel een verschuiving van veelal meervoudig aanvragen onder de Wabo naar enkelvoudige aanvragen onder de OW in 2024. Het aantal meervoudige omgevingsvergunningaanvragen is in 2025 wel flink toegenomen t.o.v. 2024. Dit komt mogelijk doordat aanvragers nu wat meer bekent worden met de OW en het DSO waarbinnen een omgevingsvergunning moet worden aangevraagd bij de gemeente Twenterand.
In 2025 zijn er al meer bouwmeldingen voor gevolgklasse 1 bouwwerken onder de WKB ingediend dan in 2024. Door personele verloop eind 2024 hebben wij daar helaas dan ook nog geen tot weinig ervaring mee op kunnen doen in 2025. Wij verwachten dan ook in 2026 meer ervaring hiermee op te kunnen doen en de processen verder uit te kunnen kristalliseren voor toezicht onder de WKB. De concept beleidslijn Wkb uit het nieuwe VTH-beleid 2024-2028 willen we dan ook op bepaalde onderdelen gaan actualiseren/verbeteren zoals eerder in dit UP al is aangegeven onder hoofdstuk 2 paragraaf 2.2 .
Het jaar 2026 wordt dan ook een jaar waarin we de nieuwe OW processen willen verbeteren en daardoor zullen er ook nieuwe kengetallen ontstaan, zoals ook beschreven werd in paragraaf 1.2 Procescriteria en daarin ‘Processtap 6: Monitoren’.
Evaluatie vergunningverlening en omgevingsinitiatieven 2025
De totale verwachte werkvoorraad was 605 zaken voor 2025. In 2025 zijn er totaal 571 zaken gerealiseerd. Zie de volgende grafiek:
De inhoud van bovenstaande grafiek toont dat we qua inschatting van het verwachte werk wat in 2025 behandeld moest worden vanuit de OW redelijk in de buurt zaten.
De vooroverleggen/Verkennen en begeleiden van initiatieven zijn iets minder aangevraagd dan verwacht in 2025. Toch zien we dat de aanvragers het als prettig ervaren om eerst met de gemeente Twenterand in overleg te kunnen/gaan alvorens ze een officiële omgevingsvergunningen gaan aanvragen.
In positieve zin valt op te merken dat er in de categorieën Wonen Cat. 2 100.000-1.000.000 en Bedrijf Cat. 2 100.000-1.000.000 veel meer aanvragen zijn ingediend dan verwacht in 2025. Het gaat hier over verbouwplannen en het nieuw bouwen van woningen en bedrijfspanden.
Vervolgens valt op dat het indienen van bouwmeldingen en gebruiksmeldingen voor gevolgklasse 1 onder Wkb (nieuwbouw woningen bijvoorbeeld) n.a.v. het afgeven van een omgevingsvergunningen voor het omgevingsplan gedeelte in 2025 nog wel wat achterblijft. Deze nieuwe systematiek die onder de OW vanaf 1-1-2024 is ingegaan komt maar langzaam op stoom.
In 2025 is er 1 aanvraag, monumenten, ontvangen. Er zijn geen monumenten bijgekomen op grond van de Erfgoedverordening gemeente Twenterand. Dat betekent dat er in 2023, 26 rijksmonumenten en 29 gemeentelijke monumenten bestonden, zoals blijkt uit de Erfgoedlijst van de gemeente Twenterand.
Geleverde bijdrage aan beleidsdoelen en streefwaarden “Programma Ruimte” 2025
De indicatoren hebben wij in 2025 aangepast. Er is een onderverdeling gemaakt in het aantal verleende vergunningen en het aantal bouwenwerken/eenheden die dit dan daadwerkelijk oplevert voor de gemeente Twenterand
Streefwaarden 2025 o.b.v. aantallen 2024:
Er zijn totaal 29 omgevingsvergunningen afgehandeld.
Deze omgevingsvergunningen zijn goed voor in totaal 97 nieuwe wooneenheden onderverdeeld naar 23 nieuwe appartementen en74 nieuwe grondgebonden woningen in diverse vormen (vrijstaand, twee-onder-een-kap, rijtjes woningen, mantelzorg, woningsplitsing/inwoning en tijdelijke woonunits).
Er zijn 2 omgevingsvergunningen aangevraagd voor het bouwen van gebouwen met een maatschappelijke functie. Er is een vergunning aangevraagd voor de nieuwbouw van een woonzorg voorziening voor 22 personen met dementie (verleend) en voor het bouwen van een nieuw kindercentrum Oranjeschool (deze aanvraag loopt nog).
Er zijn totaal 16 omgevingsvergunningen afgehandeld.
Dat is goed voor in totaal 16 nieuwe bedrijfspanden in diverse vormen (kantoren, bedrijven, bedrijfsverzamelgebouwen of opslagloodsen)
Vanuit vergunningverlening is door het verlenen van deze omgevingsvergunningen een positieve bijdrage geleverd aan het programma Ruimte met het beoogd maatschappelijk effect: ‘In Twenterand is het prettig wonen en werken’. De verwachte streefwaarden zijn bijna allemaal behaald. Deze appartementen, woningen, bedrijfspanden en woonzorg voorziening kunnen nu gebouwd gaan worden voor de inwoners en ondernemers van de gemeente Twenterand.
Geleverde bijdrage aan projecten
In 2025 hebben de vergunningverleners gezamenlijk voor 1000 uur bijgedragen aan het verder implementeren en verbeteren van de nieuwe producten onder de OW.
In 2025 hebben we conform de nieuwe OW de producten verder uitgekristalliseerd en processen en onze registratie verder verbeterd.
Hierbij valt te denken aan het optimaliseren van de nieuwe werkprocessen, sjablonen verbeteren en de afstemming met het nieuwe VTH-beleid 2024-2028.
Ook deelname aan het ontwikkelen/door ontwikkelen van de nieuwe Omgevingsvisie maakte hier onderdeel vanuit. Daarbij is het belangrijk dat er geen stappen worden overgeslagen en de digitale systemen aansluiting hebben.
Aanvullend zijn alle vergunningverleners, in 2025, getoetst aan de nieuwe kwaliteitscriteria 3.0 die vanaf 1-1-2025 gelden. Deze toetsing is uitgevoerd door het bureau Libereaux. Dit was een intensief traject wat veel uren heeft gekost qua voorbereiding van onze medewerkers. Een gedeelte van onze medewerkers die vallen onder de robuustheidscriteria van de kwaliteitscriteria 3.0 zijn dit jaar getoetst.
Capaciteitsverantwoording t.o.v. geleverde productie
De gerealiseerde werkvoorraad heeft 5996 uur aan capaciteit gekost. Voor deze taken was inclusief het Vooroverleg/verkennen en begeleiden initiatief 4,19 fte gekwalificeerd personeel nodig. Met inhuur was er 4,77 fte in 2025 beschikbaar. Daarmee kon de werkvoorraad op een adequaat niveau worden afgedaan.
Gaande het jaar zorgden een combinatie van niet voorziene en voorziene omstandigheden ervoor dat de afhandeling van de werkvoorraad binnen de bestaande capaciteit onzeker werd. Er is daarom omwille van de continuïteit extra capaciteit ingehuurd en zijn er ook dit jaar weer dossiers via digitale outsourcing uitbesteed aan een deskundig bureau. Dit bureau heeft ook in voorkomende gevallen de constructieve toets uitgevoerd van de schadewoningen langs het Kanaal Almelo de Haandrik waarvan de fundering hersteld wordt of nieuwbouw is voorzien. Op deze wijze kon de werkvoorraad beheersbaar blijven, adequaat worden afgerond en de dienstverlening op peil blijven.
In 2025 zijn de taken toch weer onder uitdagende omstandigheden adequaat uitgevoerd. Het beheers niveau was voldoende naar omstandigheden. Om de risico’s zoveel mogelijk te beperken is in 2025 gebruik gemaakt van inhuur en het uitbesteden van dossiers.
Prognose Vergunningverlening en Omgevingsinitiatieven 2026
De prognose is dat er in totaal 592 zaken zullen worden afgehandeld voor het programma van 2026, dat ziet er als volgt uit:
Het is moeilijk te voorspellen of in 2026 een toename van het aantal aanvragen zal gaan plaats vinden t.o.v. 2025. Op basis van de tot nu toe opgedane ervaringscijfers hebben we gepoogd een reële inschatting te maken voor 2026. De kans bestaat dat het nog niet zal overeenkomen met de werkelijkheid. Door maandelijkse monitoring gaan we een vinger aan de pols houden zodat er tijdig kan worden bijgestuurd mocht dit wenselijk/noodzakelijk zijn.
Het jaar 2026 zal voor wat de specialisatie ‘Bouw’ betreft een jaar worden waarbij de focus volledig op de nieuwe OW kan worden gelegd. Aanvullend zal in 2026 het nieuwe VTH-beleid 2024-2028 verder uitgerold, geïmplementeerd en uitgekristalliseerd moeten worden richting de teams. De Omgevingsvisie en de beleidslijn Wkb zijn hier belangrijke punten in die vergunningverlening zullen raken in 2026. Tevens moeten we de producten en diensten nog beter in ons uitvoeringssysteem Powerbrowser gaan afstemmen t.o.v. de omgevingswet zodat we de monitoring hierop nog beter kunnen laten aansluiten.
De Wkb is per 1 januari 2024 van toepassing op zowel nieuwbouw als voor verbouwingen van bouwwerken met een laag risicoprofiel, de zogenaamde categorie: gevolgklasse 1, zoals eengezinswoningen en eenvoudige bedrijfspanden. Dit zijn relatief eenvoudige bouwwerken waar de gevolgen beperkt zijn als er iets misgaat. Welke bouwwerken onder gevolgklasse 1 vallen is vastgelegd in het Besluit bouwwerken leefomgeving (Bbl). Gedurende de eerste 3 jaar worden de resultaten van de Wkb gemonitord. Na deze periode volgt een evaluatie en wordt de Wkb mogelijk uitgebreid naar andere bouwwerken, zoals kantoren, appartement en winkels. De uitbreiding wordt echter niet eerder verwacht dan in 2029. Dus heeft geen extra gevolgen voor het programma van 2025.
