Verkeersbesluit intrekken en wijzigen eenrichtingsverkeer in de Leidsebuurt in Haarlem

Nr. 2025/589577

 

Burgemeester en wethouders van de gemeente Haarlem,

 

gelet op de Wegenwet, de Wegenverkeerswet 1994 (hierna: WVW 1994), het Reglement Verkeersregels en Verkeerstekens 1990 (hierna: RVV 1990), het Besluit Administratieve Bepalingen inzake het Wegverkeer (hierna: BABW) en de Uitvoeringsvoorschriften van het Besluit Administratieve Bepalingen inzake het Wegverkeer (hierna: Uitvoeringsvoorschriften BABW).

 

Overwegende:

dat de Sterrebosstraat, de Oost Indiëstraat, de Van Loostraat, Olycanstraat, het Brouwersplein, de Rollandstraat, de Oranjestraat, de De Clercqstraat, de Brouwersstraat, de Gasthuislaan, de Voorzorgstraat, de Assendelverstraat, Waldeck Pyrmontstraat, en de Jan Nieuwenhuijzenstraat gelegen zijn binnen de bebouwde kom van Haarlem;

dat de Sterrebosstraat, de Oost Indiëstraat, de Van Loostraat, Olycanstraat, het Brouwersplein, de Rollandstraat, de Oranjestraat, de De Clercqstraat, de Brouwersstraat, de Gasthuislaan, de Voorzorgstraat, de Assendelverstraat, Waldeck Pyrmontstraat en de Jan Nieuwenhuijzenstraat in beheer zijn bij de gemeente Haarlem;

dat de Sterrebosstraat, de Oost Indiëstraat, de Van Loostraat, Olycanstraat, het Brouwersplein, de Rollandstraat, de Oranjestraat, de De Clercqstraat, de Brouwersstraat, de Gasthuislaan, de Voorzorgstraat, de Assendelverstraat, Waldeck Pyrmontstraat en de Jan Nieuwenhuijzenstraat wegen zijn als bedoeld in artikel 18, lid 1 onder d van de WVW 1994;

dat gelet op bovengenoemd artikel het college van burgemeester en wethouders van Haarlem bevoegd is verkeersbesluiten te nemen voor deze wegen;

dat de bevoegdheid voor het nemen van verkeersbesluiten door het college van burgemeester en wethouders van Haarlem is gemandateerd aan de afdelingsmanager Beheer en Beleid Openbare Ruimte, waarbij ondermandaat is verleend aan de Teammanager bereikbaarheid;

dat de gemeentelijke wegencategorisering van Haarlem op 25 april 2024 door de gemeenteraad is vastgesteld in de Beleidsnotitie Afweging 30km/u;

dat deze categorisering aansluit op de categorisering, zoals bedoeld in het landelijke beleid Duurzaam Veilig;

dat de Sterrebosstraat, de Oost Indiëstraat, de Van Loostraat, Olycanstraat, het Brouwersplein, de Rollandstraat, de Oranjestraat, de De Clercqstraat, de Brouwersstraat, de Gasthuislaan, de Voorzorgstraat, de Assendelverstraat, Waldeck Pyrmontstraat en de Jan Nieuwenhuijzenstraat gecategoriseerd zijn als erftoegangsweg binnen de bebouwde kom waarop een maximumsnelheid van 30 km/u geldt;

dat de Van Loostraat en de Voorzorgstraat, tussen de Oranjestraat en de Westergracht als erf zijn ingericht waarop een maximumsnelheid van 15 km/u geldt;

dat de verblijfsfunctie op een erftoegangsweg en in een erf prevaleert boven de verkeersfunctie;

dat de eerder genoemde straten in de Leidsebuurt zijn gelegen;

dat de Leidsebuurt een woonbuurt betreft met smalle straten;

dat in 2021 een circulatieplan is opgesteld voor de Leidsebuurt;

dat in het circulatieplan rekening is gehouden met bestaande verkeersproblematiek in een aantal straten, waarbij bijna de gehele Leidsebuurt is voorzien van eenrichtingsverkeer;

dat in 2022, op basis van het circulatieplan, een verkeersbesluit is genomen met kenmerknummer 2022/489235;

dat in het verkeersbesluit is vastgesteld dat veel straten in de wijk te smal zijn voor comfortabel tweerichtingsverkeer en de verblijfsfunctie voorop moet staan;

dat bovengenoemd besluit is voortgekomen uit een onderzoek en wensen vanuit de wijk, in samenspraak met de wijkraad;

dat bewoners en andere belanghebbenden hebben geparticipeerd;

dat na het nemen van het besluit uit 2022 er meldingen zijn ontvangen uit een aantal straten in de Leidsebuurt;

