Artikel 1: begripsbepaling
- 1.
Alle begrippen die in deze verordening worden gebruikt en niet nader worden omschreven, hebben dezelfde betekenis als in de Algemene subsidieverordening Gemeente Alpen aan den Rijn 2020.
- 2.
In deze subsidieregeling wordt verstaan onder:
ASV:
Algemene subsidieverordening Alphen aan den Rijn;
Cofinanciering;
voor de uitvoeringsactiviteiten beschikbaar gestelde financiële bijdragen of bijdrage in natura door een convenantpartner of een andere private partij, bestuursorgaan of een andere publieke rechtspersoon, voor zover deze daarover kan beschikken, niet zijnde een specifieke uitkering, opdracht of subsidie van het Rijk;
College:
Het college van Burgemeester en wethouders van Alphen aan den Rijn;
De-minimisverklaring:
De verklaring waarin de aanvrager en overige projectpartners aangeven of zij in het lopende en de twee daaraan voorafgaande belastingjaren reeds de-minimissteun heeft ontvangen en zo ja, tot welk bedrag. Dit zoals bepaald in de De-minimisverordening;
De-minimisverordening:
Betreffende de toepassing van artikelen 107 en 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie op de-minimissteun (PB L 352 van 24.12.2013), met inbegrip van eventueel in de toekomst vast te stellen wijzigingen daarvan;
Greenport:
een groot tuinbouwcluster waar planten, bomen, bollen, bloemen (en groenten) worden geteeld en verhandeld. Het is een gebied én een netwerk van ondernemers, overheden en kennisinstellingen die samenwerken om de tuinbouwsector te versterken en te verduurzamen. De Sierteeltregio kent drie Greenports: Aalsmeer, Boskoop en Duin- en Bollenstreek;
Greenportregio:
het grondgebied van de in Greenportverband samenwerkende gemeenten. De Sierteeltregio kent drie Greenportregio’s: Aalsmeer (gemeenten Aalsmeer, Amstelveen, Haarlemmermeer, Kaag en Braassem, Nieuwkoop en Uithoorn), Boskoop (gemeenten Alphen aan den Rijn, Bodegraven-Reeuwijk en Waddinxveen) en Duin- en Bollenstreek (gemeenten Hillegom, Katwijk, Lisse, Noordwijk en Teylingen);
Organisatie:
iedere entiteit met rechtspersoonlijkheid;
Penvoerder
de penvoerder is één van de deelnemers in het samenwerkingsverband die namens het samenwerkingsverband optreedt als aanvrager van de subsidie. Elke deelnemer in het samenwerkingsverband moet deze penvoerder machtigen;
Regio Deal:
convenant dat door de minister van VRO, eventueel een andere minister/staatssecretaris en één of meer regionale Partijen is gesloten om de kwaliteit van leven, wonen en werken van inwoners en ondernemers in een regio te verbeteren;
Sierteeltregio:
het grondgebied van de in de Greenportregio’s samenwerkende gemeenten;
Stuurgroep:
de stuurgroep van de Regio Deal Sierteelt die voor deze subsidieregeling als adviescommissie voor het college is ingesteld.
Artikel 2: doelstelling
Het doel van deze regeling is subsidie te verstrekken aan projecten die afzonderlijk dan wel cumulatief bijdragen aan de volgende doelen:
- 1.
Verbeteren van de kwaliteit van de leefomgeving in de Sierteeltregio, door:
- •
de kwaliteit van water, bodem en natuur te verbeteren;
- •
te werken aan voldoende en betrouwbare waterbeschikbaarheid;
- •
kennisontwikkeling en -verspreiding tot stand te brengen en innovaties te stimuleren;
- •
het ruimtegebruik in de Greenportregio’s te verbeteren.
- 2.
Verbeteren van de balans tussen vraag en aanbod op de regionale arbeidsmarkt in de Sierteeltregio, door:
- •
het optimaal benutten van het menselijk potentieel;
- •
de transitie naar verduurzaming voor ondernemers te versnellen;
- •
minder afhankelijk te worden van arbeidsmigranten;
- •
het vergroten van het arbeidspotentieel van arbeidsmigranten.