Het bouwproces ondergaat een metamorfose als ook de rol van de gemeente dat heeft ook gevolgen voor de capaciteit en de rollen van de medewerkers. Het nieuwe VTH-beleid 2024-2027 staat nu als kapstok. is Dit is een goede basis om verder mee aan de slag te gaan en ervaring hiermee op te doen en waar nodig bij te stellen als dat nodig is.
Ook in 2026 bestaat een reële kans dat de situatie rondom de schadewoningen aan kanaal Almelo-De Haandrik voor een toename van het aantal ruimtelijke toetsingen gaat zorgen. De toename zal naar verwachting niet groot zijn, maar 1 toets per maand voor deze specifieke groep is niet uitgesloten.
Verwachte bijdrage aan beleidsdoelen en streefwaarden “Programma Ruimte” in 2026
In de geplande werkvoorraad is rekening gehouden met de indicatoren en streefwaarden uit het programma Ruimte (>20 verleende omgevingsvergunningen voor het bouwen van gebouwen met een woonfunctie, >1 verleende omgevingsvergunningen voor het bouwen van gebouwen met een maatschappelijke functie en >7 verleende omgevingsvergunningen voor het bouwen van gebouwen met een bedrijfsfunctie).
Gelet op de gerealiseerde werkvoorraad in 2025 is de streefwaarde voor woonfuncties en maatschappelijke functies iets verlaagd.
In de geplande werkvoorraad wordt niet langer rekening gehouden met de indicator het aantal van rechtswege verleende vergunningen. Immers, een van rechtswege verleende vergunning bestaat niet langer onder de OW.
Verwachte bijdrage aan de beleidsagenda in 2026
Vanuit het team VOI zal er aan de volgende beleidsonderdelen een bijdrage worden geleverd:
“Effecten bodemverzakking door veen” Team VOI geeft input voor nieuw of te actualiseren beleid en kan te maken krijgen met een toename van aanvragen voor verbouwing, funderingsherstel of herontwikkeling in dit gebied die zij tijdig moeten beoordelen, toetsen aan gebiedsvisie, natuurwetgeving en uitvoerbaarheid;
Verwachte bijdrage aan acties en verbeterinitiatieven (projecten) in 2026
Vanuit het team VOI zal er aan de volgende acties en verbeterinitiatieven in 2026 een bijdrage worden geleverd:
Er wordt in 2026 rekening gehouden met een raming van ongeveer 1250 uur om te besteden aan het bijdragen aan de beleidsagenda 2026 en aan acties en verbeterinitiatieven door vergunningverleners en plantoetsers vanuit het Team VOI.
*Het reguliere werk wat uit de deelname aan de beleidsagenda 2026 en verbeteracties/projecten zou kunnen komen is niet opgenomen in de prognose aantallen van 2026. Deelname aan de project/werkgroepen kan ook extra regulier werk opleveren voor de clusters binnen de teams VOI en THV waar geen formatie voor is geraamd in dit uitvoeringprogramma.
Verwachte capaciteitsverantwoording t.o.v. verwachte productie 2026
Voor het uitvoeren van het programma voor 2026 is naar verwachting 4,32 fte nodig. Er wordt verwacht dat er 4,6 fte (inclusief inhuur) structureel inzetbaar is in 2026. Dat zou voldoende moeten zijn om de werkvoorraad beheersbaar te houden.
Daarom is het ook in 2026 noodzakelijk om goed te monitoren en waakzaam te zijn bij mogelijke verloop en/of ziekte.
Er is dan ook een risico dat de geplande werkvoorraad niet kan worden gerealiseerd door onvoorziene situaties zoals verloop of ziekte. De voortgang wordt periodiek besproken met de vaste medewerkers en waar nodig wordt extra capaciteit ingezet (inhuur) of gebruik gemaakt van de mogelijkheid om dossiers uit te besteden (outsourcing). Hierdoor kan de taakuitvoering alsnog adequaat en op een beheersbaar niveau uitgevoerd worden.
3.1.2 Toezicht en Handhaving - Bouw/Sloop/Monumenten
Het bouw- en slooptoezicht wordt in overeenstemming met de registratie in ons geautomatiseerd systeem gepland en uitgevoerd. Daarnaast is er samenwerking met de Brandweer Twente over de controles brandveiligheid. Daarbij geldt de afspraak met betrekking tot nieuwbouw dat de controles op brandveiligheid/ brandpreventie gezamenlijk worden uitgevoerd. Wanneer de controles tot handhaving leiden, neemt de toezichthouder bouw van de gemeente het proces over. Op deze wijze wordt voldaan aan de systematiek van het integraal Toezicht Protocol (hierna: iTP). Bovendien wordt gepland op basis van de risicoanalyse, zoals ook beschreven werd in paragraaf 1.2 Procescriteria ‘Processtap 3: Programma & organisatie’.
Voor de toezichttaak binnen de specialisatie nieuwbouw wordt voor 2025 een risicoanalyse gebruikt. De risicoanalyse is opgenomen in bijlage 9 van dit UP. De top 3 risicosoorten met de hoogste risico’s binnen nieuwbouw betreffen de risicosoorten:
Voor de toezichttaak binnen de specialisatie bestaande bouw wordt voor 2025 eveneens een risicoanalyse gebruikt. De risicoanalyse is opgenomen in bijlage 9 van dit UP. De top 3 risicosoorten met de hoogste risico’s binnen bestaande bouw betreffen de risicosoorten:
Samengevat betekenen de resultaten van de risicoanalyse Bouw, dat bij het verdelen van de capaciteit de objecten waarin veel personen samenkomen of personen overnachten meer toezicht-aandacht ontvangen dan de objecten waarin weinig personen samenkomen of geen nachtverblijf mogelijk is.
De totale geplande werkvoorraad voor 2025 kwam uit op ongeveer 207 zaken. In 2025 zijn er in totaal 208 zaken gerealiseerd. Zie de volgende grafieken:
Uit bovenstaande grafieken blijkt dat de prognose over 2025 van 207 zaken redelijk in de buurt kwam van de daadwerkelijk gerealiseerde zaken in 2025, zijnde in totaal 208 zaken.
Onder de omgevingswet worden toch veel bouwtechnische verbouwingen aangevraagd die niet onder gevolgklasse 1 van de Wkb vallen. Het bouwtoezicht hierop moet de gemeente uitvoeren.
Bijdrage aan beleidsdoelen en streefwaarden “Programma Ruimte” in 2025
|
Aantal bestuurlijke (her)controles bouw/sloop in handhavingssfeer |
|||
|
Aantal bestuurlijke (her)controles brandveiligheid in handhavingssfeer |
Het aantal bestuurlijke (her)controles bouw/sloop in handhavingssfeer is 3 (streefwaarde programma Ruimte is <6 van het totaal aantal controles). Het betreft hier hercontroles als gevolg van een bouwstop. Er zijn in 2025 3 bouwstops opgelegd.
Het aantal bestuurlijke (her)controles brandveiligheid in handhavingssfeer is 0 (streefwaarde programma Ruimte is < 4 van het totaal aantal controles). Door hier toezicht op te houden, dragen we bij aan het doel zoals neergelegd in het VTH-beleid, zijnde: ‘het verminderen van risico’s op het gebied van brand-, constructieve- en omgevingsveiligheid in de realisatie-, gebruiks- en sloopfase van een bouwwerk’.
Geleverde bijdrage aan projecten
In 2025 hebben de toezichthouders bouw zo goed als niet kunnen bijdragen aan het verder implementeren en verbeteren van de nieuwe producten onder de OW. Dit door verloop.
Onze nieuwe toezichthouder( in dienst) is getoetst aan de nieuwe kwaliteitscriteria 3.0 die vanaf 1-1-2025 gelden. Deze toets is uitgevoerd door het bureau Libereaux. Tevens heeft onze nieuwe toezichthouder bouw de benodigde cursus AWB-1 gevolgd afgelopen jaar.
Capaciteitsverantwoording t.o.v. geleverde productie
De gerealiseerde werkvoorraad heeft 2389 uur aan capaciteit gekost. Voor deze taken was 1,71 fte gekwalificeerd personeel nodig. Met inhuur was er 1,58 fte in 2025 beschikbaar. Daarmee kon de werkvoorraad eigenlijk niet op een beheersbaar niveau worden afgedaan.
Het aantal brandveiligheidscontroles n.a.v. gedane meldingen zijn uitgevoerd met eigen capaciteit en zonder inzet van de Regio Brandweer. De werkzaamheden die de Regio Brandweer voor ons heeft uitgevoerd staan separaat benoemd de paragraaf “ VTH – Brandveiligheid” in dit UP.
Begin dit jaar zorgde verloop ervoor dat de afhandeling van de werkvoorraad binnen de bestaande capaciteit onzeker werd en is omwille van de continuïteit capaciteit ingehuurd. Tevens is de vacature voor een nieuwe bouwtoezichthouder opengezet. Deze hebben we kunnen invullen vanaf februari 2025.
In 2025 zijn de opgepakte taken adequaat uitgevoerd. Het beheers niveau was onvoldoende, naar omstandigheden, het grootste gedeelte van het jaar. Om de risico’s zoveel mogelijk te beperken is in 2025 gebruik gemaakt van inhuur en is er een nieuwe vast bouwtoezichthouder geworven.
De prognose voor 2026 omvat in totaal 221 toezicht zaken. Zie onderstaande grafieken:
Het is moeilijk te voorspellen of in 2026 er een toename of afname van het aantallen toezicht zaken zal gaan plaats vinden t.o.v. 2025. Op basis van de tot nu toe opgedane ervaringscijfers hebben we gepoogd een reële inschatting te maken voor 2025. De kans bestaat dat het nog niet zal overeenkomen met de werkelijkheid. Door maandelijkse monitoring gaan we een vinger aan de pols houden zodat er tijdig kan worden bijgestuurd mocht dit wenselijk/noodzakelijk zijn
In 2026 zal de nadruk komen te liggen op het implementeren van de nieuwe beleidslijn VTH onder de Wkb vanuit het nieuwe VTH-beleid 2024-2028.