dat in de meldingen is aangegeven dat het ingestelde eenrichtingsverkeer op een aantal locaties regelmatig genegeerd wordt, waarbij bestuurders soms met een relatief hoge snelheid tegen de rijrichting in rijden;

dat bovenstaande situatie de effectiviteit en de verkeersveiligheid van de eenrichtingssituatie in het geding brengt;

dat dit leidt tot verkeersonveilige situaties en overlast;

dat er extra risico’s voor fietsers en voetgangers ontstaan, wanneer verkeersmaatregelen structureel genegeerd worden of als verkeersgedrag afwijkt van de inrichting;

dat op het negeren van de gestelde rijrichting gehandhaafd wordt, maar dit niet afdoet aan het feit dat het regelmatig voorkomt en er geen extra capaciteit beschikbaar is voor structurele controle op het naleven van het eenrichtingsverkeer;

dat bewoners tevens overlast ervaren in verschillende straten, vanwege het opbreken van doorgaande routes in de wijk;

dat bewoners daarmee onlogische routes moeten nemen om naar hun bestemming te komen;

dat daarmee in situaties bij de stremming van een bepaalde straat geen alternatieve routes aanwezig zijn;

dat in de Assendelverstraat, de aanwezige bochten in de straat leidt tot verminderd zicht op tegemoetkomend verkeer;

dat er uit andere delen van de wijk positieve reacties zijn gekomen sinds de invoering van het eenrichtingsverkeer;

dat deze reacties bevestiging geven dat de eenrichtingssituatie op diverse plaatsen bijdraagt aan de rust, het overzicht en de leefbaarheid in de straat;

dat zowel de meldingen als de positieve signalen zijn meegewogen in de herbeoordeling van het circulatieplan;

dat signalen uit de wijk laten zien dat de werking van het eenrichtingsverkeer niet overal gelijk is;

dat op een aantal locaties de eenrichtingssituaties daarom niet tot het gewenste effect leidt, bijvoorbeeld doordat deze genegeerd wordt, terwijl op andere locaties het verkeer juist beter doorstroomt en er meer verkeersveiligheid wordt ervaren;

dat op locaties waar overtredingen regelmatig voorkomen, en handhaving beperkt mogelijk is, komt de naleving van de eenrichtingssituatie onder druk te staan;

dat politie alleen bij incidentele controle of een kortdurend project zal meewerken aan de handhaving, daarbuiten heeft het voor de politie geen prioriteit;

dat door het ontbreken van handhaving en de onwil van wijkbewoners en gebruikers van de weg er een ongewenste verkeerssituatie ontstaat;

dat binnen Duurzaam Veilig de inrichting van de weg een zelfhandhavende functie heeft;

dat er in de Leidsebuurt op basis van bovengenoemde niet voldaan wordt aan een zelfhandhavende inrichting;

dat daarom het genomen verkeersbesluit op een aantal onderdelen aangepast wordt, waarbij per straat een afweging is gemaakt op basis van verkeerskundig inzicht, praktijkervaring en signalen uit de wijk;

dat in straten waar het eenrichtingsverkeer logisch is en bijdraagt aan overzicht en verkeersveiligheid, zoals in de omgeving van scholen (Leidseplein en Leidsezijstraat) blijft de bestaande situatie gehandhaafd;

dat ook op onoverzichtelijke bochten en bij belangrijke ontsluitingsroutes (zoals Voorzorgstraat – Westergracht) de bestaande situatie in stand blijft;

dat zodoende in de Oranjestraat, de Klarenbeekstraat, de Westergracht (fietsstraat), de Leidsezijstraat en het zuidelijke deel van de Voorzorgstraat, het eenrichtingsverkeer behouden blijft;

dat het eenrichtingsverkeer in de Jan Nieuwhuijzenstraat, vanaf het Leidseplein richting de Brouwersstraat, behouden blijft om minder verkeer richting de school en de opvang te realiseren, zodat de verkeersveiligheid voor de kinderen vergroot wordt;

dat in overige straten in de Leidsebuurt, waar de noodzaak voor eenrichtingsverkeer minder evident is en waar de praktijk uitwijst dat het niet goed functioneert, wordt voorgesteld het circulatiepatroon aan te passen;

dat naast de uitgangspunten uit het genomen besluit van 2022, die leidend blijven, een aanvullende afweging op straatniveau is gemaakt op basis van ervaringen in de praktijk en signalen uit de wijk;

dat dit besluit daarmee voorziet in een bijstelling in de genoemde straten waar dit vanuit veiligheid, naleving en gebruik wenselijk wordt geacht;

dat deze afweging heeft doen besluiten om, in afwijking van geldende CROW-richtlijnen over breedte, op een aantal wegen in de Leidsebuurt het eenrichtingsverkeer in te trekken;