- 3.
Verbeteren van de positie van arbeidsmigranten in de Sierteeltregio, door:
- •
de informatievoorziening aan arbeidsmigranten te verbeteren;
- •
het verbeteren van de samenwerking tussen regionale ketenpartners (zowel overheden als marktpartijen) om misstanden in de werk- en woonsfeer van arbeidsmigranten tegen te gaan;
- •
de informatiepositie van ketenpartners te verbeteren.
Artikel 3: Doelgroep
- 1.
Subsidie kan uitsluitend worden aangevraagd door een organisatie die de Samenwerkingsovereenkomst Regio Deal Sierteeltregio heeft ondertekend.
- 2.
De aanvragende organisatie is de penvoerder van een samenwerkingsverband van tenminste twee andere organisaties.
Artikel 4: Subsidiabele activiteiten en minimale vereisten
- 1.
Subsidie kan uitsluitend worden verleend voor activiteiten die bijdragen aan een of meerdere doelen van de regeling.
- 2.
De activiteiten moeten ten minste in totaal 25 punten scoren op de volgende beoordelingsaspecten:
- a.
de activiteit levert een substantiële bijdrage aan, dan wel kennisverrijking over de doelen van de Regio Deal:
- b.
de activiteit leidt tot een wezenlijk effect of leereffect voor een substantieel deel van de Sierteeltregio hebben:
- c.
het is aannemelijk dat het projectresultaat kan worden opgeleverd voor 31 december 2029:
- d.
de kosten staan in redelijke verhouding tot het beoogde resultaat en de doelen van de Regio Deal:
- e.
de samenwerkingspartners leveren allen een wezenlijke bijdrage aan het project:
- 2.
Het college laat zich voorafgaand aan het nemen van het besluit voor wat betreft de beoordelingsaspecten zoals bedoeld in het tweede lid, onderdelen a tot en met e, adviseren door de stuurgroep.
Artikel 5: Subsidiabele kosten
- 1.
Voor subsidie komen uitsluitend de redelijke kosten in aanmerking die naar het oordeel van het college noodzakelijk zijn met uitzondering van:
- a.
loonkosten voor zover meer bedragen dan € 105,- per uur inclusief overhead en niet zijn voorzien van een onderbouwing;
- b.
kosten voor inhuur van derden voor zover deze meer bedragen dan € 135 per uur exclusief btw en niet zijn voorzien van een onderbouwing;
- c.
kosten van rente voor bankdiensten en/of financieringen;
- d.
kosten van gerechtelijke procedures, boetes of sancties;
- e.
verrekenbare of compensabele omzetbelasting;
- f.
vervangingsinvesteringen;
- g.
kosten voor de reguliere bedrijfsvoering;
- h.
inbreng van arbeid verricht door vrijwilligers;
- i.
aankoop, bouw of inbreng van onroerend goed.
- j.
kosten voor voorbereiding van de subsidie aanvraag voor zover deze meer bedragen dan € 2.500 +1% van de projectbegroting of ten hoogste € 10.000;
- k.
kosten ten behoeve van de uitvoering van de subsidieregeling.
- 2.
Met uitzondering van voorbereidingskosten zoals bedoeld in het vorige lid onder j. zijn bij de vaststelling kosten slechts subsidiabel vanaf het moment van indienen van de aanvraag.
Artikel 6: aanvraagvereisten
- 1.
Bij het indienen van de aanvraag wordt gebruik gemaakt van het door het college vastgestelde digitale aanvraagformulier.
- 2.
Een aanvraag bevat:
- a.
Een projectplan op basis van het daarvoor beschikbaar gestelde format, met daarin ten minste uitgewerkt:
- i.
de beoogde resultaten en de wijze waarop deze worden aangetoond;
- ii.
- iii.
beschrijving van de borging van de continuïteit na afloop van de projectperiode;
- iv.
beschrijving van de cofinanciering;
- v.
begroting, uitgesplitst in materiaal, derden, loonkosten, afschrijvingen en niet-verrekenbare btw per samenwerkingspartner;
- vi.
een toelichting op de in artikel 4, onderdelen a tot en met e beschreven aspecten.