Wel is e.a. afhankelijk van de continuering van inhuur. Dit zal in 2026 wel nodig zijn. Tevens zal er overwogen moeten worden of er toch geen 2e toezichthouder bouw aangenomen dient te worden. Aangezien de uitbreiding van gevolgklassen die naar de
Verwachte bijdrage aan beleidsdoelen en streefwaarden “Programma Ruimte” in 2026
|
Aantal bestuurlijke (her)controles bouw/sloop in handhavingssfeer |
||
|
Aantal bestuurlijke (her)controles brandveiligheid in handhavingssfeer |
In de geplande werkvoorraad is rekening gehouden met de indicatoren en streefwaarden uit het programma Ruimte (<5 bestuurlijke (her)controles bouw/sloop in handhavingssfeer, <2 bestuurlijke (her)controles brandveiligheid in handhavingssfeer).
Door het aantal bestuurlijke (her)controles in kaart te brengen geven we gelijktijdig inzicht in het aantal geconstateerde onveilige situaties, zoals als indicator opgenomen in de beleidsdoelen van het programma ruimte van de gemeente Twenterand.
Om het aantal controles waar onveilige situaties zijn aangetroffen in kaart te brengen, moeten de monitoringsinstellingen in onze systemen worden aangepast.
Verwachte bijdrage aan de beleidsagenda in 2026
Vanuit het team THV zal er aan de volgende beleidsonderdelen een bijdrage worden geleverd:
Verwachte bijdrage aan acties en verbeterinitiatieven (projecten) in 2026
Vanuit het team THV zal er aan de volgende acties en verbeterinitiatieven in 2026 een bijdrage worden geleverd:
Er wordt in 2026 rekening gehouden met een raming van ongeveer 410 uur om te besteden aan het bijdragen aan de beleidsagenda 2026 en aan acties en verbeterinitiatieven door toezichthouders bouw vanuit het Team THV.
*Het reguliere werk wat uit de deelname aan de beleidsagenda 2026 en verbeteracties/projecten zou kunnen komen is niet opgenomen in de prognose aantallen van 2026. Deelname aan de project/werkgroepen kan ook extra regulier werk opleveren voor de clusters binnen de teams VOI en THV waar geen formatie voor is geraamd in dit uitvoeringprogramma.
Verwachte capaciteitsverantwoording t.o.v. verwachte productie 2026
Om de geprognotiseerde werkvoorraad voor 2026 uit te kunnen voeren, is 2 fte benodigd. Met de inzetbare capaciteit van 1,78 fte (inclusief 0,78 fte inhuur), is de doelstelling om het toezicht op een adequaat niveau uit te voeren, niet haalbaar.
Door monitoring zal bij dit onderdeel een extra vinger aan de pols moeten worden gehouden en zal er periodiek met de medewerkers de voortgang worden besproken. Als de inwerkingtreding van de uitbreiding van aanvullende gevolg klassen 0, 2 en 3, onder de Wet kwaliteitsborging uitgesteld blijft. Zal er in 2027 structureel moeten worden uitgebreid en zal er een bouwtoezichthouder aanvullend moeten worden aangenomen.
De risico’s blijven met de huidige beschikbare capaciteit in onvoldoende mate beperkt. De taakuitvoering kan weliswaar adequaat uitgevoerd worden, maar is het beheers niveau onvoldoende. Er is te weinig capaciteit beschikbaar om voldoende toezicht te kunnen uitvoeren op de hoogste risico’s in het risicomodel, zoals gebouwen met publieksfunctie of een woonfunctie. Door tijdig te controleren worden risico’s in de bouwfase namelijk zoveel mogelijk beperkt en daarmee wordt voorkomen dat we bestuursrechtelijk moeten optreden. Tevens kan er zo vanuit bouwtoezicht ook geen adequate bijdragen worden geleverd aan overige projecten waar de gemeente Twenterand uitvoer aan wil geven.
3.1.3 Vergunningverlening - Ruimtelijke Ontwikkeling
De primaire taken die voortvloeien uit de ontwikkeling van de ruimtelijke kwaliteit zijn indirect gekoppeld aan de Ow. Voor de Ow zijn dit onder meer informatieverzoeken RO bij verkennen en begeleiden initiatief (vooroverleg), bijdragen aan doorontwikkeling omgevingsplannen, Binnenplanse afwijking (omgevingsplan/OPA), Buitenplanse omgevingsplanactiviteit (kleine BOPA), Buitenplanse omgevingsplanactiviteit (grote BOPA).
In de paragraaf “Vergunningverlening – Bouw/Sloop/Kap/Monumenten” werd aangehaakt op het onderwerp Monumenten. Dit onderwerp raakt ook het werkveld van de ruimtelijke ontwikkeling. Zo wordt in alle actualisatieplannen een paragraaf opgenomen met daarin archeologische bepalingen, tenzij uit onderzoek is gebleken dat er geen archeologische of cultuurhistorische waarden worden aangetast. Er is een actuele archeologische en cultuurhistorische waardenkaart opgesteld in 2017. Bij aanpassingen op het omgevingsplan vindt, indien noodzakelijk, onderzoek plaats. In de Omgevingsvisie is een apart hoofdstuk toebedeeld aan Monumenten. De gemeente Twenterand is in 2025 gestart met het opstellen van een nieuwe Omgevingsvisie. Vanuit Ruimtelijke ontwikkeling dragen hier ook collega’s vanuit team VOI aan bij.
Door de Ow zijn een aantal producten in het werkveld RO gewijzigd. De individuele bestemmingsplannen zijn komen te vervallen daar is 1 nieuw omgevingsplan voor teruggekomen. Ook zijn er in 2025 de nodige BOPA’s (afwijken van het omgevingsplan) aangevraagd. De BOPA’s hebben de kruimelgevallen en partiële herzieningen vervangen. Een alternatief voor de BOPA is de tijdelijke maatregel informatiemodel Ruimtelijke Ordening (afgekort TAM-IMRO). In uitzonderlijke gevallen kan er dan in de tijdelijke situatie wijzigingsbesluiten van het omgevingsplan worden bekendgemaakt met de huidige techniek (huidige planapplicaties). Het was moeilijk te voorspellen in 2024 of de Ow in 2025 voor een toename van het aantal aanvragen ging zorgen.
In 2025 zijn het aantal BOPA’s goed gemonitord zoals ook beschreven in de subparagraaf ‘Processtap 6: Monitoren’ van de paragraaf ‘Kwaliteitscriteria deel 2: Procescriteria’.
Hetzelfde geldt ook voor het aantal zaken waarbij een medewerker RO in een vorm van omgevingsoverleg (principeoverleg, vooroverleg en intake- of omgevingstafel) plaatsneemt. Hier hebben we in 2025 goed op kunnen monitoren.
Evaluatie vergunningen RO 2025
De totale geplande werkvoorraad voor 2025 was geraamd op ongeveer 308 zaken. In 2025 zijn er in totaal 223 zaken gerealiseerd. Zie de volgende grafiek:
Uit bovenstaande grafiek blijkt dat de prognose in 2025 iets ruimer gesteld is dan de behaalde werkvoorraad. Er zijn minder vooroverleggen/omgevingsinitiatieven aangevraagd en gerealiseerd dan geprognotiseerd in 2025. Ook hebben we minder vaak dan geprognotiseerd af hoeven te wijken van het omgevingsplan d.m.v. een binnenplanse of kleine BOPA. Wel hebben we meer moeten afwijken d.m.v. een grote BOPA en zijn er meer wijzigingsplannen/TAMIMRO procedures aangevraagd dan verwacht. Deze procedures kosten veel meer tijd dan de standaard afwijkingen tot een kleine BOPA.
Bijdrage aan beleidsdoelen en streefwaarden “Programma Ruimte” in 2025
Afwijken van het omgevingsplan in 2025:
Hierdoor is meegewerkt aan het behalen van de beleidsdoelen en streefwaarden die zijn benoemd in 3.1.1 Vergunningverlening Bouw/Sloop/Monumenten/Kap/Inrit
Geleverde bijdrage aan projecten in 2025
In 2025 hebben de medewerkers RO, voor 1750 uur, hun bijdrage geleverd aan o.a.:
Capaciteitsverantwoording t.o.v. geleverde productie
De gerealiseerde werkvoorraad heeft 6331 uur aan capaciteit gekost. Voor deze taken was 3,23 fte gekwalificeerd personeel nodig. Met inhuur was er 4,54 fte in 2025 beschikbaar. Daarmee kon de werkvoorraad op een beheersbaar niveau worden afgedaan.
Gaande het jaar zorgden een combinatie van niet voorziene (ziekte van meerdere personen) en voorziene omstandigheden ervoor dat de afhandeling van de werkvoorraad binnen de bestaande capaciteit onzeker werd. Er is daarom omwille van de continuïteit extra capaciteit ingehuurd. Tevens is de vacature voor een nieuwe RO specialist opengezet. Deze vacature hebben we kunnen invullen vanaf augustus 2025.
In 2025 zijn de taken alsnog adequaat uitgevoerd. Het beheers niveau was voldoende. Om de risico’s zoveel mogelijk te beperken is in 2025 gebruik gemaakt van inhuur en is aanvullend de vacature voor een nieuwe medewerker RO opengezet en ingevuld.