dat de breedte van de rijbanen in deze overige straten, gelegen in de westkant van de Leidsebuurt, vooralsnog voldoende ruimte bieden voor het toestaan van tweerichtingsverkeer;

dat bedrijven in het noord-westen van de Leidsebuurt hiervan profiteren voor hun logistieke bedrijfsvoering en kunnen de wijk beter verlaten;

dat bewoners hierdoor minder overlast ervaren van vrachtwagens die door de straten rijden;

dat in De Clerqstraat en de Brouwersstraat het gewenst is de eenrichtingssituatie te behouden, en alleen de huidige rijrichting te wijzigen, zodat het verkeer een logischere route door de wijk rijdt en de doorstroming bevordert;

dat met deze aanpassingen in het circulatieplan, op basis van gebruik en gedrag, er een beter voorspelbaar verkeersbeeld ontstaat, wat de verkeersveiligheid van langzaam verkeer ten goede komt;

dat de voorgestelde aanpassingen beter aansluiten op het karakter van een verblijfsgebied en het uitgangspunt van een leefbare en verkeersveilige wijk in stand houden;

dat gelet op artikel 12 van het BABW voor het plaatsen of verwijderen van de borden C2, C3 en C4 van bijlage 1 van het RVV 1990 een verkeersbesluit is vereist;

dat gelet op artikel 2 van de WVW 1994 de hiervoor benoemde verkeersmaatregelen strekken tot het verzekeren van de veiligheid op de weg en het in stand houden van de weg en het waarborgen van de bruikbaarheid daarvan;

dat gelet op artikel 2 van de WVW 1994 het zoveel mogelijk waarborgen van de vrijheid van het verkeer in het geding komt met uitvoeren van de hiervoor benoemde verkeersmaatregelen;

dat gelet op alle voorgaande overwegingen het zoveel mogelijk waarborgen van de vrijheid van het verkeer ondergeschikt is aan het verzekeren van de veiligheid op de weg en het in stand houden van de weg en het waarborgen van de bruikbaarheid daarvan;

dat gelet op artikel 24 van het BABW overleg is gevoerd met de gemandateerde van de politie;

dat de politie onder voorwaarden, zoals opgenomen in het formele advies van 3 december 2025 met kenmerk 2025/154BT, heeft ingestemd met de hierna genoemde verkeersmaatregelen.

 

Het besluit:

Het college van burgemeester en wethouders van Haarlem besluit:

- tot het intrekken van de eenrichtingsweg in de Sterrebosstraat door middel van het verwijderen van borden C3 en C4l van bijlage 1 van het RVV 1990 met onderbord OB52 ter hoogte van de kruising met de Oranjeboomstraat en de kruising met de Gasthuislaan;

- tot het intrekken van de eenrichtingsweg in de Oost Indiëstraat door middel van het verwijderen van borden C2 en C3 van bijlage 1 van het RVV 1990 met onderbord OB52 ter hoogte van de kruising met de Westerstraat, de kruising met de Gasthuislaan en de kruising met de Voorzorgstraat;

tot het intrekken van de eenrichtingsweg in de Van Loostraat door middel van het verwijderen van borden C2 en C3 van bijlage 1 van het RVV 1990 met onderbord OB52 ter hoogte van de kruising met de Oost Indiëstraat en de kruising met de Olycanstraat;

- tot het intrekken van de eenrichtingsweg in beide straten van het Brouwersplein door middel van het verwijderen van 2 borden C2 en 2 borden C3 van bijlage 1 van het RVV 1990 met onderborden OB52 ter hoogte van de kruisingen met de Gasthuislaan en de kruisingen met de Voorzorgstraat;

- tot het intrekken van de eenrichtingsweg in de Rollandstraat door middel van het verwijderen van borden C2 en C3 van bijlage 1 van het RVV 1990 met onderbord OB52 ter hoogte van de kruising met de Voorzorgstraat en de kruising met de Oranjeboomstraat;

- tot het intrekken van de eenrichtingsweg in de Olycanstraat door middel van het verwijderen van borden C2 en C3 van bijlage 1 van het RVV 1990 met onderbord OB52 ter hoogte van de kruising met de Westerstraat, de kruising met de Gasthuislaan, de kruising met de Voorzorgstraat en de kruising met de Oranjeboomstraat;

- tot het intrekken van de eenrichtingsweg in de Oranjestraat door middel van het verwijderen van borden C2 en C3 van bijlage 1 van het RVV 1990 met onderbord OB52 ter hoogte van de kruising met de Westerstraat, de kruising met de Gasthuislaan, de kruising met de Voorzorgstraat en de kruising met de Oranjeboomstraat;