- vii.
publiekssamenvatting van maximaal 1000 woorden;
- b.
keuze voor één van de drie programmalijnen, zoals vermeld in het Convenant Regio Deal Sierteeltregio;
- c.
samenwerkingsovereenkomst volgens het daarvoor beschikbaar gestelde format;
- d.
staatssteunanalyse waaruit blijkt dat geen sprake is van staatssteun dan wel dat een vrijstelling van toepassing is, of een de-minimisverklaring.
- 3.
Voorafgaand aan het indienen van een aanvraag kan de aanvrager een preadvies aanvragen website van de Regio Deal.
- 4.
Bij een negatief preadvies krijgt de aanvrager eenmalig de mogelijkheid om in de stuurgroep een reactie te geven, voorafgaand aan het definitieve advies van de stuurgroep aan het college.
Artikel 7: hoogte van de subsidie
- 1.
De hoogte van de subsidie bedraagt maximaal 50% van de subsidiabele kosten;
- 2.
Een subsidieaanvraag bedraagt minimaal € 25.000,- en maximaal € 750.000,-.
- 3.
Cofinancierng wordt gewaardeerd in overeenstemming met artikel 5 van deze regeling.
- 4.
Subsidie wordt verstrekt onder de voorwaarde dat voldoende middelen beschikbaar zijn gesteld op de begroting.
Artikel 8: Aanvraagperioden
- 1.
De eerste aanvraagperiode loopt van 1 januari tot 31 december 2026.
- 2.
De tweede aanvraagperiode loopt van 1 januari 2027 tot 31 december 2027.
- 3.
De derde aanvraagperiode loopt van 1 januari 2028 tot 31 december 2028.
Artikel 9: Verdeling van het subsidieplafond
- 1.
Het subsidieplafond voor deze subsidieregeling bedraagt € 9.700.000,- (incl. BTW).
- 2.
Het subsidieplafond wordt als volgt verdeeld deelplafonds per aanvraagtijdvak:
|
Deelplafonds/aanvraagtijdvak
|
1 januari 2026 – 31 december 2026
|
1 januari 2027 – 31 december 2027
|
1 januari 2028 – 31 december 2028
|
|
1. Gezonde en vitale leefomgeving
|
€ 2,3 mln.
|
€ 1,5 mln.
|
|
|
2. Regionale arbeidsmarkt en leer- en werkomgeving
|
€ 1,8 mln.
|
€ 1,3 mln.
|
|
|
Verbeteren positie arbeidsmigranten
|
€ 1 mln.
|
€ 0,7 mln.
|
|
|
Totaal deelplafonds
|
€ 5,1 mln.
|
€ 3,5 mln.
|
|
- 3.
De deelplafonds voor aanvraagtijdvak 1 januari 2028 tot en met 31 december 2028 wordt bij separaat besluit bekendgemaakt.
- 4.
Het college kan besluiten het subsidieplafond of een deelplafond te wijzigen per separaat bekend te maken besluit.
- 5.
Verstrekking van subsidie vindt plaats op volgorde van ontvangst van complete aanvragen die niet worden geweigerd totdat het voor de betrokken subsidie vastgestelde subsidieplafond is bereikt.
- 6.
Als de aanvrager krachtens artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht de gelegenheid heeft gehad de aanvraag aan te vullen, geldt als datum van ontvangst van de aanvraag de datum waarop de aangevulde aanvraag is ontvangen.
- 7.
Indien het vastgestelde subsidieplafond dreigt te worden overschreden of wordt overschreden als gevolg van het aantal aanvragen dat op dezelfde dag wordt ontvangen, worden deze aanvragen door middel van loting gerangschikt.
Artikel 10: beslistermijn
In afwijking van artikel 9 van de ASV beslist het college binnen 22 weken na de ontvangst van de aanvraag.