De prognose voor 2026 omvat in totaal 231 zaken. Zie onderstaande grafiek:
Het is moeilijk te voorspellen of in 2025 er een toename of afname van het aantallen zaken zal gaan plaats vinden t.o.v. 2024. Op basis van de tot nu toe opgedane ervaringscijfers hebben we gepoogd een reële inschatting te maken voor 2025. De kans bestaat dat het nog niet zal overeenkomen met de werkelijkheid. Door maandelijkse monitoring gaan we een vinger aan de pols houden zodat er tijdig kan worden bijgestuurd mocht dit wenselijk/noodzakelijk zijn
Verwachte bijdrage aan beleidsdoelen en streefwaarden “Programma Ruimte” in 2025
In de geplande werkvoorraad is rekening gehouden met de indicatoren en streefwaarden uit het programma Ruimte hieraan zal o.a. een bijdragen worden geleverd door 40 x d.m.v. een Binnenplanse afwijking (omgevingsplan/OPA) mee te werken aan vergunningverlening, 50 x d.m.v. een Buitenplanse omgevingsplanactiviteit (kleine BOPA) mee te werken aan vergunningverlening en 8 x d.m.v. een Buitenplanse omgevingsplanactiviteit (grote BOPA) mee te werken aan vergunningverlening voor woningen, bedrijven en andere soorten bouwplannen zoals deze zijn geraamd in 3.1.1 Vergunningverlening Bouw/Sloop/Kap/Monumenten.
Verwachte bijdrage aan de beleidsagenda in 2026
Vanuit het team VOI zal er aan de volgende beleidsonderdelen een bijdrage worden geleverd
Verwachte bijdrage aan acties en verbeterinitiatieven (projecten) in 2026
Vanuit het team VOI zal er aan de volgende acties en verbeterinitiatieven in 2026 een bijdrage worden geleverd:
Er wordt in 2026 rekening gehouden met een raming van ongeveer 1600 uur om te besteden aan het bijdragen aan de beleidsagenda 2026 en aan acties en verbeterinitiatieven door de RO-medewerkers vanuit het Team VOI.
*Het reguliere werk wat uit de deelname aan de beleidsagenda 2026 en verbeteracties/projecten zou kunnen komen is niet opgenomen in de prognose aantallen van 2026. Deelname aan de project/werkgroepen kan ook extra regulier werk opleveren voor de clusters binnen de teams VOI en THV waar geen formatie voor is geraamd in dit uitvoeringprogramma.
Verwachte capaciteitsverantwoording t.o.v. verwachte productie 2026
Voor het uitvoeren van het programma voor 2026 is naar verwachting 4,42 fte nodig. Er wordt verwacht dat er 4,45 fte (inclusief inhuur) structureel inzetbaar is in 2026. Dat zou net voldoende moeten zijn om de werkvoorraad beheersbaar te houden
Door monitoring zal bij dit onderdeel een extra vinger aan de pols moeten worden gehouden en zal er periodiek met de medewerkers de voortgang worden besproken.
De risico’s blijven met de huidige inzetbare capaciteit 3,35 fte in 2026 in onvoldoende mate beperkt. De taakuitvoering kan weliswaar adequaat uitgevoerd worden door aanvullend voor 1,1 fte in te huren voor 2026. De verwachting is dan ook dat de geplande werkvoorraad onder normale omstandigheden gerealiseerd kan worden in 2026 en dus beheersbaar is. De voortgang zal periodiek wel besproken moeten worden met de medewerkers en waar nodig zal alsnog aanvullend gebruik gemaakt moeten worden van inhuur. Hiermee wordt zoveel mogelijk voorkomen dat er achterstanden ontstaan (bijvoorbeeld bij vergunningverlening bouw).
3.1.4 Toezicht en Handhaving - Ruimtelijke Ordening
Het toezicht op de regels van ruimtelijke kwaliteit vindt o.a. plaats op basis van:
De werkwijze binnen toezicht en handhaving RO volgt een vaste structuur en is als volgt:
De toezicht- en handhavingstaken in relatie tot bestemmingsplannen c.q. regels betreffende ruimtelijke ordening raken in de praktische uitvoering regelmatig de overige VTH-taken. Daarbij probeert de toezichthouder RO zo veel als mogelijk actief te controleren op strijdigheden en illegaal gebruik. Dit gebeurt in samenspraak met de andere toezichthouders van de gemeente. Zij stuiten bij controles in het kader van hun eigen taakuitvoering nog wel eens op illegaal gebruik van gronden of objecten en strijdigheden met het bestemmingsplan. Onderling vindt een goede uitwisseling van informatie plaats.
Bij het toezicht op en de handhaving van een goede ruimtelijke ordening ligt de nadruk op voorkantsamenwerking, waarbij de insteek is zo veel als mogelijk in overleg met de belanghebbende(n) afstemmen hoe regels geïnterpreteerd worden en feitelijk dienen te worden geïnterpreteerd. Vergelijkbare oplossingen die aangedragen worden om de strijdigheid te beëindigen zijn daarin informatie die onderdeel zijn van de overwegingen.
Bij het opsporen van o.a. illegaal gebruik van gronden en/of objecten wordt hoofdzakelijk een piepsysteem aangehouden, voornamelijk in het buitengebied. Concreet houdt dit in dat de toezichthouder RO naar aanleiding van klachten, meldingen of een handhavingsverzoek de situatie op een locatie in kaart brengt. Een uitzondering daarop geldt voor de ‘Voorwaardelijke verplichtingen’. Aan deze taak wordt in 2026 meer structuur en continuïteit gegeven.
Bovendien wordt gepland op basis van de risicoanalyse, zoals ook beschreven werd in de subparagraaf ‘Processtap 3: Programma & organisatie’ van de paragraaf ‘Kwaliteitscriteria deel 2: Procescriteria’.
Voordat overgegaan wordt tot het opleggen van een handhavingsmaatregel zoals een last onder dwangsom of een last onder bestuursdwang dient eerst onderzocht te worden of een illegale situatie gelegaliseerd kan worden. Dit komt voort uit actuele jurisprudentie. In de meeste gevallen kan de toezichthouder RO dit onderzoek zelfstandig doen. In sommige (complexe) gevallen raadpleegt hij een plantoetser of een juridisch medewerker.
Voor de toezichttaak binnen de specialisatie ruimtelijk ordening wordt voor 2026 een risicoanalyse gebruikt. De risicoanalyse is opgenomen in bijlage 9 van dit UP. De top 3 risicosoorten met de hoogste risico’s binnen RO betreffen de risicosoorten:
De resultaten van de risicoanalyse tonen, dat illegaal gebruik en illegaal bewonen hoog scoren in de risicoanalyse. Redenen daartoe zijn dat het gewijzigde gebruik in veel gevallen een negatieve invloed heeft op de leefomgeving. Invloeden die nadelig zijn voor de veiligheid en gezondheid. Daarnaast zijn de objecten niet altijd geschikt voor het gewijzigde gebruik, waardoor niet kan worden voldaan aan de eisen van de Bouwbesluit c.q. het geldend bestemmingsplan. Die negatieve invloeden zijn minder hoog bij het illegaal bouwen van kleine bouwwerken of het illegaal tonen van reclame.
Het verwachte aantal controles/zaken voor 2025 betrof 130. Er zijn 151 controles/zaken, inclusief informatieverzoeken gerealiseerd. Zie de grafiek hieronder:
Uit de grafiek valt af te leiden dat de gerealiseerde werkvoorraad en de prognose redelijk gelijk opgaan. De grootste verschillen zitten met name in de zaken met betrekking tot illegaal gebruik als ook de legalisatieonderzoeken. Deels hebben ze met elkaar te maken. Het illegaal gebruik dient immers ook getoetst te worden aan de mogelijkheden van legalisatie. Dergelijke onderzoeken kunnen complex zijn, zeker wanneer een beroep op het overgangsrecht kan worden gedaan.
Bijdrage aan beleidsdoelen en streefwaarden “Programma Ruimte” in 2025
Het aantal bestuurlijke (her)controles RO in handhavingssfeer is 5 (streefwaarde programma Ruimte is <10 van het totaal aantal controles). Het betreft hier controles als gevolg van een voornemen of opgelegde last onder dwangsom. Er was dus in 5 van de in totaal 60 controles (alle illegaliteitencontroles) sprake van strijdigheden waartegen werd opgetreden. Door hier zicht op te houden, dragen we bij aan het doel zoals neergelegd in het VTH-beleid, zijnde: ‘er zijn minder gebouwen/gronden die strijdig zijn met het omgevingsplan’.
Daarnaast zijn alle ontvangen klachten en meldingen (27 in totaal) afgehandeld. Het percentage behandelde klachten ligt daardoor op 100%. Met de hoeveelheid klachten en meldingen zitten we ruim boven de streefwaarde uit het programma Ruimte uit (<20 in totaal).
Geleverde bijdrage aan projecten
In 2024 heeft de toezichthouder RO zo goed als niet kunnen bijdragen aan het verder implementeren en verbeteren van de nieuwe producten onder de OW.
Capaciteitsverantwoording t.o.v. geleverde productie
De gerealiseerde werkvoorraad heeft 1232 uur aan capaciteit gekost. Voor deze taken was 0,88 fte gekwalificeerd personeel nodig. Er was 0,89 fte in 2025 beschikbaar. Daarmee kon de werkvoorraad op een beheersbaar niveau worden uitgevoerd.
In 2025 zijn de taken adequaat uitgevoerd en is het beheers niveau voldoende.
De prognose voor 2026 omvat in totaal 176 zaken. Zie onderstaande grafiek:
In 2026 zal de inzet op de controle van voorwaardelijke verplichtingen uit erfinrichtingsplannen gecontinueerd worden. Tevens zijn we aan het verkennen of we door zogenaamde gevelcontroles meer inzicht kunnen krijgen op mogelijk strijdig gebruik op onze industrieterreinen en als bijvangst ons bedrijvenbestand tevens hierdoor kunnen actualiseren.
