Verkeersmaatregel Malpertuisplein

Ruimte / Mobiliteit / 2025-1118829

 

Het college van burgemeester en wethouders van Maastricht neemt een verkeersbesluit voor het aanwijzen van twee parkeerplaatsen voor het opladen van elektrische voertuigen.

 

Overwegingen

Het Malpertuisplein is een weg gelegen in de wijk Malpertuis binnen de gemeente Maastricht, en is bij de gemeente in beheer en onderhoud.

 

Vanuit de ontwikkeling is de wens om een laadpaal voor het opladen van elektrische te plaatsen ten behoeve van de toekomstige bewoners, gebruikers van het pand en bestaande bewoners van de wijk.

 

De gemeente heeft de visie, de uitgangspunten (tot 2030) en het uitvoeringsprogramma (tot 2024) vastgesteld voor de laadinfrastructuur elektrisch vervoer. De gemeente wil zorgen voor een betaalbaar en betrouwbaar netwerk, zodat iedereen met een elektrisch voertuig zonder problemen schoon en elektrisch kan rijden. In Maastricht zullen er naar verwachting in 2030 10.000 elektrische voertuigen zijn. Met de vaststelling van de “Toekomstvisie en uitgangspunten laadinfra” en “Uitvoeringsprogramma laadinfra” kunnen er ongeveer 4.200 openbare laadpunten worden gerealiseerd.

 

Het aantal elektrische auto’s in Nederland zal sterk toenemen in de komende jaren en daarom is het noodzakelijk dat er op openbare locaties mogelijkheden aanwezig zijn om deze elektrische voertuigen op te laden. Het is daarom wenselijk om een parkeergelegenheid aan te wijzen voor het opladen van elektrische voertuigen. Bij de keuze van de locatie verder wordt gekeken naar toegankelijkheid en technische geschiktheid en zo min mogelijk hinder voor omwonenden.

 

Via een overeenkomst tussen de gemeente Maastricht en een concessiehouder worden laadpalen geplaatst, beheerd en onderhouden. Bij deze laadpunten moeten echter wel parkeerplaatsen beschikbaar zijn voor elektrische voertuigen om de laadpaal te kunnen gebruiken. Uit onderzoek blijkt dat twee parkeerplaatsen aangelegd en gereserveerd kunnen worden op het parkeerterrein van het nieuwe appartementencomplex op het Malpertuisplein.

 

Deze maatregel wordt genomen om de weg in stand te houden en de bruikbaarheid daarvan te waarborgen, het voorkomen of beperken van door het verkeer veroorzaakte overlast, hinder of schade alsmede de gevolgen voor het milieu, bedoelend in de Wet Milieubeheer en het bevorderen van doelmatig of zuinig energiegebruik.

 

Het Malpertuisplein heeft een herinrichting ondergaan waarbij het oude parkeerterrein opgeheven is. Daarom is het wenselijk de geslotenverklaring voor vrachtauto’s en de algemene gehandicaptenparkeerplaats die zich op dit parkeerterrein bevonden op te heffen.

 

Overeenkomstig artikel 24 van het BABW zijn de te nemen verkeersmaatregelen besproken met de Districtchef van politiedistrict Maastricht.

 

BESLUITEN:

  • 1.

    in te trekken het bepaalde ten aanzien van het Malpertuisplein in hun besluit van 6 augustus 1981;

  • 2.

    door het plaatsen van het bord E8c van Bijlage I van het RVV 1990 en onderbord OB504 (pijl links-/rechtsonder) twee parkeervakken op het Malpertuisplein, op het parkeerterrein bij het appartementencomplex, aan te wijzen als parkeergelegenheid voor het opladen van elektrische voertuigen;

  • 3.

    door het verwijderen van het bord C7 van Bijlage I van het RVV 1990 de geslotenverklaring voor vrachtauto’s op te heffen op het oude parkeerterrein op het Malpertuisplein;

  • 4.

    door het verwijderen van het bord E6 van Bijlage I van het RVV 1990 de algemene gehandicaptenparkeerplaats op te heffen op het oude parkeerterrein op het Malpertusplein;

 

Bestaande maatregelen die in stand worden gehouden

 

  • 5.

    de borden L3 van Bijlage I van het RVV 1990 ter hoogte van Malpertuisplein 60 om aan te wijzen als bushalte;

  • 6.

    de fietssymbolen als bedoeld in artikel 1n van het RVV 1990 om de stroken aan de zijden van de rijbaan in het Malpertuisplein aan te wijzen als fietsstrook.