Artikel 11: weigeringsgronden
Onverminderd de artikelen 4:25, tweede lid, en 4:35 van de Algemene wet bestuursrecht en artikel 13 van de ASV wordt de subsidie geweigerd indien:
- 1.
minder dan 25 punten worden behaald voor de beoordelingsaspecten zoals bedoeld in artikel 4, tweede lid, onderdelen a tot en met e;
- 2.
op een beoordelingsaspect 0 punten wordt behaald;
- 3.
een gegronde reden bestaat om aan te nemen dat de continuïteit van de aanvrager of een partner niet voldoende is gewaarborgd;
- 4.
de aanvrager in financiële moeilijkheden verkeert volgens artikel 2 van verordening (EU) 651/2014;
- 5.
tegen de aanvrager een bevel is uitgevaardigd tot terugvordering van overheidssteun omdat deze uit eerder besluit van de Europese Commissie onrechtmatig en onverenigbaar met de interne markt is verklaard;
- 6.
niet wordt voldaan aan het bepaalde in deze subsidieregeling.
Artikel 12: betalingen en bevoorschotting
- 1.
De subsidie wordt betaald aan de subsidieontvanger zo spoedig mogelijk nadat de subsidieaanvraag is verleend.
- 2.
Het college kan in de verleningsbeschikking een bevoorschottingsregime opnemen.
Artikel 13: verplichtingen van de subsidieontvanger
Onverminderd de artikelen 10 en 11 van de ASV gelden voor de subsidieontvanger de volgende verplichtingen:
- 1.
Projecten moeten binnen 6 maanden na afgifte van de subsidieverleningsbeschikking zijn gestart. Als een project niet binnen 6 maanden is gestart, kan de subsidieverlening worden ingetrokken.
- 2.
Projecten moeten uiterlijk 31 december 2029 administratief zijn afgerond.
- 3.
De subsidieontvanger is verplicht halverwege de looptijd van het project een voortgangsrapportage met informatie over de verrichte werkzaamheden en de bijbehorende resultaten en daarvoor ingezette middelen van het voorgaande jaar weergegeven op het daarvoor beschikbaar gestelde format. Het college kan bij verleningsbeschikking kiezen voor andere voortgangsrapportageverplichtingen.
- 4.
Bij projecten langer dan één jaar wordt ieder jaar voor 15 februari en voor 15 augustus een voortgangsrapportage verstrekt met informatie over de verrichte werkzaamheden en de bijbehorende resultaten en daarvoor ingezette middelen van het voorgaande jaar weergegeven op het daarvoor beschikbaar gestelde format. Het college kan bij verleningsbeschikking kiezen voor andere voortgangsrapportageverplichtingen.
- 5.
De subsidieverstrekker kan in de verleningsbeschikking specifieke verplichtingen opleggen.
- 6.
De subsidieontvanger richt haar administratie zo in dat het college op elk moment inzicht kan worden geboden in de mate waarin de subsidieontvanger voldoet aan de aan de subsidieverstrekking verbonden verplichtingen.
- 7.
De subsidieontvanger houdt de administratieve gegevens gedurende ten minste zeven jaren na afloop van de datum van ontvangst van de beslissing tot vaststelling van de subsidie, tenzij de subsidieverstrekker hiervoor een langere termijn stelt.
- 8.
De subsidieontvanger verschaft alle informatie en verleent alle medewerking aan onderzoeken die door of namens het college worden uitgevoerd en verschaft daartoe onverwijld alle documenten, ten behoeve van de ontwikkeling van het beleid dan wel de controle op de doeltreffendheid, doelmatigheid en rechtmatigheid van de besteding van de ontvangen subsidies.
- 9.
De subsidieontvanger vermeldt in alle communicatie-uitingen dat het project medegefinancierd wordt vanuit de Regio Deal Sierteeltregio.
- 10.