Ook zal de impact van de nieuwe beleidslijn Wkb uit het nieuwe VTH-beleid 2024-2027 moeten blijken in de praktijk. In 2025 hebben we daar helaas nog weinig ervaring mee op kunnen doen. In 2026 verwachten we dat hier meer werk uit voort zal komen en dat we dit dan beter uit kunnen kristalliseren. Regionaal zijn er nu meer bevoegde kwaliteitsborgers en het vermoeden is dat de meldingen snel binnen zullen lopen en wachttijden ontstaan. Een van de mogelijke effecten hiervan is dat meer mensen illegaal gaan bouwen, in afwachting van behandeling van de bouwtoets door de kwaliteitsborger. Mogelijk leidt dit tot meer handhavingsverzoeken en lasten onder dwangsom, als gevolg waarvan de toezichthouder RO veldcontroles moet gaan doen. Dit zal in nauwe samenwerking met de toezichthouders Bouw gebeuren.
Verwachte bijdrage aan beleidsdoelen en streefwaarden “Programma Ruimte” in 2026
In de geplande werkvoorraad is rekening gehouden met de indicatoren en streefwaarden uit het programma Ruimte (<12 bestuurlijke (her)controles RO in handhavingssfeer, <20 klachten/meldingen, 100% behandeld). Door het aantal bestuurlijke (her)controles in kaart te brengen geven we gelijktijdig inzicht in het aantal keer dat is opgetreden tegen strijdigheden, zoals als indicator opgenomen in het VTH-beleid van Twenterand. Om het aantal keer dat de strijdigheden zijn gelost in kaart te brengen, moeten de monitoringsinstellingen in onze systemen worden aangepast. Dat geldt ook voor het totaal aantal geconstateerde strijdigheden.
Verwachte bijdrage aan de beleidsagenda in 2026
Vanuit het team THV zal er aan de volgende beleidsonderdelen een bijdrage worden geleverd:
Verwachte bijdrage aan acties en verbeterinitiatieven (projecten) in 2026
Vanuit het team THV zal er aan de volgende acties en verbeterinitiatieven in 2026 een bijdrage worden geleverd:
Aanvullend zullen alle toezichthouders die in vaste dienst zijn worden getoetst aan de nieuwe kwaliteitscriteria 3.0 die vanaf 1-1-2025 gaan gelden. Deze toets zal worden uitgevoerd door het bureau Libereaux. Hiervoor zullen de toezichthouders aardig wat uren kwijt zijn om deze toetsing te doorlopen. Daarom is dit ook opgenomen qua uren onder Overige Projecten.
Er wordt in 2026 rekening gehouden met een raming van ongeveer 120 uur om te besteden aan het bijdragen aan de beleidsagenda 2026 en aan acties en verbeterinitiatieven door de RO-toezichthouder vanuit het Team THV.
*Het reguliere werk wat uit de deelname aan de beleidsagenda 2026 en verbeteracties/projecten zou kunnen komen is niet opgenomen in de prognose aantallen van 2026. Deelname aan de project/werkgroepen kan ook extra regulier werk opleveren voor de clusters binnen de teams VOI en THV waar geen formatie voor is geraamd in dit uitvoeringprogramma.
Verwachte capaciteitsverantwoording t.o.v. verwachte productie 2025
Voor de uitvoering van de toezicht- en handhavingstaken RO is in 2026 0,89 fte beschikbaar. Om de taakstelling te kunnen uitvoeren, is 0,89 fte benodigd. Verwacht wordt dat de taken adequaat en beheersbaar kunnen worden uitgevoerd.
De risico’s blijven met de huidige beschikbare capaciteit in onvoldoende mate beperkt. De taakuitvoering kan weliswaar adequaat uitgevoerd worden, maar het beheers niveau geeft zorgen. Er wordt te weinig gecontroleerd om de risico’s van de hoogste risico categorieën, illegaal gebruik, bewoning, voorwaardelijke verplichtingen, binnen afzienbare tijd te beperken. Door beperkte capaciteit zijn we genoodzaakt een piepsysteem te hanteren en daardoor kunnen we niet streven naar gelijkheid.
De uitvoering van VTH-taken binnen het omgevingsrecht, de bijzondere wetten en lokale regelgeving is handen van de juridisch medewerkers van het team VOI en THV. Het gaat dan met name om de behandeling van bezwaren tegen verleende vergunningen of intrekkingen en besluiten in relatie tot handhavingstaken. Bovendien ontwikkelen zij lokale regelgeving en worden VTH-producten juridisch getoetst. Het team VOI en THV voert de juridische taken die zich (eventueel) aandienen in relatie tot de VTH-taken binnen de beschikbare formatie uit. Het betreft handhavingsbeschikkingen, zienswijzen, bezwaar en (hoger) beroep. Dit geldt ook voor juridische trajecten die voortvloeien uit de taak vergunningverlening.
Daarnaast fungeren de juridisch medewerkers als vraagbaak ten behoeve van de taakonderdelen van de teams VOI en THV. Voor het overige bestaat de taakuitvoering uit juridische advisering, collegiaal toetsen van diverse juridisch getinte producten en het actueel houden van wet- en regelgeving in relatie tot de VTH-taken. Mediatie wordt als mogelijkheid aangeboden door de gemeente om op een andere wijze dan een gerechtelijke procedure tot geschillenbeslechting te komen.
Evaluatie Juridische zaken VV/HH 2025
Voor 2025 waren er in totaal 150 zaken geraamd. Er zijn totaal 71 zaken behandeld in 2025. Zie onderstaande grafieken:
Uit bovenstaande grafieken valt op dat zowel binnen het onderdeel Vergunningverlening als Handhaving de prognose ruimer was dan de werkvoorraad daadwerkelijk is uitgevallen. Beide onderdelen zijn vraag gestuurd en dus op voorhand niet goed te voorspellen. Wel hebben burgers/bedrijven meer zienswijzen ingediend tegen een voornemen last onder dwangsom.
Bijdrage aan beleidsdoelen en streefwaarden “Programma Ruimte” in 2025
Het aantal ingediende en behandelde handhavingsverzoeken was 7 (streefwaarde programma ruimte <15 behandelde handhavingsverzoeken). Door deze handhavingsverzoeken te behandelen, dragen we bij aan het doel zoals neergelegd in het VTH-beleid, zijnde: ‘er zijn minder gebouwen/gronden die strijdig zijn met het bestemmingsplan/omgevingsplan’.
Geleverde bijdrage aan projecten
In 2025 hebben de juristen VV/HH, voor 1600 uur, hun bijdrage geleverd aan o.a.:
Alle juristen die in vaste dienst waren zijn getoetst in 2025 aan de nieuwe kwaliteitscriteria 3.0 die vanaf 1-1-2025 gaan gelden. Deze toets is uitgevoerd door het bureau Libereaux.
Capaciteitsverantwoording t.o.v. geleverde productie
De gerealiseerde werkvoorraad heeft 3246 uur aan capaciteit gekost. Voor deze taken was 2,35 fte gekwalificeerd personeel nodig. Er was 3,55 fte in 2025 beschikbaar. Daarmee kon de werkvoorraad op een beheersbaar niveau worden uitgevoerd.
De werkvoorraad was in 2025 in balans. Wel was er spraken van verloop en ziekte hierdoor diende er o.a. ingehuurd te worden om de taken adequaat uit te kunnen voeren. Tevens is de vacature van jurist VV en HH opengesteld en zijn ze beide ingevuld begin 2025. Hierdoor was het beheers niveau ruim voldoende.
Prognose Juridische zaken VV/HH 2026
De werkvoorraad voor 2026 wordt geraamd op 109 zaken. Zie ook de volgende grafieken:
Het is moeilijk te voorspellen of in 2026 er een toename of afname van het aantallen zaken zal gaan plaats vinden t.o.v. 2025. Op basis van de tot nu toe opgedane ervaringscijfers hebben we gepoogd een reële inschatting te maken voor 2026. De kans bestaat dat het nog niet zal overeenkomen met de werkelijkheid. Door maandelijkse monitoring gaan we een vinger aan de pols houden zodat er tijdig kan worden bijgestuurd mocht dit wenselijk/noodzakelijk zijn.
Verwachte bijdrage aan beleidsdoelen en streefwaarden “Programma Ruimte” in 2026
In de geplande werkvoorraad is rekening gehouden met de indicatoren en streefwaarden uit het programma Ruimte ( <15 behandelde handhavingsverzoeken). Door deze handhavingsverzoeken te behandelen, dragen we bij aan het doel zoals neergelegd in het VTH-beleid, zijnde: ‘er zijn minder gebouwen/gronden die strijdig zijn met het bestemmingsplan/omgevingsplan’.
Verwachte bijdrage aan de beleidsagenda in 2026
Vanuit het team VOI en THV zullen de juristen aan de volgende beleidsonderdelen een bijdrage leveren:
“Bibob-beleid” team THV stelt het Bibob-beleid samen op met 4 omliggende gemeentes en volgt hierbij de aanbevelingen van het RIEC en de VNG. We werken aan een sterke interne samenwerking, gaan werken met taken (efficiënt) die plaatsvinden op een beveiligde manier en conform de eisen van de Wet Bibob en de AVG;
Verwachte bijdrage aan acties en verbeterinitiatieven (projecten) in 2026
Vanuit het team VOI en THV zullen de juristen aan de volgende acties en verbeterinitiatieven in 2026 een bijdrage leveren:
*Het reguliere werk wat uit de deelname aan de beleidsagenda 2026 en verbeteracties/projecten zou kunnen komen is niet opgenomen in de prognose aantallen van 2026. Deelname aan de project/werkgroepen kan ook extra regulier werk opleveren voor de clusters binnen de teams VOI en THV waar geen formatie voor is geraamd in dit uitvoeringprogramma.
Verwachte capaciteitsverantwoording t.o.v. verwachte productie 2026
Voor de uitvoering van de juridische taken en ondersteuning VV en HH is in 2026 3 fte beschikbaar (inclusief 0,66 fte inhuur). Om de taakstelling adequaat uit te kunnen uitvoeren, is 2,79 fte benodigd. Verwacht wordt dat de taken adequaat en beheersbaar kunnen worden uitgevoerd.