 

Gelet op:

  • artikel 18, lid 1 onder d van de Wegenverkeerswet 1994 (hierna: WVW 1994) ingevolge verkeersbesluiten worden genomen door burgemeester en wethouders voor zover zij betreffen het verkeer op wegen, welke niet in beheer zijn bij het Rijk, de provincie of een waterschap dat deze bevoegdheid op grond van “Mandaatregeling Gemeente Maastricht 2010” is gemandateerd aan het afdelingshoofd Mobiliteit;

  • artikel 15, lid 1, van de WVW 1994 dient er een verkeersbesluit te worden genomen voor de plaatsing of verwijdering van de in artikel 12 van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer opgenomen verkeerstekens, evenals voor onderborden voor zover daardoor een gebod of verbod ontstaat of wordt gewijzigd;

  • artikel 15, lid 2, van de WVW 1994 dient er een verkeersbesluit te worden genomen voor het aanbrengen of verwijderen van infrastructurele maatregelen die leiden tot een beperking of een uitbreiding van het aantal categorieën weggebruikers dat van een weg of weggedeelte gebruik kan maken;

  • artikel 12 van het Besluit Administratieve Bepalingen inzake het Wegverkeer (hierna: BABW) ingevolge het plaatsen en verwijderen van de in dit artikel genoemde verkeerstekens moet geschieden krachtens een verkeersbesluit;

  • artikel 14 van het BABW, wordt de plaatsing van onderborden, zoals bedoeld in artikel 8, lid 2 en lid 3 van het BABW, in het betrokken verkeersbesluit tot uitdrukking gebracht;

  • artikel 24 van het BABW ingevolge verkeerbesluiten worden genomen na overleg met de gemandateerde van de korpschef van het nationale politiekorps.

 

 

 

Namens het college van burgemeester en wethouders van Maastricht,

Wethouder Aarts,

voor deze,

 

E. Westbroek

Teammanager Mobiliteit

 

(Deze brief is digitaal goedgekeurd en daarom niet met de hand ondertekend)

 

Maastricht, 10 februari 2025

 

Bezwaar en voorlopige voorziening

Op grond van het bepaalde in de artikelen 8:1 juncto artikel 7:1 juncto artikel 6:4 van de Awb kan, door degenen wiens belang rechtstreeks bij dit besluit is betrokken, binnen een termijn van zes weken, ingaande op de dag na de dag waarop dit besluit is bekendgemaakt c.q. is verzonden of uitgereikt, bij ons college een bezwaarschrift worden ingediend.

 

U kunt het bezwaarschrift digitaal of schriftelijk indienen.

 

Als u het bezwaarschrift digitaal wilt indienen, kunt u dit doen via https://www.gemeentemaastricht.nl/bezwaarschrift-indienen. U vindt hier een formulier waarmee u bezwaar kunt maken.

 

U kunt het bezwaarschrift ook per post indienen.

 

Het bezwaarschrift moet worden ondertekend en moet ten minste bevatten:

. de naam en het adres van de indiener;

. de dagtekening;

. een omschrijving van het besluit waartegen het bezwaar is gericht;

. de gronden van het bezwaar.

Wij verzoeken u in het bezwaarschrift ook uw telefoonnummer en (zo mogelijk) uw

e-mailadres te vermelden.

 

Het bezwaarschrift moet worden gericht aan het college van Burgemeester en wethouders van Maastricht, Postbus 1992, 6201 BZ Maastricht.

 

Het indienen van bezwaar heeft geen schorsende werking. Om de inwerkingtreding van het besluit en de gevolgen daarvan op te schorten kan om een voorlopige voorziening worden verzocht. Het verzoek om een voorlopige voorziening moet worden gericht aan de voorzieningenrechter van de Rechtbank Limburg, bestuursrecht, postbus 950 te 6040 AZ te Roermond.

Van de verzoeker van een voorlopige voorziening wordt een griffierecht geheven. U wordt door de griffie van de rechtbank geïnformeerd over de hoogte van het griffierecht en de wijze van betaling.

 

U kunt ook digitaal een voorlopige voorziening indienen bij genoemde rechtbank via http://loket.rechtspraak.nl/bestuursrecht. Daarvoor moet u wel beschikken over een elektronische handtekening (DigiD). Kijk op de genoemde site voor de precieze voorwaarden.

 

Bijlage

 

Naar boven