De subsidieontvanger informeert het college voorts schriftelijk over:
- a.
relevante wijzigingen in de financiële en organisatorische verhouding met derden;
- b.
ontwikkelingen die ertoe kunnen leiden dat de subsidieontvanger de activiteiten of de aan de subsidie verbonden verplichtingen niet, niet tijdig of niet geheel zal kunnen uitvoeren of nakomen;
- c.
wijziging van de statuten voor zover het betreft de vorm van de gesubsidieerde rechtspersoon, de persoon van de bestuurder of bestuurders en toezichthouders, en het doel van de rechtspersoon;
- d.
besluiten of procedures gericht op de beëindiging van de activiteiten waarvoor subsidie is verleend, ontbinding van de rechtspersoon of een ingrijpende wijziging van de werkzaamheden van de rechtspersoon;
- e.
wijzigingen in de financiële situatie of in de financiële of organisatorische verhouding in het samenwerkingsverband dan wel met derden.
Artikel 14: verantwoording en vaststelling
- 1.
De subsidie wordt vastgesteld op basis van de werkelijk gemaakte kosten tot het maximum van de verleende subsidie.
- 2.
In afwijking van het bepaalde in artikel 15 van de ASV dient de aanvrager bij de het college een verzoek tot vaststelling van de subsidie in binnen 3 maanden na afronding van de activiteiten van het project waarvoor subsidie is verleend doch uiterlijk 31 maart 2030.
- 3.
De aanvraag tot vaststelling bevat in aanvulling op artikel 15 van de ASV:
- a.
een inhoudelijk verslag waaruit blijkt in hoeverre de gesubsidieerde activiteiten zijn verricht en aan de verplichtingen is voldaan;
- b.
een overzicht van de gesubsidieerde activiteiten en de hieraan verbonden uitgaven en inkomsten;
- c.
een financieel verslag of jaarrekening;
- d.
een onderbouwing van de cofinanciering, en;
- e.
bij subsidies van meer dan € 50.000 een controleverklaring van een onafhankelijke accountant.
- 4.
In afwijking van het bepaalde in artikel 15 lid van de ASV besluit het college met inachtneming van het advies van de stuurgroep binnen 13 weken na de ontvangst van een aanvraag tot subsidievaststelling.
Artikel 15: hardheidsclausule
- 1.
In gevallen, de uitvoering van deze subsidieregeling betreffend, waarin deze subsidieregeling niet voorziet, beslist het college.
- 2.
Het college kan afwijken van de bepalingen in deze subsidieregeling, indien toepassing van deze subsidieregeling gevolgen zou hebben die wegens bijzondere omstandigheden onevenredig zouden zijn in verhouding tot de daarmee te dienen belangen.
Artikel 16: inwerkingtreding
De subsidieregeling treedt in werking op 1 januari 2026 en vervalt op 31 december 2029.
Artikel 17: citeertitel
Deze subsidieregeling wordt aangehaald als: Subsidieregeling Regio Deal Sierteeltregio.
Toelichting
Artikel 3: doelgroep
De samenwerkingspartners van de aanvrager zijn niet verplicht de SOK te ondertekenen.
Artikel 4: activiteiten
Onder activiteiten wordt mede verstaan ‘experimenten’.
De stuurgroep toetst de aanvraag aan vijf criteria. Voor ieder criterium kunnen ten hoogste tien punten worden behaald. Wanneer niet in totaal ten minste 25 punten wordt gescoord, of wanneer op één of meerdere criteria nul punten wordt gescoord volgt een afwijzing.
Hieronder volgt per criterium waar de stuurgroep ongeveer naar op zoek is, en hoe dat kan worden onderbouwd.
- 1.
de activiteit levert een substantiële bijdrage aan, dan wel kennisverrijking over de doelen van de Regio Deal
De doelen staan omschreven in art. 2 van de regeling, inclusief subdoelen. Onderbouwd moet worden aan welke van de doelen het project bijdraagt en op welke wijze. Bij de onderbouwing kan bijvoorbeeld gebruikt worden gemaakt van referenties, ervaringen van derden of vergelijkbare projecten.