De risico’s blijven met de huidige eigen inzetbare capaciteit van 2,44 fte in 2026 in onvoldoende mate beperkt. De taakuitvoering kan weliswaar adequaat uitgevoerd worden door aanvullend voor 0,66 fte in te huren voor 2026. De verwachting is dan ook dat de geplande werkvoorraad onder normale omstandigheden gerealiseerd kan worden in 2026 en dus beheersbaar is. De voortgang zal periodiek wel besproken moeten worden met de medewerkers en waar nodig zal alsnog aanvullend gebruik gemaakt moeten worden van inhuur.
3.3 Openbare orde en veiligheid
De taken in relatie tot de uitvoering van de bijzondere wet- en regelgeving, zoals de Alcoholwet (AW), de Wet op de kansspelen en lokale autonome verordeningen, waaronder de Algemeen Plaatselijke Verordening (APV) hebben direct te maken met het werkprogramma ‘Openbare Orde en veiligheid’.
Dit hoofdstuk wordt specifiek toegespitst op de vergunningverleners en de boa’s. Echter, deze groep wordt ook ondersteund door een adviseur openbare veiligheid en een programma-adviseur veiligheid.
Doelen, indicatoren en streefwaarden
Het beoogd maatschappelijk effect is ‘Twenterand is een veilige gemeente’. Ten aanzien van het onderdeel Openbare orde en veiligheid zijn de volgende, uit de doelenboom afgeleide doelen, indicatoren en streefwaarden van belang voor het waarborgen van het beoogd maatschappelijk effect:
Naast doelen, indicatoren en streefwaarden uit het programma Ruimte, hanteren we voor dit UP ook de kwaliteitsdoelen, indicatoren en streefwaarden uit het nieuwe “VTH-beleid 2024-2028”. In 2024 zijn nieuwe kwaliteitsdoelen met indicatoren en streefwaarden ontwikkelt die aansluiten op het nieuwe VTH-beleid. Vervolgens kon in 2024 het nieuwe VTH-beleid 2024-2028 van de gemeente Twenterand worden afgerond en vastgesteld. Hierin zijn o.a. doelen, indicatoren en streefwaarden opgenomen voor het uitvoeren van de VTH taken op het gebied van bouwen, ruimtelijke ordening, brandveiligheid en openbare orde en veiligheid. Zie bijlage7.
3.3.1 Vergunningverlening - APV, AW en bijzondere wetten
De APV bevat een veelheid aan regels met betrekking tot diverse activiteiten in en buiten de openbare ruimte. Daarnaast bevat de APV eisen waaraan voldaan moet worden om bijvoorbeeld parkeerexcessen te voorkomen, wildgroei in reclame-uitingen te voorkomen, sluitingstijden, etc. Om regels met betrekking tot de APV te verankeren en actueel te houden, is het nodig om beleid op te maken en regelmatig, in ieder geval jaarlijks, te actualiseren. Tot de AW behoren regels die gelden voor het exploiteren van een horecabedrijf, maar ook het hebben van een kansspelautomaat.
Evaluatie Vergunningverlening APV, AW en bijzondere wetten 2025
Voor 2025 waren er in totaal 286 zaken geraamd. Er zijn totaal 289 zaken behandeld in 2025. Zie onderstaande grafiek:
Uit de grafiek valt af te leiden dat de gerealiseerde werkvoorraad en de prognose wat uit elkaar lopen. Dit komt omdat sommige producten in 2025 anders in ons systeem worden geregistreerd. Hierdoor zijn ze nu separaat inzichtelijk. Veel APV, AW en bijzondere wetten producten zijn echter vraag gestuurd, dus op voorhand niet goed te voorspellen.
Bijdrage aan beleidsdoelen en streefwaarden “Programma Ruimte” in 2025
Aan de streefwaarde voor de indicator uit het programma Ruimte, betreffende aantal te laat verleende vergunningen voor B of C evenementen (<0) wordt voldaan. Tevens is voldaan aan de streefwaarde aantal verleende vergunningen voor evenementen (<130). Door deze vergunningen tijdig te verlenen voor evenementen, dragen we bij aan het doel zoals neergelegd in het VTH-beleid, zijnde: ‘Twenterand is goed beschermd tegen het ontplooien van ondermijnende activiteiten’.
Geleverde bijdrage aan projecten
De vergunningverleners APV en bijzondere wetten hebben naast de taken in de grafiek ook capaciteit geleverd aan het actualiseren van de APV-verordening, APV-beleid (o.a. spandoeken) en input leveren voor het opstellen van nieuw evenementenbeleid.
Capaciteitsverantwoording t.o.v. geleverde productie
De gerealiseerde werkvoorraad heeft 1632 uur aan capaciteit gekost. Voor deze taken was 1,17 fte gekwalificeerd personeel nodig. Er was 1,25 fte in 2025 beschikbaar. Daarmee kon de werkvoorraad op een beheersbaar niveau worden afgedaan.
In 2025 heeft één van de vaste medewerkers binnen Vergunningverlening APV/AW er meer uren bij gekregen. In 2025 konden de taken hierdoor adequaat uitgevoerd worden en was het beheers niveau voldoende.
Prognose Vergunningverlening APV, AW en bijzondere wetten 2026
De werkvoorraad voor 2026 wordt geraamd op 287 zaken. Zie ook de volgende grafiek:
Op basis van de tot nu toe opgedane ervaringscijfers hebben we gepoogd een reële inschatting te maken voor 2026.
Verwachte bijdrage aan beleidsdoelen en streefwaarden “Programma Ruimte” in 2026
In de geplande werkvoorraad is rekening gehouden met de indicatoren en streefwaarden uit het programma Ruimte (0 te laat verleende B/C evenementenvergunningen en >130 verleende evenementvergunningen). Door het aantal vergunningen AW in kaart te brengen geven we gelijktijdig inzicht in het aantal Bibob-onderzoeken dat is verricht, zoals als indicator opgenomen in het VTH-beleid van Twenterand.
Verwachte bijdrage aan de beleidsagenda in 2026
Vanuit het team THV zullen de vergunningverleners APV aan de volgende beleidsonderdelen een bijdrage leveren:
Verwachte bijdrage aan acties en verbeterinitiatieven (projecten) in 2026
Vanuit het team THV zullen de vergunningverleners APV aan de volgende acties en verbeterinitiatieven in 2026 een bijdrage leveren:
*Het reguliere werk wat uit de deelname aan de beleidsagenda 2026 en verbeteracties/projecten zou kunnen komen is niet opgenomen in de prognose aantallen van 2026. Deelname aan de project/werkgroepen kan ook extra regulier werk opleveren voor de clusters binnen de teams VOI en THV waar geen formatie voor is geraamd in dit uitvoeringprogramma.
Verwachte capaciteitsverantwoording t.o.v. verwachte productie 2026
Om de geplande werkvoorraad, van 2053, uit te kunnen voeren, is minstens 1,46 fte aan capaciteit benodigd. Er is naar verwachting 1,1 fte aan capaciteit beschikbaar in 2026 en er zal voor 0,36 fte worden ingehuurd.
De verwachting is dat de geplande werkvoorraad volledig uitgevoerd kan worden..
De voortgang wordt periodiek besproken met de vaste medewerkers. Bij mogelijke verloop of ziekte moet er aanvullend gebruik worden gemaakt van inhuur.
3.3.2 Toezicht en Handhaving – APV, AW, bijzondere wetten
Het toezicht op en de handhaving van de verleende vergunningen en gedane meldingen wordt uitgevoerd door de toezichthouder die ook bevoegd is om als Boa op te mogen treden. Gemakshalve worden deze toezichthouders in dit UP aangeduid als Boa’s.
De Boa besteed veel van de beschikbare capaciteit aan surveillance. Surveillance leidt niet altijd tot optreden van de Boa, in de zin van het geven van een waarschuwing of het uitschrijven van een proces verbaal (hierna: PV).
De werkvoorraad van de Boa’s wordt gepland op basis van de risicoanalyse, zoals ook beschreven werd in de subparagraaf ‘Processtap 3: Programma & organisatie’ van de paragraaf ‘Kwaliteitscriteria deel 2: Procescriteria’.
Voor de toezichttaak binnen de specialisatie APV, AW en bijzondere wetten wordt voor 2026 een risicoanalyse gebruikt. De risicoanalyse is opgenomen in bijlage 9 van dit UP. De top 3 risicosoorten met de hoogste risico’s binnen APV betreffen de risicosoorten:
Dat heeft alles te maken met de hoeveelheid personen dat op zo’n groot evenement of paasvuur/vreugdevuur afkomt. Het heeft in de meeste gevallen een verkeersaantrekkende werking, kan het woongenot of de leefbaarheid van omwonenden (tijdelijk) aantasten, het leidt tot (zwerf)afval en er is kans op het gebruik van verdovende en alcoholhoudende middelen. De ernst/gevolgen van mogelijke overtredingen zijn groot en er is een grote kans op criminaliteit. De kans dat die negatieve invloeden zich voordoen bij bijvoorbeeld een collecte (met of zonder vergunning) of textielinzameling is minder hoog, waardoor die risicosoorten een lager risico hebben.
Evaluatie BOA’s APV, AW en bijzondere wetten 2025
In totaal stonden er 872 controles geraamd voor 2025. Er zijn 1140 controles in 2025 uitgevoerd. Zie onderstaande grafiek:
Uitschieters in bovenstaande grafiek vormen de categorieën parkeerhinder, klachten divers en inrichting controles AW (dit komt door het project terrastijden verruiming) . Daarentegen valt ook op dat er minder controles zijn uitgevoerd dan gepland binnen de categorie overlast (waaronder geluid en stank).
In 2025 is er een vaste collega Boa vertrokken. Hiervoor is een vacature opengesteld en weer ingevuld in 2025.
Overige taken die inherent zijn aan de functie-uitoefening van boa’s (meer dan bij andere functies), zijn onder andere de verplichte bijscholing (om te voorkomen dat ze hun bevoegdheden verliezen), overleggen met ketenpartners (zoals politie) en rapportages. Al met al gaat het om zo’n 1500 uur. Die uren zijn in de capaciteitsberekening meegenomen.
