Verzamelverkeersbesluit voor het aanwijzen van parkeerplaatsen voor het opladen van elektrische voertuigen (P3 BraLi3)

Ruimte / Mobiliteit / 2025-1986201

 

Het college van burgemeester en wethouders van Maastricht neemt een verzamelverkeersbesluit voor het aanwijzen van twee parkeerplaatsen voor het opladen van elektrische voertuigen voor 27 locaties.

 

Overwegingen

In de concessie met Charge Point Operator (CPO) Vattenfall InCharge wordt halfjaarlijks een laaddrukanalyse uitgevoerd. Op basis hiervan worden de beste presterende laadpalen bepaald, waar plaatsing van extra laadpalen gewenst is. In de (directe) omgeving van deze laadpalen zijn nieuwe locaties voorgesteld die (technisch) geschikt zijn voor het plaatsen van laadpalen. Aanvullend is gekeken naar locatievoorstellen die bij de CPO zijn ingediend. Op basis van zowel de analyse als de ingediende voorstellen zijn in Maastricht 27 nieuwe locaties geselecteerd.

De gemeente Maastricht heeft de laaddrukanalyse en de voorgestelde locaties gecontroleerd. De locaties zijn in week 43, 44 en 45 (2025) ter participatie voorgelegd aan inwoners, bezoekers en bedrijven. De input uit het participatietraject is verwerkt en heeft geleid tot de vaststelling van 27 locaties, zoals hieronder weergegeven en in detail toegelicht in de bijlage. Deze locaties maken onderdeel uit van de derde (van zeven) halfjaarlijkse plaatsingsperiode(s).

De wegen liggen binnen de gemeente Maastricht en zijn bij de gemeente in beheer en onderhoud.

Het aantal elektrische auto’s in Nederland neemt snel toe. Vanaf 2030 dienen alle nieuw verkochte auto’s emissieloos te kunnen rijden. Daarom is het noodzakelijk dat er op openbare locaties mogelijkheden aanwezig zijn om deze elektrische voertuigen op te laden.

Laden op eigen terrein heeft de voorkeur. Echter heeft een deel van de inwoners en bedrijven in Maastricht geen mogelijkheid om op eigen terrein te laden. Om te voldoen aan deze laadvraag moet er voldoende laadinfrastructuur zijn in de openbare ruimte.

Locaties worden bepaald op basis van technische haalbaarheid, bereikbaarheid, toegankelijkheid en verkeersveiligheid. Er wordt gezorgd voor een goede spreiding (laadpaal binnen 300m loopafstand) en waar mogelijk worden laadpalen zoveel mogelijk bij elkaar geplaatst op een centrale plek in de wijk.

Op elke locatie worden twee parkeervakken gereserveerd als parkeerplaats voor het opladen van elektrische voertuigen.

Deze maatregel wordt genomen om de weg in stand te houden en de bruikbaarheid daarvan te waarborgen, het voorkomen of beperken van door het verkeer veroorzaakte overlast, hinder of schade alsmede de gevolgen voor het milieu, bedoelend in de Wet Milieubeheer en het bevorderen van doelmatig of zuinig energiegebruik.

Overeenkomstig artikel 24 van het BABW zijn de te nemen verkeersmaatregelen besproken met de Districtchef van politiedistrict Maastricht.

 

BESLUITEN:

  • 1.

    door het plaatsen van bord E8c van Bijlage I van het RVV 1990 en OB504 twee parkeervakken aan te wijzen als parkeerplaats voor het opladen van elektrische voertuigen ter hoogte van de locaties:

    • a.

      Alfons Ariënsstraat 92, 6221 SK

    • b.

      Anjelierenstraat 35, 6214 SW

    • c.

      Bemelerweg 92, 6226 NE

    • d.

      Europalaan 55, 6226 CN

    • e.

      Floretruwe 2, 6218 TL

    • f.

      Generaal Simpsonstraat 14 C, 6224 XZ

    • g.

      Joseph Bechlaan 104, 6229 GR

    • h.

      Kardinaal van Rossumplein 44, 6221 SX

    • i.

      Kasteel Liebeekstraat 38, 6222 BA

    • j.

      Ketsingenstraat 45, 6215 KM

    • k.

      Laan van Brunswijk 103, 6212 HD

    • l.

      Lage Kanaaldijk 20, 6212 AE

    • m.

      Laurierhoven 52 B, 6225 GA

    • n.

      Luikerweg 71, 6212 NH

    • o.

      Meutestraat 100, 6219 BL

    • p.

      Miradorplein 69 C, 6222 TG

    • q.

      Notgerusweg 26 A, 6212 BK

    • r.

      Planetenhof 101, 6215 TT

    • s.

      Pomonahof 47, 6215 RM

    • t.

