Regeling tot wijziging van de tarieven zeehaven 2023

Toelichting

 

Ter compensatie van de gestegen loon- en prijsstijgingen worden de vergoedingen per 1 januari 2026 trendmatig met 2,22% verhoogd.

 

Besluitvorming

 

Het college van burgemeester en wethouders van Den Haag,

 

gelet op:

 

  • -

    Artikel 1.11 van de Verordening Scheveningen haven Den Haag 2023;

  • -

    Artikel 2:1, derde lid, van de Tarieven Zeehaven 2023;

 

besluit vast te stellen de Regeling tot wijziging van de Tarieven Zeehaven 2023:

 

Artikel I

De regeling Tarieven Zeehaven 2023 wordt gewijzigd als volgt:

  • A

    Artikel 2:4 komt te luiden:

    Artikel 2:4 Hoogte van het tarief van de vergoeding voor het havengeld

    1. De hoogte van het havengeld, exclusief omzetbelasting, voor categorie I en II schepen bedraagt:

 

Tarief per reis per BT

Tarief na 10 reizen (per kalender jaar)

per reis per BT

Tarief na 20 reizen (per kalenderjaar) per reis per BT

Tarief na 30 reizen (per kalenderjaar) per reis per BT

Categorie I schepen

€ 0,41

€ 0,33

€ 0,20

€ 0,10

Categorie II schepen

€ 1,05

€ 0,79

€ 0,54

€ 0,26

Met een minimum van

€ 62,51

€ 46,86

€ 31,25

€ 15,64

2. De hoogte van het havengeld voor categorie III schepen bedraagt € 1,32 per strekkende meter per etmaal, exclusief omzetbelasting.

3. Bij de berekening van het havengeld, als bedoeld in het eerste lid, heeft een reis betrekking op maximaal tien dagen. Bij een verblijf langer dan tien dagen, wordt na elke tien dagen weer een reis in rekening gebracht. Dit geldt niet voor schepen die afmeren aan een eigen of gehuurde kade.

4. Het havengeld voor een opgelegd schip, dat niet afmeert aan een eigen of gehuurde kade, wordt na dertig dagen vermeerderd met een toeslag van € 6,12 per strekkende meter ingenomen kade-ruimte, exclusief omzetbelasting.

5. Het havengeld voor een schip dat korter dan 24 uur in de haven verblijft en niet laadt of lost, anders dan het van bemanning wisselen of bunkeren en provianderen, bedraagt € 0,32, exclusief omzetbelasting, per BT van het schip.

 

  • B

    Artikel 2:5 komt te luiden:

    Artikel 2:5 Hoogte van het tarief van de vergoeding voor het kadegeld

    1. Het kadegeld voor een vaste ligplaats bedraagt € 452,16 per strekkende meter scheepslengte per jaar, exclusief omzetbelasting.

    2. Het kadegeld voor een gereserveerde ligplaats bedraagt € 226,06 per strekkende meter scheepslengte per jaar, exclusief omzetbelasting.

    3. Het kadegeld voor schepen die een gereserveerde ligplaats huren ten behoeve van het uitvoeren van dienstverlenende activiteiten in de haven bedraagt € 113,02 per strekkende meter scheepslengte per jaar, exclusief omzetbelasting.

 

  • C

    Artikel 2:6 komt te luiden:

    Artikel 2:6 Hoogte van het tarief van de vergoeding voor levering water of elektriciteit

    1. Op aanvraag wordt door de havendienst aan gemeerde schepen, water of elektriciteit geleverd.

    2. Het tarief voor de levering van drinkwater is € 5,37 per 1 m³, exclusief omzetbelasting.

    3. Het tarief voor de levering van elektriciteit is € 0,37 per KwH, exclusief omzetbelasting.

 

Artikel II

Deze regeling treedt in werking op 1 januari 2026.

 

Den Haag, 9 december 2025

Het college van burgemeester en wethouders,

 

de secretaris,

Ilma Merx

 

de burgemeester,

Jan van Zanen

 

 

Naar boven