In 2025 werd ook een verbeterslag gemaakt met de systeeminrichting van CityControl. Dit komt ten goede aan de monitoring.
Bijdrage aan beleidsdoelen en streefwaarden “Programma Ruimte” in 2025
Aan de streefwaarden voor de indicatoren van het aantal l controles leeftijd Aw (>13) uit het programma Ruimte is niet voldaan omdat hier geen nieuw beleid voor was opgesteld in 2025 en daardoor hier geen afspraken voor konden worden gemaakt. Er bestaan geen onaanvaardbare risico’s van het niet voldoen aan de streefwaarden. Bovendien zijn alle ontvangen klachten/meldingen, 102 in totaal (streefwaarde programma Ruimte <210), behandeld, waardoor het percentage behandelde klachten op 100% ligt. Ook zijn 4 controles C evenementen uitgevoerd (streefwaarde programma Ruimte >1). Aan de streefwaarde voor de indicator van het aantal controle A/B-evenementen is (>25) is niet voldaan omdat de capaciteit van de Boa’s is ingezet bij de pilot “verruimen terrastijden” in 2025.
Geleverde bijdrage aan projecten
De vergunningverleners APV en bijzondere wetten hebben naast de taken in de grafiek ook bijgedragen aan:
Capaciteitsverantwoording t.o.v. geleverde productie
De gerealiseerde werkvoorraad heeft 5881 uur aan capaciteit gekost. Voor deze taken was 4,2 fte gekwalificeerd personeel nodig. Er was 3,92 fte in 2025 beschikbaar. Daarmee kon de werkvoorraad op een beheersbaar niveau worden afgedaan.
In 2025 is er een vaste collega Boa vertrokken. Binnen een maand was de vacature weer ingevuld. Desondanks zijn de taken naar omstandigheden adequaat uitgevoerd maar was het beheersniveau onvoldoende.
Prognose BOA’s APV, AW en bijzondere wetten 2025
De werkvoorraad voor 2026 wordt geraamd op 970 controles. Zie ook de volgende grafiek:
Op basis van de tot nu toe opgedane ervaringscijfers hebben we gepoogd een reële inschatting te maken voor 2026. De kans bestaat dat het nog niet zal overeenkomen met de werkelijkheid. Door maandelijkse monitoring gaan we een vinger aan de pols houden zodat er tijdig kan worden bijgestuurd mocht dit wenselijk/noodzakelijk zijn.
Verwachte bijdrage aan beleidsdoelen en streefwaarden “Programma Ruimte” in 2026
In de geplande werkvoorraad is rekening gehouden met de indicatoren en streefwaarden uit het programma Ruimte (>25 controles A/B evenementen, >2 controles C evenementen, >13 controles leeftijd Aw en <100 klachten). Gelet op de gerealiseerde werkvoorraad in 2025 is de streefwaarde voor het aantal klachten aan de hoge kant. Deze is dan ook voor het programma 2026 aangepast.
Verwachte bijdrage aan de beleidsagenda in 2026
Vanuit het team THV zullen de Boa’s aan de volgende beleidsonderdelen een bijdrage leveren:
Verwachte bijdrage aan acties en verbeterinitiatieven (projecten) in 2026
Vanuit het team THV zullen de Boa’s aan de volgende acties en verbeterinitiatieven in 2026 een bijdrage leveren:
*Het reguliere werk wat uit de deelname aan de beleidsagenda 2026 en verbeteracties/projecten zou kunnen komen is niet opgenomen in de prognose aantallen van 2026. Deelname aan de project/werkgroepen kan ook extra regulier werk opleveren voor de clusters binnen de teams VOI en THV waar geen formatie voor is geraamd in dit uitvoeringprogramma.
Verwachte capaciteitsverantwoording t.o.v. verwachte productie 2026
Om de voorgenomen werkvoorraad te realiseren, is 4,0 fte nodig. Er is 4,0 fte aan capaciteit beschikbaar.
Er is geen reden om aan te nemen dat de taakuitvoering niet adequaat en op een beheersbaar niveau uitgevoerd kan worden. Wel zullen er mogelijk keuzes gemaakt moeten worden als er in 2026 3 Boa’s domein I en 1 Boa domein II is. Omdat dan bevoegdheden veranderen en er altijd in koppels gewerkt moet worden. De voortgang zal periodiek worden besproken met de vaste medewerkers en waar nodig zal worden bijgestuurd.
Het toetsen aan de normen brandveiligheid bij bouw en de organisatie van evenementen is voor zover van toepassing een taakonderdeel van het team VOI. Daarbij wordt, waar het specifiek gaat om woningen, getoetst door de vakspecialist Bouw en waar het gaat om bouwwerken binnen de categorie ‘Publiek’ (scholen, zorg etc.) en bedrijven de toets overgedragen aan de specialisten van de Brandweer Twente. Bij evenementen is in veel gevallen een combinatie gebruikelijk.
Brandweer Twente (hierna: de Brandweer) is tevens belast met de taakuitvoering op het gebied van advisering en toezicht brandveiligheid. De gemeente Twenterand is als bevoegd gezag (eind)verantwoordelijk voor deze taak en de daaruit voortvloeiende bestuursrechtelijke handhaving (juridische procedure). De maatschappelijke doelstelling hierbij is het realiseren van een hoogwaardige uitvoering van taken en gezamenlijke projecten op het gebied van toezicht en het leveren van een relevante bijdrage aan meer veiligheid en betere naleving in Twente.
In het ‘Meerjarenbeleidsplan 2026-2029 van de sector Brandveiligheid’ is vastgesteld aan welke doelen de sector Brandveiligheid van Brandweer Twente de komende jaren werkt. Deze doelen sluiten aan bij het Beleidsplan Veiligheidsregio Twente (2026-2029) en het risicoprofiel van Twente 2026-2029. Er wordt onderscheid gemaakt tussen doelen op reguliere werkzaamheden (waar werken we aan met onze wettelijke taken) en focuspunten (waar gaan we een stapje extra doen).
In het Beleidsplan “Regionaal kader evenementenveiligheid VRT” (actualisatie 2025) en het “Risico Afwegingsmodel Toezicht Brandveiligheid” (afgekort: RAT) is door middel van een risicoprofiel de prioriteit voor de werkzaamheden bepaald. De doelen reflecteren deze prioriteit.
Evaluatie Brandveiligheid 2025
De Brandweer Twente doet verslag van haar taken in een separaat jaarverslag. Aangezien de Brandweer Twente het definitieve jaarverslag in februari 2025 pas aan alle Twentse gemeenten stuurt, is hier ruimte voor vrij gelaten in bijlage 1 van dit UP. Wij hebben er dit jaar voor gekozen om geen concept jaarverslag op te nemen in dit UP. Dit zorgt voor onnodige verwarring. Via een addendum zal in maart/april 2026 het definitieve jaarverslag Brandveiligheid 2025 worden toegevoegd aan dit gezamenlijke JV 2025/UP 2026.
Voor 2026 staan er in totaal 54 te controleren objecten volgens de meegezonden objectenlijst op het programma. De Brandweer Twente maakt haar planning voor het volgende jaar inzichtelijk in een separaat Uitvoeringsprogramma. Dit is te vinden in bijlage 2 van dit UP. Wij volgen de tekst en uitleg die de Brandweer daarbij geeft en zien geen noodzaak extra aanvullingen hierop te doen.
Verwachte bijdrage aan beleidsdoelen en streefwaarden “Programma Ruimte” in 2026
In de geplande werkvoorraad is rekening gehouden met de indicatoren en streefwaarden uit het programma Ruimte (<2 bestuurlijke (her)controles brandveiligheid in handhavingssfeer). Door het aantal bestuurlijke (her)controles in kaart te brengen geven we gelijktijdig inzicht in het aantal geconstateerde onveilige situaties, zoals als indicator opgenomen in het VTH-beleid van Twenterand.
Er is geen reden om aan te nemen dat de taakuitvoering niet adequaat en op beheers niveau uitgevoerd kan worden.
3.4 VTH - Milieu (ODT) en Asbestbodem
Alle uitvoerende, aan milieubelastende activiteiten gebonden, milieutaken op het gebied van vergunningverlening, toezicht en handhaving en een aantal met name genoemde specialistische adviestaken (geluid, bodem en asbest) worden uitgevoerd door de Omgevingsdienst Twente. Uitzondering hierop is beleid en uitvoering ten aanzien van asbestbodem. Dat is uitbesteed aan Projectbureau BAS.
Doelen, indicatoren en streefwaarden
Het beoogd maatschappelijk effect is ‘een duurzame en leefbare omgeving’. Ten aanzien van het onderdeel Duurzaamheid, Milieu en VTH 2026 zijn de volgende, uit de doelenboom afgeleide doelen, indicatoren en streefwaarden van belang voor het waarborgen van het beoogd maatschappelijk effect:
Daarnaast is ook het VTH beleid Twente in 2022 geactualiseerd. Deze is in 2023 door het college van B&W van de gemeente Twenterand vastgesteld. In het VTH beleid Twente staan doelen en indicatoren voor het uitvoeren van de milieu gerelateerde VTH taken zoals de gemeente Twenterand die bij de ODT belegd heeft. De ODT was voornemens om in 2025 streefwaarden te ontwikkelingen die aansluiten op de indicatoren uit bovenstaand tabel. Gezamenlijk heeft de Omgevingsdienst Twente met de kerngroep in 2025 stappen gezet om hier verbeteringen in aan te brengen. Dit heeft nog niet geresulteerd in het aanpassen van het “VTH beleid Twente”. Dit zal mogelijk in 2026 plaats vinden. De doelen en indicatoren zijn wel alvast opgenomen in het UP 2026 voor milieutaken die door de Omgevingsdienst Twente moeten worden uitgevoerd (zie bijlage 4) . De officieel nog geldende doelen en indicatoren zijn opgenomen in bijlage 8 van dit UP.