- tot het intrekken van de eenrichtingsweg in de De Clerqstraat door middel van het verwijderen van borden C2 en C3 van bijlage 1 van het RVV 1990 met onderbord OB52 ter hoogte van de kruising met de Westerstraat en de kruising met de Gasthuislaan;

- tot het intrekken van de eenrichtingsweg in de Gasthuislaan door middel van het verwijderen van borden C2, C3 en C4r van bijlage 1 van het RVV 1990 met onderbord OB52 ter hoogte van de kruising met de Sterrebosstraat, de kruising met de Oost Indiëstraat, de kruising met het Brouwersplein, de kruising met de Oranjestraat, de kruising met de De Clerqstraat, de kruising met de Brouwersstraat, de kruising met de Leidsestraat, de kruising met de Kolkstraat en de kruising met de Westergracht;

- tot het intrekken van de eenrichtingsweg in de Voorzorgstraat door middel van het verwijderen van borden C2, C3 en C4r van bijlage 1 van het RVV 1990 met onderbord OB52 ter hoogte van de kruising met de Sterrebosstraat, de kruising met de Oost Indiëstraat, de kruising met het Brouwersplein, de kruising met de Olycanstraat, de kruising met de Oranjestraat, de kruising met de De Clerqstraat, de kruising met de Brouwersstraat en de kruising met de Leidsestraat;

- tot het intrekken van de eenrichtingsweg in de Assendelverstraat door middel van het verwijderen van borden C2 en C3 van bijlage 1 van het RVV 1990 met onderbord OB52 ter hoogte van de kruising met de Brouwersvaart, de kruising met de Oost Indiëstraat en de kruising met de Rollandstraat;

- tot het intrekken van de eenrichtingsweg in de Waldeck Pyrmontstraat door middel van het verwijderen van borden C2 en C3 van bijlage 1 van het RVV 1990 met onderbord OB52 ter hoogte van de kruising met de Brouwersvaart, de kruising met de Oost Indiëstraat, de kruising met de Rollandstraat en de kruising met de Veenpolderstraat;

- tot het intrekken van de eenrichtingsweg in de Jan Nieuwenhuijzenstraat door middel van het verwijderen van borden C2, C3 en C4r van bijlage 1 van het RVV 1990 met onderbord OB52 ter hoogte van de kruising met de Leidsestraat, de kruising met de Klarenbeekstraat en de kruising met de Westergracht;

- tot het wijzigen van de eenrichtingsweg in De Clerqstraat door middel van het verwijderen van bord C3 en het plaatsen van bord C2 van bijlage 1 van het RVV 1990 met onderbord OB52 ter hoogte van de kruising met de Gasthuislaan en het verwijderen van bord C2 en het plaatsen van bord C3 van bijlage 1 van het RVV 1990 met onderbord OB52 ter hoogte van de kruising met de Voorzorgstraat;

- tot het wijzigen van de eenrichtingsweg in de Brouwersstraat door middel van het verwijderen van bord C3 en het plaatsen van bord C2 van bijlage 1 van het RVV 1990 met onderbord OB52 ter hoogte van de kruising met de Voorzorgstraat en het verwijderen van bord C2 en het plaatsen van bord C3 van bijlage 1 van het RVV 1990 met onderbord OB52 ter hoogte van de kruising met de Oranjeboomstraat;

- een en ander overeenkomstig in de bijgevoegde situatieschets.

 

 

Aldus vastgesteld op 8 december 2025 te Haarlem

Namens het college van burgemeester en wethouders van Haarlem,

Hellen Jennissen

Teammanager Bereikbaarheid, Afdeling Beheer en Beleid Openbare Ruimte

Dit besluit treedt in werking na bekendmaking in het Gemeenteblad. Belanghebbenden kunnen binnen zes weken na publicatie van dit besluit in het Gemeenteblad bezwaar maken bij burgemeester en wethouders van Haarlem, Postbus 511, 2003 PB te Haarlem. Het bezwaarschrift moet de naam en het adres vermelden van degene die bezwaar maakt, zijn ondertekend en de datum vermelden waarop het is opgesteld. Daarnaast verzoeken wij u om ook uw telefoonnummer en/of e-mailadres te vermelden. Dit maakt het makkelijker om contact met u op te nemen over uw bezwaarschrift. In het bezwaarschrift moet ook worden aangegeven tegen welk besluit bezwaar wordt gemaakt en waarom het bezwaar wordt gemaakt. Door het indienen van het bezwaarschrift wordt dit besluit niet opgeschort. Bij een spoedeisend belang kan degene die een bezwaarschrift heeft ingediend een voorlopige voorziening vragen aan de voorzieningenrechter van de rechtbank, sector bestuursrecht, postbus 1621, 2003 BR te Haarlem. Bij het indienen van een verzoek om voorlopige voorziening moeten griffierechten worden betaald.

Naar boven