- 2.
de activiteit leidt tot een wezenlijk effect of leereffect voor een substantieel deel van de Sierteeltregio
Met een substantieel deel van de Sierteeltregio wordt bedoeld dat het project het lokale of particuliere niveau overstijgt, bijvoorbeeld omdat de effecten op een groot gebied effect hebben of omdat het
leereffect in meerdere
Greenports
of bij een groot aantal partijen landt. Bij de onderbouwing kan bijvoorbeeld gebruikt worden gemaakt van referenties, ervaringen van derden of vergelijkbare projecten.
- 3.
het is aannemelijk dat het projectresultaat kan worden opgeleverd voor 31 december 2029
Dit kan worden onderbouwd door in te gaan op al doorlopen en nog te doorlopen procedures en besluitvormingsprocessen en het beschrijven van risico's voor de planning, inclusief beheersmaatregelen.
- 4.
de kosten staan in redelijke verhouding tot het beoogde resultaat en de doelen van de Regio Deal
Onderbouwd moet worden hoe de investering zich verhoudt tot het effect, bijvoorbeeld door te beargumenteren dat er geen goedkopere activiteit is die tot hetzelfde effect zou kunnen leiden. Indien sprake is van een multipliereffect, dan is dit goed om te specificeren. Het multipliereffect wil zeggen dat de Regio Deal investering ertoe leidt dat ander investeringsgeld wordt aangetrokken, waardoor de totale impact van het project wordt vergroot.
- 5.
de samenwerkingspartners leveren allen een wezenlijke bijdrage aan het project
Met een wezenlijke bijdrage wordt bedoeld dat elke partner bijdraagt met middelen en/of capaciteit en deelneemt aan de projectorganisatie. Het achterliggende idee van dit criterium is dat de Regio Deal bijdraagt aan een structureel betere samenwerking tussen partners in de regio en met het Rijk.
Dit kan blijken uit een beschrijving van de werkpakketten, overlegstructuren, en hoe besluitvorming plaatsvindt, hoe partners elkaar aanvullen, welke middelen elke partner inzet (uren, in-kind bijdragen, financiële inzet).
Artikel 5: subsidiabele kosten
Dit overzicht toont de jaarlijkse loonkosten, overhead, totale kosten en productieve uurtarieven voor salarisschalen 6 t/m 13, gebaseerd op de Handleiding Overheidstarieven 2025. Uitgangspunt is 1.355 productieve uren per jaar.
In deze regeling is gekozen om aan te sluiten bij het productieve uurtarief van schaal 12.
|
Schaal
|
Jaarlijkse loonkosten (€)
|
Overhead (€)
|
Totale kosten (€)
|
Productief uurtarief excl. btw (€)
|
|
6
|
60.000
|
26.000
|
86.000
|
63
|
|
7
|
65.000
|
26.000
|
91.000
|
67
|
|
8
|
71.000
|
26.000
|
97.000
|
72
|
|
9
|
79.000
|
26.000
|
105.000
|
78
|
|
10
|
88.000
|
26.000
|
114.000
|
84
|
|
11
|
101.000
|
26.000
|
127.000
|
93
|
|
12
|
117.000
|
26.000
|
143.000
|
105
|
|
13
|
133.000
|
26.000
|
159.000
|
117
|
Voor wat betreft de inhuur van externen is gekozen voor een uurtarief van 135 per uur exclusief BTW. Hogere uurtarieven moeten worden voorzien van een toelichting zodat de noodzakelijkheid kan worden beoordeeld.
De tarieven worden niet geïndexeerd maar worden geacht over de komend vier jaar gemiddeld toereikend te zijn.
Voorbereidingskosten worden berekend op basis van een standaardbedrag van € 2.500 + 1% van de totale projectbegroting (voor zover subsidiabel). Voorbereidingskosten zijn nooit subsidiabel voor zover deze meer bedragen dan € 10.000.
De kosten voor het aanvragen van de voor de eindverantwoording benodigde accountantsverklaring zijn subsidiabel.
Artikel 9: verdeling van het subsidieplafond
De verschillende tranches zijn bedoeld om partijen die bij de eerste aanvraagperiode nog geen project hebben alsnog een aanvraag te kunnen laten doen. De deelplafonds van de derde tranche worden later bekendgemaakt.