      Praaglaan 114, 6229 HP

    • u.

      President Rooseveltlaan 213, 6224 CP

    • v.

      Professor Moserstraat 43, 6224 BK

    • w.

      Sint Annadal 14 C, 6214 PA

    • x.

      Sonnevillelunet 21, 6221 KT

    • y.

      Turennestraat 21, 6221 AR

    • z.

      Wolkammersdreef 49 A, 6216 RM

 

Gelet op:

  • artikel 18, lid 1 onder d van de Wegenverkeerswet 1994 (hierna: WVW 1994) ingevolge verkeersbesluiten worden genomen door burgemeester en wethouders voor zover zij betreffen het verkeer op wegen, welke niet in beheer zijn bij het Rijk, de provincie of een waterschap dat deze bevoegdheid op grond van “Mandaatregeling Gemeente Maastricht 2010” is gemandateerd aan het afdelingshoofd Mobiliteit;

  • artikel 15, lid 1, van de WVW 1994 dient er een verkeersbesluit te worden genomen voor de plaatsing of verwijdering van de in artikel 12 van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer opgenomen verkeerstekens, evenals voor onderborden voor zover daardoor een gebod of verbod ontstaat of wordt gewijzigd;

  • artikel 15, lid 2, van de WVW 1994 dient er een verkeersbesluit te worden genomen voor het aanbrengen of verwijderen van infrastructurele maatregelen die leiden tot een beperking of een uitbreiding van het aantal categorieën weggebruikers dat van een weg of weggedeelte gebruik kan maken;

  • artikel 12 van het Besluit Administratieve Bepalingen inzake het Wegverkeer (hierna: BABW) ingevolge het plaatsen en verwijderen van de in dit artikel genoemde verkeerstekens moet geschieden krachtens een verkeersbesluit;

  • artikel 14 van het BABW, wordt de plaatsing van onderborden, zoals bedoeld in artikel 8, lid 2 en lid 3 van het BABW, in het betrokken verkeersbesluit tot uitdrukking gebracht;

  • artikel 24 van het BABW ingevolge verkeerbesluiten worden genomen na overleg met de gemandateerde van de korpschef van het nationale politiekorps.

 

 

 

Namens het college van burgemeester en wethouders van Maastricht,

Wethouder Aarts,

voor deze,

 

E. Westbroek

Teammanager Mobiliteit

 

(Deze brief is digitaal goedgekeurd en daarom niet met de hand ondertekend)

 

Maastricht, 16 december 2025

 

Bezwaar en voorlopige voorziening

Op grond van het bepaalde in de artikelen 8:1 juncto artikel 7:1 juncto artikel 6:4 van de Awb kan, door degenen wiens belang rechtstreeks bij dit besluit is betrokken, binnen een termijn van zes weken, ingaande op de dag na de dag waarop dit besluit is bekendgemaakt c.q. is verzonden of uitgereikt, bij ons college een bezwaarschrift worden ingediend.

 

U kunt het bezwaarschrift digitaal of schriftelijk indienen.

 

Als u het bezwaarschrift digitaal wilt indienen, kunt u dit doen via https://www.gemeentemaastricht.nl/bezwaarschrift-indienen. U vindt hier een formulier waarmee u bezwaar kunt maken.

 

U kunt het bezwaarschrift ook per post indienen.

 

Het bezwaarschrift moet worden ondertekend en moet ten minste bevatten:

. de naam en het adres van de indiener;

. de dagtekening;

. een omschrijving van het besluit waartegen het bezwaar is gericht;

. de gronden van het bezwaar.

Wij verzoeken u in het bezwaarschrift ook uw telefoonnummer en (zo mogelijk) uw

e-mailadres te vermelden.

 

Het bezwaarschrift moet worden gericht aan het college van Burgemeester en wethouders van Maastricht, Postbus 1992, 6201 BZ Maastricht.

 

Het indienen van bezwaar heeft geen schorsende werking. Om de inwerkingtreding van het besluit en de gevolgen daarvan op te schorten kan om een voorlopige voorziening worden verzocht. Het verzoek om een voorlopige voorziening moet worden gericht aan de voorzieningenrechter van de Rechtbank Limburg, bestuursrecht, postbus 950 te 6040 AZ te Roermond.

Van de verzoeker van een voorlopige voorziening wordt een griffierecht geheven. U wordt door de griffie van de rechtbank geïnformeerd over de hoogte van het griffierecht en de wijze van betaling.

 

U kunt ook digitaal een voorlopige voorziening indienen bij genoemde rechtbank via http://loket.rechtspraak.nl/bestuursrecht. Daarvoor moet u wel beschikken over een elektronische handtekening (DigiD). Kijk op de genoemde site voor de precieze voorwaarden.

Naar boven