Voor de toezichttaak binnen de specialisatie milieu wordt voor 2026 een risicoanalyse gebruikt. De risicoanalyse is opgenomen in bijlage 10 van dit UP. De top 3 risicosoorten met de hoogste risico’s binnen milieu betreffen de risicosoorten:
Het proces rondom deze risicosoorten kan milieuvervuilend zijn en erg veel overlast op de omgeving geven. Deze invloeden zijn in de meeste gevallen nadelig voor de leefbaarheid, veiligheid en gezondheid. De kans dat die negatieve invloeden zich voordoen bij bijvoorbeeld zendmasten en recreatieve visvijvers is minder hoog, waardoor die risicosoorten een lager risico hebben.
Evaluatie milieuwerkzaamheden Omgevingsdienst Twente 2025
De Omgevingsdienst Twente doet verslag van haar taken in een separaat jaarverslag. Aangezien de Omgevingsdienst Twente haar definitieve jaarverslag in februari 2025 pas aan alle Twentse gemeenten stuurt, is hier ruimte voor vrij gelaten in bijlage 3 van dit UP. Wij hebben er dit jaar voor gekozen om geen concept jaarverslag op te nemen in dit UP. Dit zorgt voor onnodige verwarring. Via een addendum zal in maart/april 2026 het definitieve jaarverslag milieuwerkzaamheden Omgevingsdienst Twente 2025 worden toegevoegd aan dit gezamenlijke JV 2025/UP 2026.
Prognose milieuwerkzaamheden Omgevingsdienst Twente 2026
Programma’s: vergunningen/toezicht/handhaving/Advies/projecten
Uitgangspunt voor het uitvoeringsprogramma 2026 is dat de gemeente Twenterand de inbreng qua uren hanteert die zijn vastgesteld conform de programmabegroting 2026 Omgevingsdienst Twente per programma. Tevens zijn de kentallen 2026 in het UVP 2026 niet afgestemd of vastgesteld voor het vaststellen van de programmabegroting 2026 Omgevingsdienst Twente. Door goede monitoring en vinger aan de pols te houden kan tijdig worden bijgestuurd mocht dit nodig zijn. Er is zo realistisch mogelijk geraamd voor 2026 door de gemeente Twenterand. Werkzaamheden die niet geraamd zijn in dit uitvoeringsprogramma zullen lopende het jaar via een opdrachtformulier uitgezet dienen te worden bij de ODT. Hier zullen intern wel eerst financiële middelen voor geregeld moeten worden alvorens het werk aanvullend kan worden uitgezet bij de Omgevingsdienst Twente.
Voor het programma Vergunningen is de prognose dat er 503 zaken worden afgehandeld en daarvoor brengen wij 2041 uren conform de programmabegroting 2026 in.
Voor het programma Toezicht en Handhaving is de prognose dat er 476 zaken worden afgehandeld en daarvoor brengen wij 4352 en 558 uren conform de programmabegroting 2026 in.
Voor het programma Advies is de prognose dat er 272 zaken worden afgehandeld en daarvoor brengen wij 1814 uren conform de programmabegroting 2026 in.
Voor het programma Projecten brengen wij 1168 uren conform de programmabegroting 2026 in.
Voor de gehele prognose van 2025 en relevante ontwikkelingen die mogelijk invloed hebben op de prognose wordt verwezen naar bijlage 4.
Er zijn ook voor 2026 weer zorgen. Het is aannemelijk dat de taken niet adequaat kunnen worden uitgevoerd en het beheers niveau onvoldoende zal zijn. Dit komt door onderbezetting bij de ODT op meerdere disciplines waaronder op diverse advies disciplines en regulier milieutoezicht en Boa’s domein II milieu. Ook wordt er veel vacature ruimte opgevuld met trainees (2 jarig contract). Er is ook in 2026 weer een grote kans dat de ODT (opnieuw) niet aan het haalbaarheidspercentage van 100% kan voldoen wat betreft de periodieke controles. De voortgang wordt periodiek besproken met de accounthouder van de ODT. De maandelijkse voortgangsgesprekken van de gemeente met de ODT worden gecontinueerd in 2026 en de tussentijdse rapportages worden kritisch gevolgd en maandelijks worden de aantallen door onszelf gemonitord (PowerBi) zodat we de ODT hier ook eerder op aan kunnen spreken.
Bijlage 1 JV 2025 Brandweer Twente
Definitief jaarverslag 2025 volgt maart/april 2026 en wordt middels een addendum toegevoegd aan dit UP.
Bijlage 2 UP 2026 Brandweer Twente
Vastgesteld op 09-12-2026 door het College van B&W van de gemeente Twenterand:
Bijlage 3 JV 2025 Omgevingsdienst Twente
Definitief jaarverslag 2025 volgt in maart/april 2026 en wordt middels een addendum toegevoegd aan dit UP 2026.
Bijlage 4 UP 2026 Omgevingsdienst Twente
Vastgesteld op 09-12-2026 door het College van B&W van de gemeente Twenterand:
Knelpunt hierbij zijn langlopende aanvragen die momenteel geen zicht hebben op afronding vanwege de stikstofproblematiek. Voor de werkvoorraad is een afzonderlijke financiële bestemmingsreserve.
4.2 Programma Toezicht en Handhaving
Door toezicht te houden, wordt gecontroleerd of wordt voldaan aan de geldende wet- en regelgeving en of vergunningvoorschriften worden nageleefd. Voor de toezichthouders die de controle uitvoeren maakt de toezichtstrategie duidelijk hoe zij hun werk moeten uitvoeren. Ook geeft het inzicht in de verschillende soorten controles. Voor de verschillende soorten controles is aangesloten bij de productindeling van de PDC Omgevingswet. Om een goede uitvoering te geven aan handhaving, indien nodig, wordt aangesloten bij de LHSO.
Naast producten op het gebied van vergunningverlening en toezicht en handhaving, kennen we ook adviesproducten. Deze producten zijn in onderstaande tabel opgenomen. Er wordt aangesloten bij de productindeling van de PDC 2024.
De afgelopen jaren is er Twentebreed een groeiende behoefte ontstaan aan de expertise van Team Advies. Deze toename hangt nauw samen met de toenemende complexiteit van de samenleving en de vele maatschappelijke ontwikkelingen. Dit vertaalt zich in een stijgend aantal adviesverzoeken en hogere productaantallen voor onder andere externe veiligheid, lucht/geur, geluid en bodem. In het kader van de begroting 2027 wordt bekeken of de formatie afdoende is om de huidige instroom adviezen op lange termijn af te kunnen handelen binnen de wettelijke termijnen.
Onderstaand zijn de belangrijkste ontwikkelingen beschreven die in 2026 van invloed zijn op de producten van Team advies.
Bijlage 5 Capaciteitsverantwoording jaarverslag 2025 en UP 2026
Totaaloverzicht voor de teams VOI en THV voor het jaarverslag 2025 en uitvoeringsprogramma 2026
Bijlage 6 Verantwoording kritieke massa Kwaliteitscriteria 3.0 deel - B
Hieronder verantwoorden we de oranje of rode scores op de deskundigheidsgebieden en hoe de gemeente Twenterand de kritieke massa invult t.o.v. de minimale benodigde massa die gevraagd wordt.
Bijlage 7 Kwaliteitsdoelen VTH-beleid 2024-2028
Deze kwaliteitsdoelen zijn als bijlage onderdeel van het VTH-beleid 2024-2028 van de gemeente Twenterand.
Bijlage 8 Doelen en indicatoren VTH-beleid Twente (ODT)
Deze Doelen en Indicatoren zijn onderdeel van het VTH-beleid Twente (ODT). Een verbeterpunt voor 2025 was dat er verder moest worden gewerkt aan het ontwikkelen van streefwaarden bij de doelen en indicatoren voor de milieutaken die belegd zijn bij de ODT, zodat die betrokken konden worden bij het uitvoeringsprogramma 2026. Dat is gedeeltelijk gelukt. In 2025 heeft de kerngroep VTH-beleid samen met de ODT hieraan gewerkt. Zodat het voor het uitvoeringsprogramma van 2026 alsnog kon worden gebruikt. De ODT zal zich hier nog op verantwoorden in hun jaarverslag 2025 wat wij begin 2026 mogen ontvangen en via een addendum toe zullen voegen aan dit uitvoeringsprogramma.
Aangezien de Doelen en indicatoren van het VTH-beleid Twente (ODT) nog niet officieel zijn herzien gelden onderstaande doelen en indicatoren ook nog voor 2026.
Bijlage 9 Risicoanalyses VTH-beleid 2024-2028 Twenterand
Deze risicoanalyses zijn als bijlagen onderdeel van het VTH-beleid 2024-2028 van de gemeente Twenterand.
Bijlage 10 Risicoanalyse VTH-beleid Twente (ODT)
Deze risicoanalyse is onderdeel van het uniforme in 2023 vastgestelde VTH-beleid Twente (ODT).
Bijlage 11 Concept beleidslijn VTH onder de Wkb
Deze concept beleidslijn VTH onder de Wkb is als bijlage onderdeel van het VTH-beleid 2024-2028 van de gemeente Twenterand. Deze is als concept bijlage opgenomen onder het nieuwe VTH-beleid 2024-2028. Omdat er in 2024 en 2025 te weinig ervaring is opgedaan met bouwmeldingen onder de Wkb proberen wij deze ervaring op te doen en de werkwijze van deze beleidslijn in 2026 te toetsen op dat onderdeel of het werkbaar is. Aan de hand van de in 2026 opgedane ervaringen zal mogelijk deze beleidslijn worden bijgesteld en daarna worden vastgesteld als definitief onderdeel van het VTH-beleid 2024-2028.
Bijlage 12 VTH beleid Twenterand 2024 -2028
Het nieuwe VTH-beleid is vastgesteld in december 2024. En maakt onderdeel uit van die uitvoeringprogramma 2026.
Via de hyperlink kan het VTH-beleid van de gemeente Twenterand worden ingezien: Integrale Uitvoerings- en handhavingsstrategie Twenterand 2024-2028 | Lokale wet- en regelgeving
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2025-548262.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.